Streven. Vlaamse editie. Jaargang 46
(1978-1979)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
Janusz Korczak - een honderdjarige Pool
| |
[pagina 31]
| |
Drie oorlogen hebben zijn leven bepaald. Eerst was er de Russisch-Japanse oorlog, waarvoor hij werd opgeroepen. In 1904/05 was hij als dokter werkzaam in een veldlazaret in Mantsjoerije. Dan kwam de eerste wereldoorlog. Weer werd hij als dokter ingeschakeld in het veldlazaret, maar de vrije tijd die hem in de chaos van het frontleven restte, besteedde hij aan het schrijven van zijn belangrijkste werk: Jak kochac dziecko (Hoe je van een kind moet houden).Ga naar voetnoot2 De tweede wereldoorlog, zijn derde oorlog, betekende voor Janusz Korczak de dood. Na de inneming van Warschau door de Duitse troepen werd hij gedwongen samen met de 200 kinderen van het weeshuis dat hij leidde, naar het Getto te verhuizen. Vrienden probeerden hem eruit te halen, maar Korczak weigerde: hij wilde de kinderen, nu vooral, niet alleen laten. Op 5 augustus 1942 werd het hele weeshuis samen met het personeel en Janusz Korczak naar het ‘Vernichtungslager’ Treblinka gevoerd. Ooggetuigen hebben deze laatste tocht beschreven. Een van hen, Emmanuel Ringelnatz, de historicus van het Getto, schrijft: ‘Dit beeld zal ik nooit vergeten...Alle kinderen waren in rijen van vier opgesteld, vooraan ging Korczak, de ogen opgeslagen ten hemel en aan elke hand een kind, hij leidde de stoet. De Joodse eredienst stont in de houding en salueerde. De Duitsers vroegen: ‘Wie is die man?’Ga naar voetnoot3 | |
Wie is die man?De Polen kennen hem, hun Dokter Korczak, al worstelden zij wel eens met de vraag of hij nu een Poolse Jood of een Joodse Pool was. Problematisch blijft voor hen ook, of hij een orthodox gelovig Jood was en in hoeverre zijn pedagogische principes bruikbaar zijn voor het politiek bestel, dat Polen sedert het einde van de tweede wereldoorlog kent. Het leven en het belangrijkste werk van deze man zijn nauw verbonden met de stad Warschau. Daar studeerde hij vanaf 1898 aan de medische faculteit en vanaf 1904 werkte hij er als dokter in een kinderkliniek. Daar ook schreef en publiceerde hij zijn literaire werken. Na een verblijf van een jaar in Berlijnse klinieken, een half jaar in Parijs en een maand in Londen keerde hij naar Warschau terug en werd er een gewaardeerd en beroemd kinderarts. Maar zijn belangstelling ging hoe langer hoe meer naar de achterbuurten van de stad en de ellende van de kinderen die daar leefden. Voor hen gaf hij zijn schitterende praktijk op en in 1911 nam hij de leiding op zich van het pas opgerichte en naar zijn ontwerp gebouwde Dom | |
[pagina 32]
| |
Sierot (Huis der wezen). Na de gedwongen onderbreking van 1914-18 keerde hij zo vlug mogelijk naar Warschau en naar het weeshuis terug. Hij bleef er tot het einde. Het opvoedingswerk dat hij er deed, had tot doel de oprichting van een georganiseerde kindergemeenschap, gebaseerd op de methode van zelfbestuur door de kinderen. In het boek Jak kochac dziecko schreef hij: Ik eis de Magna Charta Libertatis, als een grondwet voor het kind. Misschien zijn er nog meer, maar deze drie grondrechten heb ik ontdekt: 1) het recht van het kind op zijn dood, 2) het recht van het kind op de dag van vandaag, 3) het recht van het kind, te zijn zoals het is. En in een later toevoegsel heet het: Ik was nog niet tot het inzicht gekomen, dat het eerste en onbetwistbare recht van het kind is, zijn gedachten uit te spreken en actief deel te nemen aan onze overwegingen en oordelen over zijn persoon.Ga naar voetnoot4 Wat dat in de dagelijkse praktijk van het weeshuis betekende, laten de verschillende instellingen zien die Korczak er in de loop van de jaren introduceerde. Er was een dienst van onderlinge hulpverlening, waarin kinderen de zorg voor en de begeleiding van andere kinderen op zich namen. Er waren de wekelijkse vergaderingen, waarin iedereen, zowel de kinderen als de opvoeders, zich mochten uitspreken over de anderen, zowel over de opvoeders als over de kinderen. Er was de krant waarin onder slagzinnen als ‘Dat moet nu eindelijk gedaan zijn’ het relaas te vinden was van vechtpartijen en ruzies, maar daarnaast ook berichten over veranderingen en verbeteringen in het weeshuis. Er was het parlement met zijn twintig verkozen afgevaardigden, die gaandeweg meer verantwoordelijkheid kregen. En naast nog een aantal andere instellingen was er vooral het ‘kameraadschapsgerecht’ waarover Korczak uitvoerig bericht.Ga naar voetnoot5 | |
La ville dont le prince est un enfantIn het boek dat Korczak in Polen de grootste populariteit bezorgde. Król Maciùs Pierwszy (Koning Mathieu de eerste)Ga naar voetnoot6, wordt het kind letterlijk koning. Het verscheen in 1923 en vertelt het verhaal van een gevoelige, intelligente en moedige jongen, die na de dood van zijn vader koning moet worden, omdat zijn vader dat ook was. Drie vijandige vorsten vallen zijn land binnen, maar ze worden verslagen en teruggedreven. En dan beginnen de binnenlandse moeilijkheden met de ministers en het parlement, | |
[pagina 33]
| |
moeilijkheden die de kleine koning doen besluiten, dat hij alleen maar de koning van de kinderen wil zijn en dat de kinderen de macht in handen moeten nemen. Ze vormen een eigen parlement. Voortaan doen de kinderen het werk van de volwassenen, en de volwassenen gaan naar school. Dat loopt natuurlijk slecht af, de chaos groeit en de vijandige koningen vallen het land weer binnen; de kleine koning wordt verraden en ter dood veroordeeld. Een van de koningen redt hem van de dood. De kleine koning wordt verbannen. Geen vrolijk kinderboek, omdat het niet als andere kinderboeken de indruk wil wekken, dat de held alles kan, althans in zijn fantazie. Wel een humoristisch eerlijk boek, omdat het de droom van een betere wereld durft uitspreken en ook afbreken, zonder hem te vernietigen. Ook in het vervolgverhaal, dat de ballingschap van de kleine koning en uiteindelijk zijn dood vertelt, klinkt die genuanceerde eerlijkheid door. | |
Dokter KorczakDat Korczak medisch geschoold was, dat hij een goed kinderarts was, had ook zijn weerslag op zijn aktiviteiten in het weeshuis. De uiterlijke kentekenen van ziekte, ondervoeding en andere lichamelijke kwalen bleven hem boeien. Hij bleef de nauwkeurige waarnemer van de lichamelijke ontwikkeling van het kind en wilde daarin wetmatigheden ontdekken die zouden leiden tot een beter begrip van het kind, d.i. een mens die bezig is met groeien. Een vijfhonderd gewichts- en meetdiagrammen van zijn hand zijn jammer genoeg in de oorlog verloren gegaan, samen met een reeks notities over de ontwikkeling van de afzonderlijke kinderen in het weeshuis. De medicus in hem bracht hem tot de volgende uitspraak: ‘Een kind is als een perkament, dicht beschreven met heel kleine hiërogliefen, die je maar gedeeltelijk kan ontcijferen’Ga naar voetnoot7 Beroemd werden in Polen zijn ‘Radiopraatjes van de oude dokter’, een programma van de Poolse radio, waarin kinderen en volwassenen met hem gesprekjes kwamen voeren voor de micro. | |
Korczak en de pedagogenDat Korczak zich zo uitdrukkelijk voor de kinderen inzette was geen alleenstaand feit in de pedagogiek. Er zijn andere namen te noemen in het eerste kwart van de twintigste eeuw: Montessori, Decroly, Flanagan, Makarenko, Neill. Janusz Korczak heeft zich, wellicht onder invloed van zijn oorlogservaringen, aangesloten bij hen die ook wel een ‘vredespeda- | |
[pagina 34]
| |
gogen’ genoemd worden, maar een echt pedagogisch systeem zal men bij hem tevergeefs zoeken. Wellicht is dat de reden waarom hij buiten Polen relatief onbekend is gebleven. Zijn teksten zijn schetsen, stukjes van een legpuzzel, aanduidingen en vermoedens, ontledingen van kindergedragingen, fragmentaire veroordelingen van de burgerlijke opvoeding binnen het gezin, bondige raadgevingen voor het leiden van internaten en zomerkolonies. Het is niet mogelijk uit dit alles een afgerond pedagogisch geheel op te bouwen. En verder is er de moeilijkheid van de taal. Nederlandstaligen bijvoorbeeld zijn voor een kennismaking met zijn geschriften op de Duitse en Franse vertalingen aangewezen. | |
Honderd jaar KorczakIn de Duitse Bondsrepubliek werd de naam Korczak in 1957 in de belangstelling van het publiek gebracht, toen de auteur Erwin Sylvanus een toneelstuk publiceerde onder de titel ‘Korczak und die Kinder’.Ga naar voetnoot8 Het werd herhaaldelijk opgevoerd, ook door een groep jonge Joodse spelers. Aan de universiteit Giessen worden sedert verschillende jaren de ideeën van Korczak besproken in seminaries onder leiding van Prof. Erich Dauzenroth, die ook verschillende internationale Korczak-colloquia organiseerde. In 1972 werd de ‘Friedenspreis’ van de Duitse boekhandel postuum toegekend aan Janusz Korczak. En nu in september van dit jaar bij het Verlagshaus Gert Mohn in Gütersloh het boekje Verteidigt die Kinder, met een eerste vertaling van vroege essays, is verschenen, zijn bijna alle geschriften in Duitse vertaling beschikbaar. Bovendien bestaat er een Deutsche Korczak-Gesellschaft, die zich bezig houdt met de verspreiding van zijn ideeën en geschriften. In Israel en Zweden hebben Korczak-genootschappen al een zekere traditie en in 1974 werd in Parijs de vereniging Les Amis du Docteur, Janusz Korczak opgericht. Op 5 en 6 juni 1977 organiseerde de UNESCO in Parijs een internationaal seminarie over de opvoeder Korczak en in april 1978 vond in Tel-Aviv een Korczak-week plaats ter herdenking van de 100e verjaardag van de pedagoog. In oktober 1978 sluit Polen zich bij de viering aan. In Warschau worden door het Poolse ministerie van cultuur en opvoeding en het Poolse Korczak-comitee internationale herdenkingsdagen gehouden, waarop het werk en de invloed van Korczak als pedagoog, schrijver en arts zullen belicht worden. Deze nationale en internationale belangstelling heeft Janusz Korczak nooit kunnen voorzien. Toen hij tussen mei en augustus 1942 in de een- | |
[pagina 35]
| |
zame nachten van het Getto zijn memoires schreef en naar een motivering voor dit werk zocht, vond hij alleen maar dit: ‘Niet zozeer de poging tot een synthese, veeleer een grafsteen uit pogingen, ervaringen, fouten. Misschien is dat ooit eens, na vijftig jaar, voor iemand nuttig.’Ga naar voetnoot9 Het manuscript met de herinneringen werd na de deportatie naar Trebelinka overhandigd aan Igor Newerly, sedert jaren medewerker van Korczak. Die vond zijn eigen woning niet meer veilig genoeg en kort voor zijn arrestatie kon hij het manuskript laten overbrengen naar het weeshuis ‘Nasz Dom’, het tweede weeshuis in Warschau, waaraan Korczak actief had meegewerkt. Daar werd het op zolder ingemetseld. Igor Newerly overleefde het concentratiekamp en werd de uitgever van het volledig werk van Korczak, dat in 1957/58 in vier delen verscheen in Warschau. | |
Janusz Korczak over...de opvoeder zelf.- Wees jezelf. Zoek je eigen weg. Leer jezelf kennen voor je er aanspraak op maakt de kinderen te kennen. Tast de grenzen van je mogelijkheden af vóór je rechten en plichten van de kinderen afbakent. Van allen die je moet begrijpen, opvoeden, onderrichten, ben jij de allereerste. Begin met jezelf. - Er zijn vergissingen die je altijd zult begaan omdat je een mens bent, en geen machine. - Het is je plicht mensen op te voeden, niet schaapjes te telen; werkers, geen zedeprekers. Hun lichamelijke en geestelijke gezondheid moet je voor alles ter harte gaan. | |
omgaan met kinderen.- In de zomer waren de ramen open; dan vlogen de mussen de kamer binnen en streken ze neer op de bloempotten. Als ik bleef zitten en me niet verroerde, waren ze niet bang. Maar toen ik op een keer onverwacht de kamer binnenkwam, kon zo een musje in zijn angst het raam niet vinden en bezeerde het zich lelijk. Sindsdien klopte ik altijd eerst op de deur voor ik naar binnen ging. Nu het winter is geworden heb ik de glazenmaker gevraagd of hij niet een klein stukje glas zou kunnen wegsnijden, zodat de mussen tussen de dubbele ramen zouden kunnen eten; daar hebben ze het dan tenminste niet zo koud. Dat zal vast lukken. - Er zijn kinderen die ziekelijk nukkig zijn. Ik heb er zo tientallen in mijn medisch kabinet zien voorbijgaan. Meestal waren het kinderen die met zoveel zorg omringd werden dat ze er in feite onder verstikten. Ze weten bepaald goed wat ze willen maar toevallig zijn het altijd dingen die schadelijk voor hen zijn. Bij vele kinderen kun je een kille afstandigheid tegenover volwassenen opmerken; in hun ogen lees je een echte haat of een misprijzen voor hun omgeving. Een verkeerd begrepen liefde kan van een kind een martelaar maken. Kinderen die teveel bemind worden, zouden door de wet moeten beschermd worden. - Ik heb medelijden met kinderen bij wie men erin geslaagd is elke opwelling van weerspannigheid te doden. Hun revoltes en aanklachten openen de weg die toegang verleent tot de meeste mysteries van een kinderziel. | |
[pagina 36]
| |
- ‘Dat had ik van jou niet verwacht... Ik dacht dat ik je vertrouwen kon, ik heb me vergist...’ Je hebt ongelijk gehad je daaraan niet te verwachten; je hebt ongelijk gehad een grenzeloos vertrouwen te schenken. Wat een pietluttige opvoeder ben je toch; je weet niet eens dat een kind een menselijk wezen is. Je bent vertontwaardigd, niet omdat je in zo een voorval een gevaar ziet voor het kind, maar omdat je bang bent voor de goede naam van je instelling, van je opvoedingssysteem, van je eigen persoontje. In feite ben je alleen maar met jezelf begaan.
- Je kunt in de ogen van een kind de revolte aflezen, wanneer je een hoge toon aanslaat om hem de moraal aan te praten. - Ik herinner me een jongen die me rustig mijn diepe verontwaardiging liet uitpraten en me nadien vroeg: ‘Mijnheer, waarom word je helemaal rood wanneer je woedend bent?’ - Ik heb eens een elfjarig jongetje betrapt toen hij een meisje iets toefluisterde. Ik wist dat hij verliefd op haar was. Ik merkte hoe het meisje hoogrood kleurde, even schokschouderde en verlegen het hoofd boog. Later op de dag ondervroeg ik de jongen: waarover had hij het met zijn vriendinnetje? Hij raakte helemaal niet van de wijs; heel openhartig trachtte hij zich de details van het gesprek in herinnering te brengen. ‘O ja; ik vroeg haar of ze wist hoeveel zestien maal zestien was!’ - Een vakantiekolonie: we zijn in het bos en ik vertel de kinderen een verhaal. Plots zie ik een jongetje rechtstaan en weggaan, een tweede volgt zijn voorbeeld, ook nog een derde. Tot mijn grote verbazing. Achteraf verneem ik dat de eerste zijn stok onder een struik had vergeten en dat hij plots bang was geworden dat iemand die zou wegnemen. De tweede had zich aan zijn vinger gekwetst; de derde hield helemaal niet van gefantaseerde verhalen. Een volwassene zou ook het theater verlaten wanneer de show hem niet langer boeit, wanneer het hem plots te binnenvalt dat hij zijn geldbeugel in zijn overjas heeft gelaten. Of wanneer hij zich onwel voelt. | |
Kinderen aan het werk.- Het spel is voor kinderen veel meer dan een soort paradijs; het is de enige ruimte waarin wij ze wat vrijheid gunnen, wat initiatief. In het spel ontdekt het kind de waarde van het onafhankelijk handelen. Alle andere genoegens zijn maar genoegens, voorbijgaande geintjes. - Een kind wil weten, zien, nakijken, alles wat hem onder de handen valt, uittesten. Er blijven zo nog voldoende dingen over die het op ons woord aanvaarden moet. - Men zegt dat er maar één maan is. Toch kan men ze overal ontdekken. ‘Kijk, ik ga aan de andere kant van de muur staan. Jij blijft hier.’ Ze sluiten de hekdeur. ‘Zie je er één in de tuin? ‘Ja. ‘Ik ook. Hier zie ik er ook één.’ Ze verwisselen hun observatieposten, gaan alles nog eens na. Nee, je kunt het niet langer loochenen. Er zijn wel degelijk twee manen. - Het leven geeft gestalte aan de dromen. Vanuit de dromen wordt de werkelijkheid opgebouwd. |
|