| |
| |
| |
Jürgen Moltmann
Eschatologie, globalisatie en terrorisme
Als wij ons afvragen of er een einde komt aan onze wereld, stellen wij een typisch apocalyptische vraag. De een spreekt over ‘het einde van alle dingen’, een ander over ‘het einde van de wereld’, of over ‘het einde van de geschiedenis’. Waarom toch stellen wij de vraag naar het einde? Nemen wij niet langer vrede met de stand van zaken? Zijn wij deze wereld beu? Of maken wij ons zorgen over het voortbestaan van de dingen die ons dierbaar zijn, die we koesteren? Levert deze wereld ons niet genoeg op? Is alleen dat goed wat goed eindigt? Of is een verschrikkelijk einde beter dan deze verschrikking zonder einde? Iedere gedachte over ‘het einde’ is ambivalent. Ze kan ons fascineren en tegelijk schrik aanjagen.
| |
Het begin van het leven: christelijke hoop
In de christelijke theologie behoren de vragen over ‘het einde’ bij de eschatologie onder de titel ‘de uitersten’. Eschatologie is de leer over ‘de laatste dingen’ (ta eschata). Het Einde zal ‘de uiteindelijke oplossing’ brengen van alle problemen in het persoonlijke leven, in de geschiedenis van de mensheid en in de kosmos. De apocalyptische verbeelding heeft altijd met een geweldige passie Gods grote eindoordeel op de laatste dag van de wereld afgeschilderd. De goeden zullen naar de hemel gaan, de bozen naar de hel, en de aarde zal vernietigd worden in een holocaust van vuur. Ook de apocalyptische beelden van de eindstrijd tussen God en de duivels, Christus en de antichrist, de goeden en de bozen in ‘het dal van Armageddon’ zijn ons niet onbekend.
Al deze ideeën en beelden zijn zeker onvervalst apocalyptisch, maar zijn ze christelijk? De authentieke christelijke toekomstverwachting heeft helemaal niets uit te staan met eindoplossingen van dit soort, want haar aandacht geldt niet het einde - het einde van het leven, het einde van de
| |
| |
geschiedenis of het einde van de wereld -, maar veeleer het begin: het begin van het echte leven, het begin van het godsrijk, en het begin van de nieuwe schepping van alle dingen. Toen Dietrich Bonhoeffer weggebracht werd naar de plaats van terechtstelling in het concentratiekamp van Flossenbürg op 9 april 1945, nam hij afscheid van zijn medegevangenen met de woorden: ‘Dit is het einde - voor mij het begin van het leven’. Dit doet denken aan het gedicht van T.S. Eliot: ‘In the end is my beginning’.
Verwachtingen omtrent het einde zijn alleen christelijk als ze voor hun toekomstperspectief aanknopen bij de herinnering aan Christus' kruisdood, en de opstanding van de gekruisigde Christus en de doden tot het eeuwige leven van de komende glorie van God. Want ook Christus' einde was en is uiteindelijk zijn echte begin. De christelijke hoop op de toekomst verlengt of extrapoleert niet in de toekomst de lijnen van het verleden en het heden van de wereldgeschiedenis, om daar een goed einde te postuleren - of, vaker nog, een slecht einde. Ze ziet integendeel in het kruis van Christus de voorafbeelding van het einde van deze wereldtijd van zonde, dood en kwaad omdat - ja, omdat - ze in Christus' opstanding de bevrijding van het kwaad ziet als het begin van een nieuw leven en een nieuwe schepping van alle dingen. Die hoop ervaart ook in de kracht van Christus' Geest reeds dat nieuwe begin, hier en nu; ze is herboren als een levende hoop.
Hoe gaat dit in zijn werk? Niemand hoeft volmaakt te zijn, maar iedereen moet in staat zijn opnieuw te beginnen. Het enige wat ertoe doet in het leven en de dood is het nieuwe begin. Valt een kind, dan leert het weer opstaan. Mislukkingen en teleurstellingen zijn niet het probleem; opstaan en opnieuw proberen, daar gaat het om. Christelijk geloof is in essentie verrijzenisgeloof. Het is gegrondvest op Christus' opstanding uit de doden; het wekt de verwachting van het eeuwig leven en is nu de kracht om het begin van een nieuw en waarachtig leven te vinden, hier en nu. Christenen zijn door de genade verwekkers van leven. Hun vrijheid bestaat erin het leven opnieuw te kunnen beginnen omdat Gods genade iedere morgen nieuw is. Bij leven zien wij misschien niet meer dan de aanzetten en de eerste stappen, maar wij vertrouwen erop dat God de voltooiing ziet. ‘Ik ben er zeker van’, schrijft Paulus aan de Filippenzen (1,6), ‘dat hij die een goed werk in u begonnen is, het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus’. En geen dood kan God beletten dit te doen!
Hoe is de verhouding tussen einde en begin, begin en einde? Radicale maatschappijcritici in Duitsland verwezen graag naar een uitspraak van Theodor W. Adorno, filosoof van de Frankfurter Schule: ‘Er zit geen echt leven in een leven dat vals is’. Dit lijkt evident. Maar voor de christelijke hoop is Christus, die in deze valse wereld ingetreden is, het reële begin van echt leven, midden in dit valse leven. Daarom ervaren wij in christelij- | |
| |
ke hoop bij het begin van het nieuwe leven ook het einde van het valse leven. In het licht van de verrezen Christus herkennen wij ‘de wereld onder het kruis’ en zien wij de wereld door de ogen van de stervende Christus met alles wat vals is erin, alles wat terreur en vernieling sticht. Dit is het wat moet ophouden en verdwijnen. Hoop op de verrijzenis van het leven brengt ons tot het realisme van het kruis.
Het is echter niet het einde van de wereld dat een nieuwe schepping brengt. Het is omgekeerd: slechts Gods nieuwe begin brengt deze geperverteerde wereld tot haar verdiende einde. Wij ervaren pas het duister van de nacht in het licht van de nieuwe dag, wij herkennen het kwaad pas in het licht van het goede, en wij voelen het dodelijke van de dood alleen door onze liefde voor het leven. In de vernietiging zelf van het leven, of van een hele wereld, zit niet de minste creativiteit. Niemand kan een nieuwe schepping afdwingen door de huidige wereld te vernielen. Dit is de fatale vergissing van de terroristen.
Het definitieve einde van deze wereld is alleen wat wij van onze kant waarnemen wanneer Gods nieuwe wereld begint. Net zoals wij de opstanding van de dode Christus beschouwen als een goddelijk werk van omvorming van sterfelijkheid naar onsterfelijkheid en van schande naar verheerlijking, zo kunnen wij ook het verdwijnen van de oude en de komst van de nieuwe wereld beschouwen als een goddelijk werk van omvorming. Niets van wat bestaat zal vernietigd worden, maar alles zal omgevormd worden: ‘vita mutatur, non tollitur’, zoals de prefatie van de roomskatholieke dodenmis zegt. In het aangezicht van de dood schilderden de kinderen in het concentratiekamp van Theresienstadt vlinders: wanneer de arme rups sterft wordt de mooie vlinder geboren, en hij zal de vrijheid in vliegen.
Als antwoord op de apocalyptische vragen over het einde brengt de christelijke toekomstverwachting de gekruisigde en opgewekte Christus in de herinnering aanwezig. Dit is het enige antwoord dat wij kunnen geven met de zekerheid van het geloof en zonder gebrekkige gissingen. Het geeft geen antwoord op alle apocalyptische waaromvragen over Gods rechtvaardigheid en op de wanneervragen over het komende einde. Trouwens, Christus zelf stierf niet met een antwoord maar met een vraag: ‘Mijn God, waarom hebt u mij in de steek gelaten?’ Maar als volgelingen van de gekruisigde Christus en in de reële aanwezigheid van de verrezene, kunnen wij leven met onbeantwoorde ‘vragen over de uitersten’, geen overhaaste of ondoordachte antwoorden formulerend, en niet verzinkend in moedeloos getob zonder antwoorden.
Ideeën over het einde van de geschiedenis zijn er in twee groepen: die over het doel van de geschiedenis (telos) en die over het einde van de geschiedenis (finis). Heeft de wereldgeschiedenis een vooraf gegeven
| |
| |
doel, dan is dit haar voltooiing en dan gaat ze stap voor stap vooruit - of van beschikking tot beschikking - in de richting van dit doel. Volgens de bijbelse overleveringen is een doel van de geschiedenis het rijk van de Mensenzoon (Daniel 7) of het duizendjarig koningschap, waar Christus samen met de zijnen in vrede over de naties zal heersen (Apoc. 20). De antieke wereld zag het doel van de geschiedenis in het Gouden Tijdperk dat volgt op het Ijzeren Tijdperk (Virgilius). De moderniteit verwacht het rijk van de vrijheid of van de eeuwige vrede (Kant). Francis Fukuyama (destijds verbonden aan het ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington) stelde, na de val van het socialisme in 1989, dat het kapitalisme en de liberale democratie, d.i. de Moderne Westerse Wereld, het ‘einde van de geschiedenis’ was. Dit soort ideeën over het einde als het doel van de geschiedenis noemen we chiliastisch of millenaristisch, en wanneer ze de huidige tijd beïnvloeden, messiaans. Als integendeel de wereldgeschiedenis haar einde bereikt bij het einde van de wereld, zal ze afgebroken worden door rampen. Volgens de bijbelse tradities is dit de ‘ondergang van de wereld’ (Weltuntergang in het Duits), volgens de opvatting in de Oudheid ‘de algemene brand’ (Weltenbrand in het Duits), volgens de hedendaagse vrees de atoomvernietiging of de wereldwijde ecologische ramp, of de terroristische vernietiging. In moderne taal noemen we dergelijke ideeën apocalyptisch. Het einde van de wereld dat ze op het oog hebben structureert de loop van de geschiedenis niet; in feite berooft het elk historisch tijdperk van alle zin. De wereldgeschiedenis is een zinloze geschiedenis van het lijden; het einde is het beste deel ervan.
Het moderne geloof in de vooruitgang en de globalisatie is een geseculariseerde vorm van het millenarisme van de religieuze verlossingsgeschiedenis, terwijl de moderne vrees voor het einde van de wereld en de vernietiging ervan secularisaties zijn van de traditionele apocalyptiek.
Zoals bekend is de geschiedenis altijd een strijd om de macht. De machtigen hebben belang bij de vooruitgang van de geschiedenis en de globalisatie van hun macht. Zij beschouwen de toekomst als de voortzetting van hun eigen heden. Mensen die verdrukt en machteloos zijn, achteruitgesteld en vernederd, hebben geen baat bij de vooruitgang en de voortzetting van hun lijdensgeschiedenis. Zij hebben alleen belang bij het snelle einde van deze wereldtoestand en bij een alternatieve toekomst. Daarom moeten wij de verschillende ideeën over het doel of het einde van de geschiedenis ook onderzoeken met de kritische vraag: Cui bono? Wie heeft er baat bij?
| |
Het doel van de geschiedenis: globalisatie
Geen enkele hoop heeft de mensen zo gefascineerd als het beeld van een Duizendjarig Rijk van Vrede, en geen heeft zoveel vernieling aangericht.
| |
| |
De christenen kijken uit naar Christus' koninkrijk van de vrede, de Romeinen verwachtten het Gouden Tijdperk, de moderne man en vrouw kijken uit naar ‘het einde van de geschiedenis’ en een wereldsituatie zonder geschiedenis en zonder conflicten.
De eerste christelijke vervulling van deze hoop was de verbazingwekkende ommekeer onder de Romeinse keizer Constantijn, toen de vervolgde christenheid eerst een ‘veroorloofde religie’ in het Romeinse keizerrijk werd en daarna, onder de keizers Theodosius en Justinianus, Romes alles overheersende keizerlijke religie. ‘Wie geleden hebben met Christus zullen met hem heersen’, had de apostel Paulus beloofd (1 Kor 6,2; 2 Tim 2,12). Met een verwijzing naar deze tekst werd de politieke omwenteling in millenaristische zin geïnterpreteerd als de overgang van martelaarschap naar millennium. Het Heilige (Romeinse) Rijk werd geprezen als Christus' millennium van vrede. De christelijke keizers achtten het hun religieuze taak de volkeren te bekeren door hen te onderwerpen aan het koninkrijk van vrede in Christus' eindtijd. Er is één Pantocrator in de hemel en zijn beeld op aarde is de ene christelijke Caesar en zijn onverdeeld wereldrijk.
De oorsprong van de politieke theologie van dit universele christelijke wereldrijk ligt in de toepassing van het zogenaamde ‘beeld van de koninkrijken’ uit het boek van de profeet Daniel, hoofdstuk 7: vier gewelddadige rijken rijzen als dieren op uit de zee van de chaos. Maar ten slotte daalt het humane koninkrijk van de goddelijke Mensenzoon uit de hemel neer en brengt altijddurende vrede, gerechtigheid en rechtvaardigheid op aarde. Het vierde dier was het keizerrijk van Rome, dat volgde op de Babylonische, Perzische en Griekse rijken. Met de christianisatie van het Romeinse rijk begint het eindtijdelijke rijk van Christus. Dit zal zich uitbreiden over de hele aarde en blijven bestaan tot het einde van de tijd. Hierin bestond het messianisme van het christelijke rijk, de christelijke wereld en het christelijke tijdperk van de mensheid.
De vervulling van die Messiaanse verwachting dook in een andere vorm op in het typische zelfbewustzijn van wat wij de ‘moderne tijd’ noemen (Neuzeit in het Duits). In de ogen van de filosofen van de Verlichting was hun tijd het ‘Derde tijdperk’ van de mensheid: zij pasten de profetie over een komend ‘tijdperk van de geest’ van Joachim van Fiore, de Italiaanse visionair uit de twaalfde eeuw, toe op hun eigen tijd. ‘Nieuwe tijd’ is ook steeds de eindtijd, want na de nieuwe tijd kan niets anders komen dan het einde van de tijd. Dit moderne besef een nieuw tijdperk te beleven leidde tot de idee dat de Europese overheersing van de wereld wel degelijk de Messiaanse vervulling van de wereldgeschiedenis is.
‘Amerika’ was en is voor de miljoenen immigranten ‘de Nieuwe Wereld’ waar vrijheid heerst voor iedereen. Er zitten Messiaanse elementen in de ‘Amerikaanse droom’ en dus ook in de Amerikaanse politiek.
| |
| |
Het zegel van de Verenigde Staten en ieder dollarbiljet dragen de belofte: ‘de nieuwe wereldorde’ (novus ordo seculorum). Niet ‘een’, maar ‘de’ nieuwe wereldorde staat er. Net als de Europese idee van de moderne tijd als ‘de nieuwe tijd’ is de Amerikaanse ‘nieuwe wereldorde’ universeel bedoeld: een nieuw tijdperk voor de mensheid en een nieuwe orde voor de hele wereld.
Wat is vandaag de rol van Amerika in de wereld? Henry Luce noemde de twintigste eeuw ‘de Amerikaanse eeuw’ en hij had gelijk: de interventie van de Verenigde Staten was beslissend in beide wereldoorlogen en sinds de val van het Sovjetrijk in 1989 blijven zij alleen over als supermacht. Maar er is meer: terwijl het communistische experiment - uit de vele volkeren de nieuwe ‘sovjetmens’ scheppen - faalde, gaat het Amerikaanse experiment nog door, en met succes. Uit alle landen trekken migranten naar Amerika: ‘e pluribus unum’. Of zij daarbij wel of niet goed varen, Amerika is en blijft door de immigratie het centrale land van de mensheid. Zo zijn niet alleen de Amerikanen maar de hele mensheid betrokken bij het Amerikaanse experiment. De volkeren wachten op de vervulling van de belofte die Amerika in het begin was voor de wereld: ‘Novus Ordo Seculorum’. Deze nieuwe wereldorde kan niet een Amerikaans rijk zijn, maar alleen de universele realisatie van de verklaring dat ‘alle mensen’ - en niet alleen Amerikanen - ‘vrij en gelijk geschapen zijn’. Dit is het visioen van een wereldorde van vrede gebouwd op de mensenrechten en de rechten van de natuur, volgens de verklaringen van de Verenigde Naties.
De laatste profeet van het westerse ‘einde van de geschiedenis’ is voorlopig Francis Fukuyama. Als aanhanger van de ongetwijfeld vreemde interpretatie van Hegel door de Russische filosoof Alexander Kojeve in Parijs zag hij het ‘einde van de geschiedenis’ dagen in de val van het socialisme in het Sovjetrijk. De triomf van het Westen is, naar hij beweerde, dat er na 1989 geen echt alternatief meer is geweest voor het westerse kapitalisme en de liberale democratie. In de pluralistische kapitalistische democratie heeft de mensheid uiteindelijk gevonden wat ze nastreefde in al haar sociale experimenten. Wij leven nu, voor de eerste keer, in ‘een wereld zonder alternatief’. Wat ooit de levende geschiedenis was, vol vernietigende maar ook creatieve conflicten, is nu alleen nog te bezichtigen in musea van de geschiedenis.
Fukuyama's einde van de geschiedenis was een illusie. Het protest van verdrukte en vernederde mensen, het protest van een verkrachte aarde zullen de wereld niet laten zoals ze is. Volgens Hegel is het teken van het ‘einde van de geschiedenis’ niet het ontbreken van een alternatief maar bevrijd zijn van alle contradictie. 11 september 2001 maakte een schrikwekkend ‘einde aan het einde van de geschiedenis’ voor ons allen.
| |
| |
1989 was inderdaad het einde van het oost-westconflict en de Koude Oorlog, en de illusie van ‘een wereld zonder alternatief’ bracht velen tot de overtuiging dat nu de globalisatie van wat wij verlangen en wat wij zijn op het spel staat. Velen spraken van de ene wereld, ons werelddorp, de wereldgemeenschap, de beschaafde wereld, enz. Maar de globalisatie van productie en markt, financiën en de big business, communicatiemiddelen en moderne cultuur heeft geen vrede in de wereld gebracht, wel meer en meer conflicten. Het neoliberale, agressieve kapitalisme schept ongelijkheid terwijl gelijkheid de basis is van de democratie. De gelijkschakeling over de hele wereld in een cocacola-, macdonald- en hollywoodcultuur is de dood van de plaatselijke culturen. Als wij vrede verlangen, hebben wij een globalisatie van rechtvaardigheid en eerbied nodig. Anders bereiken wij nooit ‘de nieuwe wereldorde’, maar slechts een wereld van chaos en terreur. Alleen een rechtvaardige orde kan een orde zijn voor een verenigde mensheid.
| |
Het einde van de wereld: terrorisme
Zeer vaak is de vrees voor een catastrofaal einde van de wereld niets anders dan de keerzijde van de hoop op een heerlijke voltooiing van de geschiedenis van de wereld. Valt deze hoop stuk, dan blijft gewoonlijk alleen de vrees over.
In de bijbelse tradities kwamen niet alleen vormen van profetische hoop voor; er bestonden ook altijd apocalyptische profetieën. Wij noemen apocalypsen de profetische voorspellingen die verder kijken dan de toekomst van Israël, en een wereldwijde politieke horizon of kosmische dimensies bestrijken. Dan wordt een ‘nieuwe tijd’ voor de mensheid of een nieuwe schepping van de kosmos beloofd. In het zevende hoofdstuk van Daniël wordt een wereldwijd humaan koninkrijk beloofd van de Mensenzoon. Volgens het boek Henoch ‘zal deze wereld stukgeslagen worden en alles wat erop is zal vernield worden en allen zullen geoordeeld worden’. Daarna ‘zal Gods troon zichtbaar worden’, ‘de Mensenzoon zal komen’ en hemel en aarde ‘zullen nieuw geschapen worden’ (54,4).
De bijbelse apocalypsen over een dreigende ondergang van de wereld (Weltuntergang) gaan terug op de geschiedenis van Noachs zondvloed (Gen 6-9) die vertelt hoe God besloot de mensheid te verdelgen samen met de wereld wegens de verdorvenheid van de machtigen en het kwaad in het hart van de mensen, om daarna met de ene rechtvaardige Noach, die van de vernietiging gespaard blijft, een nieuw verbond te sluiten waarin geen nieuw wereldeinde aangekondigd wordt (Gen 9,11). Maar achter deze blijvende herinnering aan de schrik voor het einde van de wereld leeft de nog diepere vrees voor God, de vrees dat God ‘zich zou berouwen’
| |
| |
- spijt zou krijgen en betreuren - dat hij de mensen heeft geschapen, en dat God zijn hele scheppingsplan zou herroepen. Een God die zich volledig afkeert, laat de wereld verzinken in chaos en nietigheid.
Anders dan in de bijbelse apocalyptische tradities wordt in onze tijd de uitdrukking ‘apocalyps nu’ gebruikt om door de mens veroorzaakte catastrofen aan te duiden: de kernramp, de ecologische ramp, de ramp van het terrorisme. Maar dit zijn volslagen verkeerde interpretaties, omdat ze God ten laste leggen wat de schuld van de mensen is. De verantwoordelijkheid voor misdaden tegen de menselijkheid en tegen de natuur ligt bij de mensen. De bijbelse apocalyptische traditie is vol hoop, terwijl de zelfvernietiging van het menselijke ras en de vernietiging van de biosfeer op deze aarde pure verwoesting is waar niet de minste hoop in zit.
Hoe kan het anders dan dat in onze tijd de apocalyptische interpretaties van de misdaden tegen de menselijkheid, die ons allen bedreigen, een nieuw apocalyptisch terrorisme veroorzaken. Het is maar een kleine stap van het passieve verwachten van het einde van de wereld naar het actieve bewerken ervan. Dit is het anarchisme dat wij al lang kennen. In de negentiende eeuw proclameerde de vader van het Russische anarchisme, Michael Bakoenin, de slogan: ‘Genieten van het vernielen is een creatief genot’ en met dit motto rechtvaardigde hij de moord op de tsaren en de zelfmoord van terroristen. ‘Zonder vernietigen is er geen opbouwen mogelijk’, was de leidraad van Mao Tse-tung voor de culturele revolutie in China. Dit kostte miljoenen mensen het leven en sloeg de fijnste culturele monumenten van China in puin. In Cambodja maakte de moordenaar Pol Pot ernst met deze leuze. Zijn Rode Khmers vermoordden de generatie van de ouderen om een nieuwe wereld op te bouwen met de jongeren. Zij lieten twee miljoen doden achter in de killing fields, en een verwoest land.
Apocalyptisch terrorisme kan leiden tot een massale zelfmoord van aanhangers van sekten: in 1978 in Jonestown (Guyana) waren dat 912 mensen die behoorden tot de sekte van de People's Temple; in 1993 in Waco, Texas, achtenzeventig aanhangers van een Davidische sekte; en tweeënvijftig leden van een sekte van het einde van de wereld in Vietnam; in 1995 drieënvijftig leden van de sekte van de Zonnetempel in Canada en Zwitserland; in 1997 negenendertig aanhangers van een UFO-dood-cultus in San Diego; en recenter in Oeganda: honderd leden van een katholieke apocalyptische cultus van Onze-Lieve-Vrouw pleegden zelfmoord of werden gedood.
Apocalyptisch terrorisme kan ook leiden tot een massamoord op andere mensen omwille van een betere toekomst. Genghis Khan achtte zich geroepen massaal te moorden als ‘Gods vergelding’: ‘Ik ben de wrekende hand van God’, zei hij tot de mensen van Samarkand vóór het bloedbad
| |
| |
begon. De gifgassekte van Shoko Asahara achtte zich blijkbaar belast met de opdracht de eindtijd-strijd te voeren.
Sinds dinsdag 11 september 2001 zijn wij geconfronteerd met een nieuw soort apocalyptisch terrorisme. De zelfmoord-massamoord in het World Trade Center in New York en in het Pentagon in Washington is voor velen een schok. Zover ik het beoordelen kan, zijn de nieuwe karakteristieken:
1. | Men kan moordenaar worden voor geld of uit overtuiging, een zelfmoordcommando echter alleen uit overtuiging. De nieuwe terroristen zijn noch zieken noch desperado's, maar klaarblijkelijk radicale islamieten op een duivelse manier. Zij achten zich martelaren om hun geloof, hogelijk geprezen door hun familie en soortgenoten. |
2. | Welk soort overtuiging motiveert hen? Tientallen jaren al worden de Verenigde Staten beschuldigd door fanatieke massa's in bepaalde islamitische steden als ‘de grote satan’, en de westerse wereld als de verdorven wereld van de ongelovigen wegens zijn secularisme, materialisme, pornografie, uiteenvallen van de gezinnen, drugverslaving, emancipatie van de vrouw, enz. ‘De grote satan’ is niemand anders dan de apocalyptische vijand van God. Al wie zijn macht beknot en hem vernedert staat aan de zijde van God en verdient het paradijs. |
3. | De idee te vechten met God in de uiteindelijke strijd tegen Gods satanische vijanden neemt elke remming weg om onschuldige mensen te doden, hemelt de extase van de macht op, en maakt zelfmoord tot een dienst aan God. Deze islamitische zelfmoordterroristen moeten zich wel voelen als God die de goddelozen uitroeit. Omdat zij zich Gods wrekers achten, behoeven zij geen rechtvaardiging voor hun massamoord; de zin van hun terrorisme is: terreur, niets meer. |
4. | Islamitisch terrorisme is geen terrorisme ingegeven door verdrukking of hongersnood. Zijn activisten stammen uit goede families in rijke landen in het Nabije Oosten, niet uit de krottenwijken van Afrika of Azië. De motivatie moet te zoeken zijn in een bijzonder soort tot nog toe ongekende islamitische apocalyptiek en in de oude islamitische moordenaarstraditie van de tiende eeuw. |
Geen God en geen religie kunnen deze nieuwe massamoord door zelfmoord rechtvaardigen. Dit is naar mij voorkomt zuivere uitroeiingsdrang en het zal de terroristen tot het niets brengen of wat destijds genoemd is: de hel.
De bijbelse apocalypsen hebben niets te maken met deze vormen van modern/antimodern apocalyptisch terrorisme. Integendeel, ze houden de hoop levend op Gods trouw aan zijn schepselen in de verschrikkingen van de eindtijd: ‘Wie volhardt tot het einde zal gered worden’. ‘Als dat
| |
| |
gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij’ (Lc 21,28). Profetische hoop is hoop in actie. Apocalyptische hoop is hoop in gevaar, een hoop die het lijden aankan, een geduldige, duurzame en sterke hoop.
| |
Wat moeten wij doen?
1. Wat op 11 september 2001 in New York en Washington gebeurd is, heeft zeker de situatie van de mensheid veranderd. Ieders leven is bedreigd, niemand is nog veilig. Politiek is een persoonlijke aangelegenheid geworden en het persoonlijke een politieke zaak. Religie is niet langer ‘privé-zaak’. Zich op het privé-domein terugtrekken kan publieke nood veroorzaken. Generaties na de Tweede Wereldoorlog zijn opgegroeid in een vreedzame wereld, althans in het Westen, en konden hun aandacht wijden aan hun persoonlijke loopbaan en privé-geluk. Velen konden de politiek de rug toekeren. Daarom zijn de jaren tachtig wel eens ‘de ik-jaren’ genoemd en is er gewezen op een ‘cultuur van het narcisme’ in de gegoede klassen van de westerse wereld. In Duitsland ontstond er een ‘vermaakmaatschappij’ (Spaßgesellschaft) waar je jonge mensen kon horen zeggen: ‘ik wil mijn verzetje en mezelf verwennen; dit is de zin van mijn leven’. Dit is allemaal brutaal afgebroken. Er bestaat geen persoonlijk leven meer zonder gevaar, en daarom ook geen persoonlijk leven meer zonder politiek engagement in het noodzakelijke verzet tegen publieke terreur en dood en een niet minder noodzakelijke inspanning voor wereldwijde rechtvaardigheid.
2. Christelijke hoop is de kracht om een nieuw leven te beginnen: ‘In my end is my beginning’. Opstaan na een mislukking en opnieuw beginnen, dat kennen wij. Moeilijker is het op te staan en opnieuw te beginnen na een succes. De ontwikkeling van de westerse en vandaag de dag moderne wereld is een succesverhaal van de moderne, wetenschappelijk-technische geest. De wereldwijde uitbreiding ervan vanaf 1989 tot één wereld - de globalisatie - was een echt succes - voor ons, maar jammer genoeg niet voor iedereen. De akelige kloof tussen de Eerste en de Derde Wereld werd dieper, miljoenen dakloze migranten dolen rond, kloppen op de deuren van de rijke landen; het sterftecijfer van de kinderen stijgt in Afrika. De verliezers bij de globalisatie van onze moderne wereld schreien om hun recht op leven en vrijheid. We moeten, lijkt mij, een nieuwe globalisatie starten: een wereldwijde actie tegen armoede en honger, een wereldwijde bevrijding uit de verdrukking, en een wereldwijde eerbied voor de culturele eigenheid. Globalisatie voor morgen betekent het prijsgeven
| |
| |
van de arrogantie van de macht in de westerse wereld en een solidariteit in medelijden met de gekwetste en lijdende mensen op aarde.
3. De dialoog tussen de wereldgodsdiensten is nodig maar is niet het huidige probleem. Een ‘botsing tussen beschavingen’ is niet de uitdaging waarvoor wij staan. De ‘oorlog’ die over ons gekomen is vanaf 11 september 2001 is de terroristische reactie van een radicale vleugel van het islamitische fundamentalisme tegen de voorwaarden die de moderne wereld stelt, willen verschillende religieuze gemeenschappen vreedzaam samenleven in een gemeenschappelijke burgerlijke maatschappij. Religieuze gemeenschappen kunnen leven in de moderne wereld onder drie voorwaarden:
- | de scheiding van kerk en staat, of van religieuze en burgerlijke gemeenschap, |
- | individuele godsdienstvrijheid, |
- | eerbied en mensenrechten voor de vrouwen. |
De moderne islam of de islam in moderne samenlevingen heeft met deze voorwaarden ingestemd en heeft verzaakt aan, ten eerste, de sharia en, ten tweede, de jihad. De fundamentalistische islam daarentegen is een reactie tegen deze drie voorwaarden van de moderne wereld. Hij wil een moslimstaat met uitsluiting van niet-moslims en met de onderwerping van de vrouwen. Met dit doel blaast hij de sharia nieuw leven in en roept op tot een jihad tegen de moderne staten in het Westen én in de Arabische wereld.
Er zijn slechts enkele staten in de wereld waar deze drie voorwaarden van de moderne wereld niet aanvaard en toegepast worden. Leden van de Verenigde Naties moeten zich naar die voorwaarden schikken.
De moderne wereld is een open wereld, zoals de debatten over het postmodernisme of de ecologische revolutie laten zien, maar ze kan slechts vrede brengen tussen religieuze gemeenschappen onder de drie vernoemde voorwaarden, want die drie waren de voorwaarden om van de godsdienstoorlogen verlost te worden in het Europa van de zeventiende eeuw. Ze hebben de moderne wereld in het leven geroepen. Ze zijn onmisbaar voor de modernisering van de wereld vandaag.
(Vertaling Geert Boeve)
|
|