Politieke kroniek
Wankelend beleid
Maandenlang is er gepraat over inleveren. Iedereen moest inleveren, het wat kalmer aan gaan doen. Het werd op parlementaire tribunes verkondigd, op economische congressen beaamd, op studiedagen in 't lang en in 't breed uiteengezet: wij hebben het er te goed van genomen, en iedereen moet inleveren. Maar als dan maatregelen worden getroffen om te doen inleveren, dan lijkt het plots of deze echt maar alleen voor de anderen gelden.
Er zijn wel wetten gestemd, om paal en perk te stellen aan het ‘altijd maar beter hebben’, maar voor die wetten in werking traden, kon er al worden bedongen, dat het in de sociale verhoudingen toch niet zo een vaart zou lopen. En de overheid zelf, die eigenlijk de toon heeft aangegeven in het inleveringsconcert, is altijd netjes op de achtergrond gebleven: we zullen wel zien in welke mate er op de begroting zal worden uitgespaard. Nodig was dat alleszins, want de tekorten op de begroting lopen niet op met miljarden, maar met tientallen miljarden tegelijkertijd, zodat er uiteindelijk zo ergens naar 220 miljard fr. moet worden gezocht. Een ganse dag beraadslaging in conclaaf bracht de regering-Martens ertoe, een besparingspakket uit te werken, dat ternauwernood volstond om bijkredieten te compenseren. Een lachertje, alles samen, dat volkomen op z'n plaats was in het scheefgetrokken inleveringsdebat. Maar de economische en de financiële werkelijkheid laten niet met zich lachen, het vertrouwen in de monetaire situatie van de eigen munt ging aan 't wankelen, en dag na dag moest de Nationale Bank met gigantische bijdragen de pariteit van de frank steunen. Dan helpt geen schipperen meer, dan moet er serieus worden geregeerd. Wilfried Martens heeft het geprobeerd, zijn ministers samen geroepen en hun een herstelplan voorgelegd, dat eindelijk de hele melodie van het inleveringsconcert tot werkelijkheid zou maken: herziening van het stelsel der index-aanpassingen, en der in aanmerking te nemen prijsprodukten, en beperking van de loonbewegingen, zelfs met herziening van de zopas gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten. De toestand was ernstig genoeg, maar... toch ging het niet en Martens moest er de conclusies uit trekken.
Het klinkt bijna als een dwaas verhaal. Maar dat is nu eenmaal de harde realiteit in dit land: zelfs de waarschuwing van een gevaarlijk wankelende munt - waarmee dan toch het spaargeld van alle kleine mensjes is gemoeid - volstaat niet, om electorale posities in het gedrang te brengen.
Dat is de harde les die wij uit de crisis onthouden.
Die crisis zelf lijkt ook soms zo ongerijmd dat men zich afvraagt of het wel allemaal reëel is.
Zo bijvoorbeeld de aanvang van de raadplegingen van het staatshoofd, waarbij niet alleen de politici maar ook nog alle vooraanstaanden uit de sociale en economische wereld op het paleis werden samengeroepen, om zich de levieten te horen lezen, en de verantwoordelijkheid van de politiek te horen verklaren. Het is wellicht met de beste bedoelingen gebeurd. Maar op een