Streven. Vlaamse editie. Jaargang 49
(1981-1982)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 526]
| |
Taalkunde als ontwikkelingshulp
| |
[pagina 527]
| |
wahili heeft). Is het Kinyarwanda werkelijk de nationale taal? Zijn er grote dialectische verschillen binnen Rwanda?
Eén taal voor één land, je zal het in Afrika niet dikwijls aantreffen! Ook even buiten de grenzen van Rwanda, d.w.z. in Zaïre (Goma, ...), in Oeganda en in Tanzanië wordt nog Kinyarwanda gesproken. Er zijn dialectische verschillen, o.m. in het noorden (aan de grens met Oeganda) en in het noordwesten (Nyondo), maar ze zijn te verwaarlozen.
We hoorden het tijdens ons verblijf in Centraal-Afrika al dikwijls onderstrepen door de inlanders zelf: het zijn de (blanke) paters en zendelingen die begonnen zijn met de codificatie van de negertalen resp. Bantoetalen. Ze zijn er jullie echt dankbaar voor! Dat was zeker ook wel voor Rwanda het geval, niet?
Inderdaad! Reeds in 1926 publiceerde pater Hurel een woordenboek Kinyarwanda-Frans/Frans Kinyarwanda. Wat betreft fonetiek enz. was het volledig op Latijnse leest geschoeid. Daarna werd het vervolledigd door pater Schumacher en tenslotte door pater Gerard Van Overschelde, de bekende pater Gerard! Deze hoogbejaarde confrater in ruste gaf me zijn notities en verzocht me een volledige nieuwe versie van zijn woordenboek uit te geven: ‘dàt woord stond er niet in, dàt woord stond er foutief in, enz.’ Ik ga dus elke bladzijde herwerken! Maar ook op alle terreinen van de taalkunde zijn paters resp. zendelingen als decennia lang actief. In 1920 stelde pater Hurel bijvoorbeeld een grammatica van het Kinyarwanda op voor de inlanders. Vele oudere zwarten zullen u nog deze boekjes kunnen laten zien. En hoevele gebedenboekjes in het Kinyarwanda hebben wij vroeger niet verspreid bij de inheemse bevolking! Wij voerden dezelfde ‘taalpolitiek’ over heel Zwart-Afrika.
Bestaat er behoefte aan een nieuw woordenboek?
Ik denk van wel. Ten eerste zullen er vele ‘nieuwe’ woorden bijkomen, en zullen talrijke fouten moeten worden verbeterd en ten tweede zijn alle vroeger verschenen woordenboeken totaal uitverkocht. Er moet dus wel een nieuwe uitgave op de markt komen.
Hebben de Rwandezen zo'n woordenboek nodig? Zij hebben toch een andere cultuur dan de onze? | |
[pagina 528]
| |
Of iemand die kan lezen en schrijven ook gelukkiger is dan iemand die dat niet kan, laat ik in het midden. Wij Europeanen hebben de zwarten nu eenmaal met een geschreven cultuur in contact gebracht. Sommigen zullen dat wellicht betreuren maar we kunnen niet meer terug. Wie anno 1982 in Rwanda b.v. niet kan lezen noch schrijven ligt ver achterop bij zijn landgenoten die het wel kunnen. In deze context lijkt het me nuttig dat de Rwandezen over een woordenboek kunnen beschikken.
Bij het samenstellen van zo'n woordenboek baseert men zich toch hoofdzakelijk op een mondelinge traditie, in tegenstelling met b.v. onze ‘grote van Dale’, die vol citaten staat uit romans enz. Stelde en stelt dit de lexicografen niet voor speciale problemen?
De traditionele negerliteratuur berust hoofdzakelijk op mondelinge overleveringen. Dit geldt ook voor Rwanda. Onder impuls van prof. A. Coupez die in Brussel en in Butare (Rwanda) Afrikaanse taalkunde doceert, werden evenwel al zovele verhalen, raadsels, spreekwoorden enz. opgenomen en van commentaar voorzien, dat men gerust mag zeggen dat het veldwerk afgerond is. Er werd enorm veel gepubliceerd - zie o.m. het departement Afrikaanse Taalkunde in Tervuren - waarop we verder kunnen bouwen.
Kan prof. Coupez u dan niet helpen bij uw woordenboek?
Dat doet hij graag! Hij is nu in Butare en komt af en toe eens langs. Einde augustus vertrekt hij weer naar Brussel. Ik kan zijn aantekeningen wel gebruiken maar ze zijn doorgaans te geleerd, te fijn - b.v. in het weergeven van de uitspraak - om ze over te nemen in het woordenboek waaraan ik nu werk. Prof. Coupez heeft in Butare een heel team van medewerkers: twee licentiaten in de letteren, een typiste, een oud man die werkelijk alles weet over de juiste uitspraak van het Kinyarwanda... en een afgestudeerde van de universiteit te Brussel (ULB). Ik meen dat prof. Coupez voor het ogenblik meer belangstelling heeft voor de problematiek rond het zogenaamde proto-Bantoe, te vergelijken met het Indo-Europees, dan voor het Kinyarwanda. Prof. Coupez bestudeert alle Bantoelaten, niet alleen het Kinyarwanda. In Butare heeft hij daarover al enorm veel materiaal verzameld: duizenden steekkaarten enz. | |
[pagina 529]
| |
Was A. Meeussen daar ook al niet mee bezig?
Kent u die man ook? Hij was inderdaad een van de grootste taalkundigen voor Afrika. Bijna alle negertalen zijn toontalen, d.w.z. laten waarin het muzikaal accent erg belangrijk is. Prof. A. Kagame, een Rwandees die taalkunde doceerde aan de universiteit van Butare, zei ooit aan A. Coupez en andere Europese taalkundigen die zich met de studie van negertalen bezighielden: ‘Jullie praten wel Kinyarwanda, maar wij zingen het! Alleen Meeussen heeft een muzikaal oor en zegt ons na zoals het hoort...’. Zij die Meeussen gekend hebben, spreken nu nog over zijn fenomenale kennis van het Kinyarwanda en het Kirundi (nationale taal van Boeroendi).
In de boekhandel Caritas, hier in Kigali (er is trouwens maar één boekhandel in de hoofdstad), troffen wij een boekGa naar voetnoot1 aan om Kinyarwanda te leren, geschreven door de Presbyteriaanse zendeling Overdulve (werkzaam in Kigali). Wat denkt u van dit werk?
Het is een uitstekend boek. Het is nieuw in die zin dat het niet meer is opgevat op de manier waarop wij een andere Europese vreemde taal zouden willen aanleren. Kinyarwanda leert men toch niet zoals b.v. een Europeaan Italiaans leert. Het boek is helaas erg duur.
Wat is nu eigenlijk het grootste probleem bij het herwerken van zo'n woordenboek?
Het is eerst en vooral een technisch probleem. In Rwanda zelf zijn de drukkers niet uitgerust om een woordenboek op de markt te brengen dat gezien mag worden. Komt daar nog bij dat er heel veel fouten zouden in staan (of blijven staan, zelfs na correctie van de drukproeven). Ik zal mijn licht in België moeten opsteken. Lang mag ik daar niet meer mee wachten want wellicht wenst de drukker dat ik mijn teksten zo of zo inlever en dan moet ik misschien alles weer wijzigen. Ik denk dat ik het woordenboek eerst voorlopig en per aflevering - d.w.z. per letter - zal vrijgeven in de vorm van elektronisch gezette stencils. Daar zullen dan nog wel verbeteringen bij worden gesuggereerd, door inlandse lezers bij voorbeeld. Pas dan kan ik met de definitieve teksten naar de drukker gaan. | |
[pagina 530]
| |
Kan de Franse ambassade die zelfs hier in Rwanda beschikt over een uitgebreide culturele dienst, niet helpen bij het opsporen van de geschikte drukker? Rwanda is toch een zogenaamd ‘francofoon’ land... Het behoort toch tot het grote geheel van zgn. Franssprekende landen van Afrika... ‘vrienden’ van Frankrijk...
Dat dacht ik aanvankelijk ook. In Canada had men ons steeds voorgehouden: Frankrijk, dàt is cultuur, d.w.z. boeken, opvoeding en beschaving voor landen uit de Derde Wereld. Maar toen ik voor mijn woordenboek ging informeren bij de Franse ambassade hier in Kigali, kon ik mijn oren haast niet geloven: zij onderstreepten dat ze voor een dergelijk initiatief helemaal geen belangstelling (noch geld) hadden. Via enkele hospitalen en een paar voedselprojecten meenden zij werkelijk al jaren lang alles gedaan te hebben wat voor de gewone Rwandees mogelijk was.. Och, voor Frankrijk - onder Giscard d'Estaing was het in elk geval zo - is ontwikkelingshulp eerst en vooral gebaseerd op prestige, op grootse projecten dus zoals in Zaïre en elders in Afrika. Enige tijd geleden gaf de Franse president aan de Rwandese president een Caravelle (vliegtuig) mét bemanning, gewoon omdat Giscard het Rwandese staatshoofd een pleziertje wou doen... en het gewone volk wordt over het hoofd gezien. Over mijn woordenboek wil ik het dan nog niet hebben.
Hoe werkt u concreet gezien aan het herwerken van het woordenboek van pater Gerard? Heeft u bepaalde voorbeelden voor ogen?
Ik onderzoek woord na woord aan de hand van notities van pater Gerard zelf, van A. Coupez en van anderen. Daarnaast ligt het onovertroffen woordenboek Kirundi-Frans/Frans-Kirundi van pater F.M. Rodegem (was werkzaam in Boeroendi). Dat is voor mij het grote voorbeeld. Goed dat ik daarop kan steunen. Daarbij word ik nog geholpen door Le Petit Robert, beter dan door het Larousse-woordenboek. In Le Petit Robert vind ik bijvoorbeeld meer namen van ziekten, planten enz. dan in de Larousse.
Hoeveel woorden zal het woordenboek tellen?
Een 25.000. Maar het zijn er zeker méér. Bij sommige geven wij enkel de wortel aan met daarbij alle afleidingen die we kennen. Dat beschouwen wij als één woord... Hierin ligt ook de technische moeilijkheid waarover ik u daarnet sprak: de drukker moet wortel, afleiding enz. goed en vooral duidelijk kunnen weergeven en dat is wel een probleem, geloof ik. | |
[pagina 531]
| |
Zoals de Europeanen ook wel eens van ‘primitieve’ mensen spreken, hebben ze het ook dikwijls over ‘primitieve’ talen. Is het Kinyarwanda een primitieve taal?
De begrippen rijk, arm, mooi, lelijk... gebruiken wij best niet als het over talen gaat. Het is allemaal zo subjectief. U weet zelf zeker reeds dat de begroetings- en afscheidsformules in het Kinyarwanda (en niet alleen in deze Bantoetaal) uiterst verfijnd zijn. Aan wie zeg je het? Wanneer? enz. Men heeft daarvoor telkens andere woorden. Dat is een voorbeeld dat iedereen die wil luisteren, hier toch kan horen zonder ook maar één woord Kinyarwanda te kennen. En neem nu alle termen in verband met het vee, de bananenteelt, het smeedwerk (b.v. speren), het vlechten van mandjes (de tientallen verschillende figuren waarvoor men telkens een heel ander woord heeft)... In deze context is het Kinyarwanda rijker dan de Franse taal! De melk die een koe heeft gegeven in de voormiddag heet anders dan de melk van de namiddag of de avond... Een kleine bananenboom wordt anders genoemd dan een grote. Ook voor de inheemse rechtspraak en het bestuur bestaan meer dan genoeg woorden. Rond die rechtspraak bestaat een hele filosofie. Indien wij de Code Napoléon en ons (Westers) bestuursapparaat in Zwart-Afrika willen invoeren, dan lijken de negertalen natuurlijk arm.
Is het vandaag nog wel uit te voeren, één man helemaal alleen voor het herwerken (of samenstellen) van een woordenboek? Zou ook hier teamwork niet beter zijn?
Ik steun eerst en vooral voortdurend op het werk van mijn drie voorgangers, Hurel, Schumacher en Van Overschelde. Daarnaast heb ik dan nog F.M. Rodegem liggen en win ik geregeld advies in van prof. Coupez en zijn team medewerkers in Butare. Rodegem zou ik wel persoonlijk willen gaan opzoeken in België... Is dat geen teamwork? Ik maak geen splinternieuw woordenboek, ik herwerk het.
U citeert hierbij veel namen... allen blanken. De paters zijn ca. 1900 in Rwanda aangekomen... Kunnen inlandse taalgeleerden anno 1982 niet zélf aan hun woordenboek werken?
Ik geloof wel dat ze het zouden kunnen, maar doen, dat is wat anders. In Butare zijn al tientallen inlandse licentiatien in de letteren gevormd. De meesten zijn na het behalen van hun diploma (waarmee ze dan doorgaans | |
[pagina 532]
| |
in staatsdienst terechtkomen) niet meer geïnteresseerd in wetenschappelijk werk. Ze zijn eigenlijk te weinig ambitieus. Anderen leveren wel heel graag kritiek op prof. A. Coupez en zijn werk maar publiceren zelf bijna niets. Vooral die kritiek op prof. Coupez betreur ik. Prof. A. Kagama doceerde Afrikaanse taalkunde en letteren in Butare. Hij is zeventig jaar en gaat niet meer mee met de faculteit van de letteren, die eerstdaags vanuit Butare overgeplaatst wordt naar Rugengeri (spreiding van enkele faculteiten). Wie zal de leerstoel van Afrikaanse talen daar innemen? Het blijft allemaal erg onzeker.
Heerst er een grote literaire activiteit in het hedendaagse Rwanda?
Zeker! Poëzie - van oudsher - romans, novellen en niet te vergeten toneel. Vooral het teater in het Kinyarwanda heeft succes.
Een trefwoord in de gesprekken van elke dag in Rwanda is ‘de schoolhervorming’ zoals ze nu wordt doorgevoerd. Wat is uw mening over deze hervorming?
Nog geen 6% van de leerlingen die basisonderwijs gekregen hebben, studeren verder in het middelbaar onderwijsGa naar voetnoot2. Dit was voor de regering de aanleiding om het onderwijs drastisch te veranderen. Er wordt nu meer aandacht besteed aan de moedertaal, het Kinyarwanda, dan aan het Frans; verder krijgen de leerlingen een grondige initiatie in de landbouw, in timmer- en smeedwerk... Het basisonderwijs bevat nu 8 jaar (i.p.v. 6) en vormt een volledig afgesloten geheel. Indien men verder wil studeren, d.w.z. middelbaar onderwijs wil volgen, moet men een toegangsexamen afleggen. Het spreekt vanzelf dat vele blanken het diep betreuren dat de jongeren minder Frans krijgen, want de communicatie tussen ‘boy’ en ‘meester’ (de blanke) zal nu nog moeilijker verlopen dan voorheen. Anderzijds zijn er ook zwarten die de schoolhervorming afkeuren: wie zal er na het basisonderwijs met die minieme kennis van de Franse taal nog verder kunnen studeren? Zullen de toegangsexamens voor het middelbaar onderwijs in alle ernst plaatsvinden (of wordt het een vriendjespolitiek)? De kloof tussen de paar inlandse rijken en de ontelbare armen zal nog groter worden want de rijken zullen hun kinderen naar privé-scholen of | |
[pagina 533]
| |
naar de Belgische of Franse school zenden waar ze toch nog in de Franse taal zullen les krijgen... En meisjes die moeten leren timmeren en smeden?
Het loopt in ieder geval niet van een leien dakje. En wellicht kost zo'n hervorming heel veel geld?
Heel het project wordt door de VS gefinancierd, geloof ik. De schoolhervorming werd m.i. nogal vlug doorgevoerd. Het is goed dat men het Kinyarwanda een belangrijker plaats wil toekennen in het onderwijs, maar dat schept toch enorme problemen. Zo heeft men een aantal werkgroepen opgericht die moeten zorgen voor een aangepaste terminologie in het Kinyarwanda van veel voorkomende woorden in de lessen aardrijkskunde, mathematica, muziek enz. Vroeger gebeurde dat allemaal uitsluitend in het Frans. Die werkgroepen had men beter opgericht vooraleer men met de hervorming van wal stak.
Met de schoolhervorming krijgt het Kiswahili eveneens een plaats in het onderwijs, niet? Dat lijkt me toch positief als we bedenken dat in de omringende landen Kenia, Tanzania, Oeganda en Oost-Zaïre Kiswahili gesproken wordt en dat het zelfs de officiële taal is in Kenia en Tanzania.
Tot vóór enkele jaren was er emigratie vanuit Rwanda naar de omliggende landen. Maar de Rwandees is nogal honkvast. Hij is nooit ver weg geweest van de grenzen van Rwanda. Zowel in Oost-Zaïre als in Oeganda of Tanzania vestigde hij zich waar er nog Kinyarwanda gesproken en verstaan werd. Ik meen dat er nu geen emigratie meer is. Vele Zaïrezen komen nu zelf de grens over naar Rwanda.
Bestaat er enige gelijkenis tussen het Kinyarwanda en andere Bantoetalen?
Men zegt dat het Kinyarwanda en het Kirundi (Boeroendi) zustertalen zijn. Kagame ging zelfs zover één grammatica uit te geven voor beide talen, waarbij hij dan telkens op de verschillen wees. Maar het was bijna onbegonnen werk. Er zijn veel overeenkomsten... Maar evenveel verschillen. De Bantoetalen vormen weliswaar een homogeen taalkundig geheel, maar ik geloof niet dat iemand uit de streek van Kasaï b.v. die Tjiluba spreekt, een Rwandees zou verstaan of omgekeerd, zeker niet de ongeletterden en zo zijn de meesten nog, helaas. Iemand die Afrikaanse taalkunde heeft gestudeerd, zou wellicht enige parallellen kunnen trekken | |
[pagina 534]
| |
tussen het Kinyarwanda en het Tjiluba, anderen zeker niet. Coupez zei me eens dat er ongeveer 450 Bantoetalen bestaan. Enorm veel, niet?Ga naar voetnoot3
Hoe is de taalkundige situatie in Zaïre?
Uit wat ik van collega's verneem en uit wat via de Zaïrese radiozenders opgemaakt kan worden, meen ik te mogen stellen dat de regering van Moboetoe graag zou hebben dat het Lingala (d.i. Li-Ngala) nog meer verspreiding zou kennen over heel Zaïre. Misschien ziet Kinshasa daarin een eenmakende factor. Maar het land is zo groot, zo enorm uitgestrekt - wellicht te groot - dat Moboetoes taalpolitiek weinig succes heeft. Andere grote regionale (Bantoe)talen als het Tjiluba, het Kikongo (rond Kinshasa) en het Kiswahili (in het oosten) willen geenszins onderdoen voor het Lingala. Ik geloof wel dat het Lingala de verkeerstaal is geworden voor het grootste deel van Zaïre. Het wordt op vele plaatsen verstaan. Je kunt het misschien vergelijken met het Kiswahili over heel Oost- en Midden-Afrika. Aan de kunst wordt die taal gesproken, in het binnenland wordt het Kiswahili verstaan en als een ‘lingua franca’ gebruikt tussen zwarte handelaars, zelfs in Rwanda.
Wat ons hier in Centraal-Afrika dadelijk opviel was het feit dat bijna alle (blanke) paters en zusters de inlandse taal spreken met de zwarten, terwijl blanken tewerkgesteld bij Sabena (grondpersoneel), Unesco, Unicef, FAO, ABOS enz. zelden of nooit Kinyarwanda praten met hun ‘boy’ of ‘zamu’ (nachtwaker). De bevelen (!) worden doorgaans uitsluitend gegeven in het Frans... Wij komen zopas uit de garage terug bij pater Jan (JOC). Hij liet ons het weekblad voor de Rwandezen inkijken, Kinyamateka (d.w.z. het nieuw in het Kinyarwanda), en hij sprak heel vlot met de zwarten in hùn taal. | |
[pagina 535]
| |
Pater Jan zal wel Kiswahili gesproken hebben met zijn inlandse medewerkers in de garage, want hij was lange tijd in Oost-Zaïre en leerde het daar uitstekend. In een stad(je) als Kigali verstaan er velen Kiswahili. Wat uw opmerking betreft in verband met de paters en zusters, daarmee ben ik het roerend eens. Nooit hebben wij ons de moeite ontzien om een Afrikaanse taal te leren, hoe moeilijk dit ook was (en is). Velen van mijn confraters in Zaïre, Boeroendi, Kenia, Nigeria enz. hebben zich erg verdienstelijk gemaakt bij de codificatie van negertalen die vroeger nooit werden neergeschreven. Overal waar het enigszins mogelijk was, stelden wij boekjes samen om basisonderwijs te kunnen geven in de moedertaal. Ik geloof niet dat wij aan cultuurvervreemding hebben meegedaan. Wij hebben ons steeds aan de zwarten (ook taalkundig) aan gepast en niet omgekeerd. Wij leerden overal in Afrika eerst hun taal, leerden ze lezen en bidden eerst en vooral in hun eigen taal. In een aantal gebieden zoals in Kameroen b.v. waar we in één parochie totaal verschillende talen of dialecten aantroffen, moesten wij wel overgaan op het Engels of het Frans. Wij zijn ervan overtuigd dat de bestudering van de negertalen en alles wat daarmee samenhangt een essentieel deel is van de ontwikkelingshulp.
In het grote Islamitisch Cultuurcentrum van Kigali werden wij hartelijk ontvangen door de directeur, die ons daarbij nog met een massa boeken-Koranlectuur, boeken om Arabisch te leren, enz. overstelpte. En alles gratis ‘vanwege kolonel Kadhafi’... Wat is de positie van de Islam hier?
Het centrum is veel te groot voor wat het eigenlijk moet of wil voorstellen. Er wonen amper enkele procenten islamieten in Rwanda. Wel is het zo dat Libië bij voorbeeld alles in het werk stelt (met geld kan men veel!) om meer moslims te winnen in heel Zwart-Afrika.
U kreeg uw opleiding als Witte Pater in Noord-Afrika. U hebt daar wellicht ook Arabisch geleerd. Een ‘moeilijke’ taal, omdat klinkers o.m. niet geschreven worden.?
Ik studeerde in Carthago (Tunesië) theologie en Arabisch. Maar ik interesseerde me daar veel meer voor de archeologie dan voor het Arabisch! Het Arabisch lag me niet erg: vooral de uitspraak - de ‘r’ b.v. - vond ik enorm moeilijk. Klinkers schrijft men inderdaad niet, juist zoals in het Hebreeuws, een andere Semitische taal. Dat stelt soms grote problemen wat betreft interpretatie van teksten: bij Mhmd bij voorbeeld kun je wel raden dat het over de profeet Mohammed gaat, in andere gevallen is dat niet zo | |
[pagina 536]
| |
duidelijk. Wij studeerden het klassiek Arabisch van de Koran; voor de uitspraak zijn er variaties b.v. tussen het Arabisch van Marokko en dat van Irak. Maar het Arabisch mag je niet vergelijken met een negertaal, zelfs niet met het Kiswahili. Het Arabisch is een wereldtaal en beschikt over een ongeëvenaarde geschreven cultuur, zelfs van vóór de opkomst van de Islam. Noord-Afrika is trouwens helemaal anders dan Zwart-Afrika.
Wat zijn uw toekomstplannen?
Als ik klaar ben met de herwerking van het woordenboek - laten we hopen binnen twee jaar - dan zou ik graag het onderlicht in het Kinyarwanda zoals het nu door mijn confrater pater François aan (blanke) ontwikkelingshelpers, vrijwilligers, jonge paters - maar er zijn niet veel roepingen meer - en andere gegeven wordt overnemen. Het is een ‘rapid course’ van ongeveer vier maanden. De leergang werd bijvoorbeeld al met veel succes gevolgd door de vrouw van de Belgische ambassadeur: een mooi tijdverdrijf! Het zijn vooral mensen die langere tijd in Rwanda willen blijven, die deze cursus volgen.
Kunt u hier goed werken in Kigali?
Het is een formidabel klimaat, niet te koud, niet te warm. Ik laat de hele dag de deur van mijn kamer openstaan. Heerlijk! Rond zes uur moet ik ze dicht doen want dan zou ik wel eens last kunnen krijgen van insecten. Wat een verschil met Trois Rivières in Canada, waar ik geboren ben: ijskoude en lange winters. Ik ben blij dat ik hier in uiterst gunstige omstandigheden kan werken, niet voor mezelf of voor de blanken maar voor de inlanders. Eerst en vooral voor hen wil ik een goed woordenboek op de markt brengen.
Wij wensen u veel succes en vooral veel moed! Kwaheri (Kiswahili voor ‘tot ziens’)! |
|