Pol Hoste
Met z'n allen nog (3)
Betreft: uw schrijven
Geachte heer, mevrouw,
Ik deel u mee dat de wet niet toestaat dat u zichzelf noch een ander persoon (dood of levend) begraaft op de plaats van zijn/ haar of uw keuze. De tuin met de klimrozen is dus uitgesloten. Uitstrooien op zee kan. Terugkeren als oesterparel wordt niet vermeld. Dat volgens Mendel of Pasteur - ik kan u bevestigen dat het Pasteur is - een dood lichaam geen dood lichaam is, maar wel degelijk een levend lichaam dat van een complexere vorm in een eenvoudigere vorm is overgegaan - organische stoffen, bacteriën, meercelligen, enz. - wordt door de wet buiten beschouwing gelaten. Voor de opvatting dat onze Afdeling levend materiaal zou behandelen is in België dan ook geen juridische argumentatie aanwezig. Enkel stoffelijke overschotten behoren tot onze bevoegdheid. Het decreet maakt geen gewag van geen geestelijke resten. Religieuze overwegingen worden niet aan de orde gesteld. Wat uw vraag betreft over eventueel bestaande communicatiesystemen van het lichaam (leed, erfelijk materiaal, implantaten e.d.) beschikt onze Afdeling over geen informatie. Als u mij een parafrase op Nietzsche zou willen toestaan, dood is dood. Maar natuurlijk moeten we met z'n allen nog.