Politieke kroniek
Land in paniek
Origineel is het hoegenaamd niet, te voorspellen dat deze vakantie feitelijk een aanloop blijkt te zijn naar verkiezingen die niet lang op zich kunnen laten wachten.
Zonder de vakantie zouden we wellicht reeds in de verkiezingssfeer zitten, maar je laat de mensen niet vanuit hun luie strandstoel naar het kieshokje komen.
Intussen maken velen voor zichzelf de balans op, een balans die voor de voorbije politieke maanden niet tot de fraaiste sieraden van onze nationale geschiedenis behoort. Een balans waarin het negatieve maar al te dikwijls de hoofdtoon geeft.
Negatief is blijkbaar ons beleid tegenover Zaïre. Enkele maanden terug riep een eerste minister aan de oever van de Zaïrestroom dat hij hield van dit volk, en van zijn leiders. De socialisten in eigen land hebben het hun eerste minister niet in dank afgenomen. Nu dreigt Mobutu voor de zoveelste keer de goede relaties met ons land te verbreken - en de ingewijden weten, dat daar veel meer achter zit dan zo maar verbroken diplomatieke betrekkingen - en er wordt in dit land niets aangevoeld. Om de enige reden dat er niets aan te voelen is, omdat het een van de negatieve punten uit onze balans is dat we nu eenmaal niet weten welke politiek we eigenlijk moeten voeren ten opzichte van Zaïre.
Een jaar terug moesten we geloven, dat het allemaal opperbest uitkwam met de staatshervorming, die eindelijk - met verwaarlozeing van de zoveel ernstiger economische en financiële problemen - gestalte kreeg in een biezondere en in een gewone wet, en waarmee nu eens en voor goed de gewesten en de gemeenschappen zichzelf zouden kunnen zijn. Vandaag de dag gelooft niemand meer in die staatshervorming, die alleen maar ontzaglijke complicaties in het leven heeft geroepen, bevoegdheidsproblemen met touwtrekkerij langs alle kanten, en... ontevredenheid zo bij de voor- als bij de tegenstanders van die hervorming van de staatsstructuren. In zoverre zelfs dat de mensen van het FDF-RW wetsvoorstellen uitbroedden om bij referendum een veel omvangrijker autonomie aan Wallonië en aan Brussel te geven, met het risico dat de bevolking ook nog zelf een constituante zou uitroepen om ‘het eigen lot in eigen hand te nemen’ zoals ze het zelf hebben voorgesteld.
Het klinkt wel bevreemdend dat eigen lot in eigen hand voor Wallonië, dat zopas een staalplan had losgekregen, dat nooit met eigen gelden van Wallonië zou kunnen worden gefinancierd, en waarmee we een industrie in leven houden die is afgestemd op de behoeften en de noden van vroeger. We horen nu nog wijlen Theo Lefèvre doorheen het land zijn spreekbeurten houden, waarin hij pleitte voor een politiek, die het wetenschappelijk onderzoek maximaal zou ontwikkelen om zo de toekomst van onze economie met speerpuntprodukties veilig te stellen. Het valt erg te vrezen dat speerpuntprodukties met onze Waalse staalmastodont tot het rijk der mooie dromen behoren.