Streven. Jaargang 14
(1946-1947)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 848]
| |||||||||||||||||
Staatkundige kroniek
| |||||||||||||||||
De voorlopers der partij, haar stichting en ontwikkelingDe eerste eigenlijk socialistische beweging die in Engeland tot stand kwam was de Social Democraty Federation (de S.D.F.), gesticht door H.M.H. Hyndman. Ze steunde overwegend op de marxistische leer. Haar socialisme, dat zeer doctrinair en exclusief was, heeft in Engeland niet lang stand gehouden, maar toch hebben de leden van de S.D.F. een belangrijk pionierswerk verricht tegen het liberalisme. Later is zij ongeveer geheel in de Labour-Party opgegaan, waarvan ze de uiterste linkervleugel vormt. Het schijnt dat de Engelsman van natuur nogal ketters aangelegd is, d.w.z. dat hij moeilijk kan vasthouden aan een strakke leer! Kort na de stichting van de S.D.F. kwam de Fabian Society (de F.S.) tot stand als beweging van de middenstanders. Zij hield geenszins strak vast aan het marxisme, doch richtte zich eerder naar de algemeen gangbare sociale denkbeelden om direct op de sociale toestanden in te werken. Eindelijk zien wij een derde organisatie opkomen: de Independent Labour Party (de I.L.P.) door Keir Hardy gesticht. Zij was, wat haar opvattingen betreft, een verdere uitbreiding van de F.S. Had deze reeds | |||||||||||||||||
[pagina 849]
| |||||||||||||||||
het starre van de S.D.F. laten vallen, de I.L.P. brak zo goed als geheel af met de philosophische grondstellingen van het marxisme. Tegenover de doctrinaire en exclusieve S.D.F., was zij van den beginne af vrij ondogmatisch en ruim. Zij wierf haar leden aan onder de arbeiders en de middenstanders, haar actie was echter vooral gericht naar de vakorganisatie die toen nog hoofdzakelijk bij de Liberale Partij aanleunde. Zij wilde nl. deze reeds georganiseerde arbeiders losmaken van de 'kapitalistische' partijen, hetgeen haar - vooral later, samen met de Labour-Party - zo goed als geheel lukte. Deze I.L.P. is de 'geestelijke vader' van de Labour-Party geweest en lange tijd bleef zij een van haar voornaamste onderdelen. De Labour-Party zelf, nu eindelijk een werkelijke arbeiderspartij, werd opgericht in 1906, niet als de vrucht van een speciale idee of inspiratie van een leider maar tengevolge van een rechterlijke uitspraak: door een rechterlijke uitspraak van het Hogerhuis, werd de vakvereniging van haar wettelijke basis beroofd. Het antwoord hierop was dat, na de verkiezingen, negen en twintig arbeidersafgevaardigden het Lagerhuis binnentraden en hierdoor de arbeiderspartij geboren werd. Het eerste doel dat men zich gesteld had: arbeiderscandidaten naar het Lagerhuis af te vaardigen was bereikt. In het begin was deze arbeiderspartij in hoofdzaak een partij waarvan de vakverenigingen de ruggegraat vormden en waarvan de I.L.P. een hoofdsteun was. Eerst na den eersten wereldoorlog groeide deze arbeiderspartij uit tot de machtige Labour-Party die nu én de vakverenigingen, én de coöperatieve verenigingen, én alle overige socialistische verenigingen omsloot. In 1923 was in Engeland de eerste arbeidersregering aan het bewind; zij hield het negen maanden uit tegen de coalitie, die zich toen vormde tussen de Liberalen en de Conservatieven. In 1929 werd de L.P. voor de eerste maal de grootste partij in het Lagerhuis met 288 afgevaardigen tegen 267 van de Conservatieve en 59 van de Liberale Partij. De tweede arbeidersregering in 1929 onder MacDonald had geen zeer gunstig verloop voor de L.P., toen de arbeidersregering MacDonald zelf verraad pleegde tegenover de Partij - zo staat het tenminste in de geschiedenis van de L.P. beschreven. De gevolgen voor de partij waren ernstig, doch zij heeft zich spoedig hersteld. In 1945 zien we de arbeiderspartij 393 zetels op de 640 in het Lagerhuis bezetten, terwijl de Conservatieven er nog slechts 198 overhouden. De Liberalen hebben er nog 10 en de Communisten 2. | |||||||||||||||||
De structuur van de Labour-PartyIn wezen was de L.P. bij haar oorsprong federaal ingericht en slechts na den eersten wereldoorlog werd het individueel lidmaatschap ingevoerd. Heden omvat de L.P. verschillende organisaties: vooreerst de vakbonden en de socialistische verenigingen, voorts de afdelingen, waar men als individueel lid kan ingeschreven worden, terwijl bovendien nog een coöperatie bij de L.P. is aangesloten. Zo is duplicering van lidmaatschap | |||||||||||||||||
[pagina 850]
| |||||||||||||||||
zeer veelvuldig: b.v. een lid van de Royal Arsenal Coöperatie, kan ook nog vakbondslid of lid van de F.S. zijn en zodanig reeds driemaal als federaal-lid ingeschreven staan, terwijl hij bovendien nog individueel lid van een afdeling kan zijn, zodat hij viermaal lid van de L.P. is. Zal zulk een geval zelden voorkomen, duplicatie en zelfs triplicatie van het ledenaantal is haast gewoon, zodat men van het door de administratie der Partij opgegeven totaal van de L.P.-leden, nl. twee en een half millioen, practisch heelwat moet aftrekken wil men het aantal werkelijke leden schatten. Het hoogste gezag van de L.P. is het jaarlijks Congres. Dit stelt het programma en de werkwijze vast en kiest bovendien het Partijbestuur. Dat dit jaarlijks Congres het hoogste gezag is, schijnt een van de grote moeilijkheden voor de Communisten te zijn, want deze willen slechts Moskou als hoogste autoriteit erkennen. | |||||||||||||||||
Het doel en de middelen van de L.P.'Het doel van de L.P. is de vestiging van een coöperatieve gemeenschap... Het verzekeren aan de hand- en hoofdarbeiders van de volledige opbrengst van hun werk en een zo rechtvaardig mogelijke verdeling daarvan op grondslag van het gemeenschappelijk bezit der middelen van productie, distributie en ruilhandel en een zo goed mogelijk stelsel van volksbeheer en controle over iedere industrie of openbaren dienst.'
De hoofdpunten van dit doel zijn dan:
de vrijheid: 'De Engelse socialisten zijn nooit aanbidders geweest van den Staat, zij hebben nooit verlangd de menselijke persoonlijkheden aan den Staat op te offeren.' 'Godsdienst is een terrein, waar alleen het individu iets te zeggen heeft.' de veiligheid: beveiliging tegen armoede. 'Een socialistise Staat kan zich niet veroorloven mensen zonder werk te laten rondlopen.' Dit doet sterk denken aan 'Full Employment in a free Society' van Beveridge, die echter niet spreekt van 'socialistisch'. gelijkheid: 'Dus niet de overheersing van de maatschappij door de ene bevoorrechte klasse vervangen door die van een andere', doch 'het klassenverschil geheel afschaffen'. 'Gelijkheid wil echter niet zeggen uniformiteit. De mensen zijn vanzelfsprekend ongelijk, zij hebben verscheidenheid van smaak en begaafdheid, maar dit behoeft niet te ontaarden in een grote sociale ongelijkheid.' democratie: De L.P. wil de democratie. Door constitutionele middelen wil zij omhoog, de meerderheid beslist in de partij en de meerderheid beslist in het Parlement. 'De arbeiderspartij wenst geen gedrilde en geüniformeerde gemeenschap, waar slechts één mening is toegestaan.' - 'Het onwrikbaar vasthouden aan de democratie door de arbeiderspartij tegenover hen, die voorstanders zijn van de dictatuur, hetzij naar het voorbeeld van Berlijn, hetzij naar dat van Moskou, is gebaseerd op de | |||||||||||||||||
[pagina 851]
| |||||||||||||||||
diepe overtuiging, dat iedere afwijking van het pad der democratie gepaard gaat met het verlies van vrijheid.' Om het welzijn van allen in de democratie te verzekeren grijpt de L.P. als hoofdmiddel om te beginnen naar de nationalisatie en wel eerst en vooral de nationalisatie van:
| |||||||||||||||||
De Labour-Party en het 'socialisme'Het gebruik van het woord 'socialist' voor de Labour-Party is misleidend. De uiterst linkse groep kan nog enigszins aanspraak maken op de benaming 'socialist', als we daaronder willen verstaan: mensen, die nog een klein beetje onder de ideologische invloed van het marxisme staan. De grootste groep van de Labour-Party bestaat uit mensen, die min of meer vooruitstrevend zijn op sociaal gebied en zich voorstanders noemen van een zekere nationalisatie en van uitbreiding van sociale verzekeringen en instelligen. Leerstellig kan de Labour-Party in ieder geval niet zonder meer marxistisch genoemd worden, want zelfs bij de uiterst linkse groep is de invloed van het marxisme nog maar zeer matig: 'Is de invloed van Marx en Engels wel zeer verbreid geweest, het aantal van hen die door Marx rechtstreeks tot het socialisme kwamen is in Engeland zeer gering'. De I.L.P. was reeds zeer ruim en nam geenszins een strakke doctrine aan. Zij wilde zo ruim zijn, dat de vakverenigingen, die alsdan nog onder de 'kapitalistische' partijen stonden zich zonder enig 'bezwaar' zouden kunnen aansluiten bij de 'arbeidersbeweging'. De Labour-Party was om zo te zeggen nog breder. Zowel op godsdienstig als op politiek gebied eist de Engelsman vrijheid. Deze heeft de Labour-Party willen eerbiedigen en doorvoeren zódat, toen de I.L.P. dacht een zeker geestelijke overwicht te moeten hebben in de Labour-Party, deze zich hiertegen verzette, hetgeen tot een breuk leidde tussen haar en de I.L.P. Dit was een zware slag voor de Labour-Party doch zij verkoos dit boven een 'gebonden worden' aan zekere doctrines. 'Socialist' schijnt dus in de Labour-Party niets anders te willen beduiden als reactionnair tegen de sociale wantoestanden, voortgekomen uit de industriële ontwikkeling en de onwrikbare houding van een deel der kapitalisten, zonder echter dat deze toestanden | |||||||||||||||||
[pagina 852]
| |||||||||||||||||
worden toegeschreven aan een of andere speciale levensbeschouwing, tenzij aan een zeker liberalisme, - maar vooral zonder daar een of andere godsdienst in te betrekken. Kortom, het zgn. 'Brits Socialisme' is ontstaan uit de wanverhoudingen die er bestonden op sociaal en op economisch gebied, evenwel zonder dat in Engeland het 'socialisme' in hoofdzaak een atheïstische en onzedelijke beweging werd, zoals gebeurde op het vasteland. 'Waarschijnlijk is de meerderheid van hen die in Engeland de socialistische beweging hebben opgebouwd, de christelijke godsdienst toegedaan... In geen enkel land is het Christendom zo opgegaan in het socialisme als in Engeland... In geen socialistische beweging is de christelijke geest zo diep doorgedrongen... In Engeland kunnen millioenen trouwe zonen van de Katholieke Kerk de arbeiderspartij steunen.' Inderdaad zijn bij de laatste verkiezingen vele katholieken achter de Labour-Party gaan staan. Men schat dat 75 procent van de katholieken in Engeland hun stem op de Labour-Party hebben uitgebracht. Voorzeker, de katholieken van Engeland zijn zich steeds bewust, dat ook de Labour-Party - alleen reeds door den naam van ësocialist' en ten gevolge van de 'internationale propaganda' - vatbaar zou kunnen zijn voor een zekere invloed van het 'oude Marxisme'. Maar wordt deze bedreiging werkelijkheid, dan zullen zij gereed zijn, want, al is een Engelsman van nature nogal breed in zijn opvattingen en niet voor strakke doctrines vatbaar, hij weet toch wel degelijk waar de grenzen liggen. Attlee geeft verder als een punt van onderscheid, dat in de andere West-Europese landen de socialistische beweging de Kerk tegenover zich vond en hij schrijft dit min of meer toe aan het feit, dat daar de Kerk met het kapitalistisch regime zou vergroeid zijn geweest. Dit zou hij hebben kunnen schrijven van sommige 'katholieke middens', die zich zelfs thans nog met man en macht tegen de sociale encyclieken van de pausen verzetten, maar als de Kerk tegen het Socialisme was, was dit tegen het socialisme van Marx, tegen het doctrinaire socialisme, dat als hoofdpunt de volledige ontkenning van godsdienst en moraal bevatte en zo in zijn sociale actie eerst en vooral gericht was op een anti-godsdienst campagne. Tegen sociale actie en opheffing van de arbeiderswereld heeft de Kerk zich nooit gekant, doch heeft zij juiste en duidelijk omschreven richtlijnen gegeven. En het is juist, omdat de richtlijnen van de pauselijke encyclieken het beste omschreven zijn in het programma van de L.P., dat de katholieken hoofdzakelijk deze partij hebben gesteund, hetgeen niet wil zeggen, dat zij het met alle onderdelen en alle punten volkomen eens zijn. | |||||||||||||||||
De nationalisatieWat de nationalisatie, het hoofdpunt van het programma der Labour-Party, betreft, waarschuwt Attlee zelf voor een groot gevaar, als hij schrijft dat het 'socialisme' moet oppassen om van het individueel kapitalisme geen staatskapitalisme te maken. Hij drukt er verschillende | |||||||||||||||||
[pagina 853]
| |||||||||||||||||
malen op, dat staatsbemoeiing geen doel, doch slechts middel moet zijn. Hij ziet dus wel degelijk de gevaren in waartoe een zeker 'teveel' zou kunnen leiden. Het is juist de bezorgdheid van de pausen en met hen van de katholieken en christenen om een te grote nationalisatie tegen te werken. Het in principe erkennen, dat de Staat recht zou hebben om te nationaliseren waar dit hem goeddunkt is de volkomen onderwerping van de menselijke persoonlijkheid aan den Staat aanvaarden. Attlee wil dit ook niet, want meer dan eens schrijft hij in zijn boek, dat de leden van de Labour-Party geen staatsaanbidders willen zijn. Om een rechtvaardig loon aan de arbeiders te bezorgen is het toch geenszins noodzakelijk dat een bedrijf genationaliseerd wordt. Evengoed als de Staat het recht en de plicht heeft een diefstal te straffen, evengoed en nog meer heeft de Staat het recht en de plicht een werkgever, die niet het rechtvaardig loon zou betalen, te straffen, want volgens onze katholieke leer is het achterhouden van een rechtvaardig loon zelfs een wraakroepende zonde, zodat wij hier van den Staat een uiterste gestrengheid zouden vragen. Om aan dit euvel een einde te stellen is de nationalisatie heus niet het middel bij uitstek, integendeel een klein 'teveel' hiervan zou nog tot erger kunnen leiden en zichzelf straffen zal de 'Staat' niet doen. Een zekere nationalisatie en een, maar dan toch beperkte, staatscontrole zal in de tegenwoordige maatschappij wel een vereiste zijn of worden, omdat veiligheid of algemeen welzijn dit zouden kunnen vergen, maar het is en blijft een gevaarlijk en een met voorzichtigheid te doseren geneesmiddel. Woorden zijn soms vlug uitgesproken, bepaalde daden kunnen soms licht gesteld en een wet vaak vlug gestemd en uitgevaardigd worden, doch de gevolgen kunnen dikwijls verder strekken dan men voorzag. Doch het zou ons te ver voeren er hier verder op in te gaan. Thans is de L.P. 'de' partij van Engeland en practisch is geheel de regering in haar handen. De omstandigheden zijn wel niet bizonder gunstig, doch ondanks alles is zij reeds ernstig begonnen met een onverbiddelijk doorvoeren van menig programmapunt, vooral wat de nationalisatie betreft. Hoelang zij op haar brede basis zal blijven staan, hoever zij alles zal doorvoeren en welke de resultaten zullen zijn, zal de geschiedenis van de komende jaren uitwijzen. |
|