Streven. Jaargang 70
(2003)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 561]
| |||||||
Herman Simissen
| |||||||
[pagina 562]
| |||||||
Engelsen. Na het einde van de Vrijheidsoorlog keerde L'Enfant niet terug naar zijn vaderland: hij bleef werkzaam voor de Amerikaanse republiek, waarbij hij op verschillende gebieden een belangrijk adviseur van George Washington was. Nu had hij dan van president Washington de uitzonderlijke opdracht gekregen, een nieuwe hoofdstad voor de jonge republiek te ontwerpen. L'Enfant kon zich geheel in deze opdracht vinden: hij vond het symbolisch juist de hoofdstad niet te vestigen in een stad die al tijdens de koloniale periode was ontstaan, maar speciaal voor dit doel een nieuwe stad te stichten. Bij zijn ontwerp voor de nieuwe hoofdstad liet L'Enfant zich inspireren door de hoofdsteden van verschillende Europese landen, alsook door koninklijke landgoederen in Europa. Toch moest zijn ontwerp nadrukkelijk de democratische idealen van de jonge republiek uitstralen: brede lanen en grote, open publieke ruimtes - parken en pleinen - moesten symbool zijn voor een land met een regering die toegankelijk voor de bevolking zou zijn, voor een natie die de ruimte had om zich verder te ontwikkelen. Opmerkelijk aan het ontwerp van L'Enfant is de schaal waarop hij zich Washington voorstelde: hij ontwierp een stad met 800 000 inwoners - terwijl de hele Verenigde Staten op dat moment rond de drie miljoen inwoners telden. Een centrale plaats in het ontwerp van L'Enfant neemt het stadsdeel in dat tegenwoordig bekend staat als de ‘national Mall’ of kortweg de ‘Mall’: een complex van lange, rechte voetpaden door een parkachtig landschap. Op de oost-westas wordt dit complex afgesloten door de Potomac respectievelijk het Capitool, op de noord-zuidas door het gebouw dat bekend is geworden als het Witte Huis respectievelijk de Potomac. Waar beide assen elkaar kruisen, had L'Enfant een monument voor George Washington gepland. L'Enfant had het complex dat is uitgegroeid tot de ‘Mall’ overigens niet gepland als de eenheid die het in de loop van de tijd is geworden, maar als een aantal aangrenzende parken met een eigen karakter. Maar ook in een aantal andere opzichten is het ontwerp van L'Enfant voor Washington niet uitgevoerd zoals hij het had bedacht. Na een aantal hoog opgelopen conflicten werd hij in februari 1792 ontslagen. De kern van deze conflicten was dat L'Enfant een onbeperkt gezag over het ontwerp van de nieuwe hoofdstad eiste - terwijl de regering beperkingen aan dat gezag wilde stellen, al was het alleen maar om de kosten van de aanleg van de stad in de hand te kunnen houden. Maar al werd L'Enfant ontslagen, zijn ontwerp bleef het uitgangspunt voor de nieuwe hoofdstad, al werden zijn plannen op verschillende punten aangepast. Juist het complex rond Capitool en Witte Huis echter werd, op enkele aanpassingen van ondergeschikt belang na, uitgevoerd volgens het ontwerp van L'Enfant. In de loop van de negentiende en vooral de twintigste eeuw is de ‘Mall’ meer en meer een afspiegeling van de Amerikaanse geschiedenis | |||||||
[pagina 563]
| |||||||
geworden. Er zijn, naast het al door L'Enfant geplande monument voor George Washington, gedenktekens geplaatst ter herinnering aan de presidenten Lincoln, Thomas Jefferson en Franklin D. Roosevelt; en er zijn nationale musea en instellingen in en rond dit gebied gebouwd, zoals de National Gallery of Art, het Natural History Museum, het Museum of American History, de National Archives en het National Theatre. Daarnaast is de ‘Mall’ de locatie geweest voor grote manifestaties van nationale betekenis. Zo hield Martin Luther King op 28 augustus 1963 zijn beroemde toespraak waarin hij gelijkberechtiging voor de Amerikaanse zwarte bevolking eiste, ‘I have a dream’, terwijl hij stond op de treden van het Lincoln Memorial. Zo ook was de ‘national Mall’ de plaats waar aan het eind van de jaren zestig, begin jaren zeventig massale demonstraties werden gehouden tegen de oorlog in Vietnam. Van de talrijke monumenten en gedenktekens aan de ‘national Mall’ is het Vietnam Veterans Memorial, dat in 1982 werd geplaatst, het drukst bezocht: op veel dagen komen er meer dan 20.000 bezoekers naar dit monument, jaarlijks rond de 2,5 miljoen. Dit maakt het Vietnam Veterans Memorial tot het meest bezochte hedendaagse openbare kunstwerk in de Verenigde Staten. Toch waren noch de aanleg, noch het ontwerp ervan onomstreden: zoals er in de Verenigde Staten diepe verdeeldheid had bestaan over de oorlog in Vietnam, zo ook bestond er grote verdeeldheid over de noodzaak van een monument voor de veteranen van deze oorlog, en, nadat eenmaal was besloten dat er een dergelijk monument zou komen, over het ontwerp voor dit monument dat was uitgekozen. | |||||||
[pagina 564]
| |||||||
‘Een nationaal monument om een ondankbare natie te herinneren aan wat zij haar zonen heeft aangedaan...’Het initiatief voor een monument voor de veteranen van de oorlog in Vietnam werd genomen door Jan Craig Scruggs, zelf een veteraan van die oorlog, die als infanterist gewond was geraakt en was onderscheiden voor betoonde moed. In mei 1977 publiceerde hij in de Washington Post een artikel waarin hij wees op de problemen van de veteranen: zij waren teruggekeerd uit een oorlog die hoogst omstreden was, en ook nog uitgelopen op een militaire nederlaag. De Amerikaanse bevolking werd daarom liever niet herinnerd aan deze oorlog, die de natie diepgaand had verdeeld. Voor het lot van de veteranen, die veelal traumatische ervaringen moesten verwerken, was bijgevolg geen of nauwelijks aandacht - hetgeen de psychische problemen van veel veteranen nog vergrootte. Nogal wat veteranen raakten aan de drank, namen hun toevlucht tot drugs of vervielen tot andere vormen van onmaatschappelijk gedrag. Scruggs vroeg aandacht voor deze problemen: naar zijn mening had de Amerikaanse natie de morele verplichting de veteranen te helpen. Degenen die in de oorlog waren gesneuveld, zo schreef Scruggs, konden niet meer worden geholpen: voor hen kon misschien een nationaal monument worden opgericht, om een ondankbare natie te herinneren aan wat zij haar zonen had aangedaan. In 1979 ging Scruggs met zijn vrouw naar de film The Deer Hunter (1978) van de Amerikaanse regisseur Michael Cimino. - The Deer Hunter, met onder meer Robert DeNiro en Meryl Streep in de hoofdrollen, vertelt het verhaal van jonge hoogovenarbeiders uit Pennsylvania, van hun leven voor, tijdens en na de oorlog in Vietnam. Deze indrukwekkende film, die even meer dan drie uur duurt, werd bekroond met vijf Oscars, onder meer voor de beste film en de beste regisseur. - De film riep bij Scruggs krachtiger dan ooit de herinnering op aan zijn dienstkameraden, met name ook aan de kameraden die in Vietnam het leven lieten. Naar aanleiding van zijn bezoek aan de film nam Scruggs in april 1979 het initiatief tot de oprichting van het Vietnam Veterans Memorial Fund (VVMF). Het doel van dit fonds was drieledig: ‘Ten eerste, het bouwen van een blijvend nationaal monument in Washington, D.C., voor de Amerikanen die zijn gesneuveld en die dienst deden in Vietnam; ten tweede, het voltooien van de vredes- en broederschapskapel van Vietnamveteranen in Eagle Nest, New Mexico; en ten derde, bij te dragen aan andere monumenten voor slachtoffers en repatrianten van de oorlog in Vietnam op andere plaatsen.’Ga naar voetnoot[1] | |||||||
[pagina 565]
| |||||||
Al meteen bij de oprichting benadrukten Scruggs en Robert W. Doubek - een advocaat in Washington, voormalig luchtmachtofficier, met wie Scruggs het VVMF oprichtte - dat zij met hun initiatief geen enkel politiek oordeel over de oorlog wilden uitspreken. Zij vroegen enkel om erkenning van de opofferingen die de veteranen van de oorlog in Vietnam zich hadden getroost - en hoopten juist daardoor te kunnen bijdragen aan een verzoening van de diepe tegenstellingen die nog altijd bestonden tussen de voormalige voor- en tegenstanders van de oorlog in Vietnam. In de zomer van 1979 kreeg het initiatief van het VVMF steun van enkele senatoren. Zij dienden een wetsvoorstel in, waarin een locatie op de ‘national Mall’ werd aangewezen als de toekomstige plaats voor een monument voor de veteranen van de oorlog in Vietnam. Volgens dit wetsontwerp zou de enige bijdrage van de federale overheid zijn dat ze een locatie ter beschikking stelde voor een monument - het monument zou, zonder financiële steun van de overheid, geheel moeten worden bekostigd uit giften van privé-personen en -instellingen. Het duurde enige tijd voordat het VVMF inderdaad geldelijke ondersteuning uit de Amerikaanse samenleving kreeg, op de televisiezender CBS werd zelfs spottend opgemerkt dat het initiatief van Scruggs en Doubek al 144,50 dollar had opgebracht. Men twijfelde openlijk aan de noodzaak van een monument dat, zelfs als ieder politiek oordeel over het conflict in Vietnam uit de weg werd gegaan, hoe dan ook herinnerde aan een omstreden oorlog, die bovendien was geëindigd met een even chaotische als smadelijke aftocht. Maar toen de stroom van giften aan het VVMF eenmaal op gang kwam, ging het vlug: uiteindelijk werden meer dan 275.000 giften ontvangen - niet zelden kleine bijdragen, van 5 of 10 dollar, van familieleden van veteranen die door hun bijdrage eer wilden bewijzen aan hun naaste. Uiteindelijk werd meer dan 8,4 miljoen dollar bijeengebracht. Het wetsvoorstel werd betrekkelijk gemakkelijk door de processen van politieke besluitvorming geloodst. De volgende stap die het VVMF ondernam, was het uitschrijven van een prijsvraag voor het ontwerp van een monument. Het ontwerp diende aan een aantal nauwkeurig omschreven voorwaarden te voldoen:
| |||||||
[pagina 566]
| |||||||
Er kwamen maar liefst 1421 inzendingen op de prijsvraag. De jury - waarvan de samenstelling overigens bepaald niet onomstreden was: men verweet het VVMF dat de jury geen afspiegeling was van de bevolking, maar bestond uit een kleine elite van kunsthistorici en -critici - koos na vier dagen van beraadslagingen unaniem voor de inzending van Maya Ying Lin. | |||||||
Een omstreden keuzeMaya Ying Lin was, toen haar ontwerp werd uitgekozen, pas eenentwintig jaar oud. Zij was van Chinees-Amerikaanse afkomst, en studeerde architectuur aan Yale. Haar ontwerp - dat zij instuurde omdat zij studiepunten voor haar ontwerp zou krijgen - was briljant in zijn eenvoud: twee muren van gepolijst zwart graniet, die in een hoek van 125o op elkaar staan. In het verlengde van de ene muur staat het Washington Memorial, in het verlengde van de andere muur het Lincoln Memorial, waardoor het Vietnam Veterans Memorial nadrukkelijk in de context van de Amerikaanse geschiedenis wordt geplaatst. Beide muren zijn ongeveer 75 meter lang, en bestaan uit 74 panelen; de vier panelen aan het einde zijn onbewerkt, de andere panelen bevatten in chronologische volgorde en, op data waarop meerdere slachtoffers zijn gevallen, in alfabetische volgorde, de namen van al degenen die in Vietnam zijn gesneuveld, en degenen die worden vermist. Bij de namen staat geen nadere aanduiding, als bijvoorbeeld de militaire rang of het legeronderdeel, maar enkel de naam van de gesneuvelde of vermiste. De lijst met namen begint in het midden van het monument, en loopt naar het einde van één muur, gaat dan verder aan het uiteinde van de andere muur en eindigt dan weer in het midden van het monument. Begin en einde van de lijst met namen komen zo bij elkaar - de cirkel van de oorlog wordt in het midden van het monument voltooid. De lijst met namen wordt voorafgegaan door een korte tekst: ‘Ter ere van de mannen en vrouwen van de Amerikaanse strijdkrachten die dienst deden in de oorlog in Vietnam. De namen van hen die hun leven gaven en van hen die vermist zijn, zijn ingegraveerd in de volgorde waarin zij van ons werden weggenomen.’Ga naar eind[3] Na de lijst met namen volgt deze tekst: | |||||||
[pagina 567]
| |||||||
‘Onze natie gedenkt de moed, opoffering en toewijding aan hun plicht en vaderland van haar Vietnamveteranen. Dit gedenkteken werd opgericht met privé-giften van de Amerikaanse bevolking.’Ga naar eind[4] Beide muren zijn aan één uiteinde slechts 20 cm hoog; in het midden van het monument, waar de muren bij elkaar komen, zijn ze 3,12 meter hoog. Doordat het monument beneden grondniveau is gebouwd - als een snede in de aarde, aldus Maya Lin -, steekt het nergens hoog uit boven het omliggende park. Voor wie langs het monument loopt, lijkt het alsof het oprijst uit de aarde, en daarin ook weer verdwijnt. In het gepolijste graniet weerspiegelt zich de omgeving van het monument: de bomen en struiken, het grasveld, de mensen die er lopen, de lucht. De keuze van de jury voor het ontwerp van Maya Lin was hoogst omstreden: meteen nadat de beslissing van de jury bekend was geworden, ontstonden in kranten en tijdschriften felle discussies over deze keuze. Zelfs de persoon van de ontwerpster was omstreden. Zo werd in een publiek debat, nota bene waarbij Maya Lin aanwezig was, botweg gevraagd hoe men het ontwerp van een ‘spleetoog’ had kunnen uitkiezen als herinnering aan een oorlog tegen ‘spleetogen’. Maar ook de jeugdige leeftijd en de sekse van de ontwerpster werden aangevoerd als argument tegen de keuze van de jury. Meer inhoudelijke argumenten waren gericht tegen het abstracte karakter van het ontwerp, dat immers in niets verwees naar de oorlog in Vietnam. Ook de keuze voor zwart graniet werd aangevochten: zwart was een kleur van rouw en verdriet, en daarom niet geschikt voor een gedenkteken, zo heette het. Bovendien was het graniet niet afkomstig uit de Verenigde Staten, maar uit India; een echt Amerikaans monument, zo werd beweerd, zou enkel en alleen uit Amerikaanse materialen moeten worden vervaardigd. Ten slotte was ook de wijze waarop het monument was ingebed in zijn omgeving aanleiding voor kritiek: het monument werd vergeleken met een grafkelder, en zou daarom geen passend eerbetoon aan de veteranen van de oorlog in Vietnam zijn. Ondanks alle protesten en discussies hield de jury, daarin gesteund door het bestuur van het VVMF, vast aan zijn beslissing. Op 26 maart 1982 werd begonnen met de werkzaamheden, op 13 november daaropvolgend werd het monument formeel opgedragen aan de veteranen van de oorlog in Vietnam. Maar ook daarna bleven de discussies over ‘de muur’, zoals het monument inmiddels in de volksmond werd genoemd, aanhouden. De voortdurende discussies leidden ertoe dat - overigens uitdrukkelijk tegen de wens van Maya Lin in - in de loop der jaren drie elementen aan het Vietnam Veterans Memorial werden toegevoegd. In de zomer van 1983 werd een bronzen vlaggenmast bij het monument geplaatst. In november 1984 volgde, als tegemoetkoming aan critici die | |||||||
[pagina 568]
| |||||||
zich niet konden vinden in het abstracte karakter van het monument, een standbeeld van drie dienstplichtigen, ontworpen door de beeldhouwer Frederick Hart. Het standbeeld van Hart moet een afspiegeling van de Amerikaanse samenleving zijn: de drie dienstplichtigen hebben nadrukkelijk een verschillende etnische achtergrond gekregen. En ten slotte werd in november 1993 een standbeeld geplaatst, naar een ontwerp van de kunstenares Glenna Goodacre, ter herinnering aan de acht verpleegsters die in de oorlog in Vietnam zijn omgekomen, het Vietnam Women's Memorial. Rond deze beeldengroep - drie vrouwen die voor een gewonde militair zorgen - zijn acht bomen geplant, één ter herinnering aan elke verpleegster. | |||||||
Een druk bezocht monumentAl was het ontwerp van Maya Lin aanvankelijk omstreden, en al bleef de kritiek op haar ontwerp ook de eerste maanden nadat het monument was geplaatst aanhouden - inmiddels is de kritiek geheel en al verstomd, en omgeslagen in grote waardering. Van de vier elementen waaruit het Vietnam Veterans Memorial nu bestaat, wordt ‘de muur’ van Maya Lin met afstand het meest bezocht. Veteranen van de oorlog in Vietnam zijn ‘de muur’ nadrukkelijk als ‘hun’ monument gaan beschouwen - de rustige, besloten ruimte waar zij letterlijk en figuurlijk kunnen stilstaan om na te denken over de oorlog, over hun gevallen kameraden, precies zoals Maya Lin voor ogen stond. Het monument kreeg al snel andere bijnamen, zoals ‘het altaar van verzoening’ en ‘de genezende steen’. Het monument werd en wordt in artikelen vaak beschreven als een ‘wereldlijk heiligdom’, en niet zelden wordt het Vietnam Veterans Memorial vergeleken met de Westelijke Muur - door niet-joden doorgaans aangeduid als de Klaagmuur - in Jeruzalem. Net als bij de Westelijke Muur hangt bij het Vietnam Veterans Memorial een gewijde stilte, alsof de bezoekers zich bevinden in een gebedsruimte in de open lucht: ‘de muur’ is een bedevaartsplaats geworden, waar de doden van de oorlog in Vietnam in stille eerbied worden herdacht. En net zoals veel joden bij de Westelijke Muur briefjes met gebedsintenties achterlaten, zo worden ook bij het Vietnam Veterans Memorial allerlei berichten achtergelaten. Veelal zijn dit berichten van nabestaanden van slachtoffers van de oorlog in Vietnam - van weduwen voor hun echtgenoot, van moeders voor hun zoon. Zo schreef een weduwe: ‘Mijn liefste Paul, eindelijk ben ik hier dan - een prachtig monument voor je. Ik mis je, en ik weet dat je over mij waakt. Ik houd van je. Je vrouw.’Ga naar eind[5] | |||||||
[pagina 569]
| |||||||
Een moeder liet het volgende bericht voor haar zoon achter bij ‘de muur’: ‘Ik zie je naam op een zwarte muur. Een naam die ik je heb gegeven toen ik je zo dicht tegen me aan hield nadat je was geboren, nooit dromend van de te weinige jaren die ik met jou zou hebben.’Ga naar eind[6] Een andere moeder schreef: ‘Hier ben ik dan weer, achtergebleven met lege handen en herinneringen. Maar terwijl mijn tranen vallen, ben ik God dankbaar omdat ik je 21 jaar heb gehad, en voor alle herinnerde liefde en het geluk dat we deelden. Ik houd je in mijn herinneringen, en wacht op weer een nacht waarin ik over je droom. Mam.’Ga naar eind[7] Daarnaast laten ook veteranen berichten achter voor hun gevallen dienstkameraden; een voorbeeld is het volgende: ‘Mijn lieve vrienden, het is goed om jullie namen aan te raken, jullie te herinneren en hier te bezoeken. Ik heb geworsteld in jullie afwezigheid. Ik was zo kwaad dat jullie me hebben verlaten. Ik mis jullie zo! Ik heb zo lang naar jullie gezocht. Hoe boos was ik toen ik jullie namen hier vond - hoewel ik wist dat jullie hier zouden zijn. Ik had zo graag gewild dat ik jullie had kunnen redden.’Ga naar eind[8] Juist uit dit soort berichten blijkt hoezeer nabestaanden en veteranen naar het Vietnam Veterans Memorial komen om er, door de confrontatie met hun herinneringen, troost te zoeken. Troost, en vaak ook vergeving, als zij het gevoel hebben dat zij tekort zijn geschoten tegenover de gevallenen. Naast deze geschreven berichten worden ook allerlei andere zaken bij ‘de muur’ achtergelaten: bloemen, maar ook kledingstukken, schoenen, petten, vlaggen, militaire onderscheidingen, foto's, speelgoedbeesten, drank, etenswaren. Werden deze zaken aanvankelijk als ‘gevonden voorwerpen’ verzameld en bewaard, al snel werd ertoe overgegaan al deze voorwerpen te catalogiseren en onder te brengen in een verzameling, de Vietnam Veterans Memorial Collection. Bij gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Vietnam Veterans Memorial in 1992 werd in het National Smithsonian Museum of American History een tentoonstelling gehouden waar een selectie werd getoond van de voorwerpen die bij ‘de muur’ waren achtergelaten. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat deze tentoonstelling, met de titel Personal Legacy - The Healing of a Nation, zes maanden te zien zou zijn, maar vanwege de overweldigende belangstelling van het publiek en vanwege de grote waardering die de | |||||||
[pagina 570]
| |||||||
tentoonstelling kreeg, werd de duur van de tentoonstelling voor onbepaalde tijd verlengd. Ze is nu nog altijd te zien. Naast de gewoonte om voorwerpen en berichten bij het Vietnam Veterans Memorial achter te laten, ontwikkelde zich een ander gebruik. Veel bezoekers van ‘de muur’ maken een ‘rubbing’ van de naam van hun gevallen familielid of kameraad: het met behulp van potlood en papier ‘afwrijven’ van de naam van de gevallene op het monument, om als aandenken mee naar huis te nemen. Voor mensen die niet in staat of in de gelegenheid zijn zelf het monument te bezoeken, bestaat zelfs de mogelijkheid om via het internet een dergelijke ‘rubbing’ van de naam van hun familielid of dienstkameraad op te vragen. Ook bestaat de mogelijkheid om via het internet een bezoek aan de ‘virtuele muur’ te brengen; zowel voor bezoekers van het monument in Washington als voor bezoekers van de ‘virtuele muur’ zijn replica's van ‘de muur’ te koop. Ten slotte is er een ‘moving wall’ - een reizende muur - ontwikkeld, een replica op een vrachtwagencombinatie die door de Verenigde Staten rijdt en op aanvraag tijdelijk wordt geplaatst bij bijvoorbeeld lokale herdenkingen van slachtoffers van de oorlog in Vietnam, of voor onderwijsdoeleinden op scholen wordt getoond. | |||||||
De genezende muurHet initiatief voor het Vietnam Veterans Memorial had eerst en vooral de bedoeling een gedenkteken op te richten voor de slachtoffers en de veteranen van de oorlog in Vietnam. Op de achtergrond speelde ook de doelstelling mee, de diepgaande tegenstellingen tussen voor- en tegenstanders van deze oorlog te helpen verzoenen. Met haar ontwerp heeft Maya Lin op even knappe als eenvoudige wijze vorm gegeven aan dit initiatief. Door de lijst met namen van de gevallenen in de oorlog worden de slachtoffers tegelijkertijd als individu en als groep herdacht, en daarmee is het Vietnam Veterans Memorial een passend eerbetoon aan de slachtoffers geworden. Voor de veteranen van de oorlog in Vietnam is ‘de muur’ ‘hun’ monument geworden - een plaats die zij bezoeken om, alleen of gezamenlijk, stil te staan bij hun herinneringen, bij herinneringen aan hun gevallen kameraden en bij herinneringen aan hun eigen ervaringen. Een bezoek aan het Vietnam Veterans Memorial heeft veel veteranen geholpen met het verwerken van hun verleden: ‘de muur’ is de plaats waar zij ongeremd uitdrukking kunnen geven aan soms jaren opgekropte emoties. Een bezoek aan het monument in Washington was zo voor veel veteranen een belangrijke stap om in het reine te komen met hun verleden, en dat juist een bezoek aan het Vietnam Veterans Memorial hiertoe de aanzet gaf, wordt vaak verklaard uit de sfeer die het monument oproept. Om deze reden is men het Vietnam Veterans Memorial | |||||||
[pagina 571]
| |||||||
vaak ook gaan aanduiden als ‘the healing wall’ - de genezende muur. Het Vietnam Veterans Memorial werd door de veteranen opgevat als teken van erkenning van de opofferingen die slachtoffers en veteranen van de oorlog zich hadden moeten getroosten, als symbool daarvoor dat zij nu eindelijk werden geaccepteerd door de Amerikaanse samenleving die hen eerder had genegeerd of zelfs met de nek had aangekeken. Een tweede reden waarom wordt gesproken van ‘de genezende muur’, is dat het Vietnam Veterans Memorial inderdaad heeft bijgedragen aan het verzoenen van de voor- en tegenstanders van de oorlog in Vietnam. Bij het zien van het Vietnam Veterans Memorial verstommen alle politieke discussies: bij voor- en tegenstanders van de oorlog overheerst het respect voor slachtoffers en veteranen. In het licht van de offers die zij hebben gebracht, lijken achteraf gevoerde politieke discussies over de rechtmatigheid en doelstellingen van de oorlog in Vietnam niet meer op hun plaats. Dit alles maakt het Vietnam Veterans Memorial tot een uitzonderlijk monument - even functioneel als, in zijn ogenschijnlijke eenvoud, prachtig. Dit laatste juist ook vanwege de wijze waarop ‘de muur’ is ingebed in het omliggende park, waarin het tegelijkertijd is opgenomen en toch een besloten ruimte vormt. De enige vraag die het monument oproept, is hoe toekomstige generaties, die de oorlog in Vietnam niet hebben meegemaakt, ‘de muur’ zullen ervaren. Maar dit is een vraag die alleen deze toekomstige generaties zullen kunnen beantwoorden - voor de generatie van de veteranen van de oorlog in Vietnam en voor de generatie van hun kinderen is het Vietnam Veterans Memorial een indrukwekkend eerbetoon, dat met grote waardering en bewondering wordt bezocht en bezien. Juist daarom is het jammer dat de VVMF de druk van critici van het ontwerp van Maya Lin niet heeft kunnen weerstaan, en drie elementen aan het monument heeft laten toevoegen die zozeer afwijken van het karakter van ‘de muur’. ‘De muur’ van Maya Lin is een zeldzaam geslaagd voorbeeld van een hedendaags gedenkteken, en de toevoeging van naturalistische beelden is - zoals Maya Lin ook zelf naar voren bracht - een stijlbreuk die afbreuk doet aan haar abstracte ontwerp. Desondanks is het Vietnam Veterans Memorial een prachtig monument, dat met recht wordt beschouwd als een hoogtepunt in de Amerikaanse kunst van de twintigste eeuw. | |||||||
[pagina 572]
| |||||||
Literatuur
Informatief zijn ook de volgende websites:
|
|