Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46
(1978-1979)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 880]
| |||||||||||||||||||||||||
Leonid de voorbeeldige:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 881]
| |||||||||||||||||||||||||
wordt de jeugd en de volwassenen nog steeds opgedrongen als dé leidraad voor het maatschappelijk en persoonlijk handelen. Men erkent in de Sovjet-Unie dat de moraal langzamer verandert dan de economische basis, de produktieverhoudingen. Dit betekent dat nog niet alle burgers altijd overeenkomstig de morele code zullen handelen, ook al werken zij in een socialistische maatschappij aan de opbouw van het communisme. Ook op het terrein van de moraal is de communistische partij een voorhoede, en partijleden worden daarom door de partijstatuten verplicht ‘de beginselen van de communistische moraal na te leven en de maatschappelijke belangen hoger dan de persoonlijke te stellen’Ga naar voetnoot3. Op partijleiders drukt deze plicht natuurlijk nog eens extra zwaar: zij worden geacht zich in alle opzichten voorbeeldig te gedragen. De leiders wijzen de weg en maken aanschouwelijk hoe de ideale communist zich gedraagt. Leonid Brezjnev is zo'n leider, althans: dat willen de partij-ideologen uit zijn omgeving het volk doen geloven. Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag verscheen in 1976 een officiële biografie waarin deze ‘leider van het Leninistische type’ in alle toonaarden werd bejubeld. Het is geen eenvoudige zaak de bombastische taal van de partij-ideologen in behoorlijk Nederlands om te zetten: ‘Ervaren en gestaalde leiders van de massa's, door de partij en het volk naar voren geschoven in de strijd voor de revolutionaire hervorming van de maatschappij, voor het communisme; leiders die in staat zijn om op basis van de marxistisch-leninistische wetenschap de essentiële behoeften van de maatschappelijke ontwikkeling te doorgronden, die wegen vinden om deze behoeften te bevredigen, de massa's te organiseren en koen naar nieuwe doelen te leiden, zulke leiders leveren een belangrijke bijdrage tot de maatschappelijke vooruitgang. Met al zijn persoonlijke kwaliteiten en veelzijdige activiteiten voldoet L.I. Brezjnev geheel en al aan deze vereisten... Wat hij ook deed, steeds deed hij recht aan de hoge titel van lid van de Leninistische partij, aan haar grote vertrouwen in hem, offerde en offert hij zich op in de strijd voor haar nobele zaak, voor de triomf van de communistische idealen’Ga naar voetnoot4.
Maar hoe ziet Leonid Brezjnev zichzelf, en hoe wil hij dat het volk hem ziet? Het antwoord op deze vragen is te vinden in zijn memoires, die het vorige jaar onder veel tromgeroffel en trompetgeschal werden gepubliceerd. In tientallen dagbladen werd Brezjnevs levensverhaal integraal afgedrukt, goedkope brochures en luxe, fraai geïllustreerde geschenkedities rolden in miljoenen exemplaren van de staatspersen en tot in de verste uithoeken van het sovjetimperium werden conferenties belegd waarop | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 882]
| |||||||||||||||||||||||||
Brezjnev de leider, Brezjnev de schrijver werd geëerd en geprezenGa naar voetnoot5. | |||||||||||||||||||||||||
De communistische moraalDe morele code van de bouwer van het communisme omvat de volgende zedelijke principes:
Programma Kommoenistitsjeskoj Partii Sovetskogo Sojoeza, Moskou 1969, pp. 119-120. Het was duidelijk dat deze memoires een belangrijke propagandistische functie moesten vervullen. Op de grens tussen verleden en toekomst wilde de oude, zieke leider zijn volk een voorbeeld stellen. De morele code van de strijder voor het communisme is niet meer dan een aantal bondig geformuleerde beginselen die voor velerlei uitleg vatbaar zijn en | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 883]
| |||||||||||||||||||||||||
die bovendien met elkaar in strijd kunnen komen. Met zijn memoires wilde Brezjnev m.i. nu laten zien hoe deze principes in de harde strijd van alledag werden ingevuld, zonder overigens aan de morele code te refereren. Ik wil met nadruk zeggen dat het er mij hier niet om te doen is, Brezjnevs memoires op hun waarheidsgehalte, hun oprechtheid of hun literaire kwaliteiten te toetsen, al zullen dergelijke zaken zijdelings aan de orde komen. Waar het mij om gaat is, te onderzoeken welke morele en andere kwaliteiten in deze memoires meer of minder sterk worden benadrukt. | |||||||||||||||||||||||||
Van het kleine land naar de woeste grondenBrezjnevs memoires gaan over drie vrij korte episodes uit zijn leven. Het eerste deel, gepubliceerd in februari 1978, heet Het kleine land (Malaja Zemlja), de naam die de soldaten gaven aan een bruggehoofd van minder dan dertig vierkante kilometer op een landtong bij Novorossisk aan de Zwarte Zee. Het kleine land werd begin februari 1943 veroverd en diende het Achttiende leger op 15 september van dat jaar als één van de uitvalsbases voor de herovering van Novorossisk. In de tussenliggende maanden werden de loopgraven van het Sovjetleger voortdurend door de Duitsers bestookt. Brezjnev werd in april tot hoofd van de politieke afdeling van het Achttiende leger benoemd: hij was de man die propaganda moest voeren, nieuwe partijleden moest winnen, de moed erin moest zien te houden. Commanderen deed hij niet. In deze eerste aflevering van het drieluik staat naar verhouding weinig over het werk en de belevenissen van Brezjnev zelf. Het verhaal gaat hoofdzakelijk over de grote heldenmoed en opofferingsgezindheid van de ‘kleinlanders’, de soldaten in de loopgraven. Brezjnev was niet gedurende de gehele periode februari-september op het kleine land, maar bezocht het enkele malen. Ik heb stellig de indruk dat deze episode uit zijn militaire loopbaan werd uitgekozen vanwege het dramatische effect dat wordt bereikt met het beschrijven van die ene keer dat hij ernstig in levensgevaar is geweest: tijdens een oversteek naar het kleine land. Van zijn overige oorlogservaringen beschrijft Brezjnev aan het eind van het verhaal nog één voorval, toen hij op 12 december 1943 bij een dreigende doorbraak van de Duitsers tussen Kiëv en Zjitomir in de voorste linies terecht kwam en gedurende enkele minuten op echte Duitsers schoot! Drie maanden na Het kleine land verscheen het tweede deel, De Wedergeboorte (Vozrozjdenië). Hierin vertelt Brezjnev over de wederopbouw van de staalindustrie in zijn geboortestreek, de provincies Zaporozje en Dnepropetrovsk in de Oekraïne. De zwaar beschadigde waterkrachtcentrale in de Dnjepr en het grotendeels vernielde staalbedrijf van Zaporozje moesten opnieuw tot leven worden gewekt. In de nazomer van 1946 werd Brezjnev eerste partijsecretaris van Zaporozje (de hoogste autoriteit in de provincie) en toen een jaar later het ijzer- en staalbedrijf weer kon gaan | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 884]
| |||||||||||||||||||||||||
produceren, werd hij overgeplaatst naar Dnepropetrovsk. In zijn beschrijving van deze episode passeert een allerhande van activiteiten van een eerste partijsecretaris de revue. Het (voorlopig?) laatste deel van de memoires werd in november gepubliceerd. De woeste gronden (Tselina) handelt over de ontginning en ingebruikname van tientallen miljoenen hectaren steppeland in het droge Noorden van de republiek Kazachstan. Nikita Chroesjtsjov wilde met dit riskante project een extra graanschuur scheppen, om de voedselproduktie in het algemeen te stimuleren en om achter de hand te hebben als de oogst in de traditionele landbouwgebieden eens tegenviel. Brezjnev werd als vertrouweling van Chroesjtsjov naar Kazachstan gestuurd, en hoewel hij tot augustus 1955 tweede partijsecretaris was, speelde hij de hoofdrol in de ontginningscampagne. Met dit drieluik heeft Brezjnev willen laten zien dat hij, zoals een goede partijleider betaamt, thuis is op de belangrijkste terreinen van de opbouw van het communisme: het militaire bedrijf, de industrie en de landbouw. Het steeds weer terugkerende hoofdthema is de keiharde arbeid voor de communistische zaak: het ordenen van de chaos, mobiliseren van mensen en realiseren van het onmogelijke, teneinde de grootste doelen van het communisme naderbij te brengen. Op het kleine land bevonden de soldaten zich in een uiterst hachelijke positie; de herbouw van de krachtcentrale en staalfabrieken van Zaporozje in een zeer korte spanne tijds was een bijkans onmogelijke opgave; en de ontginning van de woeste gronden was - Brezjnev geeft het herhaaldelijk toe - een bijzonder riskant project. Al in het eerste jaar (1954) moest een grote graanoogst worden afgeleverd. Maar toch werd het onmogelijke gepresteerd. Novorossisk werd bevrijd, de eerste naoorlogse gieteling van Zaporozjstal werd al na een jaar geproduceerd en Kazachstan leverde miljoenen tonnen graan. ‘Er waren natuurlijk moeilijkheden, dat mag niet worden verzwegen’, schrijft Brezjnev. ‘In naam van de toekomst heeft ons volk gedurende heroïsche decennia zeer veel geleden en zware beproevingen doorstaan. In verschillende periodes hadden we aan letterlijk alles gebrek: aan spijkers en petroleum, schoenen en sits, een dak boven ons hoofd en brood. En de partij vertelde het volk steeds openlijk: we zullen de moeilijkheden en tekorten te boven komen door koppige gemeenschappelijke arbeid en ons leven zal geleidelijk beter en beter worden... Geen enkel volk is zo op de proef gesteld als het onze. Maar kijk nu naar ons leven in zijn geheel. Het is steeds bergopwaarts gegaan. Hoe hoog de hindernissen ook waren, we hebben ze steeds overwonnen’Ga naar voetnoot6. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 885]
| |||||||||||||||||||||||||
StrijdUitgaande van dit hoofdthema zijn de principes van de communistische moraal in twee groepen samen te brengen, een groep doeleinden en een groep middelen. De doelen-groep omvat het eerste, derde en elfde principe. Het hoogste streven van een ‘bouwer van het communisme’ is immers het naderbijbrengen van de heilstaat, allereerst natuurlijk in het socialistische Vaderland, de Sovjet-Unie. Dit impliceert zowel een onverzoenlijke houding tegenover de vijanden van het communisme als het vergroten van het maatschappelijk vermogen. Liefde voor het Vaderland, heldenmoed en opofferingsgezindheid staan centraal in Het kleine land. Toen de vijanden van het communisme op 22 juni 1941 het socialistische Vaderland binnenvielen, ‘besloot ik vastberaden en onherroepelijk waar mijn plaats als communist was. Ik verzocht het Centraal Comité (van de communistische partij) mij naar het front te sturen, en nog dezelfde dag werd mijn verzoek ingewilligd... Ik ben het Centraal Comité van onze partij er dankbaar voor dat het mijn streven om vanaf de eerste dagen van de oorlog in het leger te velde te dienen, goedkeurde... Ik ben er ook dankbaar voor dat in 1944 mijn verzoek werd ingewilligd om mij niet op een hoge post te benoemen. Deze benoeming zou mij hebben weggevoerd van de directe gevechtshandelingen... Ik werd door slechts één gevoel geleid: ons land te verdedigen, overal slag te leveren met de vijand en tot het einde te gaan, tot de volledige overwinning’Ga naar voetnoot7. Tussen de regels moet hier natuurlijk worden gelezen dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend was dat Brezjnev zich in het heetst van de strijd zou begeven. Hij was bij het uitbreken van de oorlog partijsecretaris van de provincie Dnepropetrovsk, een verantwoordelijke functie, en kwam slechts aan het front terecht omdat zijn morele overtuiging als communist hem daartoe dwong. Hij schuwde het gevaar niet. Dat dit de belangrijkste boodschap van Het kleine land is, blijkt ook uit het dramatische begin van de memoires. Tijdens een oversteek naar de landtong op 17 april 1943 liep de boot waarop Brezjnev zich bevond, op een mijn. Brezjnev werd in het water geslingerd. Maarschalk Gretsjko schreef in 1971 in zijn boek over de slag om de Kaukasus dat Brezjnev bewusteloos geraakte en slechts dankzij de moed van de matrozen werd geredGa naar voetnoot8. Deze toedracht is ook te vinden in de officiële biografie van Brezjnev, daterend van 1976, die ongetwijfeld door hem zelf werd goedgekeurd voor zij werd gedrukt. Nu lijkt het me voor een politiek commissaris geen schande, eerder een eer, om door toegewijde matrozen te worden gered, maar voor Brezjnev was het bij nader inzien blijkbaar toch niet heldhaftig genoeg. In zijn memoires wordt hij niet bewusteloos uit het water gevist, maar helpt hij zelf al zwemmende bij het redden van de andere overboord geslingerde soldaten! | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 886]
| |||||||||||||||||||||||||
Brezjnev denkt in termen van grote offensieven. Hij wil graag gezien worden als een onverdroten aanvoerder in de voorste gelederen van de strijd voor de goede zaak. Ook in Zaporozje en in Kazachstan was het als aan het front. Hij schrijft dat hij in zijn toespraken vaak de oorlog in herinnering bracht, omdat de situatie in Zaporozje veel leek op een oorlogsfront: ‘de bouwplaatsen waren slagvelden’Ga naar voetnoot9. In zijn kantoor in Alma-Ata hing een grote kaart van Kazachstan aan de muur: ‘Net zoals ik vroeger aan het front de legeronderdelen, hun gevechtszones en aanvalsrichtingen aangaf, zo gaf ik ook nu op de kaart van de republiek de ligging van honderden landbouwbedrijven en steunpunten aan. Cirkeltjes gaven de belangrijkste uitvalsbases voor het offensief aan... Oude kolchozen en sovchozen werden aangegeven met rood-groene vlaggetjes, en nieuwe sovchozen met rode vlaggetjes...’Ga naar voetnoot10. De centrale leiding geleek op het hoofdkwartier van een leger in oorlogstijd, onder leiding van opperbevelhebber Brezjnev. In een strijd vallen slachtoffers. Keer op keer verhaalt Brezjnev van onbaatzuchtige strijders die hun leven offerden voor de communistische zaak en de vrijheid van het Vaderland. Hij verheelt niet dat hij zelf ook het best had kunnen vallen. Niet alleen de heldendaden van de strijders van het kleine land worden geëerd, ook die van de slachtoffers van de ontginningscampagne. Het heroïsme van alledag: tractorbestuurder Nesterenko, die verdronk nadat hij z'n collega's had geholpen een bevroren riviertje over te steken; bouwvakker Ragoezov, die hulp wilde halen voor een gestrand konvooi vrachtwagens, maar in de steppe verdwaalde en bevroor. Brezjnev weet van geen ophouden als het er om gaat de heroïsche strijd van het volk en haar leiders te bezingen. | |||||||||||||||||||||||||
ArbeidStrijd betekent hard werken tot nut van 't algemeen. De groep middelen verenigt zedelijke principes die allemaal een kwalificatie geven van de arbeid en het verkeer tussen mensen. Dit zijn de overige principes van de communistische moraal, met name het tweede, vierde, vijfde en negende. Leonid Brezjnev treedt uit zijn memoires naar voren als een harde werker die dag en nacht op pad was en zich geen moment rust gunde. In Kazachstan kreeg hij twee maal een hartaanval, maar: ‘ik had geen tijd om ziek te zijn’Ga naar voetnoot11. Zijn werk bestond voor een groot deel uit het orde scheppen in de chaos. Men denkt wel eens dat bijkans alles in de Sovjet-Unie wordt gepland, maar uit Brezjnevs memoires krijgt men een heel ander beeld. Zowel in Zaporozje als in Kazachstan heerste de chaos, en het was | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 887]
| |||||||||||||||||||||||||
Brezjnevs taak die te bedwingen en te zorgen dat er resultaten werden geboekt. In Zaporozje werkten 47.000 bouwvakkers in 40 bouwbedrijven van verschillende ministeries langs en door elkaar heen. Er waren geen werkschema's en bureaucratische twisten waren aan de orde van de dag. In Kazachstan moest zo mogelijk nog meer geïmproviseerd worden: hoe te komen aan ploegen die in staat waren de keiharde steppe te scheuren? ieder voorjaar ploegen, of niet? wanneer zaaien? hoe diep zaaien? Van dergelijke kwesties hing het slagen van het hele project af, en zij moesten ter plekke, door vallen en opstaan, worden opgelost. Brezjnev, de hoogste autoriteit, reist van hot naar her, luistert naar de bouwers en de ploegers, praat met weerspannige functionarissen, overtuigt de twijfelaars, zegt de luien en de incompetenten waar het op staat en luistert naar de adviezen van deskundigen. Brezjnev is degeen die de duizenden werkers tot een collectief smeedt en hen grootse prestaties laat verrichten. Het is wel duidelijk dat het werken onder de eigenzinnige Nikita Chroesjtsjov hem niet in z'n koude kleren is gaan zitten. Chroesjtsjov had er een handje van z'n zin door te drijven, de adviezen van deskundigen in de wind te slaan en zijn collega's voor schut te zetten. Brezjnev heeft daar een soort Chroesjtsjov-complex aan overgehouden: hij benadrukt dat een goede partijleider moet kunnen luisteren, ook naar kritiek en zélfs naar kritiek van zijn ondergeschikten. Hij moet problemen rustig en vriendelijk doorpraten, zijn emoties in bedwang houden en de mensen niet afsnauwen of vernederen. Als hij mensen iets tegen hun zin wil laten doen, gaat dat het beste door op hun schaamte- en eergevoel te werken. Straffen moet hij alleen in het uiterste geval. Brezjnev keert zich tegen ‘heethoofden’ die bij een bedrijfsongeval meteen ‘sabotage!’ roepen. Immers, schrijft hij, met straffen bereik je alleen maar dat de mensen bang worden en, om zich in te dekken, alles volgens de regels van het boekje gaan doen. Als dat zou gebeuren (als bijv. alle veiligheidsvoorschriften in acht zouden worden genomen) zou dat tot enorme vertragingen leiden. Risico's moeten er nu eenmaal genomen worden, dus: straffen is oneconomisch. Naast het organiseren zag Brezjnev als zijn belangrijkste taak het ‘politieke werk’. In de oorlog was dit zijn hoofdtaak, daarna een neventaak. De standvastigheid van de soldaten van het kleine land verklaart hij uit het door hem geleide politieke werk: politieke opvoeding, visuele agitatie, oppeppen van het moreel. Tijdens zware gevechten in april 1943 schreef hij een vlammende oproep, en de soldaten sneden zich in hun hand om deze oproep met hun bloed te kunnen ondertekenen. Eén exemplaar werd naar Stalin gestuurd. De ernst waarmee Brezjnev steeds opnieuw het grote belang van visuele agitatie benadrukt, doet de Westerse lezer nogal lachwekkend aan. Visuele agitatie is het ophangen van spandoeken met opzwepende leuzen (‘Roem aan de CPSU’ of ‘Eer aan de bouwers van Zaporozjstal’) en het neerzetten van borden waarop goede werkers worden geprezen en de behaalde produktieresultaten in beeld worden ge- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 888]
| |||||||||||||||||||||||||
bracht. ‘Het is een grote vergissing te denken dat de mens aan materiële stimulansen genoeg heeft’, schrijft hij in Wedergeboorte. ‘Nee, een sovjetmens heeft heel veel nodig: het bewustzijn van zijn betrokkenheid bij de grote zaak, het streven om zich in zijn werk tot uitdrukking te brengen, een gevoel van trots op zijn vaardigheden, de achting van zijn kameraden, eer’Ga naar voetnoot12. Als hij in Zaporozje arriveert, blijkt dat er niets aan visuele agitatie wordt gedaan, en hij kapittelt de politieke werkers dat daar snel verandering in moet komen. Brezjnev is er rotsvast van overtuigd dat deze vorm van agitatie een belangrijke bijdrage tot de grootse prestaties van het sovjetvolk leverde. Bij wijze van argumentatie geeft hij deze imaginaire samenspraak: ‘De een of andere jonge vrouw vroeg haar man bijvoorbeeld: “Hoe komt het dat anderen worden geprezen, maar over jou met geen woord wordt gerept?” Of een kind vroeg: “Papa, waarom klappen ze voor oom Pjotr, en niet voor jou?”’Ga naar voetnoot13. Leonid Brezjnev treedt uit zijn memoires naar voren als een voorbeeldig partijleider, een gestaald maar menselijk strijder voor het geluk van het sovjetvolk en heel de mensheid. Hij weet van aanpakken en schuwt het gevaar niet. Een bekwaam organisator en improvisator, die niet bang is risico's te nemen en zijn verantwoordelijkheid niet op anderen afwentelt. Een paternalistisch leider die de taal van het volk spreekt, de mensen de waarheid zegt maar hen niet in de grond trapt. Alléén zijn bescheidenheid vermag hij nergens in deze memoires te roemen. Leonid Iljitsj is, als we hem zelf mogen geloven, de door het volk geëerde planner van het menselijk geluk. |
|