Streven. Jaargang 72
(2005)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Thomas Quartier
| |
‘Industrial’ als subcultureel verschijnselDe stroming industrial is een goed voorbeeld van een subcultureel verschijnsel. Zij ontstond in de vroege jaren tachtig. Bronnen waren experimentele en avant-gardistische muziek, en de performancekunst. Een belangrijk element daarbij is het provoceren tot aan de grenzen van het verdraaglijke. Daardoor kunnen er voor de luisteraar catharsismomenten ontstaan. Dit soort kunst vergt een eigen intellectuele medewerking van de | |
[pagina 149]
| |
luisteraar. Anders dreigt deze letterlijk te nemen wat wordt uitgedrukt en kan hij zelfs daadwerkelijk gewelddadig worden. In het verleden is het voorgekomen dat misdadigers zich beriepen op teksten van dit soort kunstenaars. Hier werd de spanning in deze kunstvorm niet begrepen: men toont en articuleert tegelijkertijd waartegen men zich verzet. Men probeert in de huid te kruipen van militairen, fascisten enzovoorts, en houdt hen daardoor een spiegel voor. Men streeft een ‘verblindende reflectie na in de zielen van degenen die uitgebeeld worden’, zoals William Bennet van de extreme elektronische industrial-band van het eerste uur Whitehouse mij heeft verteldGa naar eind[2]. Hier komt het extreme terug, en ook de koppeling aan creativiteit. Een band als Einstürzende Neubauten, eveneens een soort industrial-band, die al vroeg met industriële geluiden werkte, benadrukt dat een extreme leefsituatie creativiteit pas echt mogelijk maaktGa naar eind[3]. Doordat zelfs het stramien van de rockmuziek wordt verlaten en een geluid wordt geproduceerd dat de meeste luisteraars als herrie zouden classificeren, ‘bereik je een staat van totale vrijheid wat uitdrukkingsvormen betreft’, aldus William Bennet. De stroming van de industrial heeft veel invloed gehad. Bands als Ministry of Nine Inch Nails hadden in de jaren negentig veel succes en ook tegenwoordig is een aantal bands in een richting actief die industrial rock genoemd wordt. KMFDM is een van de grondleggers van deze stijl. De band werd reeds in 1984 door Sascha Konietzko, bijgenaamd ‘Captain’, opgericht. Hij wordt daarom soms ook de ‘father of industrial rock’ genoemd.
Sascha Konietzko, alias ‘Captain’
Volgens hem begon de industrial al heel vroeg: ‘Het doortrekt de hele twintigste eeuw. Wellicht begon het toen Tsjaikovsky in zijn symfonie kanonnen liet schieten’Ga naar eind[4]. Bij industrial rock gaat het om de industriële of elektronische geluiden van de pure industrial gekoppeld | |
[pagina 150]
| |
aan een duister rock-geluid. De naam van de band KMFDM (‘Keine Mehrheit für die Mitleid’) is een woordspel. De woorden ‘Mehrheit’ en ‘Mitleid’ zijn verwisseld. Er wordt dus gespeeld met het feit dat men geen medelijden met de meerderheid heeft. De band is met name in de Verenigde Staten binnen de underground erg succesvol, verkoopt meer dan honderdduizend exemplaren per album en treedt gemiddeld voor zo'n duizend luisteraars op. Nu zit ik dus met mijn collega's in de metro, onderweg naar zo'n optredenGa naar eind[5]. Bij het zien van degenen die in de metro zijn overgebleven op weg naar KMFDM is het begrijpelijk dat mensen zich moeilijk kunnen voorstellen wat hun leefwijze precies inhoudt. Het gaat om verschijningsvormen die op de ‘gewone man’ in de metro vreemd over kunnen komen. Om hierin meer inzicht te krijgen, wil ik met name twee vragen beantwoorden, met betrekking tot de eerder genoemde agressie en nihilistische attitude. Een idee dat men vaak tegenkomt over subculturele verschijnselen is dat de mensen die er deel van uitmaken politiek extremistisch, en zelfs agressief zijn. Maar klopt dat wel, en zo ja, in welke zin? Welke rol speelt politiek in zo'n subcultureel verschijnsel? Een tweede idee in verband met subculturele verschijnselen is dat de deelnemers op het gebied van zingeving een nihilistische attitude zouden hebben en weinig zin aan het bestaan zouden kunnen geven. Maar wellicht wordt ook hier op een eigen manier zin aan het leven gegeven. Welke rol speelt zingeving dan? Misschien zijn het vooroordelen die ik heb verwoord. Ik ben vooral nieuwsgierig. Om de vragen te beantwoorden is er maar één oplossing: erheen gaan en met de hoofdrolspelers zelf praten. Wat doen ze eigenlijk, en wat betekent het allemaal voor hen? En wat komt met betrekking tot politiek en zingeving tot uitdrukking tijdens zo'n alternatief concert? Mijn vraag is dus: wat zijn tegenwoordig eigenlijk subculturele verschijnselen, en hoe hebben deze te maken met de politieke houding en de zingeving van de deelnemers? | |
Subculturen, politiek en zingevingEerst wil ik ingaan op wat volgens een aantal auteurs subculturen inhouden, met name met betrekking tot politiek en zingeving, en wat voor vragen daar tegenwoordig bij gesteld kunnen worden. In 1975 verscheen, onder redactie van Stuart Hall en Tony Jefferson, het boek Resistance through rituals. Dit boek was een poging in de Engelse sociologie, zicht te krijgen op jeugdsubculturen. Cultuur betekent voor Hall en Jefferson dat sociale groepen verschillende levenspatronen ontwikkelen en daaraan uitdrukking geven. De auteurs vatten de opkomst van een jeugdsubcultuur op als een van de meest zichtbare uitingen van sociale en politieke verandering in het naoorlogse Engeland. In hun ana- | |
[pagina 151]
| |
lyse speelt vooral het klassenonderscheid in Engeland tot in de jaren zeventig een rol. Subculturen zouden zich expliciet richten tegen het klasse-denken waaruit ze - paradoxaal genoeg - voortkomen en waarmee ze verweven zijn. In die zin hebben ze een directe politieke betekenis: behoren tot en tegelijk zich afzetten tegen de bestaande orde. Wat een ‘subcultuur’ daarbij kenmerkt, is dat zij naar vorm en inhoud onderscheidend genoeg dient te zijn om een positie in te nemen buiten de ‘moedercultuur’. Een van de vooronderstellingen daarbij is dat dit soort subculturen vastomlijnd zijn en duidelijke grenzen hebbenGa naar eind[6]. Hedendaagse subculturen kenmerken zich echter door twee aspecten: ten eerste zijn zij niet meer vastomlijnd. In plaats van het strakke groepsbewustzijn binnen een subcultuur is er een individualisme op de voorgrond getreden. Men behoort niet meer totaal tot een bepaalde subcultuur en identificeert zich er niet langer zonder meer mee. Dat draagt er - ten tweede - toe bij dat mensen van uiteenlopende afkomst in een subcultureel verschijnsel kunnen participerenGa naar eind[7]. Als er dan een systeem van betekenissen moet ontstaan dat samenhangend genoeg is om een transformatie van de cultuur teweeg te brengen - met politieke implicaties, zoals Hall en Jefferson zeggen - is het de vraag hoe dat tegenwoordig gebeurt. Ik zou de stelling willen verdedigen dat er bij subculturele verschijnselen tegenwoordig sprake is van een individualisering wat deelname en betekenisgeving betreft. Dat is de reden waarom ik spreek over ‘subculturele verschijnse-len’ en hun politieke implicatie en niet over ‘subculturen’. Als nu binnen subculturen een systeem van betekenissen ontstaat, dan komt daarbij ook de vraag naar zingeving aan de orde. Zingeving betekent dat de subcultuur zin aan het leven kan geven, en wellicht ook religieuze connotaties kan hebben. De Amerikaanse theoloog Tom Beaudoin ziet de popcultuur als een ‘religieuze arena’, omdat, naast andere klassiek religieuze thema's, centraal daarin volgens hem zonde en verlossing staan. Deze analyse duidt erop dat de invloed van heersende zingevingssystemen eerder is verschoven dan verdwenen. Beaudoin gaat zelfs zo ver te stellen dat de ervaringsdimensie die in het katholicisme een belangrijke rol speelt, ook in de popcultuur centraal staat. Dit zou in zijn visie voor de katholieke kerk een opening kunnen bieden om jongeren binnen te halenGa naar eind[8]. Als het inderdaad zo is dat de ervaring van wezenlijke religieuze momenten ook buiten de kerk kan worden aangetroffen, dan biedt dit immers binnen de kerk een mogelijkheid tot herkenning waarmee mensen inhoudelijk toch verbonden kunnen zijn. Het is naar mijn mening echter te eenvoudig ervan uit te gaan dat de sacrale aard van de ervaring uit het katholicisme nu binnen de subcultuur onder de mensen wordt gebracht. Want binnen subculturele verschijnselen gebruiken mensen religieuze symbolen vaak ook als bewust verzet, bijvoorbeeld als een kruis in antichristelijke zin ondersteboven wordt ge- | |
[pagina 152]
| |
bruikt op een cd-hoesje. Anderen staan simpelweg onverschillig tegenover religieuze taal en beelden. Daarom kunnen er nogal wat vragen worden gesteld bij de positie van Beaudoin. Men zou wellicht geen recht doen aan de eigen dynamiek van subculturele verschijnselen en de verzetshouding die erin besloten ligt. Ook met betrekking tot de zingevingsdimensie vermoed ik een sterke individualisering. Vooralsnog spreek ik van zingeving en niet van religie, omdat ik niet weet in welke zin religieuze instituties daarbij een rol spelen. Op basis van de beschreven posities van Hall en Jefferson en van Beaudoin over het politieke en aan zingeving gerelateerde aspect van subculturen wil ik twee vragen over hedendaagse subculturele verschijnselen stellen. De eerste vraag luidt: wat wordt binnen subculturele verschijnselen in politiek opzicht nagestreefd? De tweede is: welke vorm van zingeving kan binnen subculturele verschijnselen worden aangetroffen? | |
Subculturele verschijnselen in ritueel opzichtIn de titel van het boek van Hall en Jefferson komt het woord ‘ritueel’ voor, en ook Beaudoin legt grote nadruk op rituele handelingen, symbolen enzovoorts. Wanneer, zoals ik heb aangegeven, de strakke structuren van de vroegere subculturen plaats hebben gemaakt voor een sterkere individualisering - ook op het vlak van politiek en zingeving -, dan kan de overgang van ‘liminaliteit’ naar ‘liminoïde’ die cultureel antropoloog Victor Turner beschrijft wellicht behulpzaam zijn voor een ritueel perspectief op subculturele verschijnselen. Met ‘liminaliteit’ bedoelt Turner een rituele fase in de transformatie wat de sociale status betreft in premoderne maatschappijvormen, bijvoorbeeld binnen initiatieriten. Omdat dit soort verschijnselen binnen moderne, geindustrialiseerde maatschappijvormen vanwege het wegvallen van vaste sociale structuren echter moeilijk terug te vinden zijn, introduceerde hij de notie van het ‘spel’ (play). In het spel namelijk vindt men nog wel een element dat met de ervaring van transformatie te maken heeft. Spelen met de rituele ervaring - dat gebeurt in ‘liminoïde’ ervaringenGa naar eind[9]. Kenmerkend daarbij is volgens Turner de nadruk op vrije tijd (leisure) in moderne maatschappijvormen. Door vrije tijd ontstaat de mogelijkheid nieuwe symbolische werelden van entertainment te scheppen. In de vrije tijd kan dan een creatieve kracht ontstaan van waaruit de gegeven sociale en culturele structuren kunnen worden bekritiseerd. In zo'n activiteit die vaak met kunst (muziek, film, theater) te maken heeft, bevindt men zich even buiten de netwerken en culturele patronen van de geïndustrialiseerde maatschappij, en daar kunnen liminoïde ervaringen worden opgedaan Tegelijk ontstaat daarbij een gemeenschappelijkheid die anders is dan de gewone sociale orde, en dit noemt Turner ‘communitas’. | |
[pagina 153]
| |
Subculturele verschijnselen kunnen in de huidige tijd vaak als ‘vrijetijdsverschijnselen’ worden begrepen. Op muzikaal vlak gaan mensen naar concerten, kopen cd's en surfen wellicht op het internet. Na wat ik eerder over subculturen heb gezegd, ga ik ervan uit dat subculturele verschijnselen door de krachten en ervaringen die door artistieke middelen ontstaan, de bestaande orde uitdagen, wellicht ook op politiek vlak en op het vlak van de zingeving. Daarbij denk ik niet aan vastgelegde riten, maar veeleer aan ‘ritualiseren’, zoals rituoloog Ronald L. Grimes het verwoordt. Grimes zegt over deze verschijnselen dat ze eerder in de marge van de bestaande orde ontstaanGa naar eind[10]. Ritualiseringen borrelen op, en wat er op het podium gebeurt (podium drama) is vaak een transformatie van een sociale realiteit (social drama). Dit betekent dat door artistieke activiteiten een ruimte wordt geschapen waarin een eigen referentiekader ontstaat. Door dit kader kan de realiteit anders worden ervaren dan in het alledaagse leven. Zoals bij mijn beschrijving van de industrial bleek, gebeurt dit binnen subculturen vaak op extreme wijze. Men kiest voor uitingsvormen en inhouden die de luisteraars of toeschouwers op het eerste gezicht tegen de borst stuiten, en vaak met geweld en een extreme leefwijze te maken hebben. Daardoor ontstaat een nieuw referentiekader dat tegelijk op een kritische wijze betrekking heeft op het alledaagse. Ik zou subculturele verschijnselen in deze zin als volgt willen omschrijven: extreme kunstuitingen die - als ritualiseringen begrepen - het liminoïde belichamen. | |
‘Keine Mehrheit für die Mitleid’: een liminoïde ervaringAls het concert van KMFDM in Berlijn begint, hangt er een spanning in de lucht. Wat meteen opvalt is de kleding van ‘Captain’ Sascha Konietzko en Lucia Cifarelli, de zangeres van de band. Beiden dragen legergroene kleding. Als Sascha onder luid gejuich het podium betreedt, zet hij een zon-nebril op die aan die van een Amerikaanse sheriff doet denken. Er worden T-shirts verkocht met militaire motieven erop, en een belangrijk symbool daarbij is een Russische ster waarin het logo van KMFDM staat. Is Sascha zelf militair georiënteerd? ‘Nee, ik ben niet militant en geen activist. Het gaat er in eerste instantie om, contact met het publiek tot stand te brengen. En dat kan dan een katalysatoreffect hebben’. Als ik hem vraag wat die Russische ster betekent, zegt hij: ‘Sterren zijn overal. Noem het socialistisch, fascistisch, noem het hoe je wil. Ik ben geen socialist, en ik ben zeker geen fascist. Het gaat om een zekere provocatie, en daarbij ben ik ook nog eens constant ironisch’. Dit soort humor is volgens Lucia een kenmerk van kunst: ‘Het is een beetje theater’. En dat heeft volgens Sascha zijn uitwerking op de toehoorders: ‘Mensen krijgen bij onze shows een uitlaatklep. | |
[pagina 154]
| |
Ze moeten voor zichzelf denken en hun medemensen het plezier doen zichzelf op te voeden’. De muziek die KMFDM daarbij speelt is snel en hard. Het publiek reageert er meteen op. Mensen dansen en bewegen op ‘the ultra heavy beat’, zoals KMFDM de eigen sound noemt. Mensen gaan ‘pogo’ dansen: ze springen tegen elkaar op alsof ze vechten. Toch blijft alles vreedzaam, en als iemand valt wordt hij door anderen meteen weer overeind geholpen. Zo hard als de muziek is, zo goed kennen de bezoekers van het concert de songs uit hun hoofd. Steeds weer zingen ze de refreinen mee. Volgens de ‘Captain’ is het met name de energie die vrijkomt die de mensen aanspreekt: ‘Er is meer energie dan bij gewone concerten. Het energiespel houdt in dat wij de mensen opwarmen. Wij kanaliseren de dynamiek. Dan worden ze wakker en geven ons veel terug. Daarbij hebben we een bepaalde macht’. De vraag is natuurlijk hoe deze macht te rijmen valt met de idee dat mensen juist voor zichzelf moeten denken. Sascha vindt dit een goede vraag, maar hij zegt er meteen bij dat ‘een Messiaanse attitude niet werkt’. Lucia voegt eraan toe dat ze soms wel degelijk wil dat mensen ‘aan onze lippen hangen’. Zij hoopt dat ze er iets van meenemen en ‘gesterkt zijn om zelf actie te ondernemen’. Deze actie zou inhouden dat men zijn eigen leven op een verantwoorde manier autonoom leeft en niet blind gehoorzaamt aan autoriteiten. De stijlelementen - outfit, muziek en energie - dragen bij tot de ervaring die een show van KMFDM teweegbrengt. Sascha zegt er zelf over dat het een ‘cultus’ is. In de zin van Turner spreek ik van extreme liminoïde ritualiseringen. Het interessante hierbij is dat zeer verschillende mensen in het publiek zich overgeven aan dezelfde ervaring: ‘We hebben ondertussen ouders die met hun kinderen naar de show komen. En we hebben mensen met zeer verschillende achtergronden: gothics, punkers, skinheads, en nog veel meer’. Daarover is hij zelf verbaasd, en het komt overeen met de indruk van een liminoïde ritualisering, want daarbij hoort volgens Turner ook dat de verschillen tussen de deelnemers wegvallen, wat hij ‘communitas’ noemt. Sascha vertelt over concerten waar de drempel voor het publiek eerst hoog is, maar na een aantal songs verdwijnt: ‘Na drie nummers hebben we ze te pakken, en na tien nummers worden ze bijna gek’. Na het concert zijn de mensen zeer vreedzaam, zoals de Captain vertelt: ‘Ik heb al veel concerten gezien waar de bezoekers na afloop agressief werden. Bij ons zijn de mensen altijd heel relaxed, praten met ons en met elkaar en gaan dan weer naar huis’. Een KMFDM-concert als een extreme liminoïde ritualisering. Maar wat houdt deze ritualisering precies in, met name met betrekking tot politiek en zingeving? | |
[pagina 155]
| |
‘KMFDM is a drug against war’: politiek en zingevingSascha beschrijft de titels van zijn albums als ‘Reizwörter’, en daarmee bedoelt hij dat een bepaalde woede door de titel tot uitdrukking komt. De tekst van de titelsong van de cd World War III maakt duidelijk dat politiek en zingeving wel degelijk een belangrijke rol spelen: ‘I declare war on every government. War against all odds. I declare war on your inner sanctum. On your bloodthirsty gods’ (World War III)Ga naar eind[11]. Wat politiek betreft is tirannie een belangrijk aanknopingspunt. Zo zingt de ‘Captain’: ‘A tyrant is a man who allows his people no freedom. Who is puffed-up by pride. Driven by the lust of power. Impelled by greed. Provoked by thirst for fame’ (Stars and Stripes)Ga naar eind[12]. Hij verzet zich tegen tirannie: ‘Wat mij woedend maakt, is als mensen dom zijn en niet voor zichzelf denken. Wat je ook wil denken of doen is je vrije keuze, als je maar wakker wordt’. Hij heeft geen specifiek politiek systeem op het oog. Soms doen de teksten aan anarchie denken. Het is de individuele vrijheid en autonomie die de politiek maakt: ‘Als mensen van domme regeringen bevrijd zijn en van onderdrukkende reglementen, dan zouden ze zichzelf kunnen organiseren, en dat zou een heel ander verhaal zijn’. Maar doet de band dan door de macht die tijdens een concert wordt uitgeoefend en door de wijze van uitdrukken niet precies wat ze veroordeelt? Sascha is het daar absoluut niet mee eens: ‘Nee, wij bieden mensen die naar een concert komen een goede tijd en een uitlaatklep’. Dat is wellicht in politiek opzicht de merkwaardige spanning die in dit soort kunst zit: men bestrijdt iets door het zich eigen te maken. In een ouder lied zingt Sascha: ‘KMFDM is a drug against war’. Precies dat is zijn standpunt: de mensen iets overweldigends meegeven zodat ze zich moeten en kunnen bevrijden.
Mijn tweede aandachtspunt - religie - is bij KMFDM bijna altijd gekoppeld aan de maatschappelijke uitwerking en vormgeving van geinstitutionaliseerde religies. Sascha en Lucia zingen: ‘Your god is gaping. Your god is waiting. Your terror rises - to no surprises’ (Pity for the Pious)Ga naar eind[13]. Religie wordt als een oorzaak van onvrijheid gezien: ‘Het is inherent aan religie dat mensen van bepaalde dingen bewust gemaakt en van andere afgehouden worden. Daardoor perverteert religie, welke dan ook, haar oorspronkelijke idealen. En dat heeft weer enorme politieke uitwerkingen’. Daarbij denkt Sascha bijvoorbeeld aan godsdienstoorlogen, maar ook aan de religieus geinspireerde politiek van George W. Bush. Op de vraag of er niet ook een bevrijdende kracht van geloof kan uitgaan, maakt Sascha een wezenlijk onderscheid: ‘Ik zou religie en spiritualiteit totaal onderscheiden. Iedereen heeft zijn eigen geloof, en ook al ben ik een atheïst, ik heb toch spirituele kanten’. Lucia wijst op een song waar | |
[pagina 156]
| |
dit tot uitdrukking komt. Dit lied gaat over de laatste vragen van mensen: ‘Last things. Did I give nothing in return? Stand up for a cause. Give permission to a mute war’ (Last things)Ga naar eind[14]. Zij legt dit als volgt uit: ‘Het gaat om de laatste dag van de mensheid, en ik vraag aan mezelf en iedereen wat ik gedaan heb om mijn leven en de wereld beter te maken’. Spiritualiteit kan mensen in staat stellen een beter mens te worden, waarbij Lucia voor haarzelf voorzichtig is met geïnstitutionaliseerde religies omdat deze snel ‘een te sterke cultus’ worden. De performance wil mensen ook op zingevingsvlak duidelijk maken dat ze vooral autonoom en individueel moeten zijn. Voor dit doel wordt door de muziek, de teksten en de symboliek een sterke ervaring opgeroepen, die wellicht functioneel bekeken niet zo veel verschilt van een religieuze ervaring, maar die elke vorm van mogelijk onderdrukkende organisatie afwijst. En daar is het om te doen, op politiek vlak en op zinge-vingsvlak. Wat we uit deze tekstfragmenten van KMFDM en de gesprekken met Sascha en Lucia kunnen concluderen, is dat de inhoud van de extreme liminoïde ritualiseringen uiteindelijk een poging is tot vrijheid, zelfstandigheid en individualiteit te komen. Dat iemand - in de woorden van Sascha - ‘geen deel uitmaakt van de menselijke kudde’. Dat komt overeen met de basishouding van de industrial. | |
Extreem ritualiseren?Na afloop van het concert is te merken dat het waar is: mensen zijn vreedzaam en ontspannen, en maken plannen waar ze de rest van de nacht verder zullen gaan met dansen en feestvieren. Op een gegeven moment komt de ‘Captain’ aan de bar staan. Er wordt gepraat over wat er is gebeurd: ‘Dat doe ik altijd’, aldus Sascha, ‘als we niet meer met de mensen zouden praten dan zouden we evengoed kunnen stoppen’. Weer in de metro op weg naar het hotel komt bij mij de vraag op, wat we nu eigenlijk hebben meegemaakt. Was het een subcultureel verschijnsel? En welke rol speelden politiek en zingeving? De performance van KMFDM is zeker een subcultureel verschijnsel. Men probeert - juist door de extreme liminoïde ritualisering - iets anders neer te zetten dan de heersende cultuur. En die ervaring wordt door stijl en muziek mogelijk gemaakt. Dit ‘andere’ leidt binnen deze ritualisering echter niet tot een hechte groep of organisatie. Daarom kan op politiek vlak ook niet gezegd worden dat men een vastomlijnd cultureel patroon probeert te cultiveren. Nee, het is veel meer een individueel bewustzijn van het vechten tegen elke vorm van onderdrukking en beheersing door anderen. Het constructieve element is bij een concert van KMFDM de poging mensen zelfstandig aan het denken te zetten. Mijn indruk verschilt | |
[pagina 157]
| |
hier van die van Hall en Jefferson; bij subculturele verschijnselen gaat het niet zozeer om een af te bakenen verschijnsel met een duidelijke maatschappelijke positie, maar veel meer om een vrijetijdsactiviteit in de zin van Turner, waarbij de intentie vooral is de autonomie en individualiteit van de mensen te cultiveren. Dat geldt ook op zingevingsvlak. Zodra hier iets door anderen wordt opgelegd, kun je er zeker van zijn dat het aan de kaak wordt gesteld. Dat geldt met name voor geinstitutionaliseerde religies. Dit verzet leidt tot een sterke beklemtoning van de eigen invulling van de vraag naar zin. Het gaat weer om het individu dat voor zichzelf moet denken en om zijn of haar eigen ervaringen, en deze ‘spiritualiteit’ vormt een basis voor de zingeving. Als Beaudoin zegt dat de ervaringsdimensie binnen de popcultuur aan het katholicisme doet denken, dan kan ik voor mijn onderzoek naar KMFDM zeggen dat dit niet echt opgaat. Weliswaar staat de ervaringsdimensie op zingevingsvlak eveneens centraal, maar daarbij richt men zich tegen religie in de formele zin, en de zingeving wordt aan het individu overgelaten. Een eigen ‘cultus’ zorgt ervoor dat mensen zich niet gemakkelijk aan een van buiten opgelegde ‘cultus’ zullen overgeven. Het credo van KMFDM is individualiteit en autonomie. Met name door het gebruik van het begrip van een extreme liminoïde ritualisering ben ik van mening dat ik de vooroordelen uit de metro van het begin van dit artikel kan nuanceren. Politiek gezien is het zeker niet zo dat de mensen bij dit concert tot geweld worden aangezet. Het gaat eerder om een intrinsieke spanning. Er wordt geweld uitgebeeld, maar juist met het doel dat mensen hiervoor een uitlaatklep hebben en uit eigen verantwoordelijkheid geweld en onderdrukking afwijzen. Met betrekking tot zingeving is er niet zozeer sprake van een leegte; het gaat veeleer om een protest tegen opgelegde geloofsinhouden. Men moet een eigen weg zoekenGa naar eind[15]. Over deze omgang met politiek en zingeving wil ik geen normatieve uitspraak doen. Dat laat ik aan de lezer over, en wellicht wordt zij of hij met betrekking tot bestaande ideeën over subculturele verschijnselen aan het denken gezet - wat ook de intentie van KMFDM is. Als we de metro uitstappen merken we dat we niet meer goed kunnen horen omdat de muziek zo hard was, maar dat hoort bij participerende observatie. We schreeuwen tegen elkaar dat de ‘Captain’ een interessante man is, en dat het op zijn eigen manier een indrukwekkend gebeuren was. Morgen zal het piepen in de oren voorbij zijn en kijken we er wat nuchterder tegenaan. En dan zullen we toch iets geleerd hebben over wat een subcultureel verschijnsel tegenwoordig kan zijn en wat politiek en zingeving daarbinnen betekenen. Tot aan het volgende concert, denk ik - en wellicht vinden we daar iets nieuws. | |
[pagina 158]
| |
Appendix: een songtekst van KMFDMWorld War III
I declare war on the world - war in outer space
I declare war in a nutshell - war all over the place
I declare war on every government - war against all odds
I declare war on your inner sanctum - on your bloodthirsty gods
I declare war on the axis of morons - all out war on complacent consent
I declare war on the war against drugs - rape and slaughter of the innocent
War on Big Brother - warmongers and profiteers
War on your dogma dubya - Armageddon's engineers
War in a heartbeat - I declare war on so-called civilization
World trade globalization - organized disinformation
War on ambassadors of pretense - war on MTV and CNN
McDonald's Walt Disney and Bethlehem - on Christina, Britney and Eminem
I declare war on the world of anti-choice - on violent unilaterality
On the amassment of murderous high-tech toys - and all crimes against humanity
War on the moral majority - on corporate.com imperialism
On mindlessly bumbling stupidity - and police state terrorism
World War Three - Be all that you can be
In vertaling: De Derde Wereldoorlog
Ik verklaar de wereld de oorlog - oorlog in de ruimte
Ik verklaar de oorlog in een notendop - overal oorlog
Ik verklaar iedere regering de oorlog - oorlog tegen alle verwachting in
Ik verklaar je innerlijk heiligdom de oorlog - je bloeddorstige goden
Ik verklaar de as van zwakzinnigen de oorlog - oorlog uit alle macht aan
zelfgenoegzaam instemmen
Ik verklaar de oorlog tegen drugs de oorlog - verkrachting en
afslachting van onschuldigen
Oorlog aan Big Brother - aan oorlogsophitsers en profiteurs
Oorlog aan je namaakdogma - aan ingenieurs van Armageddon
Oorlog in een hartslag - ik verklaar de oorlog aan de zogenaamde beschaving
Globalisering van de wereldhandel - georganiseerde desinformatie
| |
[pagina 159]
| |
Oorlog aan de ambassadeurs van de pretentie - oorlog aan MTV en CNN
McDonald's Walt Disney en Bethlehem - aan Christina, Britney en Eminem
Ik verklaarde wereld van de anti-keuze de oorlog - de gewelddadige eenzijdigheid
Het opstapelen van moorddadig high tech speelgoed - en alle misdaden
tegen de mensheid
Oorlog aan de moral majority - aan het imperialisme van de NV
Aan gedachteloze stuntelige stomheid - en het terrorisme van de politiestaat
De Derde Wereldoorlog - wees alles wat je kunt zijn
|
|