Streven. Vlaamse editie. Jaargang 49
(1981-1982)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 303]
| |
Religieuze vredesbeweging in de Verenigde Staten
| |
[pagina 304]
| |
zorgdheid is alleen maar groter geworden toen regeringsfunctionarissen steeds gemakkelijker gingen spreken van de bereidheid van de Verenigde Staten om beperkte kernwapenoorlogen te voeren en om een nucleaire confrontatie te ‘winnen’ met ‘aanvaardbare verliezen’. Bovendien heeft de opkomende christelijke theologie van sociale gerechtigheid en vredesbevordering een steviger basis gegeven aan de religieuze kritiek op de sociale en buitenlandse politiek. We moeten ook ruimte laten voor de mogelijkheid dat, heel misschien, de Geest aan het werk is, zelfs in het Amerika van Reagan. | |
EvangelicalsEén van de meest verbazingwekkende ontwikkelingen ligt in de mate waarin de vredesvraagstukken zich een plaats hebben veroverd in evangelische en sommige fundamentalistische milieus. Tot voor kort concentreerden de Amerikaanse ‘evangelicals’ en fundamentalisten hun aandacht bijna uitsluitend op persoonlijke bekering en heil, en lieten de maatschappelijke verbanden of het geïnstitutionaliseerde onrecht in de samenleving vrijwel of helemaal buiten beschouwing. In de afgelopen tien jaren werd de meeste aandacht getrokken door de ‘televisie-evangelisten’ onder hen; zij haalden miljoenen (mensen en dollars) naar hun ‘elektronische kerken’. Iets waar je de ‘evangelicals’ om kunt bewonderen is hun bereidheid om iets te doen wanneer ze ervan overtuigd zijn dat God hen daartoe oproept. Tot voor kort schenen ze echter nauwelijks bereid om te geloven dat God tot hen ook over kernwapens zou spreken. Door het werk van de Sojourners Community, een groep van ongeveer vijfendertig personen in Washington D.C., is een grote verandering opgetreden in de manier waarop veel evangelische christenen aankijken tegen zichzelf, tegen hun geloof en tegen hun rol in de samenleving. De Community, die ontstond in Chicago, ver van het machtscentrum van de nationale politiek, is diep geworteld in de evangelische tradities van de Mennonnieten, de Broedergemeente en andere christelijke stromingen. Ze verhuisden naar Washington in antwoord op wat ze zagen als Gods aanwijzing dat ze op nationaal niveau van de evangelische waarden moesten gaan getuigen. In de afgelopen tien jaar hebben de Sojourners via woord, geschrift en openlijke acties de religieuze vredesbeweging overal in het land geïnspireerd en bemoedigd. Het blad van de beweging, Sojourners Magazine, heeft de moeilijkste problemen rond oorlog en gerechtigheid vanuit een diep christelijke visie benaderd, en de aanvankelijk enkele duizenden abonnees zijn uitgegroeid tot een landelijk lezers- | |
[pagina 305]
| |
aantal van meer dan veertigduizend; onder hen bevinden zich kerkelijke leiders en leken uit bijna elk kerkgenootschap. De Sojourners hebben nationale evangelische leiders geïnspireerd en georganiseerd om krachtige verklaringen af te leggen over de wapenwedloop en ze hebben het gesprek over het nucleaire vraagstuk op gang gebracht in kringen waar de Morele Meerderheid doorgaans de toon aangaf. Ze hebben ook de stoot gegeven tot, en coördinerend werk verricht voor talrijke plaatselijke betogingen onder leiding van godsdienstige vredeswerkers in het hele land - bijvoorbeeld nachtwaken bij gelegenheid van Memorial Day, een nationale feestdag waarop men graag vroegere militaire avonturen ophemelt. Een bekering met betrekking tot de Amerikaanse atoompolitiek valt te signaleren bij een aantal bekende leiders uit de kringen van de evangelicals. Nadat de wereldberoemde evangelist Billy Graham in 1978 in Oost-Europa een opwekkingstournee had gehouden, besefte hij sterker dan ooit tevoren hoe gevaarlijk de kernwapenrace was voor de hele mensheid. Toen hij na afloop van de reis geïnterviewd werd door Sojourner's verklaarde hij: ‘Wanneer de huidige waanzinnige wereldwijde wapenwedloop doorgaat, zal hij ongetwijfeld leiden tot een vernietigende brand waarbij vergeleken Auschwitz niet meer dan een onbeduidende repetitie zal zijn’. Sindsdien blijkt uit Grahams optreden dat hij dit probleem een van de meest fundamentele problemen voor een christen vindt. Hij geeft toe: ‘Er is een tijd geweest waarin ik, denk ik, het Rijk Gods gelijk stelde aan de Amerikaanse levensstijl... Maar nu geloof ik dat het Rijk Gods en Amerika niet samenvallen, en dat ons land evenzeer onder Gods oordeel valt als elk ander land’. Nog maar kort geleden, in de afgelopen winter, gaf een leidende televisie-evangelist, Pat Robinson, zijn eerdere sympathie voor de Morele Meerderheid op en verklaarde dat de wapenwedloop een uiting was van hebzucht en egoïsme, dat ‘onze zakenwereld van de koude oorlog houdt’, en dat we ‘toch eens een keer een einde moeten maken aan deze egoïstische waanzin’. Robinson vergeleek de schatting, dat de wereld in de komende tien jaar vier biljoen dollar aan dodelijk wapentuig zal gaan uitgeven, met het feit dat ‘miljoenen mensen op de wereld van honger omkomen’. Hij vond dat dit geld beter besteed kon worden aan vredeswerk, irrigatiewerken, ziekenhuizen en scholen. | |
Oecumenische samenwerkingNieuwe tekenen van eenheid en samenwerking binnen de religieuze vredesgemeenschap zijn te constateren. In 1980 begonnen de Sojourners, de | |
[pagina 306]
| |
Fellowship of Reconciliation, Pax Christi en diverse andere groepen propaganda te maken voor de Wereld Vredes-Belofte (World Peace Pledge), die individuele personen uitnodigt om de volgende verklaring van de Wereldraad van Kerken te onderschrijven: ‘In het licht van mijn geloof ben ik bereid te leven zonder kernwapens in mijn land’. Deze belofte - momenteel zijn er meer dan 115.000 exemplaren van de tekst verspreid - leidt binnen de plaatselijke kerken tot brede discussies over het kernwapenvraagstuk. In de afgelopen zomer zijn deze zelfde groepen gestart met een campagne die meerdere jaren gaat duren en zich richt op het ‘Nieuwe Afschaffings-Verbond’. Dit Verbond is ontworpen naar een voorbeeld van de beweging voor afschaffing van de slavernij en is een nieuw en mogelijk sterk middel om het kernwapenprobleem als een zaak van het geloof in bespreking te krijgen in het hart van de religieuze gemeenschappen overal in het land. Via dit Verbond verplichten kleine groepen binnen de plaatselijke kerken zich tot een leven van gebed, opvoeding, verkondiging en publieke stellingname met als doel de kernwapens de wereld uit te helpen. De kracht van deze beweging ligt in het grote aantal kleine en geëngageerde groepen dat zou kunnen ontstaan, en in de mogelijkheid dat via dit Verbond de kernbewapening hét centrale morele probleem van onze tijd wordt, een uitdaging voor de integriteit van ons geloof en ons kerkelijk leven. Het Ontwapenings-Programma van de in het hele land bekende Riverside Church in New York is een stralend voorbeeld van wat één enkele kerk kan bereiken als ze de ontwapening tot haar eerste prioriteit maakt. Sinds 1978 heeft de Riverside groep zich onvermoeibaar ervoor ingezet om zichzelf en de mensen met wie men contact had, ervan te overtuigen hoezeer de huidige bewapeningswedloop geloof en leven bedreigt. Op haar jaarlijkse oecumenische studiedagen over de wapenwedloop verschenen eerst enkele honderden, maar de laatste jaren twee- tot drieduizend religieuze vredeswerkers uit meer dan dertig staten. De door Riverside aangeboden informatie, materialen en sprekers speelden een rol bij honderden oecumenische ontwapeningsbijeenkomsten in bijna alle staten, en mede daardoor kon de ontwapeningsdiscussie binnen de kerken zo sterk groeien. In officiële kerkelijke kringen is de wapenwedloop een urgente kwestie geworden voor theologische discussie, een aanleiding tot officiële acties. Bijna alle Amerikaanse kerken hebben, de ene sterker dan de andere, de wapenwedloop betreurd. Deze stellingnamen vormen minstens de basis om de kwestie naar voren te brengen in de plaatselijke gemeenten. In enkele gevallen kwamen veelbelovende actieprogramma's van de grond. | |
[pagina 307]
| |
In de kerken met een traditie van vredesdenken, zoals de Broedergemeente, de Doopsgezinden en de Quakers, is aan de basis een vernieuwingsbeweging begonnen, de New Call for Peacemaking. Dit project, dat voortkwam uit een bijeenkomst van deze drie kerken in het najaar van 1978, wil de vredestaak van de kerken in een atomair tijdperk herformuleren, acties op elk niveau stimuleren, en uitnodigen tot persoonlijke stellingname rond zaken als verzet tegen het betalen van voor oorlogsvoering bestemde belasting en tegen de dienstplicht. Een andere kleine stap bestond hierin dat de United Presbyterian Church op haar jaarvergadering van 1980 richtlijnen gaf voor het opzetten van vredesstudie-programma's aan al haar kerkelijke colleges en universiteiten in de Verenigde Staten. | |
MormonenEén van de meest verrassende en interessante acties van een Amerikaanse kerk betreft de MX-raket en de Mormonen (de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen van de laatste dagen), van oudsher een bolwerk van conservatisme. Het voorstel betreffende het MX-raketsysteem hield in, dat tweehonderd verplaatsbare raketten via ondergrondse spoorlijnen heen en weer zouden gaan rijden tussen 4.600 lanceerplaatsen verspreid over duizenden hectaren in de staten Utah en Nevada. In de staat Utah hebben de Mormonen bijna alle publieke functies in handen en de kerk zelf heeft er enorme invloed. De Mormonen spelen ook een belangrijke rol in de politiek van Nevada. De uit deze staten afkomstige senatoren behoren tot de meest behoudende vleugel en men zegt dat president Reagan groot respect heeft voor de Mormoonse kerkleiders. In het afgelopen jaar bleek de Mormonenkerk een groot obstakel te worden voor de uitvoering van de MX-plannen, waar de beleidsmakers in Washington ernstig rekening mee moeten houden. In haar Kerstboodschap van 1980 betreurde deze kerk het ‘ongelimiteerd aanleggen van oorlogsarsenalen’ en verklaarde dat ‘Gods woord ons oplegt van oorlog af te zien en vrede te verkondigen’. Ze riep iedereen op ‘de wereld te redden van een holocaust waarvan men zich de dimensies nauwelijks kan voorstellen’. In mei 1981 drong Spencer Kimball, president van de Mormonenkerk, er bij president Reagan op aan de MX-raket niet te plaatsen in Utah en Nevada en betitelde het plan als ‘regelrecht in strijd met de kern van de kerkelijke vredesverkondiging aan alle volkeren’. Het verzet van de Mormonenkerk, gevoegd bij dat van honderden groepen stads- en plattelandsbewoners, vormt de achtergrond voor de beslissing van de regering-Reagan, in oktober 1981, om het MX- | |
[pagina 308]
| |
project op een bescheidener schaal uit te voeren: slechts honderd raketten, te plaatsen op reeds bestaande lanceerplaatsen in Arizona, Arkansas en Kansas. | |
KatholiekenBinnen de katholieke kerk was bisschop Raymond Hunthausen van Seattle, Washington, de eerste Amerikaanse bisschop die christenen openlijk opriep tot het weigeren belasting te betalen, als een daad van verzet tegen de kernoorlog. In juni van dit jaar sprak hij voor een bijeenkomst van Lutheranen in zijn staat en vroeg christenen ‘geen wierook - dat betekent nu: geen belastingdollars - meer te offeren aan ons nucleaire afgodsbeeld’. Sindsdien kreeg hij bijval van een grote groep kerkelijke leiders in zijn staat, uit verschillende kerken. Hunthausen, in wiens bisdom de thuishaven van de nieuwe Trident-onderzeeër ligt, veroordeelde ook de Trident als ‘het Auschwitz van de Zeearm van Puget’ en drong er bij de Amerikanen op aan liever de risico's van eenzijdige ontwapening te lopen dan de veel grotere risico's van de huidige opmars naar de kernoorlog. Uit de stellingname van de bisschop spreekt zijn overtuiging dat gewone politieke actie het afdrijven naar een oorlog niet meer kan voorkomen. Letterlijk zei hij: ‘De politiek zelf is niet in staat de duivelse macht in haar eigen midden te overwinnen. Zij heeft een andere dimensie nodig. Ik ben ervan overtuigd dat we een uitweg uit deze verschrikkelijke crisis kunnen vinden door ons te verdiepen in geloof en gebed, zodat we leren voor onze veiligheid niet te vertrouwen op raketten, maar op de liefdevolle zorg van Hem die het leven schept en in stand houdt’. Met een andere maar niet minder belangrijke daad reageerde de katholieke bisschop Leroy Matthiesen uit het conservatieve Amarillo in Texas op de door president Reagan in augustus genomen beslissing de neutronenbom te produceren: hij riep de werknemers in de Pantex-fabriek in zijn bisdom, waar die bom zou worden vervaardigd, op om te overwegen daar ontslag te nemen. Voorzover ons bekend, is dit het eerste geval waarbij een vooraanstaand kerkelijk leider zijn gelovigen oproept om op geloofsgronden te weigeren deel te nemen aan het produceren van kernwapens. De acties van Matthiesen en Hunthausen vinden plaats in een Amerikaanse katholieke kerk die op weg is naar wat een kerkelijk journalist noemt ‘de grondigste en meest kritische visie die zij zich ooit gevormd hebben betreffende Amerikaanse defensiepolitiek’. Hoe de stemming zich wijzigt, blijkt uit het feit dat in de afgelopen drie jaar het aantal Amerikaanse | |
[pagina 309]
| |
bisschoppen dat lid is van de internationale vredesbeweging Pax Christi, van drie naar vijfenveertig is gestegen. | |
Religieuze verzetsgemeenschappenDe betrokkenheid die velen thans hebben bij het kernwapenvraagstuk, uit zich niet alleen met betrekking tot de nationale politiek, maar ook ten aanzien van plaatselijke verschijningsvormen van de wapenwedloop: de kernwapeninstallaties die men aantreft in honderden steden en dorpen overal in de Verenigde Staten. Twee religieuze vredesgroepen, de interreligieuze Fellowship of Reconciliation en het met de Quakers verbonden American Friends Service Committee hebben gezamenlijk een studiegroep voor kernwapeninstallaties opgericht. Deze studiegroep steunt en begeleidt de pogingen van plaatselijke groepen om de betrokkenheid van plaatselijke gemeenschappen bij de produktie van kernwapens te onthullen en te bestrijden. Het gevolg is dat religieuze groepen mee zijn gaan doen aan gesprekken en betogingen op scheepswerven, onderzeeërbases, fabrieken voor kernwapens en proefstations. Het project heeft niet alleen de ethische vragen rond het produceren van kernwapens naar voren gebracht, maar heeft ook toegang gekregen tot en bekendheid gegeven aan informatie over de gevaren die kernwapeninstallaties met zich brengen voor de gezondheid en de sociale en economische ontwikkeling van de betreffende gemeenschappen. Eén van de resultaten van dit werk waren de in 1980 gehouden Citizens' Hearings, die nationale aandacht trokken en waarop inwoners van nucleaire proefgebieden, scheepsbouw-werkers, gepensioneerde militairen en weduwen van werknemers in de uraniummijnen vertelden over kanker, invaliditeit en sterfgevallen waar ze persoonlijk of in hun omgeving mee te maken hadden gekregen als gevolg van de betrokkenheid bij het produceren van kernwapens en kernenergie. Trouw aan het evangelie betekent voor sommige mensen geweldloze rechtstreekse actie, acties die Gods ontwapend koninkrijk hier en nu present stellen, die een oordeel uitspreken over het heden en profeteren over de toekomst. De Life Communities, die men aan zowel de oostelijke als de westelijke kust van de VS aantreft, zijn de meest opvallende van de religieuze verzetsgemeenschappen. Ze zijn samengesteld uit religieuze vredesactivisten uit diverse kleinere gemeenschappen. Op 28 juli werden acht leden van de Atlantic Life Community, bekend onder de naam Plowshares Eight, veroordeeld tot gevangenisstraffen die opliepen tot tien jaar, omdat ze een kernwapenfabriek van General Electric waren binnengedrongen en met hamers de neuskegel van een atoomraket had- | |
[pagina 310]
| |
den vernieldGa naar voetnoot1. Vóór hun optreden in september 1980 hadden deze acht, onder wie Daniel en Phillip Berrigan, een aantal dagen in gebed doorgebracht en nagedacht over de oproep van de profeet Jesaja om zwaarden om te smeden tot ploegijzers (vandaar hun naam). Ten tijde van hun actie verklaarden de acht: ‘Onze confrontatie met General Electric drukt uit dat we ervoor kiezen om liever Gods wet die het leven beschermt te gehoorzamen dan een gezamenlijke oproep tot doodgaan. Vandaag zwaarden omsmeden tot ploegijzers is een manier om deze bijbelse oproep in het vlees te zetten. In onze actie putten we uit een diepgeworteld geloof in Christus, die de loop van de geschiedenis veranderd heeft door zijn bereidheid om te lijden in plaats van te doden. Nu we ons bij deze daad van verzet aansluiten, zijn we vol hoop voor onze wereld en onze kinderen’. Bij een andere door het geloof geïnspireerde actie klommen twee leden van de Pacific Life Community in januari 1980 bij de Trident-basis in Bangor, Washington, over de omheining van het Strategic Weapons Pacific complex en baden om vrede bij de bunkers met atoomwapens. Ze werden gearresteerd en verbleven meerdere maanden in de gevangenis. De groep gaat nog steeds door met haar openbaar getuigenis en haar daden van burgerlijke ongehoorzaamheid bij de Trident-basis. | |
Invloed op nationale politiekHoewel vele van de hierboven vermelde acties het werk zijn van individuen of kleine groepen, vormen de religieuze actiegroepen voor vrede in Amerika een onderdeel van een veel bredere campagne om de kernwapenwedloop tot stilstand te brengen en om te keren. De Campagne voor het Bevriezen van de Kernwapenwedloop is de meest belovende en politiek belangrijkste ontwapeningsbeweging die de Verenigde Staten in tientallen jaren hebben gekend. Ze wint snel aan betekenis en zou in de komende jaren een belangrijk element kunnen worden in de nationale politiek. De Bevriezingscampagne is een vervolg op een in 1979-1980 gehouden minder specifieke beweging voor een nucleair moratorium, en hangt ook samen met het bevriezingsvoorstel dat senator Mark Hatfield uit Oregon indiende als amendement op het Salt-II verdrag. De Bevriezingscampagne gaat uit van het eenvoudige voorstel, dat zowel de | |
[pagina 311]
| |
Verenigde Staten als de Sovjet-Unie onmiddellijk de bouw en ontwikkeling van kernwapens stopzetten. Een ‘bevriezing’ van de huidige voorraad kernwapens is een duidelijke en controleerbare stap naar het beëindigen van de bewapeningswedloop en deze gedachte krijgt steeds meer steun, zelf in het huidige politieke klimaat. In het najaar van 1980 kreeg het voorstel de steun van alle twintig kiesdistricten van westelijk Massachusetts; bij dezelfde stemming gaven diezelfde twintig districten hun steun aan presidentskandidaat Reagan. Dertien steden in de staat Vermont spraken zich begin 1981 uit voor de bevriezingsgedachte. Vanaf maart 1981 wordt er in zeventien staten adhesie gevraagd voor bevriezingspetities. De wetgevende lichamen van drie staten, evenals dertien congresleden hebben hun steun gegeven aan deze campagne. Doordat de Bevriezingscampagne in staat na staat brede ondersteuning krijgt, komt er een verenigde ontwapeningsbeweging op gang zoals men die sinds de jaren vijftig en de vroege jaren zestig in Amerika niet meer heeft gezien. De Bevriezingscampagne wordt actief gesteund door de Nationale Raad van Kerken, meerdere belangrijke protestantse kerkgenootschappen, de meeste nationale vredesbewegingen op religieuze grondslag, alsmede door bekende wetenschapsmensen en talrijke plaatselijke groeperingen van burgers. Het ziet ernaar uit dat in het komende jaar steeds meer mensen zich zullen gaan realiseren dat de economische ‘therapie’ van de regering-Reagan en haar voorkeur voor wapens boven voedsel zelf een ziekte is, zoals op ongeveer gelijke wijze in Groot-Brittannië gebleken is. De verwoestende effecten die Reagans prioriteitenschema heeft op de armen, de steden en het gemeenschapsleven, zullen weldra duidelijk worden ervaren, zoals ook zal blijken dat de inflatie niet kan worden teruggedrongen wanneer men toegeeft aan een onverzadigbare wapenhonger. Er zijn reeds tekenen van onrust te bespeuren. De grote mars naar Washington op 26 september jl., waarbij 250.000 mensen protesteerden tegen de huidige economische prioriteiten, is vermoedelijk een teken van wat te wachten staat. De mars, die werd gesteund door een samenwerkingsverband van bijna tweehonderd organisaties - waaronder de grote vakbonden, de katholieke bisschoppenconferentie, de National Urban League, de Nationale Beweging voor de Verbetering van de Situatie van Kleurlingen (NAACP) en een tiental nationale vredesbewegingen - trok iets meer deelnemers dan de grootste marsen uit de jaren zestig tegen de Vietnam-oorlog en voor de burgerrechten. In de komende maanden zal duidelijk worden of Reagans zogenaamde ‘mandaat’ ook inhoudt dat hij de schoolmaaltijden voor ondervoede kinderen stopzet, terwijl generaals op staatskosten kunnen | |
[pagina 312]
| |
dineren, of hij transportsystemen mag bouwen voor raketten en niet voor mensen, en of hij zonder enige beperking voor te wenden een redeloze en tot zelfmoord leidende wapenwedloop mag voortzetten. De huidige ontwapeningscampagnes in Europa zijn voor Amerikaanse vredeswerkers een wezenlijk teken van hoop en bemoediging. Het verzet dat individuele personen en enkele regeringen in Europa aantekenen tegen een onbeperkte wapenwedloop, maakt de waarschuwingen van Amerikaanse vredesactivisten geloofwaardig en schept een klimaat waarin alternatieven in bespreking kunnen komen, of de Amerikaanse regering dat nu wil of niet. De Amerikaanse beweging kan misschien ook iets leren van het voorbeeld van de Europese ontwapeningscampagnes die nauwe contacten hebben gelegd met de officiële kerken, met vakbonden en politieke partijen en die bovendien samenhangende en goed doordachte strategieën hebben ontwikkeld. | |
Teken van hoopHet zal voor ieder die het wereldnieuws bijhoudt duidelijk zijn dat in de hierboven besproken inspanningen niet de overheersende trekken van de hedendaagse Amerikaanse politiek naarbuiten komen. Maar ze zijn wel uiting van een sterke en nog steeds groeiende invloed in de Amerikaanse kerken. Ze zijn werkelijk een teken van hoop in een land dat zich bijna niet meer kan voorstellen dat een toekomst wezenlijk kan verschillen van het heden. Voor een Amerika dat een weg-terug is ingeslagen is het van wezenlijk belang dat de kerken een weg-voorwaarts aangeven. Veel van de hier vermelde acties - van de Mormonen, van bisschop Hunthausen, van de conservatieve evangelisten - zijn verbazingwekkend en onverwacht. Enkele jaren geleden waren ze nog niet mogelijk geweest. Ze zouden wel eens de voorboden kunnen zijn van een ontwakend bewustzijn van religieus Amerika, het bewustzijn dat kernwapens zondig zijn. Naarmate het Pentagon absolutere eisen gaat stellen, wordt steeds duidelijker dat ze onverenigbaar zijn met de eisen van het christelijk geloof. Nu Reagan aan de macht is, kan de schijn niet meer worden opgehouden en zijn de keuzen duidelijk. Voor veel religieuze mensen kan het moment van de angst het moment van de bekering worden, en de crisis een kans die zich niet opnieuw zal aanbieden. Gedurende het intensieve politieke debat dat waarschijnlijk in de komende paar jaren gevoerd gaat worden, zal de Amerikaanse religieuze gemeenschap vermoedelijk een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Als de kerken zich gaan opstellen aan de zijde van het menselijk leven, wat ze in | |
[pagina 313]
| |
trouw aan zichzelf zonder meer moeten doen, zullen ze opnieuw de geschiedenis diepgaand bepalen. Juist zoals godsdienstige mensen de voorhoede waren van de beweging voor afschaffing van de slavernij in het Amerika van de 19e eeuw, zo beginnen de gelovigen van vandaag het vraagstuk van de kernbewapening zonder omwegen aan te pakken en te werken voor afschaffing ervan. De uitdaging lijkt - opnieuw - onoverkomelijk, maar het geloof staat geen compromis toe. Ongetwijfeld zullen Europeanen die via de grote media de ontwikkelingen in Amerika volgen, nog een tijdje nieuws blijven ontvangen over de beroemden en de machtigen - doorgaans slecht nieuws, ontmoedigend, een manier van spreken over wapens en de zogenaamde harde feiten van de Oost-West-verhouding waar je koud van wordt. Maar vlak onder de oppervlakte is er iets opvallends en beloftevols aan de gang. De Geest is aan het werk in het hoofd en het hart van velen en bouwt aan een rechtvaardige vrede. |
|