heeft men in iederen staat nog altijd een staatsregering en een staatsparlement, dat meestal ook uit twee kamers is samengesteld.
Ofschoon de Australische bondsstaat den koning van Groot-Brittannië als souverein erkent, heeft de Britse regering als zodanig geen macht meer in Australië. Vooral sedert het Statuut van Westminster, aangenomen door de Rijks-Conferentie te Londen in 1926, geniet de Australische regering volkomen gelijke rechten met de regering van Groot-Brittannië en de regeringen der andere dominions van het Britse wereldrijk, dat alleen door morele banden, allerlei stoffelijke en culturele belangen en door den persoon des konings wordt samengehouden. De gouverneur-generaal, die den koning in Australië vertegenwoordigt, wordt door hem benoemd op advies van de Australische regering, niet van de Britse. Van 1931 tot 1936 was de gouverneur-generaal een geboren Australiër. De tegenwoordige Gouverneur-Generaal is de Hertog van Gloucester, een broeder van Koning George VI.
De bevolking van Australië bedraagt thans bijna 7.500.000. In den eersten en in den tweeden wereldoorlog stond Australië trouw aan de zijde van het moederland. In den oorlog van 1914-18 bracht het een leger van 400.000 vrijwilligers op de been. In den tweeden wereldoorlog beliep het aantal manschappen ongeveer het dubbele.
Theoretisch is de verhouding van Australië tot het moederland, krachtens het statuut van Westminster, precies dezelfde als die der andere dominions: Canada, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. Maar in werkelijkheid heeft ieder dominion zijn eigen karakter en de hechtheid der morele banden met Groot-Brittannië is zeer verschillend.
Canada onderhoudt veel engere economische betrekkingen met de Verenigde Staten dan met Groot-Brittannië; en de grote Frans-sprekende, katholieke minderheid, die bijna 35% der bevolking uitmaakt, maakt aanspraak op algehele culturele zelfstandigheid.
In Zuid-Afrika is de herinnering aan den Boerenoorlog van 1899-1902 nog levendig. De Afrikaans-sprekende boeren vormen de meerderheid der Europese bevolking en behoren grotendeels tot een sterk nationalistische anti-Britse partij.
Nieuw-Zeeland bezit de meest homogene Britse bevolking van al de dominions en voelt zich het innigst met het moederland verbonden. Toch bestaat ook hier een niet te verwaarlozen minderheid, namelijk de inheemse volksstam der Maori's, die geestelijk hoger staan dan de kleurlingen der andere overzeese Britse gebieden, en die in de laatste jaren weer beginnen toe te nemen in aantal.
De voornaamste niet-Britse volksdelen in Australië zijn de Duitsers en de Italianen, die beiden echter op weg zijn te verengelsen. Australië voelt zich geroepen, naast Amerika, een grote rol te spelen in den Stillen Oceaan, maar zal hiertoe alleen in staat zijn, op voorwaarde dat het er in slaagt zijn bevolking in de naaste toekomst te verdubbelen of te verdrievoudigen.
In de buitenlandse politiek treedt Australië meer en meer zelfstandig op. Dit blijkt o.a. uit het feit dat het evenals de andere dominions zijn eigen vertegenwoordiging heeft in de Organisatie der Verenigde Volken. Ook