| |
| |
| |
Huilen om Zaïre
De Zaïrese bisschoppen over de situatie in Zaïre
In Plenaire Vergadering in Kinshasa bijeen, hebben wij, katholieke bisschoppen van Zaïre, de dringende problemen onderzocht waarmee wij, als burgers én als zielzorgers, in geweten geconfronteerd worden door de actuele situatie in ons land.
Wij zijn actief geëngageerd in verschillende sectoren van het nationale leven, maar machteloos moeten we toezien hoe de situatie voortdurend verslechtert. Vermelden we slechts: onverantwoordelijkheid en gewetenloosheid, corruptie, onrecht onder allerhande vormen, openbare immoraliteit, gebrek aan levensmiddelen en farmaceutische produkten, jeugdmisdadigheid, toenemend geweld... En alsof dat nog niet genoeg was, daar bovenop natuurrampen: droogte en inheemse ziekten in sommige streken van het land. Er heerst op het ogenblik in ons volk een schuldgevoel, een ware psychose: ‘God heeft ons gestraft voor onze zonden’.
In een dergelijk klimaat stoot het Evangelie, de boodschap van bevrijding, op tal van contradicties, op een onoverkomelijke psychologische weerstand. En wijzelf verliezen onze geloofwaardigheid. Die situatie eist dat wij, als burgers en als zielzorgers, positie kiezen. Het leed, de angst, het lijden van ons volk kan ons niet onverschillig laten. Wij moeten ‘huilen met hen die huilen’, zuchten met hen die zuchten (Rom. 12, 15). Als wij zwijgen, maken wij ons, in de ogen van de wereld en vooral van ons volk, medeplichtig aan het verval en de ellende waarvan velen al zeggen dat ze ons land naar een apocalyptische situatie kunnen leiden.
Als de Kerk haar stem laat horen in politieke kwesties, dan betekent dat niet dat zij in de plaats van de Staat wil treden. De Staat komt het toe, de politieke koers en het regeringsstelsel te bepalen. De Kerk kan nooit samenvallen met de politieke gemeenschap of zich met een gegeven politiek systeem identificeren. Zij is het teken van en staat borg voor het transcendente karakter van de menselijke persoon (Gaudium et Spes, no 76). Maar wel heeft zij het recht om tussenbeide te komen in kwesties van geloof en zeden, en daarom kan zij ook op politiek gebied stelling nemen
| |
| |
wanneer een regime in zijn principes zelf is aangetast of in zijn structuren en zijn beleid normen aanlegt die in strijd zijn met het algemeen welzijn en de rechten van de mens.
In de afgelopen jaren hebben wij onze christenen herhaalde malen aangespoord, zich meer in te zetten voor een inwendige vernieuwing, om betere burgers te zijn en dynamische bewerkers van hun eigen welzijn. Maar de onmiskenbare tekenen van een diepe sociale malaise en van een reële kwaal die, zowel van binnen als van buiten, onze samenleving aanvreet, blijven maar aanhouden. Daarom voelen wij ons genoopt, ons opnieuw tot onze christenen te richten en tot alle mensen van goede wil, met name diegenen die, ieder op zijn niveau en zijn manier, het lot van ons last lijdend volk in handen hebben(...).
| |
De Zaïrese kwaal
Herhaaldelijk zijn in de laatste jaren de autoriteiten van het land publiek overgegaan tot een strenge zelfkritiek. Dat strekt hun tot eer. De Zaïrese kwaal die in haar verschillende vormen in die autokritiek werd aangeklaagd, is inderdaad een realiteit, vandaag meer dan ooit (...). De recente gebeurtenissen in Shaba en andere soortgelijke hebben dat nog eens op tragische wijze geïllustreerd (...). Die algemene malaise onthult in feite een diepgaande crisis: de ondoeltreffendheid van het regeringsstelsel en het beleid. De instellingen van ons land zijn niet meer bij machte op een efficiënte manier hun allereerste taak te vervullen: de bescherming en verdediging van de mensenrechten en het goederenrecht, de handhaving van de orde en de bevordering van het algemeen welzijn. Om zichzelf recht te verschaffen, kan het individu nog alleen zijn toevlucht nemen tot actieve corruptie.
Kunnen wij in het algemeen zeggen dat de zelfkritische analysen van de gezagdragers van ons land en de hervormingsmaatregelen die zij voorstellen, erin geslaagd zijn de kwaal in te dammen? Kunnen we, in het bijzonder, beweren dat het leger en de politie werkelijk hun functie vervullen en alleen maar hun functie: het grondgebied verdedigen, de openbare orde handhaven, de veiligheid van personen en goederen verzekeren? Kunnen we volhouden dat de voornaamste Staatsorganen - Politiek Bureau, Wetgevende Vergadering, Juridische Raad en Uitvoerende Raad - erin slagen, in de instellingen en de administratie de waarden van vrede, rechtvaardigheid, arbeid en democratie hoog te houden? Kunnen we, tenslotte, zeggen dat de eerbied voor de menselijke persoon en voor het menselijk leven, dat de rechtvaardige en billijke verdeling van het nationale inkomen, de oordeelkundige toewijzing van beloning en straf, de verzekerde uitoefening van een legitieme vrijheid van opinie en van godsdienst, kortom, dat een gezonde openbare moraliteit erin geslaagd is, onze
| |
| |
mensen aan te moedigen tot het goede en af te houden van het kwaad, en aan te wakkeren tot arbeid en tot grotere solidariteit?
Wie kan op deze vragen alleen maar affirmatief antwoorden? We moeten dan ook op zoek gaan naar de diepe oorzaak of oorzaken van de kwaal en de moed hebben om die aan te pakken.
| |
Oorzaken van de Zaïrese kwaal
Ondanks de verschillende hervormingen die men voorstelt om de situatie recht te trekken, blijft de malaise maar voortduren. Dat wijst erop dat de oorzaken ervan diep liggen en complex zijn: de ene, van structurele aard, raken de instellingen en de structuren; de andere, van morele aard, hebben betrekking op het gedrag van de mensen. Het zou een hachelijke, zoniet onmogelijke onderneming zijn, een volledige inventaris op te maken van alle oorzaken van de kwaal waaraan onze samenleving lijdt. Maar het kan nuttig zijn, de meest fundamentele ervan onder de loep te nemen, zodat we het kwaad in zijn wortels aan kunnen pakken.
1. De structurele oorzaken. Een van de voornaamste oorzaken van de verlamming van de nationale instellingen en van de staatsstructuren is gelegen in de slechte toepassing van het principe van het eenheidsgezag. In zichzelf waardevol en goed, blijkt dat principe in de dagelijkse praktijk tot de ondermijning van het gezagsprincipe zelf te leiden.
Wie hiërarchisch hoger staat, staat vaak onder toezicht van zijn ondergeschikte en verliest zo alle overwicht over hem. Op die manier wordt het gezag zelf in zijn principe aangetast en daaruit volgt dan weer het gevaar van een buitensporige centralisatie van de macht. De lagere ambtsdragers worden tot louter uitvoerders gedegradeerd: doordat zij altijd moeten wachten op de beslissingen van bovenaf, ook in domeinen die tot hun eigen competentie behoren, raken zij ontmoedigd en vluchten in onverantwoordelijkheid en gewetenloosheid.
Zonder in het debat over het principe van de Eenheidspartij het laatste woord te willen spreken, moeten wij constateren dat in de praktijk de structuren van de Partij, met haar statuten en richtlijnen, de plaats hebben ingenomen van die van de Natie, met haar Grondwet en wetten. Het bestuur van de Staat is ondergeschikt gemaakt aan de eisen van een partijpolitieke discipline, de Grondwet staat in dienst van de Partij. Met het gevolg dat ze voortdurend herzien wordt en niet langer voor allen een vaste, objectieve waardennorm vertegenwoordigt. Met het gevolg ook, dat er dubbele, parallelle structuren naast elkaar ontstaan, die de normale werking van de nationale instellingen alleen maar kunnen hinderen.
2. De morele oorzaken. De Zaïrese kwaal is vooral een morele kwaal: de morele waarden, de grondslag van iedere natie, zijn uitgehold (...). Het
| |
| |
Zaïrese volk is eraan gewoon geraakt dat betrekkingen en promoties gegeven worden aan mensen wier eerlijkheid, integriteit en rechtschapenheid al eerder omstreden werden. Oneerlijkheid wordt op die manier het beste middel om op de maatschappelijke ladder omhoog te komen. Van deze constatering naar de relativering van alle criteria die goed van kwaad onderscheiden, is het maar een stap.
Die uitholling van de morele normen leidt tot afstomping van het geweten, tot verknechting van de menselijke persoon (...), tot ongelijkheid in de verdeling van de nationale eigendommen, en daaruit volgen dan weer defaitisme en absenteïsme, corruptie en afpersing. De zin voor de mens en het algemeen welzijn, de zin voor gerechtigheid en eerlijke arbeidzaamheid, de zin voor waarheid en het respect voor het gegeven woord zijn in onze samenleving zoek. De Zaïrese mens heeft alle respect voor het leven verloren.
| |
Aandeel van buitenlandse machten in de verantwoordelijkheid
Ons land heeft het ongeluk dat het een rijk economisch potentieel bezit. Dat maakt het voor sommige buitenlandse mogendheden tot een begerenswaard en vaak schaamteloos begeerd object. Ze schijnen meer geïnteresseerd te zijn in onze grondstoffen dan in onze mensen en ons volk. Wij blijven trouw aan het principe, dat we onze interne politieke problemen zelf moeten oplossen, zonder enige buitenlandse inmenging. De Staat moet bij machte zijn, zijn eer hoog te houden en zijn onafhankelijkheid te verdedigen door zelf voor orde in het land te zorgen. Op die manier vermijdt hij, sommige landen of belangengroepen een voorwendsel in handen te spelen om hun zogenaamde diensten aan te bieden, onze soevereiniteit te komen verkrachten, onze waardigheid met voeten te treden en ons patrimonium te verarmen.
In geen geval willen wij van een buitenlandse interventie weten, die onder de dekmantel van een internationale alliantie van onderdrukkers die elkaar de hand boven het hoofd houden ten koste van het volk, de roep naar onmisbare en heilzame hervormingen smoren. Wij willen van geen enkele buitenlandse inmenging weten die aanstuurt op een verdeling van ons continent onder de drie machtsblokken. De buitenlandse mogendheden moeten ermee ophouden, ons tot onderlinge uitmoording te drijven onder het bedriegelijke voorwendsel dat ze ons willen helpen onze vrijheid te herwinnen of ons willen beschermen tegen het communisme. Het is niet de macht van de wapens die onze problemen zal oplossen, maar de verzoening van ons hele volk.
| |
| |
| |
Toekomst
Het is helemaal onze bedoeling niet, ons land te herleiden tot dit sombere beeld. Wij zijn niet blind voor de inspanning die de gezagdragers van het land zich getroosten om de materiële situatie van het Zaïrese volk te verbeteren. Wij erkennen het prerogatief van de Staat om, in overleg met het volk, zijn eigen regeringsvorm te kiezen, op voorwaarde dat de grondrechten van de mens metterdaad worden gerespecteerd. We weten ook welke verschillende maatregelen worden overwogen om tot een reële decentralisatie van de diensten en een waarachtige democratie te komen. Maar we blijven ervan overtuigd dat, als men de situatie echt gezond wil maken, diepgaande hervormingen vereist zijn. Experimentele en oppervlakkige hervormingen zouden slechts een opkalefatering zijn en de barsten heel laten (...). In het psychologisch klimaat dat op het ogenblik bij ons heerst, heeft zelfs een groots opgezet plan om de economie van de grond te helpen, misschien maar weinig kans op welslagen. Eerst moet een psychologisch klimaat worden geschapen waarin mensen weer met animo aan het werk kunnen gaan, en dat vraagt een mentaliteitsverandering. Daarvoor menen wij de volgende middelen te kunnen aanbevelen.
1. Op het niveau van de Kerk. Tegenover de verslapping van de moraliteit willen wij ons blijven inzetten om, uit kracht van het Evangelie, te strijden tegen alle vormen van immoraliteit en voor het herstel, in onszelf en in de anderen, van de in onze samenleving uitgeholde geestelijke en morele waarden.
Ten aanzien van de materiële ellende zullen wij onze inspanningen verdubbelen om aan de beproefde bevolkingen dringende hulp te bieden en om de anderen te helpen, meer hun eigen lot in handen te nemen en zelf te zorgen voor hun integrale menselijke ontplooiing. Wij blijven bereid om met toewijding, in de mate van onze mogelijkheden, met de uitvoerende macht samen te werken voor de verwezenlijking van sommige doeleinden die de voorrang moeten krijgen om de levensomstandigheden van ons volk te verbeteren.
2. Voor de Staat. Aan de leiders van het land vragen wij dat zij zich wapenen met echte vaderlandsliefde en moed. Dat veronderstelt dat zij zichzelf vergeten, zichzelf niet sparen en wijd open staan voor de anderen. Op die grondslag wordt het mogelijk de diepgaande hervormingen door te voeren die dwingend nodig zijn voor een echt herstel van de Natie. Wil men vaststellen welke daarvoor de geschikte middelen zijn, dan zal men, in dialoog en overleg, een verzoening tot stand moeten brengen tussen alle burgers van het land.
Er moet in ons land een echte democratie komen; het volk moet de
| |
| |
mogelijkheid hebben om zich vrij uit te drukken, om controle uit te oefenen op zijn leiders en hun beleid te beoordelen. De nationale instellingen moeten hun autonomie terugkrijgen en reële beslissingsmacht; de zin voor het gezag en de morele normen moeten worden hersteld.
We zijn ons ervan bewust dat we daarmee van de leiders van ons volk een groot offer vragen. Maar dat is de prijs die voor een waarachtig herstel van de Natie betaald moet worden.
3. Voor ons volk. We weten allemaal dat we moeilijke tijden, sombere uren beleven, en de moeilijkheden die zich opstapelen, doen ons denken dat God ons gestraft heeft voor onze zonden. Defaitisme bekruipt ons allemaal. Maar dat is geen christelijk antwoord op onze problemen. Vat weer moed, ga hard aan het werk en reken meer op uzelf dan op de anderen om de strijd van het leven zegevierend te strijden.
Diegenen onder onze landgenoten die, in de moeilijke omstandigheden van vandaag, hun moreel hoog houden en zonder berekening, competent, eerlijk en toegewijd hun beste krachten inzetten, wensen wij van harte geluk en moedigen wij aan: dat hun arbeid moge bijdragen tot het welzijn van ons volk. Ze moeten weten dat ons hart en onze gedachten bij hen zijn, daar waar ze staan.
4. Aan de buitenlanders zeggen wij: Bedankt dat u bij ons bent gekomen. Helpt de Zaïresen de echte problemen te zien waarvoor Zaïre zich gesteld ziet ten aanzien van zijn integrale ontwikkeling. Zoekt samen met hen naar de oplossingen die zich opdringen. We twijfelen er niet aan dat uw toewijding ten dienste van dit land op zichzelf al een teken en een bewijs kan zijn dat u van Zaïre uw tweede vaderland hebt gemaakt. Maar dat betekent ook dat u alle mercantilisme en winstbejag moet vermijden en streven naar het welzijn en de lotsverbetering van uw Zaïrese broeders.
Kinshasa, 1 juli 1978
De Bisschoppen van Zaïre
|
|