| |
| |
| |
G.B. Shaw
Spotter en predikant
door A. Deblaere S.J.
Shaw is negentig jaar. Engeland heeft hem gevierd als een reeds legendarische figuur. Shaw zelf viert evenmin zijn decennia als zijn verjaardagen, om de eenvoudige reden, dat hij meent persoonlijk weinig te hebben bijgedragen tot zijn komst op deze wereld. Zeer lang heeft Engeland die onverschilligheid voor zijn levensdata met hem gedeeld, tot ergernis van al zijn bewonderaars en vereerders. Engeland heeft getracht, Shaw dood te zwijgen of weg te critiseren. Maar daardoor bevestigde het de jonge revolutionnair in zijn opstandigheid. Shaw heeft de Engelsen gegispt en gehekeld, bespot en beledigd; toen het onmogelijk werd, hem langer te negéren, hebben zij, met het zekere instinct van hun meerderheidsbewustzijn, de profeet onschadelijk gemaakt door hem met succes te omringen, en hem een plaats te geven in de galerij van hun afgoden.
Toen hij als jonge socialist in Hyde Park zijn longen stuk schreeuwde, en als jeugdig schrijver voor zijn nieuwe soort literatuur een plaatsje in de letterwereld wou veroveren, stootte hij op onverschilligheid en minachting; - meer dan vijftigmaal werd hem het manuscript van zijn eerste novellen door de uitgevers teruggestuurd. Maar evenals de Eenzame uit Rilke's Malte Laurids Brigge, groeide Shaw in zijn onver-biddelijkheid naarmate hij zich meer miskend gevoelde. Toen greep zijn omgeving naar het andere, uiterste middel om zich van de lastige prediker te bevrijden: hij werd op een podium geplaatst, toegejuicht, met eretekenen overladen. En evenals de meesten, bezweek Shaw voor deze demonstraties, en liet hij zich verschalken.
Hij wil een hervormer zijn, die door zijn ideeën het aanschijn van de wereld wijzigt,... en men huldigt hem als de grootste toneelschrijver van zijn eeuw. Niet alleen laat hij zich een Nobelprijs welgevallen, - hij is er immers zelf van overtuigd dat zijn kunst een stap vooruit betekent op die van Shakespeare, - maar hij voelt er zich ook gelukkig mee. Hij wil op onbarmhartige wijze de schijnheiligheid van de Engelse burgerij brandmerken en doodverven; maar diezelfde burgerij gaat uitbundig lachen om elk van zijn zetten en uitvallen, om zijn 'kostelijke ironie' en 'goddelijk sarcasme'.• Zij heeft hem wijsgemaakt, dat hij de grootste humorist is van Engeland, zij laat zijn hatelijkheden
| |
| |
circuleren als bons mots en paradoxen; en Shaw voelt, dat hij zijn faam moet hooghouden: men verwacht nu eenmaal van hem, dat hij iets onverwachts zal zeggen, en hij doet het dan ook.
Hij wou een profeet zijn en een prediker van algehele oprechtheid en levensechtheid; hij berust er in, gevierd te worden als een geniale spotter en hekelaar, als een groot schrijver, en een 'scherpe geest'.
***
Toen Shaw in 1876 te Londen arriveerde, had niemand kunnen voorzien, dat deze verbitterde atheïst ooit met de Engelse maatschappij een compromis zou sluiten, dat de heftige aanklager van hypocrisie en sociale wantoestanden als mild en humoristisch oud heer het enfant terrible en als het ware de geestelijke nar van deze maatschappij zou worden.
Als men Shaw's jeugd kent, begrijpt men het negativisme van zijn vroegste wereldbeschouwing. Het leven, dat hij had doorstaan, was te zwaar voor een eenzame, fijne en gevoelige jongensziel, dan dat hij gezond had kunnen blijven zonder zich in een irreële ideeënwereld te verschansen. Zijn vader, eerst beambte aan het Justitiepaleis te Dublin, daarna ongelukkig graanhandelaar, bezat adelijke pretenties, en dwong zijn gezin tot het ophouden van een sociale gentleman-standing, die hun krachten en middelen te boven ging. De kinderen leerden leven in een voortdurende leugen; ze werden grootgebracht in een onmogelijk streng puritanisme, zorgvuldig afgesloten van alle omgang met kinderen van kleine burgerlui, opgevoed naar 'fatsoenlijke' principes, waarvan zij in hun eigen woning de gehuichelde toepassing aanschouwden. Vader bedronk zich; hij verborg min of meer zijn degeneratie, maar zijn gezin had er genoeg onder te lijden. Tot luid getwist kwam het nooit uit vrees voor de buren, doch de gehele familie leefde in een latente spanning van wederzijdse afkeer onder een schijn van aanhankelijkheid.
Shaw's eerste filosofie zal dan ook geboren worden uit ressentiment, het ressentiment van een hoogbegaafde, veeleisende, en in de grond edelmoedige jongensziel. Hij behoedde zich voor innerlijke ontreddering door te vluchten in een gewild egoistische levenshouding.
Reeds was zijn moeder hem naar Londen vooruitgereisd, om het gezin door muziek- en zanglessen uit de fmantiële nood te helpen. Shaw, toen bijna twintig, bleef nog negen jaar op moeders kosten leven, terwijl hij alleen aan zijn eigen ontwikkeling arbeidde, bibliotheken, leeszalen en voordrachten afliep, en er de overvloedige maar ongedisciplineerde wetenschap van de autodidakt veroverde. Ook later zal hij zich over zijn gedrag van deze jaren niet schamen, doch het met een pasklaar verheven motief rechtvaardigen: hij zal spreken over de
| |
| |
heldhaftigheid van degenen, die zich in de absolute dienst stellen van een ideaal, zoals de artist die jaren lang liever op anderen parasiteert, dan door arbeid zijn brood te verdienen en aldus zijn 'roeping' te verraden. In het opbouwen van een sublieme wereldbeschouwing, die zijn eigen persoon het best past, zal Shaw steeds even Engels zijn als de door hem zo gelaakte Engelsen: 'Zij houden er de hoogste morele principes op na, die hen per slot van rekening toch altijd juist datgene doen verrichten, waar zij zelf zin in hebben.'
De jonge Shaw heeft de familiebanden gekend als de meest hatelijke van alle slavernijen. Hij valt het stabiele familie- en huwelijksleven aan als een onnatuurlijke samenleving, gevolgd op een natuurgebeuren, dat helemaal de personen niet aan elkaar hoeft te binden, zoals de conventies het nu eenmaal eisen.
Hij verlaat Ierland met vreugde, en leert als armoelijder te Londen Engeland niet liefhebben. Vaderlandsliefde lijkt hem dan ook een vals en kunstmatig gevoel, waarmee vreedzame volkeren tegen elkaar in 't harnas worden gejaagd.
Met zijn gewone taaie hardnekkigheid, had de jongen zichzelf vrij vlot piano leren speien. Regelmatig werd hij op de West End-avondpartijen als pianist gevraagd. Hij leerde er de aristocratie en hogere burgerij observeren, zoals zij zich verborg achter een schijn van fatsoen, dat alleen moest dienen, om zich intussen alles te veroorloven. Hij leerde er het genieten en verspillen van onverdiende rijkdom veroordelen als een sociale onrechtvaardigheid.
Zijn bitter sarcasme was gegrond genoeg; maar hij zou het weer verheffen tot een algemene waarheid: alle onrecht op de wereld werd gepleegd in naam van Religie, Patriotisme, Rechtvaardigheid, Plicht, - even zoveel voorwendsels door de mensen uitgedacht om voor elkander ongestraft hatelijk en wreed te zijn, om moord en wandaden goed te praten. Nu is het gevaarlijke van paradoxen precies, dat zij steeds een gedeeltelijke waarheid bevatten; van Shaw's bewering heeft de hedendaagse geschiedenis de meest verscheidene toepassingen gezien. Doch het misbruik van een waarde vernietigt deze daarom nog niet. De jonge profeet vergiste zich wel niet, maar hij zag niet alles. Beperktheid is het lot van ieder individu, hoe begaafd ook.
Shaw was echter soepel en gaaf genoeg, om zich niet vast te graven en te verstarren in een eenmaal verworven inzicht. Hij maakte net de omgekeerde evolutie door van de meeste mensen. Hij begon met alles te negéren, om stilaan tot het aanvaarden van heel wat traditionele waarden terug te keren. Zoals Chesterton het uitdrukte, - hij maakte de meest verrassende van alle reizen: de reis van het graf naar de wieg, in plaats van omgekeerd. En inderdaad, de negentigjarige Shaw beweert dat hij zich met de dag jonger voelt worden, en dàt na een
| |
| |
leven van ononderbroken, koortsige activiteit. Dit neemt niet weg, dat zijn reis toch een gevaarlijke reis was. Zonder zijn humor en - waarom het niet erkennen in weerwil van Shaw zelf? - zonder zijn goed hart, had hij best nimmer kunnen worden wat hij nu geworden is, de gemoedelijke, wijze oude heer, naar de beschrijving die hij destijds zelf in Tanner's Revolutionnair-Handboek gaf. 'Waardevolle mensen worden nog meer revolutionnair wanneer ze ouder worden, al gaat men ze gewoonlijk voor conservatiever houden, omdat ze het geloof verloren hebben in conventionele hervormingsmethodes.'
***
Shaw's grote bekering was zijn bekering tot het socialisme. Echter niet tot het Socialisme als de tyrannie van het plebs, dat hij nuchter de swinish multitude durft noemen, nog minder tot een democratie die hij als 'de laatste toevlucht van een goedkoop wanbestuur' betitelt, maar eerder tot een socialisme met een intellectuele aristocratie. Hij sloot aan bij de Fabian-Society, een groep ontwikkelde, vooruitstrevende idealisten, die eindeloos over socialisme debateerden, maar tenslotte hun ideeën ook heel veel ingang deden vinden. Shaw, vurig apostel geworden, stelde al zijn tijd, kracht en talent in hun dienst, en werd dan ook spoedig één van de leidende figuren van de beweging. Wel ontbrak het hem aan de nodige zelfkritiek om, evenals Iwan Karamazow, te bemerken dat zijn nieuwe naastenliefde voor de mensen in omgekeerde verhouding stond tot de nabijheid, waarin hij met hen moest leven, zodat zijn familie allerminst van zijn sociale genegenheid profiteerde. Maar het socialisme gaf een doel aan zijn leven. Hij ontwikkelde tot een scherpzinnig debater, wat hij zijn gehele leven blijven zou, zowel in zijn toneelwerk als in zijn essay's, in zijn muziek- en toneelcritieken (na zijn zware dagtaak liep hij 's avonds de Londense concertzalen en schouwburgen af, en was jarenlang criticus voor verscheidene kranten) als in de uitgebreide 'Inleidingen', die hij zelf op zijn toneelstukken schreef. Want hij wou het 'oneerlijke' en overigens nutteloze gebruik om inleidingen, en dus reclame, door anderen te laten maken, liever voor eigen rekening nemen: 'Ik kan zelf het beste duidelijk maken, wat ik met mijn stukken bedoel, beweert Shaw, en ik ben verstandig genoeg, om voor de nodige publiciteit te zorgen.'
Alles wat hij schrijft heeft een practisch doel. L'Art four l'art kan wel een aardig tijdverdrijf worden maar brengt niets groots voort. Kunst moet dienen. Shaw's toneel is didactisch; hij schrijft toneel, omdat het hem de beste vorm lijkt om de mensen iets aan het verstand
| |
| |
te brengen. Wel moest hij de juiste toon weten te vinden, want zijn eerste stukken waren te ernstig aanklagend, heftig, zedeprekend. Hij kwam diep onder de invloed van Ibsen, en zijn personen wonnen er door aan tragiek. Maar wat hij zelf op Ibsen vóór had, was zijn superieure humor en sprankelende vlugheid van geest, waardoor langzaamaan de bittere klank uit zijn stukken week.
In de Four Pleasant Plays trof hij de juiste toon, en met het grappige Arms and the Man, doch vooral met het diep-ernstige Candida (1894) veroverde hij definitief het toneel. Dit laatste is wellicht het edelste en menselijkste stuk, dat hij geschreven heeft, en in 1937 nog werd het te Parijs door Engeland als zijn meest representatief modem toneelstuk opgevoerd.
Candida behandelt het echt Ibseniaanse thema van de beruchte driehoeksverhouding. De jonge adelijke dichter Marchbanks, door zijn familie verstoten, gaat inwonen bij zijn vriend, Dominee Morell. Natuurlijk wordt hij verliefd op Morell's vrouw, Candida. Gooit de sterke Morell hem de straat op, dan zal Candida's sympathie naar de mishandelde uitgaan. Daarom bedwingt hij zich, maar aan het conflict moet een oplossing komen: naast de vrouw is geen plaats voor twee mannen. Candida moet kiezen, en evenals bij Ibsen, gaan de spelers even rustig over de toestand zitten praten. 'Wat hebben jullie mij aan te bieden?' vraagt Candida. Morell schenkt haar zijn loopbaan, zijn talent, fortuin en eigen haard; Marchbanks zijn liefde en nood. Morell begrijpt eindelijk, dat al de door hem opgesomde voordelen voor het echt vrouwelijke in Candida niets betekenen; hij voelt zijn mannelijke zekerheid ineenstorten, en kan enkel nog uit de grond van zijn gefolterd hart haar naam roepen: 'Candida!' - 'Ik geef mezelf aan de zwakste van de twee' beslist Candida, en zij wendt zich tot haar man.
De critiek, die Shaw maar al te vaak verwijt, geheel en al verstand te zijn en geen hart, zou met dit éne stuk, waaruit zoveel ontroerende menselijkheid spreekt, reeds afdoende weerlegd zijn. Maar Shaw's behoefte, om zich over al de pakkende en aangrijpende problemen van het mensenleven inzicht en klaarheid te veroveren, had de critiek voldoende moeten doen inzien, dat de schrijver door al deze problemen te diep bewogen werd om er zich, evenals de meesten zijner medemensen, met een traditionele verklaring rustig over heen te zetten. Tous nos actes, zegt Blondel, sont mlêlés d'idéologie passionnée. Ook sluit scherp verstand een rijk gemoed niet uit.
Niet alleen de verstandelijke wijze, waarop Shaw alle vragen behandelt, de schijnbaar louter intellectuele personages die hij laat optreden, ook de afwezigheid van de gewone sentimentele liefdeverheerlijking in zijn toneel kon de critiek op een dwaalspoor brengen.
| |
| |
Vóór Ibsen in Engeland gespeeld werd, was de goedkope romanliefde het enige thema, dat alle klassen en Individuen van het disparate Londense Schouwburgpubliek kon interesseren, en dan ook alleen werd uitgebuit in de toneelliteratuur. Shaw walgde van deze Ersatzkunst. Zijn Three Plays for Puritans, drie van zijn meesterlijkste creaties, zijn er het antwoord op. Dick Dudgeon in The Devil's Disciple, Caesar in Caesar and Cleopatra, Lady Cicely in Captain Brassbound's Conversion zijn geen romantische idealisten, maar superieure realisten, bezield met een groter en sterker liefde dan sentimentele of sexuele attractie: zij weten zich in dienst van een grootse taak, en de affectieve aanleg van hun voornaamste tegenspelers, - resp. Judith Anderson, Cleopatra, en Capt. Brassbound, ideale hoofdrollen voor het klassiek sentimentele drama, - verschijnen naast hen in al de erbarmelijke kleinheid van hun persoonlijke gevoelentjes. Op de liefdesverklaring van de sympathieke vrijbuiter Brassbound antwoordt Lady Cicely: 'Ik was nooit verliefd op een werkelijk levend mens, en ik zal het nooit zijn. Hoe zou ik goed met de mensen kunnen omgaan, als er nog zo'n restje waanzinnige zelfzucht in mij overbleef? Dit is mijn geheim.'
Shaw's toneel klinkt verrassend nieuw en oorspronkelijk. 'Niets daarvan', retorqueert hij natuurlijk, 'ik gebruik alle oude motieven, oude trucs en oude thema's'. En inderdaad, bij nader toezien moet men hem gelijk geven. Neem bv. The Devil's Disciple, een incarnatie van Shaw zelf: men vindt er het oeroude geliefde thema van de man, die zich in de plaats van een ander laat gevangen nemen, bijna terechtgesteld wordt, maar op het laatste ogenblik door de werkelijk veroordeelde wordt verlost. Toch blijft het stuk uiterst origineel, want het nieuwe steekt hierin, dat Shaw alle gebruikelijke conventies omkeert.
Dick, als het zwarte schaap uit de familie Dudgeon gestoten om zijn schandelijke opstandigheid tegen religie en moraal, is in de grond de enig religieuze natuur van de clan. Want de puriteinse Dudgeon's maken God tot de dienaar van hun hardheid, wreedheid, en schraapzucht. Dick wil de Duivel ook een kans geven: hij noemt zich 's Duivels leerling, maar zijn verzet tegen God richt zich eigenlijk tegen het tyrannieke waanbeeld dat men van Hem heeft gemaakt. Waar hij meent de Duivel te zoeken, zoekt hij dan ook niemand anders dan de ware God. Wanneer hij, op een critiek ogenblik, de dominee van het schavot redt, door zich in zijn plaats te laten gevangennemen, bekomt hij niet van zijn verbazing. Hoe kwam hij er toe? Geen sentimentele liefde, zoals de 'deugdzame', klein-egocentrische domineesvrouw het dadelijk meent, doch zijn hooggestemde ethische bezieling dreef hem tot deze daad. 'Ik begrijp niet, hoe ik er toe kwam, mijn eigen hals in de strop te steken, net toen ik er een ander in kon duwen... Als 's Duivels leerling heb ik altijd leren handelen naar de wet van mijn eigen natuur.
| |
| |
Maar toen het er op aankwam, kon ik heus niet anders... ik zou het gedaan hebben voor iedere man en voor ieder man z'n vrouw in de stad.'
***
Shaw maakte echter een meer bepaald 'religieuse' bekering door in zijn bekering tot het vitalisme van Samuel Butler, dat hij tot een soort ethische wijsbegeerte uitbouwde; want evenals bij alle Engelse denkers, is zijn bezorgdheid meer ethisch gericht dan metaphysisch. Samuel Butler, op het vasteland minder bekend, reageerde tegen het Darwinisme, of liever tegen de mechanisch-deterministische wijsbegeerte, die men op het Darwinisme ging bouwen. 'La fonction crée l'organe' zei Lamarck reeds, en Butler beweerde, dat de Wil het organisme tot onbeperkte ontwikkeling kan opdrijven. Shaw werkte dit vitalisme verder uit tot de Godsdienst van de Life-Force. Deze Levenskracht dringt de schepping vöorwaarts, zoekt zich steeds in volmaakter vormen te verwezenlijken, zich -verder te vergeestelijken, en van de dwang der stof te bevrijden. In de mens vond zij haar hoogste uiting: maar ook de mens moet zich in haar dienst stellen, en naar een meer spirituele zelfstandigheid, een intenser bewustwording, een rijker vervolmaking van zijn wezen streven. Alle kleinheid, alle persoonlijke belangen, moeten verdwijnen in het veroveren en ontplooien van dit hoger Leven, in het scheppen van de Superman. De Superman heeft iets van Nietzsche's Uebermensch en iets van Bergson's held. De heiligen en profeten, kunstenaars en mystici zijn degenen, die zich de stuwing van deze Levenskracht bewust worden, en haar roep volgen, desnoods tegen de verstarring in van alle opvattingen en instellingen; en al moeten zij vaak persoonlijk aan het conflict met de bestaande, bevooroordeelde maatschappij ten onder gaan, de Levenskracht overwint tenslotte door hen.
Dadelijk herkent men de verwantschap tussen Shaw's Life-Force en Bergson's élan vital; toch blijft Shaw ver beneden de wijsgerige diepte en het begrijpend inzicht van deze laatste. Hij vereenzelvigt de Life-Force met de godheid, en zo hij had willen doordenken, was hij op al de contradicties van een evolutionistisch panthïisme vastgelopen, terwijl Bergson zich eerst in een voorzichtig agnosticisme terugtrok, om later zijn élan vital als de geschapen manifestatie van een persoonlijke God te erkennen. Shaw beweert, - en wij zien niet in, waarom wij hem niet zouden geloven, - dat Bergson's leer hem niet beïnvloedde: hij wil geheel en uitsluitend de volgeling en apostel van Samuel Butler zijn.
Benevens een groeiende diepte aan problematiek, een sterker wegvallen van de intrigue voor scherper dialectiek, zullen zijn toneelstukken
| |
| |
thans ook zijn credo van de levenskracht verkondigen. Man and Superman leverde de eerste, duidelijke systematische uiteenzetting er van. Maar slechts in zijn Joan of Arc (1924) bereikte Shaw een nieuw hoogtepunt van zijn kunst, een poëtische zowel als dramatische gaafheid, die vóór als na onovertroffen bleef, Schiller ver in de schaduw stelde, en de beste historische drama's van Shakespeare minstens evenaarde.
De dichterlijke vrijheid, die de schrijver zich met de historie veroorloven mag, gebruikt Shaw niet, om, evenals Claudel, Johanna's rechters tot onmensen te maken. Hij legde detragiek juist hierin, dat Johanna èn haar rechters, ethisch hoogstaande mensen, alleen handelden naar hun plicht en geweten, en dat het oprecht volgen ervan tot het tragische conflict moest leiden, waaraan één van beide partijen physisch ten onder zou gaan. Hierdoor voerde hij het conflict op tot zijn ontologisch plan, tot het pijnlijke proces van alle wording en groei, dat zich uit in de spanning tussen bestaande gemeenschap en bezield individu, tussen gezag en hervormingswil, tussen oud en nieuw. En wij moeten de juistheid van Shaw's inzicht erkennen, wanneer hij beweert dat Jezus, evenals de profeten, gevallen is als slachtoffer van de religieuse gezagsdragers. Deze gezagsdragers moesten hun bestaande instellingen verdedigen tegen de Hervormer, omdat zij zich er van bewust waren, dat zij dit gezag zowel als die instellingen onveranderlijk van God hadden ontvangen.
Hier, zoals in al zijn rijpere stukken, raakt Shaw een zeer diep probleem aan, waarvan de oplossing zo maar niet voor de hand ligt. En evenzeer als hij ons verbaast door de scherpte van zijn inzicht, ontgoochelt hij ons vaak een ogenblik later door de lichtzinnigheid van zijn oplossingen en conclusies. Een degelijk criticus is zelf niet altijd een goed kunstenaar. En Shaw's schrandere, maar veel te ongeduldige geest kan zelden een goede oplossing vinden voor vragen, waarover de hoogstbegaafden onder de mensen sedert eeuwen hebben nagedacht.
***
Men zegt wel eens, dat Shaw alles aanvalt, alles afbreekt, niets eerbiedigt. Met een dergelijk verwijt is Shaw ongetwijfeld ten zeerste ingenomen, maar wellicht doen wij hem te veel eer aan, wanneer wij hem voor zoveel ernstiger nemen dan hij werkelijk is, - al blijft de lectuur van de meeste zijner werken voorbehouden voor lezers met een ontwikkeld critisch oordeel.
Hij wou Engeland wakker schudden, en hij heeft het gedaan. Hij wou het beschaamd maken over zijn schijn-christendom; en zo de
| |
| |
onzachte ontwaking veel kwaad bracht, zij bracht ook veel goed. Hij was niet tevreden met de wereld zoals zij bestond; daarom zette hij ze op haar kop, om te kijken hoe alles er dan uitzag, en waar hij de zaken niet kon omdraaien, ging hij zelf op zijn kop staan als Pluizer. Evenals velen onder ons, was hij van oordeel, dat er iets hapert aan ons wereld-speelgoed, en als een ondernemende jongen nam hij de stukken uit elkaar, - of hij misschien vinden kon wat eraan mankeerde. Maar daarna kon hij die stukken niet goed meer in elkaar zetten, want de mensen hadden er soms heel wat eeuwen aan gewerkt om ze zo goed en zo kwaad als het ging in elkaar te krijgen. Men zou wel kunnen glimlachen of huilen om enkele van zijn geestessprongen: de oordelen van een autodidact die veel weet, maar weinig grondig heeft doorgewerkt, de vonnissen of al te gemakkelijke nieuwe voorstellen van een geest die niet eens het gecompliceerde van de gestelde vragen bevroedt.
Hij ziet in, dat het huwelijk iets meer is dan een straffeloos Alsatia, waarin twee mensen hun zingenot en liefdebehoefte voldoen kunnen: hier staan man en vrouw in dienst van een Kracht, die hun eigen leventje vèr overstijgt, die in niets mag afhangen van hun grillen, wispelturigheid, en gevoeligheid. - 'Mooi zo, Shaw', denkt de lezer, 'daar benader je aardig de christelijke opvatting over het huwelijk: de mens, deelnemend aan Gods scheppingswerk, aan een zo verheven taak, moet zijn gehele gevoelswereld, zijn persoonlijke grilligheid, weten te overwinnen, te besturen en in dienst te stellen van deze roeping'. Maar juist wanneer men verwacht, dat Shaw van de verhevenheid en heiligheid van het huwelijk naar zijn eenheid en onverbreekbaarheid logisch zal overgaan, wendt hij het stuur om: hij maakt het hele psychologische en morele leven los van de 'Dienst van de Levenskracht', daar die toch zo ver er boven staat. De overige menselijke Vermogens hebben er niets mee te maken, en de mens mag er rustig op los leven. En Shaw schijnt niet te merken, dat de arme Life-Force er vrij berooid afkomt, waar zij geen beroep meer mag doen op trouw, zedelijke beteugeling, psychologische zelfbeheersing, liefde en toewijding, voor het voortbrengen en opvoeden van de 'Nieuwe Mens'.
Bij alle verrassende oorspronkelijkheid, stoten wij op dezelfde inconsequenties in de gedachtengang, telkens als Shaw het over het Christendom heeft.
'Na tweeduizend jaar trouw aan de oude kreet: “Niet deze man doch Barabbas”, ziet het er naar uit, of Barabbas toch eigenlijk een mislukking is, trots zijn overwinningen, zijn koninkrijken, zijn millioenen-fortuinen... ®Deze man” werd totnogtoe geen mislukking, want nog nooit heeft de wereld eens ernstig zijn methode beproefd.' Zo begint Shaw zijn essay over Christianity dat Androcles and the Lion
| |
| |
inleidt. Weer denken we: we krijgen een onvooringenomen uiteenzetting over het Christendom. Maar even later vernemen wij, dat Jezus niemand anders is dan een Shaw-avant la lettre, dat hij er erg Shaviaanse opinies op nahield over moraal, wijsbegeerte godsdienst...
Toch heeft Shaw, die levende contradictio-in-terminis, met zijn gewone onverbiddelijkheid, heel wat vooroordelen van de Engelsen tegen het Katholicisme stuk gespot en -geredeneerd.
Zal Shaw's gedachte nog verder evolueren? Helaas, wij vrezen dat het succes ook hem tot een soort stilstand en geestelijke stagnatie bracht: zijn faam eist nu eenmaal een zekere 'trouw' aan de principes die hij zolang verheerlijkte. Toch wensen wij de man, die zo oprecht, zo onvermoeid en absoluut in dienst stond van zijn Ideaal, hoe gebrekkig dat Ideaal ook was, een weinig van het volle Licht en van de volmaakte Humor, waarin geen bitterheid en geen sarcasme meer overblijven.
|
|