Streven. Jaargang 14
(1946-1947)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 399]
| |
De geheimen van Rubens' atelier
| |
[pagina 400]
| |
is gekend. - In 1662 is Cornelius De Bie heel en al lof over Adam Van Noort, en roemt hij diens manier van schilderen: zij is zo schoon, dat een menigte mensen er verstomd over staan en het goud van Cresus niet te vergelijken is met de unieke gaven, die Van Noort van den hemel heeft ontvangen. Omstreeks denzelfden tijd stellen Roger De Piles en André Félibien hem voor als peintre renommé. Intussen verliepen de jaren en werd het een hele ommekeer: men beschrijft hem als dolzinnige dronkaard; als een plat en gemeen schilder. Dit blijkt trouwens het best uit wat Fierens-Gevaert over die periode zegt: 'On ne sait presque rien de la vie de Van Noort et les anecdotes des chroniqueurs du XVIIIe siècle sur son ivrognerie, ses moeurs vulgaires, son protestantisme, sont faussesGa naar voetnoot1.'. Als wij denzelfden schrijver verder aan het woord laten, dan zien wij, hoe na de XVIIIe eeuw de meningen terug grijpen naar de gedachten van de eerste levenbeschrijvers van den schilder en nu wordt het: 'Ce n'est pas à tort que l'on prête une grande force attractive à ce personnage impénétrable, le meilleur compère du monde au demeurant, si l'on en croit Jordaens, qui vingt fois dans ses tableaux a peint sa large face rose d'aïeul débonnaire, Van Noort jouissait d'une grande réputationGa naar voetnoot2.'. Treffend volgen wij die gedachtenevolutie in de beschrijving van Jules Dujardin: 'Le second maître de Pierre-Paul Rubens, Adam Van Noort, avait un caractère dyscole, étrange, violent, morose, ombrageux, prédisposé à la tristesse. On assure même que, pour être joyeux, il s'enivrait parfois d'une façon scandaleuse. Car alors, paraït-il, une gaieté exubérante et factice le charmait, jusqu'à ce que les effets de l'ivresse fussent dissipés, puis il redevenait brutal et maltraitait tout le monde. En sorte que sa vie sembla une suite d'épouvantables orgies, une série ininterrompue de scènes de ménage, qui engendrèrent chez lui une cruelle misanthropie, que seule la mort fit cesser, au dire des anciens biographes. 'Ces traits légendaires sont-ils basés sur la réalité? Nous ne le jurerions pas! Les données positives, en effet, n'abondent pas sur son compte. Outre la date de sa naissance, on connaït simplement celle de son décès survenu en 1641 à l'âge de quatre vingt quatre ans; par conjecture, on estime que le maïtre voyagea, qu'il passa une partie de sa jeunesse en Italie et ailleurs, quoi qu'on ait aucune preuve, car, il ne fut reçu | |
[pagina *33]
| |
[pagina *34]
| |
Afb. 8 Detail uit de 'Aanbidding der Wijzen' (kon. Mus. Antwerpen) : het oog van den negerkoning.
Afb. 9, 10 Id.: naam van Rubens in het oog van den Negerkoning. Afb. 11, 12 Id.: Een miniatuurbeeld in het oog van den Negerkoning. | |
[pagina 401]
| |
dans la gilde de Saint Luc, à Anvers, qu'en l'année 1587, après son mariage avec une jeune personne appartenant à une famille anversoise trés estimée. En 1598, il était doyen de la corporation des peintres. Sa fille, Cathérine, fut la femme de Jacques Jordaens. Et l'on peut dire encore, sans crainte de contradiction, qu'Adam Van Noort aida à fonder la brillante école Flamande du XVIIe siècle. 'II plaït de constater que le maïtre avait une manière large, qui a fait confondre parfois ses toiles avec celles de Pierre-Paul Rubens; que d'autre part, son dessin était pur, le choix de ses compositions, heureux; son pinceau facile, son coloris, brillant; et que, sans doute, la perte de la plupart de ses tableaux est regrettableGa naar voetnoot1..' Sprekend over Van Noort getuigt Tony Van Os: '(Rubens) zal dezelfde zonnige belichtingen toepassen en Jordaens benadert den werktrant van zijn leermeester en schoonvader van zo nabij, dat vele stukken van Adam Van Noort later ten onrechte toegeschreven werden aan den gezonden schilder van 'De Koning drinkt'. Ook zal Rubens veel moeten danken aan Van Noort... Adam Van Noort geeft hem zin tot gezonde realiteit en kleurenweelde, alles met stouten toets gezetGa naar voetnoot2.'. Hoe eigenaardig toch die 'volte-face', dat elkaar raken van extremen: van barse oplopende dronkaard, van zedeloze, door diens leerlingen verlaten, gemene kerel, wordt hij deftig, rechtschapen en voornaam; een man geëerd door zijn medeburgers, in nauw contact met vele voorname geleerden van zijn tijd. Daar waar men Van Noort bespreekt als 'schilder' zijn de meningen al even uiteenlopend: 'Rubens fréquenta, dans sa jeunesse, l'atelier de Venius et celui de Van Noort. Oelui-ci fut également le maïtre de Jordaens. On ne saurait dire que l'influence des maïtres ait laissé trace dans l'oeuvre de tels élèves. Il se pourrait même, bien au contraire, que ceux-là aient appris de ceux-ciGa naar voetnoot3..' En van den anderen kant: 'Fromentin qui, dans Les Maïtres d'autrefois défmit l'art de Rubens avec tant de bonheur et d'intelligence, tant de justesse, de précision et de goût a contribué à répandre l'idée d'un Van Noort auquel Rubens devrait presque toutGa naar voetnoot4..' Ieder bezadigd denkend mens, moet nà lezing van die critische | |
[pagina 402]
| |
beschouwingen, besluiten: Adam Van Noort is een zeer gewichtige onbekende. Als vanzelf rijst dan ook de vraag: hoe komt het dat onze kunstgeleerden het probleem Van Noort niet noodgedwongen hebben uitgediept. Wij bezitten nochtans in onze onmiddellijke omgeving een schitterend document van dien meester, te Antwerpen nl. in de Sint-Jacobskerk. Een authentiek werk: als een forse klaroenstoot kondigt het de wending aan, die het werk van zijn leerling Rubens in de toekomst zal nemen. Het werk luidt werkelijk den zg. Rubenstrant in. Wij bedoelen het tableau 'De Tolpenning van Sint Pieter' Niet dat dit tafereel de aandacht van de kunstcritici niet zou hebben gaande gemaakt. Het is aan hun speurend oog niet ontgaan. Onverklaarbaar echter is de wijze waarop zij het probleem, dat zich hier met zo 'n aandrang stelt, ontwijken: 'Une des chapelles absidiales de l'église Saint-Jacques, à Anvers, est décorée d'une représentation, forte, noble, impressionnante, du 'Denier de Saint Pierre', sous laquelle on a mis quelquefois timidement, le nom de Van Noort, mais qu'il est préférable, faute de possibilités d'élucider la question, de laisser dans son anonymatGa naar voetnoot1..' A.J. Wauters schrijft op zijn beurt: 'Zoo men anderzijds de Antwerpsche kenners gelooft, is Van Noort de maker van den prachtigen 'Tolpenning van Sint Pieter', in de Sint-Jacobs kerk aldaar, en bijgevolg een der meest verbazende coloristen der school, de ware voorlooper van Rubens en Jordaens, zijn leerlingen. Alleenlijk steunt die toeschrijving tot heden toe op geen bewijzen. Laat ons hopen, dat de waarheid eens aan het licht moge komen; intusschen zal men wijselijk handelen met zich van alle gewaagde oordeelvelling en van alle voorbarige begeestering te onthoudenGa naar voetnoot2..' En verder nog Fierens-Gevaert sprekend over Van Noort: 'On lui attribue sans preuve le 'Tribut de Saint-Pierre' conservé à l'église Saint-Jacques d'Anvers, dans l'une des chapelles absidiales qui mènent au tombeau de Rubens. C'est une oeuvre admirable et qui mériterait plus de célébrité. Aucun excès, aucune violence ni dans la mise en page, ni dans la distribution des lumières, au contraire, une maïtrise de soi et un instinct de style qu'il n'est point commun de rencontrer dans les oeuvres anversoises. Tels sont les mérites de ce tableau déconcertant et précieux. Il date assurément des environs de l'année 1600. Mais si l'oeuvre est de Van Noort, il faut renoncer à voir en ce maïtre l'incarnation de la matérialité et de la fougue flamande dressées devant le romantisme triomphantGa naar voetnoot3..' | |
[pagina 403]
| |
Wij kunnen die enkele beoordelingen als volgt samenvatten. Het werk van de Sint-Jacobskerk te Antwerpen is een meesterstuk. Mocht het waarlijk een Van Noort zijn, dan is hij een meester met kwaliteiten die verre overtreffen wat men van hem weet. Wie echter zal ooit met zekerheid vastleggen aan wie het werk moet worden toegeschreven? Waarom is het tableau 'De Tolpenning van Sint Pieter' van zo 'n uitzondei lijk belang? Ten eerste, omdat, als dit tafereel moet toegeschreven worden aan Adam Van Noort, de schilder dan een geweldige evolutie heeft doorgemaakt, evolutie waardoor hij de onbetwistbare grondlegger wordt van wat men noemt den Rubeniaansen trant. En ten tweede, omdat dan de vraag gewettigd wordt naar het verblijf van Van Noort in Italië: verbleef Van Noort in Italië nà 1600, dus terzelfder tijd ongeveer als Rubens? Dan moeten wij noodgedwongen een scheidingslijn trekken tussen de werken door Van Noort gemaakt vóór 1600 en deze nà. zijn verblijf in Italië. Onze jongste ontdekkingen bevestigen die beide standpunten. Aan de hand van een studie in voorbereiding, zal ik bewijzen, dat 'De Tolpenning van Sint Pieter' van Adam Van Noort is en geschilderd werd in 1623. En om op deze studie een weinig vooruit te lopen, geef ik hier een eerste bewijs van het verblijf van Van Noort in Italië terzelfder tijd als Rubens. Het Koninklijk Museum van Antwerpen bezit een tafereel door Rubens in Italië gemaakt en gekend onder de benaming 'Het Doopsel van Christus'. Het tableau zelf is een gedeelte van het grote werk door Rubens in Italië uitgevoerd voor het Altaar der H. Drievuldigheid van de Jezuïetenkerk te Mantua. Wij stellen dus vast: een werk door Rubens in Italië gemaakt. Gelukkig bezitten wij van dit schilderij ook de voortekening nog. Wij kunnen deze zien in het Louvre te Parijs. In die schets lezen wij, buiten andere Van Noort-monogrammen, diens beginletters AVN, o.a. in de kronkelingen van het linnen doek samen met een vleugel van den engel in den linker groep van Christus en de twee engelen; in de armen- en doekbeweging in den groep van staande mannen, rechts; ook nog in de armen- en benendispositie van den groep onderaan, gevormd door een staande, een zittende en een liggende man. (Men vindt de tekening gereproduceerd in A.J.J. Delen, Teekeningen van Vlaamsche meesters, afb. 58.) Zo lezen wij ook in het tafereel 'Het Doopsel van Christus' uit het Kon. Museum te Antwerpen, in het vleugeltje van den engel links van den toeschouwer, een Van Noort-monogram (afb. 1, 2). Adam Van Noort was dus terzelfder tijd als Rubens in Italië; hij treedt er als zijn medewerker op. Is hij dat gebleven? Was hij zelfs een van de bijzonderste medewerkers van Rubens? Sinds wij, buiten de naam- en jaartaltechniek, ook de techniek | |
[pagina 404]
| |
van het miniatuurbeeld, meermaals gepaard aan passende commentaar, ontdekten in de werken onzer grootmeesters van de schilderkunst, kunnen wij bewijzen, dat Adam Van Noort, menigmaal persoonlijk de naam 'Rubens' schildert in het werk van zijn leerling. Eenieder kent het majestatisch fraaie doek 'De Aanbidding der Wijzen' van het Koninklijk Museum te AntwerpenGa naar voetnoot1.. De schilder van het doek bekomt een énig schone uitdrukking van wildheid in het oog van den Negerkoning doordat hij het zwart van het oog in het wit jaagt en omgekeerd het wit in het zwart: een geniale retouche! (afb. 8). Welnu, dat effect bekomt hij over de lijning van een prachtigen naam van Rubens (afb. 9, 10). Is het Rubens die deze meesterlijke penseelstreken, zijn eigen naam, daar heeft op aangebracht? Onze ontdekking van het miniatuurbeeld alléén zal dat, zonder énigen twijfel, ophelderen. Vooreerst nochtans: wat bedoelen wij met 'miniatuurbeelden'? Het zijn kleine beeldjes in het grote doek ingewerkt door de grootmeesters onzer schilderkunst. Meestal liggen ze daar om een gemoedstoestand van den schilder uit te drukken en dit onder den vorm van schimp of spot met betrekking op personen of toestanden uit hun onmiddellijke omgeving. De toepassing van het miniatuurbeeld was het gemeengoed van alle grote schilders, ook van de primitieven, en de totaliteit van die beeldjes geeft aan het tableau een coloriet en karakter, zoals wij het heden ten dage niet meer zien bij de meesten van onze moderne schilders. Als wij het miniatuurbeeld onderzoeken in het oog van den Negerkoning (afb. 11, 12), dan zien wij daarin een lachenden kaalkopmonnik (wie zou niet direct terugdenken aan den jovialen Van Noort zoals wij hem kennen uit 'De Koning drinkt', 'Zoo d'Ouden zongen, zoo pijpen de Jongen' e.a.) met sinter, paternoster en kruis. Het is in den sinter dat Adam Van Noort den naam schildert van Rubens! Er is nochtans een veel scherpere scherts op Rubens te ontdekken in dit miniatuurbeeld. Wij weten dat Adam Van Noort de meester geweest is van Rubens: hoe schrijnend de spot als wij hier den meester, met zijn leerling in de armen, zien: een waarachtig ezelskopje! In het oeuvre van Rubens lezen wij het monogram van Van Noort verscheidene malen zó geschreven, dat de eerste opgaande haal van de N met de neergaande door een streepje tot een A wordt, terwijl met de tweede opgaande haal reeds de R begint, waarop dan de T volgt; de V ligt natuurlijk in de neergaande en weer opgaande eindstrepen van de N. Het is ongeveer hetzelfde monogram van den schilder, dat wij terugvinden in den 'Christus aan het Kruis' van ons Ant- | |
[pagina 405]
| |
werps Museum, loodrecht onder de voeten van den gekruisigden (afb. 3); hier is de T in de letter R ingewerkt. Max Rooses beschrijft in zijn oeuvre het tableau van Rubens uit de Sint-Martinuskerk te Aalst, voorstellend Sint Rochus en de pestzieken. Hij bewondert het meest den groep van de pestzieke naakten; hij roemt dien groep als een van de beste door Rubens eigenhandig geschilderd; en hij vermeldt in het bijzonder als zodanig den pestzieken ouden man. Welnu op dezes borst lezen wij, zowel op het tafereel van de voorstudieGa naar voetnoot1. als op het doek van de Sint-MartinuskerkGa naar voetnoot2., het monogram van Van Noort (afb. 4, 5), een eerste maal in de, als boven beschreven, bewerkte N, vervolgens door de uiteenliggende hoofdletters AVN. De omgekeerde P is de eerste letter van pictor (schilder) of pinxit (heeft dit geschilderd). Wij zagen Van Noort optreden in het oeuvre van Rubens vanaf zijn verblijf in Italië. Zoeven bespraken wij een werk geschilderd in 1625. Onderzoeken wij nu een zijner laatste: het laatste zelfportret van Rubens van het Kunsthistorisch Museum te Wenen. Als wij spreken van de medewerking van Adam van Noort aan het oeuvre van Rubens, dan mogen wij niet onopgemerkt laten, dat Van Noort bij hem iemand in de leer heeft gehad, die nooit een ander atelier heeft gevolgd dan het zijne, iemand, die later zijn schoonzoon werd en waarmede hij zijn leven door heeft gewerkt en in de grootste verstandhouding heeft geleefd, ik bedoel den volbloed Vlaming Jacob Jordaens. Wij zien Jordaens dan ook vanaf een zeker tijdstip samen met Van Noort optreden in het oeuvre van Rubens. In het jaar 1635 schijnen deze beide verkleefde geuzen bijzonder verbitterd geweest te zijn op Rubens. Dat spreekt uit het miniatuurbeeld, zoals wij het zien in 'De Negerkoppen' van het Koninklijk Museum te Brussel, werk gemaakt hoofdzakelijk door Jacob Jordaens met medewerking van Van Noort, werk waarover wij in een latere studie uitvoerig zullen handelen. Die verbittering zien wij echter bijzonder in het laatste 'Zelfportret' en wel het brutaalst in de voortekening van dat portretGa naar voetnoot3.. Die tekening werd door Van Noort gemaakt! Ze bevindt zich in het Louvre te Parijs. Wie zou ooit in deze schets een vóórbeeld hebben vermoed van het beeldje van Duquesnoy te Brussel! Het geschilderd zelfportret van het Kunsthistorisch Museum te Wenen moet toegeschreven worden aan Van Noort in samenwerking met Jacob Jordaens. Ten documentairen titel geven wij hier een naamtekening van Jacob Jordaens zoals deze met andere zijner naamtekeningen in het besproken werk voorkomt. Als wij den naam Jordans | |
[pagina 406]
| |
neerschrijven, dan zien wij dat deze samengesteld is uit de letters JOR en het woordje 'dans'. Welnu in dit portret lezen wij de letters JOR, een dansend ventje en de letter S (afb. 6, 7). Een zeer eigenaardige naamtekening van den wispelturigen Jordaens, wiens naam onder de meest verscheiden spellingsvormen in diens oeuvre voorkomt. Het zou ons te ver leiden het portret naar den fijnen spot te ontleden. Laten wij besluiten met de herhaling van onze eerste vraag: Was Adam Van Noort een van de bijzonderste medewerkers van Rubens? Of was hij veel meer dan dat? - Het probleem is gesteld, mocht het de belangstelling wekken dat het verdient. |
|