Streven. Jaargang 14
(1946-1947)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 730]
| |||||||
Internationale kroniek
| |||||||
Inkeer?Ook voor Amerika bracht de dertigjarige wereldoorlog een soort van bevrijding: de bevrijding van zichzelf. Zoals de mens, vooral dan de rijkbegaafde, zijn persoonlijkheid slechts volledig kan realiseren door zich van het enge 'ik' los te werken om een gedachte of een gemeenschap te dienen, zo kan ook een natie - inzonderheid een door de natuur sterk bevoorrechte - haar historische opdracht alleen ten volle vervullen door boven zichzelf uit te stijgen om de verdediging op te nemen van een zaak of van een beginsel, de mensheid ten goede. Het bekende messianisme der grootmachten heeft geen anderen uitleg. Dit heeft de Amerikaanse natie niet tijdig begrepen. Gezien de plaats die ze in de internationale samenleving bekleedt, heeft heel de wereld, met haar, de noodlottige gevolgen van haar afzijdig onbegrip gedragen. In hun nog jong bestaan hebben de V.S.A. drie grote crises doorworsteld die elk aan een specifiek stadium van hun ontwikkeling beantwoorden: de crisis der onafhankelijkheid, waaraan de naam van Washington verbonden blijft, de crisis der nationale eenheid, waarvan Lincoln het levende symbool is geweest en de crisis der internationale solidariteit waarvan Wilson eens de grote figuur droomde te zijn. Over het algemeen is de invloed van gezagrijke presidenten op de buitenlandse politiek der Republiek van groot gewicht geweest. Toch mocht Wilson in zijn opzet niet slagen. Hij stierf midden in den uitputtenden propagandatocht waardoor hij, vertrouwende op zijn persoonlijke overredingskracht, het Amerikaanse volk voor zijn ideeën zocht te winnen. Het gevolg was dat het Congres naar de traditionele afzonderingspolitiek | |||||||
[pagina 731]
| |||||||
teruggreep, blind voor de evidentie die het land een internationale zending van de grootste betekenis oplegt. Het kon zich niet de gedachte eigen maken dat de natie die zo lang en zo goed als een gesloten lichaam geleefd had, een actieve rol in het wereldgebeuren moest spelen, ook in haar welbegrepen eigenbelang. Thans wordt de kardinale fout van 1920 (de afzijdigheid t.o.v. den Volkenbond) bekend en betreurd. De zware verantwoordelijkheid die in verband met de latere ontwikkeling der gebeurtenissen op de V.S.A. weegt (namelijk het torpilleren der economische wereldconferentie in 1933) wordt evenmin geloochend. Het land schijnt tot inkeer te komen. Economische en politieke catastrofen hebben daartoe veel bijgedragen. De krachtige en luciede personaliteit van Franklin D. Roosevelt heeft den doorslag gegeven. Hij heeft Wilson's testament uitgevoerd en zijn naam zal steeds in één adem worden vernoemd met vrijheid, internationale samenwerking en, wie weet, wereldvrede. Doch ook hij stierf vóór de taak volbracht was. Hoe beslist ook het roer door hem werd omgegooid, nog zware moeilijkheden liggen voor den boeg. Wel schijnt over de inschakeling van Amerika in het wereldgebeuren het lot geworpen: het kan er niet meer buiten. Het blijft nog te bezien hoe het zijn taak zal opvatten. Zal het Amerikaanse 'leadership' worden waargenomen naar den ouden stijl der machtspolitiek? Zal er alleen gestreefd worden naar de oplossing op een internationaal plan van specifiek Amerikaanse problemen door een ruimer toepassing van een nationaal systeem dat tot phenomenale resultaten geleid heeft, tot de kruik brak? Of zal Amerika een edelmoedige wereldpolitiek voeren, met breed en realistisch begrip van den tijdsnood en van de rechtmatige verlangens van al de vrijheidlievende en beschaafde volkeren? Grote wereldmachten treden thans in ontbinding. Andere zijn in vorming. Op dit ogenblik is Amerika veruit de sterkste politieke, economische en militaire macht. Van de houding die het zal aannemen, van de politiek die het zal voeren hangt het lot van het mensdom - het is niet te veel gezegd - grotendeels af. Gezien de uitgestrektheid van de stof draagt dit exposé een nog meer synthetisch karakter dan de vorige bijdragen. De bedoeling is aan te tonen hoe de Amerikaanse opvatting inzake de organisatie van den wereldvrede gegroeid is, vooreerst uit het panamerikaanse experiment, vervolgens uit de economische noodwendigheden en tenslotte ook uit machtspolitieke overwegingen, om daarna de kansen af te wegen van haar verwezenlijking in functie van de materiële en geestelijke machten waarop ze steunt. | |||||||
[pagina 732]
| |||||||
A) DE GROEI DER IDEEI. - Wezen en gedaantewisselingen der Monroe-leerDe Amerikanen bekennen zelf het onsamenhangend karakter van hun buitenlandse politiekGa naar voetnoot1.. Toch kan men, onder haar afwisselende en soms tegenstrijdige vormen, er de logische grondlijn van onderkennen. Al zijn er in elk individu twee mensen, zijn karakter is één. Het zelfde geldt voor de V.S.A. Het politiek verleden van de V.S.A. staat in het teken der Monroëleer. Deze klimt op tot het jaar 1823, toen de President, die haar zijn naam gaf, plechtig verklaarde dat de V.S.A. zich tegen elke politieke inmenging van Europa in de aangelegenheden van het Amerikaanse vasteland zouden verzetten. Omgekeerd bevestigde hij den wil der Amerikanen zich niet met de Europese politiek in te laten, zelfs al moest ze betrekking hebben op koloniën in de nieuwe wereld. In feite evolueerde de doctrine vrij snel. Werd ze op onbuigzame wijze aan Europa opgedrongen, ze verloor geleidelijk van haar kracht waar ze de Amerikaanse bewegingsvrijheid beperkte. Wanneer de V.S.A., na een bloeiende periode van binnenlandse ontwikkeling, de betekenis van Zuid-Amerika voor de industriële toekomst van hun land gingen beseffen, namen ze kordaat de leiding van het panamerikanisme waartoe de Monroë-leer de geschikte basis verstrekte. Deze nieuwe richting vond haar scherpe bevestiging in een nota aan de Britse regering geadresseerd in 1895 ter gelegenheid van een grensconflict tussen Venezuela en Brits Guinea. 'De V.S.A., zo heet het daarin, oefenen thans een feitelijke souvereiniteit uit over gans het Amerikaanse vasteland. Hun middelen en hun geografische positie zijn van dien aard dat ze practisch onkwetsbaar zijn ten overstaan van iedere andere mogendheid.' Groot-Brittannië gaf toe. Nog verder ging de politiek van President Theodoor Roosevelt, die op 6 December 1904 in een boodschap aan het Congres verklaarde dat de V.S.A. gerechtigd waren een soort politietoezicht over de nieuwe wereld te voeren. Het gaat hier om de beruchte 'big-stick' politiek. Ze werd weldra gevolgd door het niet min beruchte dollar-imperialisme, later bekend als stroomlij n-imperialisme. André Tardieu doorzag de situatie toen hij in 1911 schreef dat de Monroë-leer een belangen theorie was die wijzigingen onderging naarmate de Amerikaanse belangen zelf evolueerdenGa naar voetnoot2.. De reactie vanwege de Zuid-Amerikaanse staten bleef natuurlijk niet uit. Afgezien van het wantrouwen dat nagenoeg ieder land tegenover een machtigen nabuur koestert, wierp het rassen- en kultuurverschil | |||||||
[pagina 733]
| |||||||
tussen Noord en Zuid een donkere schaduw op de interamerikaanse verhoudingen. Trouw aan zijn politieke ideeën poogde Wilson hierin verbetering te brengen door alle vormen van imperialisme, ook economische en financiële, aan de kaak te stellen. Doch Coolidge, President in 1923, liet zich daaraan weinig gelegen: hij kwam er openlijk voor uit dat de Amerikaanse vlag den Amerikaansen dollar volgde. Bij zijn rondreis in Zuid-Amerika werd Hoover, President van 1925 tot 1929, die het belang der interamerikaanse verstandhouding ten volle inzag, zeer koel onthaald door de volkeren die te vergeefs wachtten op een teken van begrijpende inachtneming van hun eigen economische belangen. Franklin D. Roosevelt deed den wind keren door het principe der 'Hemispheric Unity' op grond van feitelijke juridische gelijkheid van al de Amerikaanse natiën als een zijner bijzonderste programmapunten op te nemen. Zijn bezoek aan Buenos-Ayres in 1936 werd inderdaad een succes. Onder zijn beleid werd een 'good neighbour policy' (politiek van goede nabuurschap) ingevoerd. Zij werd de hoeksteen der Amerikaanse buitenlandse politiek. Er moest definitief worden gebroken met het verleden: het Amerikaanse kapitaal mocht niet meer in het buitenland worden geïnvesteerd als een staat in een staat, maar diende geassocieerd te worden met het kapitaal der betrokken landen. Officieel werd de hernieuwde Monroë-leer gecontinentaliseerd op de panamerikaanse conferentie van Buenos-Ayres in 1936. Daar was namelijk voor het eerst spraak van gemeenschappelijke noodwendigheden en verantwoordelijkheden. De V.S.A. traden af als uitsluitende vertegenwoordigers van het vasteland tegenover de buitenwereld. Gezamenlijk overleg werd voorzien in geval van vre desbedreiging onder de Amerikaanse staten of ingeval van inmenging van een staat in de aangelegenheden van een anderen staat. De panamerikaanse samenhorigheid is in het vuur van het jongste wereldconflict gesmeed. De afwijkende houding van Argentinië, door de V.S.A. getolereerd, bewijst de spontaneïteit van het verschijnsel in zijn geheel. De Akte van Chapultepec, in 1945, heeft formeel de solidariteit van al de Amerikaanse natiën bevestigd.
***
Niet minder belangwekkend dan de practische evolutie der Monroëleer is de panamerikaanse opvatting van het volkenrecht die er uit gegroeid is. De kiem daarvan ligt reeds besloten in de originele verklaring van Monroë waar deze zich verzet tegen het uitbreiden van het politiek systeem der geallieerde mogendheden (de Heilige Alliantie) tot een gedeelte van het Amerikaans vasteland. Blijkbaar beoogt hij de verdediging van het democratisch stelsel dat hij door bepaalde autoritaire Europese mogendheden bedreigd achtte. Reeds ging in 1909 Alejandro Alvarez van de Monroë-leer uit om de basis te leggen van het Amerikaans volkenrecht. Doch toen had het panamerikanisme nog niet de vlucht die het naderhand genomen heeft. | |||||||
[pagina 734]
| |||||||
In den loop van een reeks panamerikaanse conferenties (Buenos-Ayres in 1936, Lima in 1938, Havana in 1940, Rio de Janeiro in 1942, Mexico-Chapultepec in 1945) werden de normen vastgesteld die als het ware de pijlers vormen van het panamerikaans rechtsgebouw. Het peil dezer normen is zo hoog en hun bijdrage tot de vorming van volkenrecht is zo betekenisvol dat ze hier dienen te worden vermeld:
In het licht van deze doctrine nam de panamerikaanse conferentie van Mexico stelling ten overstaan van de Dumbarton-Oaks voorstellen in verband met de organisatie der Verenigde Volken. De Conferentie stelde vast dat bedoelde voorstellen gevoelig afweken van de leidende beginselen der panamerikaanse philosophie, onder meer waar ze, in strijd met het panamerikaans principe van de juridische gelijkheid der natiën, een hiërarchie onder de staten erkennen; waar ze de macht van de Algemene Vergadering - democratisch orgaan bij uitstek - ten voordele van den Veiligheidsraad beperken en waar ze indruisen tegen de traditionele ontwikkeling van het panamerikanisme naar een voortdurende versterking der democratie, zo wel in de binnenlandse als in de buitenlandse verhoudingen der natiën. Een reeks voorstellen werden geformuleerd die het ideaal ener internationale rechtsorde veel dichter benaderen: beklemtoning van het beginsel der internationale solidariteit, versterking van het gezag der Algemene Vergadering en van het Internationaal Gerechtshof, veralgemeende toepassing der Amerikaanse methodes inzake beslechting van internationale geschillenGa naar voetnoot1.. Over het practisch gevolg dat aan deze voorstellen gegeven werd, is niets bekend. Ze mogen echter de degelijkheid der panamerikaanse ideeën illustreren. Het panamerikaans experiment waarvan de hoofdlijnen zoëven werden uitgestippeld is een ware voorspiegeling van de Amerikaanse wereldpolitiek. De doctrine die er uit geboren is heeft blijkbaar Fr. D. Roosevelt's 'groot plan', zijn internationaal 'New-deal', geïnspireerd. | |||||||
[pagina 735]
| |||||||
II. - Wezen en internationale weerslag van het Amerikaans economisch systeemHet grondkenmerk der Amerikaanse economie is haar felheid. De omvang en de hoedanigheid van het industrieel apparaat is enig ter wereld. De organisatie der productie is tot de pijnlijke perfectie doorgedreven. Het rhythme der consumptie is niet minder sterk. Het wórdt opgevoerd door een stoute kredietpolitiek en door een handige publiciteit artificieel verhoogd. De geniale truc van Henry Ford: verrassend lage verkoopprijs door ruimen afzet goedgemaakt, heeft de afmetingen aangenomen van een nationaal systeem. Maar wat onvermijdelijk was is gebeurd. Eens moest deze productieinflatie en de krediet-inflatie die de voorwaarde ervan was, de grens der mogelijkheden bereiken. Die lag op het punt van verzadiging der beschikbare markten, m.a.w. van de uitputting der beschikbare koopkracht. Vóór den eersten wereldoorlog hadden reeds voorbijgaande crises op de bouwvalligheid der constructie gewezen. De oorlog 1914-18 bood echter een nieuwe kans om het systeem volop te laten werken. Zoals voorheen het binnenlands krediet den afzet steunde, zo kwam nu het krediet aan het buitenland den export schragen. In verband met de grote behoeften der in den oorlog betrokken landen hield de formule ook na 1918 nog stand, totdat het evenwicht tussen productie en consumptie grondig werd verbroken. Na een ongekenden 'boom' volgde de spectaculaire 'krach' in 1929. De New-Deal politiek van F.D. Roosevelt slaagde er in de ramp in te perken door een reeks maatregelen van binnenlandsen aard. Doch het was volkomen duidelijk dat een crisis die blijkbaar wortelde in het systeem zelf, niet met zuiver nationale middelen viel op te lossen. Amerika begreep de harde les. Het ging vastberaden den weg op van het economisch imperialismeGa naar voetnoot1.. Om hun economische welvaart te handhaven behoeven de V.S.A. grondstoffen, afzetgebieden en verkeerswegen. De binnenlandse openbare mening, diep gehecht aan het isolationisme en afkerig van eiken vorm van internationalisme, wordt echter gespaard. De expansiepolitiek wordt niet zo zeer officieel dan wel door private belangentrusts gevoerd. In dit opzicht merkt André Siegfried op: 'Lorsqu'on discute avec un industriel anglais ou français, on discute simplement avec un industriel; lorsqu'on discute avec un industriel américain, on discute presque toujours avec un représentant du Gouvernement'. Men stoot op de Amerikanen in Afrika, in China en in het Nabije Oosten. De dollar-diplomatie, ver buiten het continent uitgebreid, tiert overal waar belangrijke grondstoffen of afzetgebieden voorhanden zijn. De vloot wordt met het oog op de beveiliging der verbindingswegen sterk uitgebreid. Op de conferentie van Washington verkrijgen de V.S.A. de pariteit met de Britse vloot. Eens te meer lagen economische factoren ten grondslag van de politieke ontwikkeling. Doch ook hier groeide, als een bloem uit het slijk, een theorie van hogere gehalte uit een zelfzuchtige belangenpohtiek. | |||||||
[pagina 736]
| |||||||
De V.S.A. verwerpen uitdrukkelijk lederen vorm van militair en politiek imperialisme. Zij komen integendeel op voor een economisch imperialisme dat de volkeren waarop ze wordt toegepast zelf ten goede komt. Het principe der expansieve economie is geboren. Het einde der oude kolonisatiemethodes is daarmee ook ingeluid. 'Les États-Unis répudient l'impérialisme militaire, qui entraîne la sujétion des peuples et l'accaparement des territoires; ils ne se cachent pas de pratiquer l'impérialisme économique, qui ne prive les populations ni de leur liberté, ni de leurs territoires, mais leur donne l'occasion de développer leur production, de s'enrichir et de se civiliser, tout en ouvrant des débouchés è. l'industrie et au gouvernement américainsGa naar voetnoot1..' Maarschalk Smuts begroet deze nieuwe opvatting in de wereldverhoudingen als een der grootste gebeurtenissen in de geschiedenis der mensheid. Voortaan wordt er niet meer gedacht in termen van souvereiniteit maar in functie van gezamenlijke actie en belangen. Annexatie en overheersing zijn bezig te verdwijnen uit de internationale terminologie, als verouderde begrippen. Het gaat hier om niets minder dan een totale ommekeer der oude Romeinse doctrine volgens dewelke eerst het imperium of de souvereiniteit moest worden veroverd, om daarna het land naar willekeur te exploiteren. Nu gaan de natiën in harmonie samenwerken zonder te pogen over elkaar te heersenGa naar voetnoot2.. Reeds wordt het juridisch en organiek kader, waarin zulk systeem kan bloeien, uitgewerkt. De creatie van het Muntfonds en van de Internationale Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling is een belangrijke stap in die richting. Zij beoogt het ordenen der krediet- en valuta verhoudingen in een ruimen geest. De Internationale Handelsorganisatie die door een voorbereidende commissie in December 1946 te Londen werd besproken en waarvan het handvest in April 1947 te Geneve verder wordt bepaald is een niet minder belangrijke bijdrage tot het bereiken van het zelfde doel. Volledige tewerkstelling, intense exploitatie van al de rijkdommen der aarde, vruchtbare samenwerking onder alle landen, vrijer en ruimer handelsverkeer, met een woord expansieve, dynamische economie vormen de leidende beginselen van bedoelde instellingen die in het raam van de Organisatie der Verenigde Volkeren, doch voornamelijk onder Amerikaanse stuwkracht, werden in het leven geroepen. Ze kunnen worden beschouwd als de economische aanvulling en de materiële basis van de volkenrechttheorie die de Amerikaanse gedachte heeft voortgebracht. | |||||||
III. - Van machtspolitiek naar internationale solidariteitOmspoeld door twee oceanen genieten de V.S.A. van een unieke aardrijkskundige ligging. Langen tijd waren ze de enige natie die geen | |||||||
[pagina 737]
| |||||||
natuurlijken vijand kende. Vandaar hun af zonderingspolitiek die zich tot een diep ingewortelde traditie ontwikkeld heeft en waarvan slechts zeer uitzonderlijk werd afgeweken. Maar, 't kan verkeren. In 1917 werd de oorlog aan Duitsland verklaard officieel wegens het onbeperkte gebruik van Duitse onderzeeboten tegen Amerikaanse koopvaardijschepen. De werkelijke beweegreden was de beveiliging van het land. Ten allen prijze moest worden voorkomen dat de zeewegen werden afgesneden en dat West-Europa door Duitsland werd veroverd. De verdediging van het Westelijk Halfrond stond op het spel. Reeds was de idee van de Atlantische gemeenschap ontstaanGa naar voetnoot1.. Tijdens den tweeden wereldoorlog kwamen de V.S.A. tot de benauwende vaststelling dat de veiligheid van den Noordelijken Atlantischen Oceaan en namelijk van Groenland hoofdzakelijk afhing van de Britse zee- en luchtmacht. Ze ontdekten ook dat de Europese mogendheden strategisch dichter lagen bij de Westkust van Zuid-Amerika dan zij zelf. Na West-Europa werd dan ook West-Afrika als een Amerikaanse strategische voorpost beschouwd. Met Pearl Harbour verleende Japan aan de V.S.A. brutaal inzicht in de kwetsbaarheid van hun posities in den Stillen Oceaan. Sinds het Noordpoolgebied voor het vliegwezen geen onoverkomelijke hindernis meer vormt, heeft zich de strategische positie van de States nog grondiger gewijzigd. De beheersing der Poolgebieden door een vreemde mogendheid brengt een controle mede op de luchtverbindingswegen sterker dan die welke Amerika door het Panamakanaal op het maritiem verkeer uitoefent. In het toekomstig luchtvaarttijdperk heeft zulks een vèrdragende betekenis. Neemt men daarbij in acht dat de verdediging van de V.S.A. de beschikking veronderstelt over essentiële grondstoffen buiten het continent, onder meer de petroleum van het Nabije Oosten, dan rijst de vraag waar tenslotte de grenzen liggen van de veiligheidszone van het Westelijk halfrond. Op die vraag, hem door een journalist gesteld, wedervoer F.D. Roosevelt, lachend, dat dit afhing van den professor in aardrijkskunde waarmee hij het laatst gesproken had. Een even elegant als vaag antwoord. Ondertussen trekken de Amerikanen met consequent realisme de gevolgtrekkingen uit de gewijzigde toestanden. Officieel is aangenomen dat een systeem van steunpunten het belangrijkste bestanddeel vormt van de Amerikaanse defensieve voorbereidingen. Tijdens den oorlog werden ongeveer vierhonderd vijftig nieuwe steunpunten ingericht. Zij vormen als het ware een gordel rond de wereld. Men vind er in Europa, in Afrika, in het Nabije Oosten, in Indië, in Birma, in China, in Australië, in Canada, in Groenland, in IJsland, op menigvuldige eilanden in den Atlantischen en in den Stillen Oceaan en tenslotte ook in de Noordpoolgebieden. De betekenis hiervan komt ten volle aan het licht wanneer | |||||||
[pagina 738]
| |||||||
men bedenkt dat in het atoomtijdperk de Napoleontische stelregel: 'De beste verdediging is steeds de aanval', op verrassende wijze aan inhoud gewonnen heeft. Alles wijst op een systematischen verderen uitbouw dezer machtspolitiek. Een der jongste uitingen hiervan is de eis der V.S.A., nog vóór het afsluiten van de vredesverdragen inzake het Verre Oosten, voogdijschap uit te oefenen over de eilanden van den Stillen Oceaan die voorheen, krachtens een beslissing van den Volkenbond, onder Japans mandaat stonden. Het geldt hier de Karolinen, de Marshall- en Marianneeilanden en, dichter bij Japan, de Rioukiou en Bonin-eilanden. Wonder genoeg toont de Sovjet-Unie, die, het moet gezegd worden, ingevolge de geheime Yalta-akkoorden Zuid-Sakhalin en de Koerilen mocht annexeren en dit ook deed, veel begrip voor de Amerikaanse wensen, blijkbaar om haar diplomatieke positie op de Moscou-conferentie der Grote Vier te verbeterenGa naar voetnoot1.. De historische verklaring van President Truman op 12 Maart 1947, waarbij aan Griekenland en aan Turkije financiële en technische hulp wordt beloofd, moet dan ook een ontnuchterende uitwerking gehad hebben. Deze stellingname omvat immers veel meer dan de gewone erkenning door Amerika dat zijn grenzen aan de zeeëngten liggen, zoals men het te Ankara met zichtbare voldoening uitdrukt. Ze betekent dat Amerika een actieve rol in de handhaving van Europa's stabiliteit aanvaardt (iets waartoe het zich nooit te voren heeft verplicht) en dat het bereid is tussenbeide te komen om de orde in het Midden-Oosten te verzekeren. Ze betekent ook dat paal en perk zal gesteld worden aan de Russische infiltratiepolitiek. Ze betekent vooral dat Amerika zijn macht in de schaal werpt om te beletten dat verder dwangregeringen zouden tot stand komen door een agerende minderheid aan de meerderheid der bevolking van een land opgedrongen. De grote idee van Lincoln en van Wilson, verdediging en verspreiding van vrije democratische instellingen wordt in de praktijk gesteld. Zo breekt hier dan alweer doorheen de donkere machtspolitiek het lichtend geestelijk element door. Truman's standpunt, indien het door het Congres wordt bevestigd, houdt niet alleen de definitieve breuk in met de afzonderingspolitiek. Het bevat ook de erkentenis dat Amerika, als de machtigste vertegenwoordiger van de democratie naar Westelijke opvattingen, zich verbindt deze democratie ook buiten zijn landsgrenzen te beschermen door woorden en ook door daden. De V.S.A. schijnen dus besloten over heel de wereld niet alleen hun materiële maar ook hun ideële belangen met kracht te handhavenGa naar voetnoot2.. Zij aanvaarden daardoor al de consequenties van een internationale solidariteit in het teken van vrije democratische instellingen. De President verklaarde uitdrukkelijk: 'Om de vredelievende ontwikkelingen van alle natiën vrij van | |||||||
[pagina 739]
| |||||||
dwang te verzekeren willen de V.S.A. een leidende functie vervullen bij de vestiging van de orde der Verenigde VolkenGa naar voetnoot1..'
***
Het is gewaagd een zo complex begrip als een Amerikaansen wereldvrede te bepalen. Althans kan men pogen de hoofdkenmerken ervan samen te vatten. De Pax Americana steunt vooral op vrijheid. Politieke vrijheid, nationaal en internationaal gegrondvest op democratische instellingen naar Westerse opvatting. Economische vrijheid, voor de enkelingen zoals voor de natiën, dank zij een systeem van expansieve economie waarbij maximale productie en vrij handelsverkeer worden nagestreefd. Geestelijke vrijheid, m.a.w. vrijheid van den mens om geest en ziel te ontwikkelen, vrij van vrees en onderdrukking mits in achtneming van de rechten van den medemensGa naar voetnoot2.. Het geldt hier werkelijk een levensstijl, a way of life. Het geheel draagt een universeel karakter en zou geleid of, juister, geordend worden door wereldomvattende instellingen, op democratischen leest geschoeid, in het raam van de organisatie der Verenigde Volken. | |||||||
B) HOE STAAN DE KANSEN?I. - Machten ten dienste van een wereldvrede naar Amerikaansen stijl1o De macht der V.S.A.De vestiging van een duurzamen wereldvrede op de zoëven beschreven basis hangt natuurlijk in de eerste plaats af van de macht der V.S.A. | |||||||
[pagina 740]
| |||||||
zelf. Amerika treedt uit den tweeden wereldoorlog als de machtigste staat op verre na. Zijn lucht- en zeevloot laat het vermaarde Britse 'Two Power naval standard' ver achter zich: ze bereikt een veelvoud van gelijk welken mededinger. Het bracht op twee jaar tijds een leger van tien millioen man op de been. Het beschikt over de meest moderne en de meest destructieve wapens, daarin begrepen het atoomwapen. Economisch is de voorsprong even ontzaglijk. De kolenproductie, basis der zwaarindustrie, bedroeg, in 1944, 620 millioen ton (tegen 170 in Engeland en 166 in de U.S.S.R.). De staalproductie, 'de ruggegraat der macht', beliep 81 millioen ton (tegen 13 in Engeland en 18 in de U.S.S.R.). Het is overbodig verder uit te weiden over de rijke verscheidenheid der nationale hulpbronnen. De koopvaardijvloot steeg tijdens den oorlog van 11.600.000 ton tot 57.500.000 ton (de Britse slonk van 21.800.000 tot 12.000.000 ton, de Canadese niet meegerekend). Financieel zijn Rusland, Engeland, Frankrijk en China grotendeels op Amerikaanse hulp aangewezen. Demographisch hadden de V.S.A. onder den oorlog niet te lijden. De bevolking steeg van 131 millioen in 1940 tot 142 millioen zielen in 1946. De aanwas wordt gemiddeld geraamd op 2 millioen 's jaars. Materieel komt het geweldig industriëel apparaat ongehavend, ja versterkt uit den strijd. | |||||||
2o De macht en de nalatenschap van het Britse rijk.Bij de verwezenlijking van hun politiek kunnen de V.S.A. daarenboven in ruime mate op den steun van het Britse Rijk rekenen. Het is waar dat het ontbindingsproces van het Empire een onrustwekkend tempo aanneemt. Op 7 Maart 1946 werd het terugtrekken der Britse troepen uit Egypte aangekondigd; op 20 Februari 1947 verklaarde Attlee dat de Britten Indië tegen Juni 1948 zouden verlaten hebben; op 25 Februari 1947 stelde Bevin voor de Palestijnse kwestie aan de O.V.V. te onderwerpen; op 28 Februari 1947 werd het bekend dat de Britten tegen 31 Maart 1947 Griekenland zouden verlaten. In verband met Griekenland en Turkije slaakte 'het fiere Albion' een hulpkreet die in de States ongemeen ruim begrip vond. Maar de ineenstorting van wat eens het machtigste wereldrijk was, gebeurt niet plots noch totaal. Er bestaat nog een Britse vloot, een Britse industrie, een Britse 'brain trust'. Er bestaan vooral nog jonge en toekomstrijke Dominions. Het lot van het Empire hangt grotendeels af van het handhaven der idealen van democratie en van vrije economie. Het zal dus met alle middelen het systeem schragen dat die idealen huldigt, al heeft het dan ook niet meer de leiding er van. Reeds lang heeft het principieel het Amerikaanse leadership in wereldzaken aanvaard. De V.S.A. houden zich thans ernstig bezig met de kwestie of ze de erfenis der Britse militaire, economische en diplomatieke posities ja dan neen, geheel of gedeeltelijk, zullen aannemen. Reeds staat het vast | |||||||
[pagina 741]
| |||||||
dat het antwoord op die vraag voor bepaalde gebieden, namelijk in het Nabije en in het verre Oosten, wegens de vitale Amerikaanse belangen die op het spel staan, affirmatief zijn zal. Op andere delen der Britse nalatenschap wegen wel zware hypotheken, doch die kunnen in grote mate gelost worden dank zij de jongste Amerikaanse opvattingen in zake internationale samenwerkingGa naar voetnoot1.. Bewust van deze nieuwe ideeën zijn de kleurvolkeren daarop reeds hoge verwachtingen gaan stellen. Is het niet symptomatisch dat het uitblijven van Indië's onafhankelijkheid niet zozeer Groot-Brittannië dan wel de V.S.A. wordt aangewrevenGa naar voetnoot2.? Maar de Britse nalatenschap behelst ook het herstel, zij het onder een anderen vorm, van een evenwichtig systeem dat gans de wereld een lange periode van rust en welvaart heeft geschonken. 'Pax Britannica is over. Who then shall be the keeper of the peace?' Twintig jaar lang, van 1919 tot 1939, werd gepoogd dit systeem terug in het leven te roepen. Indien men daarin niet is geslaagd dan is het vooral toe te schrijven aan een gebrek aan aanpassingsvermogen en aan voldoende begrip t.o.v. de gewijzigde toestandenGa naar voetnoot3.. Nagenoeg heel de wereld heeft thans de ogen op Amerika gericht in de hoop dat het de plaats zal innemen die het Empire voorheen bekleedde en met een ruim aanvoelen van den huidigen tijdsnood een zo mogelijk nog meer vruchtbaar en meer stabiel systeem van internationale samenwerking en veiligheid zou tot stand brengen. | |||||||
3o Het legaat van het Westen.Er is nog meer. Amerika is heden de hoofdvertegenwoordiger van een levensbeschouwing die het van het Westen erfde. Nu de macht van het Avondland afneemt, is het zijn taak over dit erfgoed te waken. Het schijnt er wel toe besloten en het versterkt daardoor tevens zijn positie. In een hulpeloos zoeken naar een oplossing van de inderdaad complexe problemen die de organisatie der huidige samenleving stelt, hebben sommige natiën zich naar 'ordescheppende' collectivistische stelsels georiënteerd. Men neme nog aan dat deze tot op zekere hoogte resultaten kunnen afwerpen op het nationale plan. Hoe zal, echter, in een wereld van collectivistische staten de thans onontbeerlijke internationale samenwerking kunnen groeien? Harold Laski ziet de oplossing in de onderwerping der natiën aan een alomvattende instelling die aan wereldplanning zou doenGa naar voetnoot4.. Deze zienswijze getuigt niet van realisme. Afgezien van de bevoegdheid en van den scherpen zin voor billijkheid die zulke instelling bovenmate zou moeten bezitten, stelt ze vanwege de natiën, ook de | |||||||
[pagina 742]
| |||||||
machtigste onder hen, een onderwerping voorop die redelijker wijze van autoritaire staten niet kan worden verwacht. Dergelijke staten leiden haast onvermijdelijk tot autarkie en militarisatie en zijn allerminst tot het aanvaarden van een internationale tucht geneigdGa naar voetnoot1.. Integendeel schijnt het democratische stelsel en de specifiek Westerse personalistische cultuur waarop het berust, veel meer geschikt om het evenwicht te realiseren tussen de, zij het beperkte, zelfstandigheid der natiën en de welbegrepen functie van internationale organen die, niet regelend maar veeleer ordenend, dienen op te treden in een vrije, daarom niet anarchieke, wereld. Het is ietwat komisch en tevens bedroevend vast te stellen dat in 1947 Emery Reves de noodzakelijke beperking der staatssouvereiniteit blijkbaar voor een sensationele ontdekking houdt en dat Walter Lippmann eerst na vijf en twintig jaar zoeken, zoals hij zelf bekent, tot het besef gekomen is dat de onschendbaarheid van den menselijken persoon de hechte basis vormt van alle gezonde maatschappelijke instellingen. Het Westerse Christendom, dat Lippmann overigens als het vertrekpunt der universele orde beschouwt, heeft zulks eeuwenlang onderwezen en onlangs nog bij monde van het Hoogste Gezag herhaaldelijk bevestigd. Hoofdzaak is dat vooraanstaande Britten en Amerikanen tot het zelfde besluit gekomen zijn. Door zich als de verdediger der Westerse gedachte op te werpen scharen de V.S.A. vrijwel heel de beschaafde wereld achter zich. Zoals voorheen voor het Britse Rijk, werkt thans, ondanks alles, de tijdstroom ten gunste van Amerika. 'Hoezeer het collectivisme momenteel plaatselijk ook moge triompheren, het is ten ondergang gedoemd omdat het berust op een vals begrip van de economie, van het recht, van de regering en van de menselijke natuurGa naar voetnoot2..' | |||||||
II. - Het Russisch vraagtekenHet vestigen van een wereldvrede naar Amerikaansen stijl veronderstelt, vanzelfsprekend, het aanvaarden door alle landen van de beginselen die er aan ten grondslag liggen en de practische toepassing er van. Hoeft het gezegd dat in dit opzicht de U.S.S.R. een grote onbekende is? Op zichzelf, technisch, stuit de inschakeling der Sovjet-Unie in een politiek en economisch wereldsysteem gesteund op de vrijheid, wegens den aard der aldaar bestaande instellingen, op haast onoverkomelijke moeilijkheden. Staatscollectivisme en universaliteit sluiten elkaar uit. Afgezien daarvan rijst de vraag of het sociaal-economisch stelsel dat in Rusland - tot welken prijs! - werd ingevoerd, tegen nauw contact en intieme samenwerking met de Westmogendheden bestand is. De vrees dat dit niet het geval zou zijn, versterkt door de zware materiële | |||||||
[pagina 743]
| |||||||
moeilijkheden die de oorlog heeft teweeg gebracht en 'waaraan geen ander land ter wereld het hoofd zou kunnen bieden', verklaart meer dan wat ook het diepe wantrouwen der Sovjet-leiding ten overstaan van het Westen. Meteen wordt het duidehjk waarom de U.S.S.R. wel deel uitmaakt van de O.V.V. (als wereldmogendheid kan ze daar moeilijk buiten: de O.V.V. is het forum waar de diplomatieke strijd wordt gevoerd), terwijl ze totnogtoe niet haar medewerking verleende (hoewel ze te Bretton Woods vertegenwoordigd was) aan de internationale financiële organen (Wereldbank en Muntfonds) noch aan de internationale handelsorganisatie ter bevordering van een vrijer wereldverkeer (zij liet zich op de Handelsconferentie van Londen in December 1946 verontschuldigen). De jongste wereldgebeurtenissen hebben ten minste de verdienste meer klaarheid in de verhoudingen te hebben gebracht. De conferentie die thans te Moskou doorgaat, heeft meer nog dan de voorlopige regeling van het Duitse vraagstuk het bereiken van een modus vivendi tussen de Grote Vier ten doel. Vóór dat ze aanving werden de banden tussen de Westmogendheden verstevigd door het Brits-Frans verdrag van Duinkerken. Sinds haar aanvang heeft President Truman op sensationele wijze de nauwe Brits-Amerikaanse samenwerking bevestigd. Churchill's droom, in de zo betwiste rede van Fulton uitgedrukt, blijkt in vervulling te gaan. De algemene tendenz van de Amerikaanse politiek om den Russischen expansiedrang in te dammen, die reeds met Byrnes scherper vormen aangenomen had (niet zonder resultaat), wordt onder Marshall nog sterker en duidelijker. Men weet nu waaraan zich te houden. Met de tussenkomst van Truman, die Rusland tamelijk kordaat aan de reële machtsverhoudingen herinnert, is evenwel het Amerikaans spel niet uitgeput. Een flinke dollar-lening, die Rusland ten zeerste behoeft om zijn geschokt bedrijfsleven terug op te werken, is wellicht van aard om de gemoederen te bedaren. De bekende werkelijkheidszin der Sovjets laat de mogelijkheid open van een vergelijk waardoor Rusland, al was het slechts geleidelijk, in een harmonisch en onverdeeld wereldsysteem zou worden opgenomen. Sinds de internationale controle op de atoomenergie op de lange baan geschoven werd, is een oplossing in dien zin meer dan ooit geboden. | |||||||
III. - ParallelDe gelijkenis tussen de twee grootmachten die op dit ogenblik de wereldpolitiek beheersen is ongemeen treffend. Beide beschikken over een ontzaglijke ruimte, over onuitputtelijke hulpbronnen, over een talrijke en levenskrachtige bevolking. Beide kenden een verrassend snelle technische ontwikkeling. Beide leefden langen tijd afgezonderd en wantrouwend (al was het niet om dezelfde redenen) tegenover het buitenland. Beide volgden een politiek die ondergeschikt was aan een sociaal economisch systeem. Beide bereikten een punt waarop het moeilijk werd uit te maken of het systeem in dienst stond van de natie, of de | |||||||
[pagina 744]
| |||||||
natie in dienst van het systeem. Beide traden, met den wereldoorlog, uit hun isolering. Beide vertonen neigingen tot wereldoverheersing: het visioen van Andrew Carnegie die de wereld aan de voeten van Amerika zag liggen, vindt zijn tegenbeeld in de poëzie van Majakowski die zich de wereld als een rustende oceaan aan de voeten van Iwan voorstelde. Maar er is ook stof voor onderscheid. Ze is ruim voorhanden in de politieke en economische stelsels, in den levensstijl van beide volkeren. Van belang op dit ogenblik is vooral dat ze niet hetzelfde ontwikkelingsstadium hebben bereikt. Niet alleen materieel. Ook psychologisch. De Sovjet-Unie heeft op verre na niet de grenzen van haar binnenlandse mogelijkheden bereikt. Het internationaal solidariteitsgevoel is haar mede daarom nog vreemd; ze verkeert in dit opzicht nog in den toestand van de V.S.A. na den eersten wereldoorlog. Ze heeft zich totnogtoe evenmin weten te verheffen boven de strakke toepassing van haar systeem, iets waartoe de V.S.A. reeds langs den weg van het panamerikaans experiment gekomen zijn. Was het Goethe niet die zegde dat de fanatieke trouw aan de doctrine het onmiskenbaar teken is van geestelijke bekrompenheid? De verklaring hiervan schuilt natuurlijk reeds in den aard zelf der betrokken stelsels. Het individualisme leidt haast vanzelf tot universaliteit (zijn uit de liberale economie niet spontaan constructies gesproten die, om functionele redenen, de staatsgrenzen hebben doorbroken?), terwijl het collectivisme bijna onvermijdelijk voert tot gesloten eenheden. Doch de ware uitleg van het boven zichzelf uitstijgen van de Amerikaanse politiek is ongetwijfeld te zoeken, het weze hier herhaald, in haar geestelijken grondslag: het oude Europees Christelijk humanisme. De hoogste uitingen van die politiek, met name de reciprociteitsgedachte en de eerbied voor de individuele vrijheid, zijn geput uit de diepste bronnen van den menselijken adel, bronnen die ontspruiten aan enkele zeer eenvoudige, eeuwige, morele beginselen die het gemeengoed zijn van alle beschavingen. Wanneer Friedmann in zijn werk The Crisis of the national State schrijft dat een harmonische wereldorganisatie ondenkbaar is indien ze niet steunt op gemeenschappelijke geestelijke grondslagen, schijnt hij niet te vermoeden dat die inderdaad bestaan. Waar het Christendom leert: 'Doe nooit aan anderen wat ge niet wenst dat men u doet', zo schrijft het Indische Brahmanisme voor: 'Dat niemand aan een ander doe wat hem zelf zou mishagenGa naar voetnoot1.', zo verkondigde Bouddha: 'Voor hem in wien de liefde woont is heel de wereld slechts één familieGa naar voetnoot2.' en zo onderwees Confucius: 'Wie zijn natuurlijke vermogens aanwendt op grond van wederkerigheid is niet ver van den goeden weg. Wat ge niet wenst dat men u doe, doe dit niet aan anderenGa naar voetnoot3.'. Is het dan wonder dat een politiek die beweert te steunen op de onschendbaarheid van den persoon de goedkeuring meedraagt van al de ontwikkelde volkeren die hun geestelijk erfgoed niet verloochend hebben? | |||||||
[pagina 745]
| |||||||
Het is waar dat de strijd van Amerika met zichzelf niet is uitgestreden. Er blijft nog sterken tegenstand te overwinnen. Tegenstand vanwege machtige belangengroepen die alles aan onmiddellijk voordeel ondergeschikt maken. Tegenstand ook vanwege de voorstanders van een machtspolitiek die voor de uiterste consequenties van hun houding niet terugdeinzen. De moeilijkheden reeds ondervonden bij het in werking stellen der internationale financiële en economische organen zijn in dit opzicht al te duidelijk. Doch het is onwaarschijnlijk dat het pijnlijk geval van Wilson zich zal herhalen. Integendeel bestaat er een goede kans dat de vèrdragende en hoogstaande politiek der Amerikaanse leiding, bijzonder ten overstaan van het gevaar van zelfvernietiging dat de wereld bedreigt, er in zal slagen de morele, politieke en economische grondslagen te leggen van een vruchtbare internationale samenwerking. Het is niet uitgesloten dat zij, mits taai geduld en, indien het moet, onder de drukking van haar geweldige macht, de natiën die het tot stand komen daarvan zouden belemmeren, zal weten te overtuigen. Het is wellicht de laatste kans. |
|