Streven. Vlaamse editie. Jaargang 48
(1980-1981)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 246]
| |
Doodstraf
| |
GeschiedenisWanneer we de doodstraf in de loop van de geschiedenis onderzoeken, dan komen we behalve door overheden (al dan niet met tussenkomst van | |
[pagina 247]
| |
de rechter) gelegitimeerde vormen van doodstraf nog een tweede vorm tegen: de in de privé-sfeer uitgesproken en voltrokken doodstraf. De nu vanzelfsprekende monopolisering door de staat van geweldstraffen tot handhaving van de maatschappelijke orde is lange tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend geweest. Het familierecht heeft lange tijd voor een belangrijk deel het gezicht van de (primitieve) strafrechtspleging bepaald. De bloedwraak bestaat tot in onze tijd in sommige gebieden. Maar tegelijkertijd kunnen we constateren dat al vrij vroeg in onze geschiedenis (ruim voor de 10e eeuw) in West-Europa ook een tendens zichtbaar wordt naar een redelijk zachtzinnige vorm van wraak en boete-oplegging. Tijdens het Frankische Rijk schijnt het opleggen van zware lijfstraffen en de doodstraf al betrekkelijk weinig te zijn voorgekomen. Vanaf rond de 12e eeuw krijgen de Middeleeuwen echter meer het aanzien waarmee we ze nu vaak associëren: wreed, wraakzuchtig en bovenal zeer bloeddorstig. De opmars van de doodstraf weerspiegelt zich in de vele bedachte vormen van doodvonnissen: onthoofden, radbraken, vierendelen, wurgen, verdrinken, verbranden, stenigen, ophangen, spietsen, kruisigen, koken. Niet zelden werd de veroordeelde aan de zwaarste martelingen onderworpen en diende een van bovengenoemde executievormen slechts als middel om het laatste restje leven uit het lichaam van de veroordeelde te verdrijven. Er bestond in die tijd een grote willekeur in de procesgang en de aan de dag gelegde wreedheid was onvoorstelbaar. Het duurt tot in de 18e eeuw voordat we invloedrijke denkers én machthebbers tegenkomen die zich op principiële gronden tegen de doodstraf verzetten. Het Verlichtingsdenken, dat redelijkheid en menselijkheid centraal stelde, miste op den duur zijn uitwerking niet. Het was de Franse denker Voltaire die hiermee in de openbaarheid trad, toen de protestant Jean Calas ten onrechte veroordeeld leek wegens moord op zijn zoon. Voltaire noemde voor het eerst mogelijke justitiële fouten als argument tegen de onverbiddelijke, niet te corrigeren doodstraf. In diezelfde tijd verscheen een later invloedrijk geschrift van Cesare Beccaria. Hij somde een aantal argumenten op die ook nu nog in discussies over de doodstraf worden gehanteerd: - wetten hebben in beginsel tot doel burgers te beschermen en te corrigeren. Het is onjuist wanneer een wetshandhavend systeem zich moet bedienen van middelen die het zelf zegt tegen te willen gaan. - de preventieve werking op de criminaliteit moet betwijfeld worden. Wat heeft een groter afschrikkend effect op mogelijke criminelen: levenslange gevangenisstraf of een snel in de vergetelheid rakende | |
[pagina 248]
| |
doodstraf? - iemand heeft niet het recht zichzelf te doden. Dus is het eveneens onjuist dit recht op leven wel aan de gemeenschap over te kunnen dragen. | |
De nieuwe tijdIn de rest van de 18e en in de 19e en 20e eeuw zien we een gestage achteruitgang in het aantal landen dat voor veel misdrijven de doodstraf oplegt. De landen die tot afschaffing overgaan, liggen bijna zonder uitzondering in Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Dat het proces van afschaffing van de doodstraf hier en daar nogal grillig verloopt, mag blijken uit het feit dat verschillende landen in de loop van de tijd een zeer wisselvallig beleid voerden. Zo pleitte Uruguay in het verleden in internationaal verband voor afschaffing, maar bediende zich ondertussen op grote schaal van het middel van de politieke verdwijning. Niet zelden klinken in een tijd van politieke verandering en als bedreigend ervaren ontwikkelingen (toenemende criminaliteit, terrorisme) weer pleidooien voor wederinvoering van de doodstraf. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat in de Verenigde Staten jarenlang geen vonnis werd voltrokken, maar toen plotseling wel weer een (in de hele wereld aandacht vragende) executie werd uitgevoerd. Dichter bij huis zien we in landen als Engeland en - met name - Frankrijk een nog altijd levendige discussie over het nut van de doodstraf en de voor- en tegenargumenten van de totale afschaffing. Uit een eerder dit jaar door Amnesty International gepubliceerd overzicht blijkt dat in totaal 18 landen in de wereld de doodstraf helemaal uit hun wetboeken hebben verwijderd. Acht landen maakten een voorbehoud voor in oorlogstijd gepleegde misdrijven. Nog eens zeven landen kenden formeel de doodstraf nog wel, maar maakten daar - voor zover bekend - al lange tijd geen gebruik meer van. De landen zonder doodstraf liggen bijna zonder uitzondering in West-Europa en Noord- en Zuid-Amerika. Opmerkelijk is dat in de communistische wereld - die qua ontwikkelingspeil in tal van opzichten met de eerder genoemde landen te vergelijken is - nog overal de doodstraf in de wet staat en men ook niet zelden van die wetsartikelen gebruik maakt. Met name over de Sovjet-Unie zijn daarover duidelijke cijfers bekend. Nederland behoort - in tegenstelling tot wat velen menen - niet tot de landen zonder doodstraf. Nog altijd is de doodstraf niet uit het bijzonder en militair strafrecht geschrapt. Zowel de vorige als de huidige regering | |
[pagina 249]
| |
hebben echter verscheidene malen met nadruk te kennen gegeven wél te streven naar volledige afschaffingGa naar voetnoot1. We noemden hierboven twee categorieën doodstraffen: a) de doodstraf gesanctioneerd door wetten en de in het verlengde daarvan liggende rechtspraak en b) de doodstraf in de privésfeer opgelegd. Een derde bron van doodstraffen mag in dit - hoewel zeer beknopte - historische overzicht niet ontbreken. Dat is de religie, die in de loop der eeuwen op vaak buitengewoon wrede wijze en op grote schaal de doodstraf heeft toegepast om zich van afvalligen en al te lastige critici te ontdoen. Romeinen, Germanen, Christenen, Mohammedanen, ze hebben allemaal zonder uitzondering op de meest bloedige wijze hun religieuze gelijk proberen door te drijven. Ten koste van vele duizenden slachtoffers. Voor de duidelijkheid dient hieraan te worden toegevoegd dat de kerken tegenwoordig over het algemeen buitengewoon negatief tegenover de doodstraf staan. De tijd van inquisitie en bloedraad is definitief verlaten voor zover het de westerse kerken betreft. De Wereldraad van Kerken heeft steun gegeven aan een actie van Amnesty International voor volledige afschaffing van de doodstraf. | |
Waarom doodstraf?Er is een aantal argumenten voor de doodstraf aan te voeren. Ze is de meest zekere en doeltreffende manier om mensen te elimineren. Ze kan ook gevoelens van wraak onder de bevolking bevredigen. Doodstraffen die worden uitgesproken onder druk van de publieke opinie, verwekken doorgaans de meeste emotie. Een doodstraf wordt ook wel gerechtvaardigd genoemd omdat het een genoegdoening kan betekenen voor de slachtoffers van misdrijven of hun nabestaande. De doodstraf kan ook gezien worden als middel om criminaliteit van de veroordeelde of van potentiële misdadigers in de toekomst te voorkomen. De doodstraf als preventief middel dus. Recent worden nogal eens pleidooien gehoord om tegen terroristen de doodstraf te eisen. Daarbij speelt dan niet alleen de gedachte van de genoegdoening (voor zowel slachtoffers als de samenleving in haar geheel) mee, maar ook de idee dat | |
[pagina 250]
| |
een terroristische daad voor een samenleving zo ontwrichtend en intimiderend werkt dat slechts de allerzwaarste straf - de doodstraf - zwaar genoeg is. Bovendien: wie terroristen niet maximaal straft, zo luidt de argumentatie, speelt nieuwe terroristen in de kaart. De argumenten tegen de doodstraf zijn in verschillende categorieën in te delen. Het argument van de preventieve werking is kwantitatief te benaderen; je kunt het met misdaadcijfers in de hand behandelen. Andere argumenten zijn niet te bespreken in de sfeer van ‘waar’ of ‘niet waar’. Het gaat daarbij om gevoelens van mensen. Hierbij kan men denken aan de wraak- en angstgevoelens van slachtoffers en hun familie. Die gevoelens kunnen op zich gerechtvaardigd gevonden worden. Op basis van pro- en contra-argumenten moet dan de vraag beantwoord worden: moeten die op zich begrijpelijke gevoelens zo zwaar wegen, dat ze opwegen tegen de levensgrote bezwaren die aan elke doodstraf onvermijdelijk kleven? | |
Waarom geen doodstraf?Principiële tegenstanders van de doodstraf reageren wel eens geprikkeld wanneer hun gevraagd wordt te beargumenteren waarom de doodstraf zo uit den boze is. Moet je je verdedigen wanneer je je tegen moedwillige moord verzet? Laten de moordenaars maar hard maken waarom zij de doodstraf noodzakelijk achten, zo luidt dan de reactie. Een begrijpelijke reactie, maar niet adequaat om voorstanders van de doodstraf van hun ongelijk te overtuigen. Dat neemt niet weg dat het genoemde argument (mag iemand een medemens van het leven beroven?) nog altijd het meest simpele, maar tevens krachtigste motief tegen de doodstraf oplevert. Wie ervan uitgaat dat niemand het recht heeft een ander te doden, is in alle omstandigheden tegen de doodstraf. Maar met die simpele constatering zijn de vele argumenten pro en contra de doodstraf onvoldoende afgewogen. Enkele van de overwegingen tegen de toepassing van de doodstraf willen we wat nader bezien. De preventieve werking. Heeft een strenger strafregime tot gevolg dat het aantal zware misdrijven afneemt? De beschikbare onderzoeken geven geen steun aan de veronderstelling, dat het instellen van de doodstraf een duidelijke verschuiving in misdaadcijfers tot gevolg heeft. In nabij gelegen landen of staten (in de Verenigde Staten) met of zonder doodstraf werden geen verschillen aangetoond. Het lijdt geen twijfel dat een mogelijke doodstraf sommige potentiële | |
[pagina 251]
| |
zware criminelen tijdelijk of blijvend afschrikt. Evenzeer is voorstelbaar dat anderen (hierbij valt vooral te denken aan daders van politieke/terroristische misdrijven) juist door een mogelijke doodstraf worden aangetrokken. Publiciteit en martelaarschap kunnen dan zeer gewenst zijn. En voor beide verschijnselen is de doodstraf vaak aanleiding: er breken stormen van publiciteit los en de naam van de veroordeelde en zijn (politieke) motieven worden bijna wereldwijd bekend. Uit beschikbaar cijfermateriaal moet geconcludeerd worden dat beide tegengestelde effecten (afschrikken en aantrekken) elkaar kennelijk grofweg opheffen. In elk geval is volgens de betrokken onderzoekers geen opmerkelijke verschuiving in misdaadcijfers aantoonbaar. Er zijn daarentegen wél aanwijzingen dat de pakkans op de misdaadcijfers een grotere invloed heeft dan de hoogte van de uiteindelijke straf. Het is overigens de vraag aan welke zijde de bewijslast ligt wanneer over de mogelijke preventieve werking van de doodstraf wordt gedebatteerd. Ligt de bewijslast bij de tegenstander, die dan moet aantonen dat het invoeren van de doodstraf geen enkele invloed heeft op de criminaliteit? Of ligt de bewijslast bij de voorstander? Die moet dan niet alleen aantonen dat de doodstraf de criminaliteit terugdringt, maar ook dat de aangerichte schade (ter dood gebrachte verdachten) tegen die lagere misdaadcijfers opweegt. Bij alle argumentaties betreffende doodstraf geldt wat hier bij uitstek telt: de voorstander heeft bij het hard maken van zijn standpunt een zwaardere taak dan de tegenstander. Gevoelens van familie. De gevoelens van diegenen die bij een zwaar misdrijf betrokken raken (meestal moord) moeten in alle gevallen gerespecteerd worden. Vaak zullen uit wraak emotionele pleidooien voor zeer zware bestraffing worden gehouden. Begrijpelijk, maar op zich natuurlijk nog geen voldoende reden om in een strafproces daaraan geheel tegemoet te komen. Vaak zal echter een rechter toch onder druk komen te staan van dergelijke emotionele argumenten, die doorgaans zeer luide echo's in een ruime publiciteit zullen krijgen. Vooral in westerse landen is de doodstraf langzamerhand zo uitzonderlijk, dat elk geval in de media uitgebreid aan de orde zal komen. En daarin kan ook een argument gevonden worden tegen het tegemoet komen aan de wens van familie van slachtoffers van misdrijven om zeer zware straffen - i.c. de doodstraf - op te leggen. Zij denken er een zekere genoegdoening in te vinden. Maar hoe zal in de meeste gevallen de praktijk zijn? Het strafproces zal gepaard gaan met golven van protest en soms onsmakelijke uitwassen van bemoeizuchtige publiciteit. De dagen voor de executie zal elke ultieme poging tot uitstel en zo mogelijk afstel van de | |
[pagina 252]
| |
executie voorpagina-nieuws zijn. Zeer waarschijnlijk zullen onder de bevolking grote groepen zijn die - geconfronteerd met een dreigende executie (waarvan alle te verwachten details al in de media zijn tentoongesteld) - de zijde van de veroordeelde kiezen. Alles bij elkaar geen goede omstandigheden, die voor de familie en bekenden van het slachtoffer van het misdrijf (deze persoon is dan al lang uit de publiciteit verdwenen, nog slechts de veroordeelde staat in het brandpunt van de belangstelling) om bevrediging te vinden in het feit dat het aangedane verdriet wordt gewroken. Fouten in procesvoering. De geschiedenis leert dat ook in landen met een hoog ontwikkeld justitieel apparaat fouten gemaakt worden. Gaat het in die gevallen om genoegdoening voor de ten onrechte in gevangenschap doorgebrachte tijd, dan is schadeloosstelling al niet geheel mogelijk. Maar een zekere rehabilitatie en correctie van de gemaakte fouten is mogelijk. Eveneens kan een veroordeelde profiteren van gratiemaatregelen of - bij heel langdurige straffen - van gewijzigde opvattingen over strafrecht. Dit alles gaat niet op voor een geëxecuteerde gevangene. Dit lijkt een onrechtvaardigheid. Bovendien moet een voorstander van de doodstraf aantonen dat het gerechtvaardigd is iemand ter dood te brengen, als niet voor de volle honderd percent zeker is dat de verdachte schuldig is. | |
TerrorismeEen aparte behandeling verdient het terrorisme. Een Amsterdamse advocaat heeft wel eens uitgeroepen: ‘Wie toekijkt en publiekelijk verklaart dat de doodstraf niet helpt, speelt terroristen in de kaart’. Is dat nu werkelijk zo? Is niet evengoed (en wellicht zelfs beter) de tegengestelde stelling verdedigbaar: ‘Het invoeren en ten uitvoer brengen van de doodstraf speelt terroristen in de kaart’. Hierboven stelden we al vast dat bij ‘gewone’ misdrijven de doodstraf geen aantoonbare afschrikwekkende werking heeft. Hetzelfde geldt in beginsel voor (potentiële) terroristen. In verscheidene opzichten moet echter onderscheid gemaakt worden tussen de terrorist en de doorsneecrimineel. De laatste handelt uit zucht naar materieel gewin of hij begaat zijn daad in een staat van grote emotie. De terrorist daarentegen zal doorgaans handelen vanuit de weloverwogen overtuiging, dat een politiek systeem in bepaalde opzichten zo rot is dat het slechts door harde schokken en onder dwang kan worden veranderd. Slechts het politieke resultaat telt. Wanneer we nadenken over de best | |
[pagina 253]
| |
denkbare straf, dan moeten we vaststellen dat niet alleen de terrorist maar ook zijn tegenstander - i.c. het politiek systeem, vertegenwoordigd door de staat, de regering - een tactiek uitstippelt die gebaseerd moet zijn op maximaal politiek resultaat. De terrorist mikt op maximale ontregeling van de samenleving. De staat streeft naar een strafmaat die de meerderheid van de bevolking bevredigt en tegelijk zwaar genoeg is in verband met het gepleegde misdrijf. Het is nu zeer wel verdedigbaar dat de terrorist en de achter hem staande beweging er in hoge mate mee gediend is, wanneer een doodstraf wordt uitgesproken. Er ontstaan martelaren, de politieke beweging krijgt maximale aandacht. En de terechtgestelde zal symbool worden van de meedogenloze wijze waarop de als vijandig aangemerkte samenleving zijn tegenstanders uit de weg ruimt. Bovendien zal de staat politieke schade lijden. Het is namelijk te verwachten dat een zeer zware bestraffing van de terroristen een aantal burgers zal doen besluiten partij te kiezen voor de veroordeelde. Het is niet aannemelijk dat met het uitspreken van de doodstraf de staat zijn zin krijgt, in die zin dat de aanhang van de terroristische beweging erdoor zal verminderen. Menigeen die al een extreem negatief oordeel heeft over de functie van de moderne staat, zal daarin bij het opleggen van een doodvonnis aan een terrorist maximaal bevestigd worden. Toch kan nog de vraag gesteld worden of een bevolking die door angst voor geweld wordt opgejaagd, geen recht heeft op een doodstraf tegen de veroorzakers van die angst. Een moeilijk met harde argumenten van de hand te wijzen wens. Toch menen we dat ook hier de balans moet doorslaan in de richting van ‘geen doodstraf’. Het moet aan de bevolking uit te leggen zijn dat noch de handhaving van de openbare orde noch de gerichte strijd tegen het terrorisme op den duur gediend is met een uitgevoerde doodstraf. Bovendien moet in al die gevallen worden aangetekend dat de kwantitatieve gevolgen van terrorisme (het aantal werkelijke slachtoffers) door de huizenhoge golven van publiciteit nogal eens vertekend worden. Wat voor alle doodstraffen geldt, gaat ook hier weer op. De voorstanders van de doodstraf moeten aannemelijk maken dat het opofferen van één of meer mensenlevens gerechtvaardigd is in het kader van de strijd tegen het terrorisme. Is bij een soort kosten-baten-analyse het uiteindelijke resultaat positief? Een welhaast onmogelijke opgave om die vraag met een resuluut ja of nee te beantwoorden. Toch mag van de voorstanders verwacht worden dat ze voor hun ja een met goede argumenten onderbouwd pleidooi kunnen houden. Bovendien zullen degenen die de doodstraf voor terroristen bepleiten, moeten | |
[pagina 254]
| |
beargumenteren wat het verschil is tussen een terrorist en een gewone moordenaar. De eerste krijgt geen doodstraf. De tweede wel. Is er zo'n groot verschil dat het zo'n principieel andere en zwaardere straf rechtvaardigt? | |
Politieke doodstraffenIn de inleiding van dit verhaal uitten we de veronderstelling dat in de loop van de geschiedenis meer doodvonnissen niet dan wel tot stand zijn gekomen na een ordentelijk proces. Als dat voor enige periode in de geschiedenis opgaat, dan is het voor de tegenwoordige tijd. Er is echter wel eens heel cynisch gesteld dat een goede doodstraf langzamerhand ‘een luxe’ is. Inderdaad begint het erop te lijken dat een doodstraf met een gedegen strafproces en een door een onafhankelijke rechter uitgesproken vonnis eerder uitzondering dan regel aan het worden is. Wie een ‘goede doodstraf’ verkiest dient zich te beperken tot ‘gewone’ zware misdrijven. Voor elk misdrijf dat het stempel ‘politiek’ kan krijgen wordt in toenemende mate de politieke moord als oplossing gebruikt. Doodstraffen zijn altijd al misbruikt geweest voor politieke en religieuze doeleinden. Maar de omvang van het verschijnsel politieke moorden en verdwijningen lijkt de laatste één tot twee decennia verbijsterende vormen aan te nemen. Amnesty International heeft de massaslachtingen met een enkel koel cijfer geïllustreerd: Guatemala tussen 1966 en 1976: 20.000 politieke moorden; Oeganda (1972-1977): 100.000; Chili (na 1973): tussen de 5.000 en 30.000. Verder vele honderden in Ethiopië, Argentinië (alleen al 15.000 verdwijningen), Equatoriaal Guinea en Dominicaanse Republiek. Het overzicht is verre van volledig. En hoevelen zullen er niet geheel naamloos en ‘onopgemerkt’ verdwenen en afgemaakt zijn. Doorgaans is het betreffende regime zo niet direct, dan toch zeker indirect verantwoordelijk voor de moordpartijen. Wanneer we spreken over de onderdrukking van de bevolking door een staatsapparaat, dan stuiten we hier wel op de meest afschrikwekkende vorm daarvan. Niet alleen wordt de betrokkenen het leven ontnomen, maar in tegenstelling tot bij legale doodstraffen wordt zelfs geen poging meer gedaan er een sausje van legaliteit overheen te gieten. Het ontbreken van een juridische rechtvaardiging is kenmerkend voor de politieke moorden en verdwijningen. | |
[pagina 255]
| |
DiscriminatieUit tal van onderzoeken is gebleken dat toepassing van de doodstraf gekenmerkt wordt door een vergaande discriminatie naar sociale afkomst en ras. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld is nog nooit een blanke ter dood veroordeeld wegens het verkrachten van een zwarte. Het omgekeerde gebeurde reeds vele malen. In de periode 1947-1969 bedroeg het aantal veroordelingen van blanken 288, waarvan er geen de doodstraf kreeg. Van de 844 veroordeelde kleurlingen werden er echter 108 geëxecuteerd wegens verkrachting. Uit onderzoek in de Verenigde Staten bleek een zwarte voor moord tien maal zo veel kans te hebben tot de doodstraf te worden veroordeeld dan een blanke in dezelfde situatie. Negers maken tien percent uit van de bevolking. Veertig percent van de doodvonnissen betreft negers. Het verschijnsel dat armere, sociaal lager geplaatste bevolkingsgroepen vaker met justitie in aanraking komen is over de hele wereld waarneembaar. Die sociale discriminatie stopt niet bij de dodencel. | |
SlotUit bovenstaande zal duidelijk zijn dat een tegen de doodstraf gerichte beweging zich niet kan beperken tot op wetgeving gerichte activiteiten. Juist doordat zo veel doodstraffen zich geheel onttrekken aan de invloed van wetgeving en rechtspraak is een doeltreffende aanpak van de doodstraf extra moeilijk. Wanneer we in aanmerking nemen dat op de recent gehouden internationale conferentie over Misdaadpreventie (in Caracas) door de ‘abolitionisten’ geen enkele vooruitgang is geboekt, dan wordt duidelijk hoe ver we nog af zijn van een doodstrafvrije wereld. Dit neemt niet weg dat ook op internationaal vlak wel resultaten zijn geboekt. De Raad van Europa sprak zich eerder dit jaar uit tegen de doodstraf voor alle in vredestijd begane misdrijven. De Verenigde Naties heeft al wat langer geleden in een resolutie uitgesproken dat het wenselijk is het aantal misdrijven waarvoor de doodstraf wordt opgelegd terug te dringen. De uiteindelijke optie van de VN was afschaffing van de doodstraf. Maar de resolutie kenmerkt zich door vaagheid en vrijblijvendheid. Hoevelen zijn niet na het aannemen van die resolutie nog omgebracht wegens daden die door anderen als een halsmisdrijf werden gekenschetst? Het verzet tegen de doodstraf dateert niet van de laatste decennia. Al ten | |
[pagina 256]
| |
tijde van de Amerikaanse vrijheidsoorlog verklaarde de Franse generaal De Lafayette zich een overtuigd tegenstander: ‘Ik zal blijven vechten voor de afschaffing van de doodstraf tot de onfeilbaarheid van het menselijk beoordelingsvermogen mij is aangetoond’. Veel later vatte Winston Churchill zijn afschuw over de doodstraf zo samen: ‘Bloemen groeien spoedig over het slagveld, maar over het schavot? Nooit’. |
|