Pol Hoste
Met z'n allen nog (2)
Betreft: onze groep
Mijnheer, mevrouw,
Het is nog maar van deze morgen dat er ons medegedeeld is geweest dat niemand hier afval is. Verstaat ge mij? Ik wil het maar zeggen. Mijnheer Hoste beweert dat hij begrip heeft voor iedere mens. Maar wat is dat? Hij stelt zich alles voor. Volgens mij voornamelijk in zijn hoofd. Wij worden hier behandeld gelijk dat wij afval zijn. Omdat wij niets kunnen. Dat is waar. Maar wij betekenen veel meer als mens. Men moet niet peinzen dat wij afval zijn. Het is niet aan mijnheer Hoste om te zeggen dat wij ook onze waarde hebben. Verstaat ge mij? Hij denkt dat het daarmee gedaan is. Maar als ge ziet wat er hier met ons wordt gedaan zoudt ge het niet zeggen. Als ge iets vraagt bekijken ze u nog niet. Ze antwoorden niet als ge iets vraagt. Ze zien u nog niet staan. Ik denk dat zij peinzen dat wij afval zijn, vuilnis, wegwerpproducten. Niemand is hier afval, zeggen ze. Omdat zij hier alles te zeggen hebben. Dat is gemakkelijk. Verstaat ge mij? Maar wat weten ze over ons? Ge moet maar eens met hen te maken hebben, dan weet ge direct hoe laat dat het is. Ge zoudt moeten horen hoe ze over ons spreken. Wat is dat, geen afval? Mijnheer Hoste weet zogezegd alles maar hij weet juist niets. Misschien kent hij een beetje Frans. Daarom kom ik op voor ons allen. Wij zullen aan de macht komen. Met voor en door ons allen.