Streven. Jaargang 63

[p. 99]

L.S.

‘Wat mooi is, is complex’
Hugo Roeffaers

Acht jaar lang was Hugo Roeffaers hoofdredacteur van Streven. Begin 1996 ben ik zijn opvolger geworden. In naam van alle leden van de redactie dank ik hem voor zijn deskundige leiding en grote toewijding en wens ik hem voor de toekomst alle goeds.

Toen mij gevraagd werd zijn taak over te nemen, kon ik niet weigeren. De zorg voor een tijdschrift als Streven past bij de verantwoordelijkheid waartoe ik als filosoof en als jezuïet ben gevormd.

Als filosoof laat ik mij leiden door de visie van Leszek Kolakowski op de maatschappelijke opdracht van intellectuelen. In een wereld waar zo vaak met woorden wordt geknoeid, zijn zij volgens hem beroepshalve verantwoordelijk voor een zorgvuldig gebruik van de taal. Hun rol bestaat er niet in de waarheid af te leveren, maar ‘de geest van waarheid’ te bevorderen^[1]. Door onderzoek en kritische reflectie kunnen zij de starheid van dogmatismen en de onvrijheid van evidenties doorprikken. Zij openen de ogen voor de complexiteit van de samenleving en voor aspecten van de realiteit, die worden verwaarloosd of miskend. Zij maken het verstand ontvankelijk voor wat het overstijgt. Het lijkt mij dat de artikelen die in dit tijdschrift verschijnen, vanuit allerlei invalshoeken en met diverse accenten, tot dit doel kunnen bijdragen.

Als jezuïet weet ik mij gedragen door een traditie die er altijd op uit is geweest het goede te erkennen en te bevestigen, waar het ook te voorschijn treedt. Tot het intellectueel engagement behoren inzet voor gerechtigheid en aandacht voor cultuur, in een geest van eerbied en vrijheid. Als maatschappelijk-cultureel tijdschrift is Streven een forum voor een open en constructieve dialoog.

[1] Modernity on Endless Trial, The University of Chicago Press, Chicago, London, 1990, blz. 39 en 135.

[p. 100]

In de overgangsfase waarin onze westerse samenleving zich bevindt, ligt het aan ieder van ons voor een menselijker toekomst te kiezen. Een scherper besef van de uitdagingen van deze tijd en van de rijkdom van de hedendaagse cultuur kunnen daarbij helpen. De invloed van een tijdschrift moet men niet overschatten. Gebeurt het echter af en toe dat een lezer van Streven door een glimp van wijsheid wordt verrast, in zijn levensavontuur wordt gestimuleerd of gevoeliger wordt voor maatschappelijke uitdagingen, dan zijn de inspanningen van de auteurs, van het redactiesecretariaat en van de redactieleden voldoende beloond.

Jan Koenot