gen, en zij verleenden actieve steun aan de anti-apartheidsbewegingen in Zuid-Afrika. Zuid-Afrika besefte meteen hoe gevaarlijk de druk van die nationalistische bewegingen kon worden als ze, eenmaal aan de macht, er ook nog in zouden slagen de levensstandaard in hun landen te verbeteren. Onder het mom zich te verdedigen tegen een communistische agressie in Zuidelijk Afrika, ondernam Zuid-Afrika verwoede pogingen om Mozambique en Angola te destabiliseren. De strategie lag voor de hand: die landen moesten economisch en politiek zo verzwakt worden dat ze niet anders meer konden dan zich neerleggen bij de Zuidafrikaanse eisen. Interne conflicten moesten worden aangewakkerd en de economie in de war gestuurd. Zuid-Afrika kon hierbij op de steun rekenen van de VS, van sommige Europese landen en van Westerse anti-communistische partijen en lobby's.
Toen de nieuwe regimes in Angola en Mozambique dan toch aan de macht kwamen, intensifieerde Zuid-Afrika zijn recrutering en financiering van oppositiegroepen. Zoals de VS nu in Nicaragua, voorzag Zuid-Afrika de rebellen met wapens en leidde het militaire eenheden of ‘contra's’ op: het Nationale Mozambikaanse Verzet (het MNR of Renamo) en de Nationale Unie voor de Volledige Onafhankelijkheid van Angola (UNITA). Renamo en UNITA, die aanvankelijk niet veel meer dan wat huurtroepen waren, beschikken nu over een stevige infrastructuur en vinden aanhang onder de lokale bevolking. Maar voor wapens en bevoorrading blijven ze aangewezen op Zuid-Afrika en het Westen. Bovendien zet Zuid-Afrika regelmatig eigen legereenheden in om militaire acties van UNITA en MNR te ondersteunen. Zonder die steun zouden de rebellen er nooit in geslaagd zijn ook maar enig militair succes te boeken. Nu hebben zij een groot deel van het platteland in een slagveld veranderd. Veel van het land is al helemaal verwoest. De hele economische structuur is grondig ontwricht. En net als betreffende Nicaragua stoot je hier op dezelfde cirkelredenering: het is allemaal te wijten aan de onmacht of het wanbeheer van de ‘marxistische’ regering, maar is die onmacht dan niet vooral te wijten aan de staat van oorlog waarin het land verkeert en die door het buitenland wordt onderhouden?
Ook de recente escalatie van de burgeroorlog in Mozambique lijkt te passen in Zuid-Afrika's strategie ten aanzien van de regio. Een van de frontlijnstaten die zich het hardst tegen het apartheidsregime opstellen is Zimbabwe onder leiding van premier Roberto Mugabe. Zimbabwe nu heeft geen toegang tot de zee en is voor zijn oliebevoorrading en andere vitale produkten helemaal op Zuid-Afrika aangewezen, óf op de pijpleiding en spoorlijn die dwars door Mozambique naar de haven van Beira lopen. Om