moveert. Ook bij ons moet er waarschijnlijk wel eens worden samengewerkt met grijze economische machten. Maar het zal, nee, kan zich nooit verharden tot maffiose structuren, waarin het souterrain de bovenwereld gijzelt. Ook bij ons is er wel eens sprake van uitgaven of inkomsten die niet tot op de cent nauwkeurig traceerbaar zijn. Maar niet in een orde van grootte, die geheime bankrekeningen elders of mysterieuze transacties met geldkoffertjes noodzakelijk maakt. Ook bij ons verslinden verkiezingen steeds grotere kapitalen. Maar suggesties om directer met de beschikkers daarover te gaan samenwerken stuiten op grote weerstand. Het beheer van de publieke zaak in Nederland is een toonbeeld van
puriteinse degelijkheid.
Dat schijnt al lang zo te zijn. Ik herinner mij hoe mijn leraar geschiedenis het contrast opriep tussen de vertegenwoordigers van de Zeven Provinciën en de Duitse vorsten en Vaticaanse prelaten bij de Vrede van Münster: zwarte lakense pakken met knoestige koppen erboven, tegenover kanten kraagjes, paarse slepen en gouden ringen en borstkruisen, bezet met glinsterende edelstenen. Het contrast in manieren was navenant: verfijnd en hoofs, maar ook geslepen en gluiperig versus simpel, vierkant, rechtuit. Zeg: menuetten versus koralen. Zo vestigen reputaties zich in de wereld en in de dragers ervan. En zo komt het dat wij denken dat het alleen zo kan. Eigenlijk in alles. Maar zeker in de behartiging van de publieke zaak. Het heeft ons geen windeieren gelegd. Al wordt ook gefluisterd dat we onze welvaart, toen en nu, niet alleen te danken hebben aan Gods zegen over noeste godvrezendheid, maar ook aan ordinaire diefstal, piraterij en bedrog.
En dan ineens een niet te negeren scheur in de puriteinse traditie. Er steken geruchten de kop op dat de minister van Binnenlandse Zaken in zijn vorige functie een staat gevoerd heeft die niet in deze traditie past. Als was hij een vorst of prelaat. Vooral: dat hij die heeft gefinancierd met publieke middelen die daarvoor niet, zeker niet in die mate geoormerkt waren. Nu was de man burgemeester van de grootste havenstad van de wereld, in een periode dat van burgemeesters verwacht werd dat zij niets onbeproefd zouden laten om hun stad op de wereldkaart te zetten. Niemand ontkent dat hij dat ijverig geprobeerd heeft en daar stad en land voor heeft afgereisd. Vooral verre steden en exotische landen. In het gezelschap van een hofhouding, waarin opvallend veel bloedverwanten en vrienden figureerden. De geruchten komen verdomd ongelegen. Er zijn enige andere schandalen over besteding van publieke gelden; er is mee gespeculeerd, niet met het oog op persoonlijk gewin, maar om de gemeenschapskas te spekken. De integriteit van het openbaar bestuur staat op het spel. Op het niveau van de nationale regering is de minister van Binnenlandse Zaken de eerstverantwoordelijke. Maar die ligt nu onder het vuur van aanvallen op zijn eigen integriteit. Hem wordt geen directe persoonlijke verrijking, een zogeheten greep in de kas, verweten. Wel dat hij op te grote voet heeft geëxcelleerd en daarvoor te vlot het giropasje van zijn gemeente heeft gebruikt. Bovendien rijst de vraag of hij dat wel heeft afgeleerd; per slot is zijn dienstauto nu ook meer dan tienduizend gulden duurder dan die van zijn collega-ministers.
De betreffende minister laat de zaak niet op zijn beloop. Nu eens