Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46
(1978-1979)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
Illich is niet te lezen
| |
[pagina 61]
| |
Illich gelezen, laat staan begrepen te hebben. Voor een vertaler is dat natuurlijk een nogal serieuze handicap. Maar hij kan er misschien niets aan doen. De verantwoordelijkheid ligt dan ook niet bij hem. De verantwoordelijkheid ligt bij de uitgever die het werk van deze vertaler en dat van haar andere Illich-vertalers uitgeeft. Zij is het die de toegang tot Illich verspert. Verwonderlijk is dat eigenlijk niet als je, om te beginnen, merkt hoe zij het Engelse access laten vertalen: toeneming (10) of in toenemende mate als er toevallig 'n in voor staat, of zelfs ontvankelijkheid voor (14) in plaats van toegang. Dat is niet zo'n onschuldige vergissing als het lijkt. Ze laat zien dat het WV maar weinig begrijpt van een van Illichs sleutelthema's: het onderscheid tussen ‘traditionele’ onrechtvaardigheid en ‘gemoderniseerde’ onrechtvaardigheid. De eerste bestaat in de steeds toenemende gaps in access, het steeds breder wordend hiaat tussen arm en rijk in de toegang tot goederen en diensten; het WV vertaalt: de hiaten (...) zijn in toenemende mate aspecten van... De tweede bestaat erin, dat leven zonder addictive access to, zonder verslavende toegang tot industriële en professionele goederen en diensten voor iedereen, rijk én arm, onmogelijk wordt gemaakt; het WV vertaalt: een leven zonder verslavende toeneming van verbruiksgoederen wordt als onmogelijk beschouwd (14)Ga naar voetnoot3. Al staat het er dus niet zo, dit laatste zinnetje is op zichzelf nog geen nonsens. Meestal komt de vertaler er niet zo gelukkig van af. Het aantal staaltjes van zijn gebrekkige kennis van het Engels is beschamend en in de meeste gevallen vervalsen ze Illichs bedoelingen of maken ze die volkomen onbegrijpelijk. Illich zegt bijvoorbeeld: werkwoorden die vroeger bevredigende activiteiten uitdrukten, zijn nu vervangen door zelfstandige naamwoorden die pakketten aanduiden die je nog alleen passief kunt consumeren. ‘Leren’ b.v. wordt ‘punten of diploma's verzamelen’: ‘to learn’ becomes ‘to accumulate credits’; het WV vertaalt: ‘leren’ wordt ‘het opeenstapelen van geloofwaardigheden’ (10). Illich zegt: het monopolie van de deskundigen verlamt alle zelfactiviteit, je kunt niet eens zelf meer een gebroken been herstellen (set a bone), daar moet je een gediplomeerde (certified) specialist voor hebben; het WV vertaalt: je kunt geen voet meer verzetten zonder een bepaalde specialist (11). Illich zegt: simpele en efficiënte geneesmiddelen zijn nog uitsluitend verkrijgbaar op voorschrift van een gezondheidsexpert, ever more drugs went on prescription; voor het WV wordt de situatie integendeel steeds rooskleuriger: steeds meer geneesmiddelen zijn op recept verkrijgbaar (60). Illich zegt: je kunt niet meer zelf je huis of onderkomen bouwen; het | |
[pagina 62]
| |
monopolie van de professionals over bouwvak en bouwmaterialen, over voorschriften en kredietverlening werkt het in de hand dat wonen (shelter) een verbruiksartikel wordt in plaats van een activiteit: The organization of employment, skills, building resources, of rules and credit favour shelter as a commodity rather than as an activity. Het WV weet geen raad met building resources, met credit, met favour en met shelter en vertaalt: De organisatie van werkgelegenheid, vakkennis, opbouw van bestaansmiddelen, van regels en van invloed doet eerder dienst als verbruiksartikel dan als activiteit (11). En dat is onder alle regimes hetzelfde, zegt Illich, whether the product is provided by an entrepreneur or an apparatchik, of het produkt geleverd wordt door een (kapitalistische) ondernemer of door een (communistische) bureaucraat. Weer een van Illichs refreinen, maar het WV schijnt er nog nooit van gehoord te hebben: of het produkt nu op de markt gebracht wordt door de ene ondernemer of een andere (11). En om bij hetzelfde leidmotief te blijven: de vervanging van autonome behoeftenbevrediging door geprefabriceerde waren is overal hetzelfde, nivelleert meedogenloos (relentlessly) alle culturen, maakt ze allemaal gelijk: is relentlessly making the New York teacher, the Chinese commune member, the Bantu schoolboy, and the Brazilian sergeant alike. Het WV weet niet wat relentlessly betekent en evenmin making alike en dat wordt dan: deze vervanging (...) vormt zonder aanzien van de persoon de New Yorkse onderwijzer (...) evenals de Braziliaanse sergeant (18). Altijd weer wordt de verkeerde of onbegrijpelijke lezing veroorzaakt door een gebrekkige kennis van het Engels of doordat uit verschillende betekenissen van één woord in het woordenboek met verbluffende regelmaat op de verkeerde wordt gegokt. Evidence wordt vertaald als bewijs, waar het evidentie, vanzelfsprekendheid moet zijn (12). Interest is belangstelling, tot ze na een paar bladzijden doorhebben dat het belang moet zijn (51-53). Trust wordt gelezen waar thrust staat, zodat er sprake is van het fundamentele vertrouwen in de industriële ontwikkeling (45), waar Illich het heeft over de fundamentele tendens van de industriële ontwikkeling. Distinct is duidelijk, waar het verschillend moet zijn (52); thus is dus, waar het zo moet zijn (10,64); het simpele that is, in de betekenis van dat wil zeggen, wordt zo is het gesteld met (33). Notions (noties) zijn notities (43); assessment of (afweging, evaluatie van) is aanslag op (13); ulterior (verder) is heimelijk (76); jobs (banen) zijn wegen (27); drop out is bedolven worden (32); enforce (met kracht opdringen) is kracht bijzetten (36); allocate (toewijzen) is kiezen (26); community life-styles zijn levensstijlen van de gemeenschap (27). Enzovoort, enzovoort. Zo kun je doorgaan. Vier fraaie staaltjes wil ik de lezer toch nog voorleggen. 1) Home-making (de huishouding doen) wordt het bouwen van huizen (70) en Illichs zin is zijn pointe kwijt. De overproduktie van ruilwaarden maakt ons blind voor de waarde van gebruikswaarden, dingen die we zelf doen of maken maar die niet in markttermen zijn uit te drukken. Toch zou om het even welke economie onmiddellijk ineenstorten als b.v. | |
[pagina 63]
| |
geslachtsgemeenschap of huishouding alleen nog maar tegen betaling zouden gebeuren. Er is bij mijn weten geen enkele economie die al ineengestort is omdat het bouwen van huizen betaald wordt. Maar met het onderscheid tussen ruilwaarde en gebruikswaarde schijnt het WV nog niet erg vertrouwd te zijn: exchange-values zijn beurswaarden (71). 2) De nieuwe biocraat, de gezondheidsingenieur, verschuilt zich achter het welwillende masker van de dokter van vroeger, zegt Illich. Maar die physician of old is voor het WV een geriater (49). 3) Tegenwoordig is alles een ‘probleem’, moet er voor alles een ‘oplossing’ worden gevonden, zo kan het hele leven professioneel worden ingepakt. In mijn jeugd, zegt Illich, bestonden ‘problemen’ alleen maar in de wiskunde of bij het schaken en als we van ‘oplossingen’ spraken, dan bedoelden we scheikundige oplossingen, een zoutoplossing b.v., of juridische: ‘solutions’ were saline or legal, een grapje waarmee Illich twee jaar geleden al uitpakte, toen hij zijn show weggaf in Tilburg, maar voor het WV is het Chinees: oplossingen waren treffend of legaal (59). 4) Geen wonder dat behoeften dan van plastic kunnen worden. De snelle omzet en veroudering van de produkten maakt de behoeften shallow and plastic, oppervlakkig en plastisch, kneedbaar, manipuleerbaar. Van plastic, zegt het WV (61). Zo mogelijk nog meer moeilijkheden heeft het WV met de vele technische termen in dit boekje, hoe algemeen gangbaar die ook zijn. Telkens weer blijkt dat de vertaler geen benul heeft van de verschillende disciplines waaraan die termen ontleend zijn: biologie, kerkgeschiedenis, rechtspraak, economie. Van genetic engineering wordt genetische onderzoekstechnieken gemaakt (14); hoe je a wired global village (een McLuhan-term) moet vertalen, weet ik ook niet zo gauw, maar lintbebouwing (15) is het zeker niet. Late Reformation Christian sects (christelijke sekten in de laat-Reformatie) worden laat gereformeerde christelijke sektes en justification by works wordt rechtvaardiging door arbeid in plaats van ‘door werken’ (48). Staples, dat ‘produkten’, ‘hoofdprodukten,’, bij Illich meestal ‘produktiepakketten’ betekent, wordt vertaald door stapels (18), voorraden (23), stapelplaatsen (71), handelsmarkten (72) en je hoeft geen econoom te zijn om te beseffen wat voor onzin dat oplevert. Iedereen die wel eens een Amerikaans detectiveromannetje gelezen heeft, weet wat in de Amerikaanse rechtspraak hearsay betekent: getuigenis uit de tweede hand, van horen zeggen, opinies, afgeleide conclusies; nooit mag een uitspraak daarop voortgaan, ze moet altijd steunen op testimony: alleen wat een getuige met zijn eigen ogen heeft gezien, uit eigen waarneming weet, kan gelden als bewijs. Die regel is de grondslag van de democratische vrijheden. Illich zegt: mensen moeten zelf uitmaken wat ze willen; ze kunnen zich daarbij door de opinie van deskundigen laten voorlichten, maar ze mogen hun behoeften en de manier waarop ze die willen bevredigen, niet door die opinie laten dicteren. Die regel - en dus de democratische besluitvorming - wordt ondermijnd door het monopolie over de menselijke behoeften dat de professionele behoeftenmakers zich | |
[pagina 64]
| |
toegeëigend hebben: hun opinie is norm geworden. De paragraaf begint met de zin: Citizen liberties are grounded in the rule that excludes hearsay from testimony on which public decisions are based: burgervrijheden zijn gebaseerd op de regel die zegt dat ‘hearsay’ nooit mag gelden als ‘testimony’; publieke beslissingen mogen alleen steunen op ‘testimony’. Het WV ziet dat heel anders: Burgervrijheden zijn gevat in de regel die getuigenis uit de tweede hand waarop publieke opinies zijn gebaseerd, uitsluit (57-58). Wat zegt deze Nederlandse zin eigenlijk? Publieke opinies (decisions zijn opinies geworden) moeten steunen op getuigenis uit de tweede hand, maar wil er sprake zijn van burgervrijheden, dan moet dat getuigenis uitgesloten worden, dus ook de publieke opinies. Als dat al iets betekent, dan in ieder geval het tegenovergestelde van wat Illich zegt. De zotteklap is niet alleen te wijten aan onkunde met deze door Illich al vaak gebruikte gedachtengang, maar ook aan het feit dat de vertaler het Engelse voorzetsel from niet zo goed kent (the rule that excludes hearsay from testimony). Hetzelfde gebeurt, met hetzelfde resultaat op p. 57: Publieke zaken komen via de door de leek gekozen parlementsleden (peers) in handen van een zichzelf machtigende elite is ongeveer het tegenovergestelde van Public affairs pass from the layperson's elected peers into the hands of a self-accrediting élite. Het meest onthutsende van deze vertaling is, dat ze doorlopend de indruk wekt dat het WV nooit eerder iets van Illich gelezen en uitgegeven heeft. Dat ze in hun eerste Illich-vertaling, Ontscholing van de maatschappij (1972), Illichs neologisme convivialiteit nog door gezelligheid vertaalden en van een ‘gezellige maatschappij’ spraken, daar kon je je nog vrolijk over maken. Maar die lust vergaat je als je nu (1978) verneemt dat Illich ‘in de laatste tien jaar’ niet met een sociale theorie over een conviviale maatschappij is bezig geweest, maar met boekjes over een aangenaam leven (9) en de politiek van een aangenaam leven (17). Zoals meermalen gebeurt, heeft de vertaler het na enkele bladzijden door dat het om een technische term gaat - waarschijnlijk omdat Illich het op die plaats nog eens uitdrukkelijk zegt - en dan gaat hij ‘convivialiteit’ vertalen door ‘samen-be-leving’: samen-be-levingswerktuig, politiek opgewekte (?) samen-be-levingsversobering (96). Is dat dan zoveel duidelijker en beter Nederlands dan ‘conviviaal’ en ‘convivialiteit’? Is deze term dan niet allang ingeburgerd? Ook andere typische Illich-termen schijnen voor het WV nog altijd even nieuw te zijn. ‘Paradoxale of specifieke contraproduktiviteit’ bijvoorbeeld. Illich zegt: zodra een industrieel produkt en een professionele dienst een bepaalde drempel overschrijden, gaan ze een ‘paradoxale of specifieke contraproduktiviteit’ vertonen: paradoxal, or specific, counterproductivity sets in. Het WV herkent die term niet en vertaalt: paradoxaal, of specifiek genoeg, tegenproduktiviteit neemt een aanvang (75). De eerste keer dat ze counterproductive in dit boekje tegenkomen, vertalen zij het door equivalent (16). Als Illich nog eens, voorde zoveelste | |
[pagina 65]
| |
keer, uitlegt wat hij met die term bedoelt, wordt het voor het WV helemaal te moeilijk. Scholing, gemotoriseerd transport, professionele geneeskunde, dat zijn allemaal goeie dingen. Tot op zekere hoogte. Het zijn van buiten af geleverde (heteronome) diensten die het zelfstandige (autonome) leren, bewegen en genezen kunnen bevorderen. Sociale behoeften worden optimaal bevredigd, als die twee - heteronome behandeling en autonoom handelen - elkaar aanvullen, als er tussen beider aandeel evenwicht en samenwerking (synergie) is. Wordt het aandeel van de heteronome dienst echter té groot, dan worden wij er totaal afhankelijk van en wordt het autonome handelen geparalyseerd. Overproduktie van ruilwaarden verlamt de autonome creatie van gebruikswaarden. Is een samenleving eenmaal impotent gemaakt om zelf haar gebruikswaarden voort te brengen, dan kan geen enkele levering van ruilwaarden de creatie van gebruikswaarden nog adequaat vervangen; integendeel, en dat is het paradoxale gevolg van de overproduktie: de onmacht om gebruikswaarden voort te brengen maakt dat de ruilwaarden zelf, die bedoeld waren om de gebruikwaarden te vervangen, uiteindelijk juist het tegengestelde bereiken van wat ze beogen: ze worden counterpurposive. Scholing maakt dom, snelheid verslindt tijd, geneeskunde maakt ziekGa naar voetnoot4. The impotence to produce use-values ultimately renders counterpurposive the very commodities meant to replace them. Dat betekent volgens het WV: De onmacht om gebruikswaarden voort te brengen, brengt uiteindelijk als tegengesteld doel die consumptiegoederen voort, die bedoeld waren om deze gebruikswaarden te vervangen (69). Dat is dus nog zo slecht niet. Zolang we onze gebruikswaarden willen vervangen door consumptiegoederen en die consumptiegoederen inderdaad ook voortbrengen, is er niets aan de hand. Ik zie alleen niet in wat dat ‘als tegengesteld doel’ hier nog komt doen: die consumptiegoederen waren toch daarvoor bedoeld? Maar wat zouden we treuren om iets dat verloren is gegaan, maar dat doelmatig en adequaat vervangen wordt? Maar Illich zegt, helaas, iets anders. Dat individuen en samenleving machteloos, impotent gemaakt zijn (disabled) om zelf nog, autonoom in hun sociale behoeften te voorzien, schrijft Illich toe aan het ‘radicaal monopolie’ van de ruil- en marktwaarden (Hfst. I heet Disabling Market Intensity) en van de professionele behoeftenbevredigers (Hfst. II heet Disabling Professions: ‘I propose to call the mid-twentieth century the Age of Disabling Professions’). Het WV vertaalt het eerste door onbruikbare marktintensiteit (20), het tweede door misvormende beroepen (39). Ook door Illich herhaaldelijk gebruikte synoniemen als ‘incapacitating’ of ‘paralyzing’ zijn niet in staat geweest het WV op de goede weg te zetten. Bovendien, waar Illich gewoon van | |
[pagina 66]
| |
professions spreekt, spreekt het WV steeds van geleerde beroepen. Illich heeft het niet tegen geleerden, maar tegen alle vertegenwoordigers van professionele instellingen die zich het monopolie van een behoeftenbevrediging hebben toegeëigend, ook begrafenisondernemers bijvoorbeeld. Dat zijn wel deskundigen die de macht verworven hebben ‘om de politie je begrafenis te laten stoppen als je niet door hen gekist bent’, maar het zijn voorlopig nog niet allemaal geleerden, zoals het WV ons wil doen geloven: Begrafenisondernemers (vormen) een geleerd beroep (56). Tenslotte iets over de manier waarop het WV omspringt met Illichs alternatief, wat hem als enige leefbare toekomst voor ogen staat. Niemand zal beweren dat dit ooit de helderste zijde van Illichs theorie is geweest, maar met deze vertaling gaat het compleet de mist in. The inverse of professionally certified lack, need, and poverty is modern subsistence (letterlijk: het omgekeerde van professioneel tekort, behoefte en armoede is moderne subsistentie). Illich bedoelt: in onze maatschappij bepalen de professionelen wat schaarste, wat behoefte, wat armoede is en zij alleen kunnen die verhelpen; zelf zijn wij er niet meer toe in staat. Dat ‘radicale monopolie’ van de deskundigen drijft de behoeften en de produkten en diensten die daaraan tegemoet moeten komen, voortdurend op en intensifieert onze afhankelijkheid. Het omgekeerde daarvan, het alternatief is: modern subsistence. Ik zou zelf ook niet direct weten hoe je dat moet vertalen. Tenzij: moderne subsistentie of, zoals zelfs het WV wel eens een keer correct zegt, bestaanseconomie. Wat betekent dat? Illich legt het uit. ‘De term “subsistence economy” wordt nu in het algemeen gebruikt (is een gangbare term) om groepsoverleg aan te duiden die marginaal is ten opzichte van markt-afhankelijkheid (ik parafraseer: om een samenleving aan te duiden die slechts tot op zekere hoogte, tot een bepaalde drempel, maar niet totaal afhankelijk is van professioneel gedefinieerde en geprijsde ruil- en marktwaren) en waarin de mensen maken wat zij gebruiken door middel van traditionele werktuigen en binnen een overerfde (overgeërfde, zou ik zeggen) sociale organisatie’ (96). Ik stel voor, zegt Illich, om die gangbare term opnieuw in te voeren, maar nu te spreken van een moderne bestaans- of subsistentie-economie, ‘waarin technieken en werktuigen voornamelijk gebruikt worden om gebruikswaarden voort te brengen die niet gemeten en onmeetbaar zijn door professionele behoeftenmakers’. Wat maakt het WV van de steeds terugkerende term subsistence? Satisfying subsistence activities zijn bevredigende bestaande activiteiten (24); als Illich zegt dat de mensen vroeger de meeste van hun behoeften konden bevredigen in a subsistence mode of through a subsistence mode of life, dan wordt dat de eerste keer in een bepaalde manier van leven (28), de tweede door een bestaanswijze van het leven (32). Het WV laat zich kennelijk niet hinderen door enig vermoeden van wat Illich zou kunnen bedoelen. De boven geciteerde zin, waarin Illich zijn alternatief lapidair formuleert: The inverse of professionally certified lack, need, and poverty is modern subsistence, wordt dan ook consequent | |
[pagina 67]
| |
even absurd vertaald door: Het omgekeerde van een professioneel bepaald tekort, behoefte en armoede is het moderne bestaan. M.a.w. het omgekeerde van het moderne bestaan is het moderne bestaan. En heel Illich wordt op zijn kop gezet.
Wie is voor deze vertaling verantwoordelijk? Het Wereldvenster. Maar wie is het Wereldvenster? Een groep professionelen waarschijnlijk, ik weet het niet. Eén vraag echter. Zoals alle vorige Illich-vertalingen is ook dit boekje verschenen in de reeks ‘Anatomie van de Toekomst’. Die staat onder redactie van de hoogleraren Dr. B. Delfgaauw, Dr. A.J. Nijk, Dr. J. Sperna Weiland. Deskundigen dus, en naar mijn stellige overtuiging respectabele en gewetensvolle deskundigen. Mijn vraag is: hebben zij dit gelezen? Ik zal maar veronderstellen van niet. Maar wat betekent het dan dat deze uitgave onder hun redactie staat? |
|