Streven. Jaargang 14
(1946-1947)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |
De kerk in Centraal-Europa
| |
1. De toestand der kerk1. Zuid-SlaviëHet huidige Zuid-Slavië, met zijn 248.000 vierkante kilometer en 14 millioen inwoners, vervalt in twee delen: ten Oosten van de Drina en van Belgrado wonen 8 millioen Serben, meest allen orthodoxen; ten Westen, in de kleinere helft hebben 6 millioen Kroaten, grotendeels katholieken, hun vaderland. Deze Kroaten zijn in den Balkan de enige christenen, die niet naar de orthodoxe Kerk zijn overgegaan, maar ten koste van bloedige offers steeds hun aanhankelijkheid aan Rome hebben gehandhaafd. Na den wereldoorlog werd Zuid-Slavië van het oude Oostenrijk-Hongarijë losgemaakt en tot een afzonderlijk koninkrijk verheven onder een autochtone monarchic Daar de Russische orthodoxe Kepk door de bolsjevisten werd verdrukt, Bulgarijë verslagen was en Albanië van zijn dynastie beroofd, nam de koning van Zuid-Slavië den titel 'verdediger van het H. Graf', en Belgrado werd het 'Vatikaan van de orthodoxie', waar ook Russische orthodoxen een toevlucht zochten en vonden. Het is dan ook niet te verwunderen, dat de katholieke Kroaten erg verdrukt werden en de orthodoxe Kerk alle voordelen genoot. Zo kreeg in 1921 de orthodoxe Kerk een staatssteun van 141.246.436 kronen, de katholieke echter 10.903.993 kronen, terwijl toch de orthodoxen 46,6% der bevolking en de katholieken 39,3% uitmaakten. In 1932 waren er onder de hoge staatsambtenaren 236 | |
[pagina 211]
| |
katholieken en 1957 orthodoxen. Ook, toen op 6 April 1941 de troepen der 'As' Zuid-Slavië binnenvielen, riepen de Kroaten, nog voor het einde van den korten oorlog, een zelfstandigen staat uit, dien zij volledig katholiek organiseerden. Nu ontstond tussen de twee volkeren van Zuid-Slavië een barbaarse strijd, waarin het nationale en het godsdienstig element volledig naast en door elkaar liepen. Na een zekeren tijd kwam dan het communistisch leger van Tito zowel de katholieken als de orthodoxen vervolgen. Tienduizenden Kroaten, honderden priesters en kloosterlingen werden door de 'Cetnici' (Serbische nationalisten) of door de communistische partizanen gedood. Het land werd door de heen en weer trekkende legers en door de luchtbombardementen der Angelsaksers verwoest, zoals wellicht geen ander land in Europa. In Mei 1945, toen de Russische legers op komst waren, vluchtten ongeveer een half millioen Kroaten naar de grenzen van Oostenrijk, maar zij werden weldra onverbiddelijk door de Engelsen teruggedreven: men schat op 100.000 het aantal die het op die reis bestierven van honger en dorst, ofwel werden gedood. Welk is de huidige toestand van de Kerk in Zuid-Slavië onder het bewind van den communist Tito? In een gezamenlijken herderlijken brief van 20 September 1945 schreven de katholieke bisschoppen: 'Volgens vaste gegevens werden 243 priesters gedood, 169 zijn in concentratiekampen, en 89 vermist; een totaal van 491 slachtoffers. Van de 243 vermoorden werden velen door de Cetnici, de meesten door de communisten gedood. Voor het gerecht gebracht wisten zij meestal niet wat hun ten laste werd gelegd; alle verdediging werd hun ontzegd. 'Het treurigste is nog, zo schrijven de bisschoppen, dat aan deze priesters, zoals aan honderden en duizenden anderen, de troostmiddelen van onzen godsdienst in de laatste ogenblikken werden geweigerd.' Deze priesteimoord op grote schaal heeft de rangen van den clerus zeer gedund. De priesters worden voortdurend in, de kranten aange-vallen, en kunnen zich niet verdedigen, bij ontstentenis van een katholieke pers. Van de honderd bladen van vóór den oorlog verschijnt er heden geen enkel meer. De kleine en grote seminaries zijn gedeeltelijk bezet; de Kerk is van een groot deel van haar bezittingen beroofd, zodat zij haar scholen niet kan onderhouden; het godsdienstonderricht is facultatief in het lager onderwijs en volledig afgeschaft in het middelbaar. Men belet de katholieken hun Zondagplicht te vervullen en men tracht de christelijke zeden te bederven. 'De huidige toestand van de katholieke Kerk in Zuid-Slavië, zo besluiten de bisschoppen, verschilt naar onze mening, slechts in naam van een openlijke kerkvervolging.' Toch moet aangestipt worden, dat juist al deze beproevingen den christelijken geest van vele gelovigen hebben vernieuwd. Vooral de | |
[pagina 212]
| |
Maria-heiligdommen zijn getuige van indrukwekkende bedevaarten en uitingen van diepe godsvrucht, zoals men nooit te voren had gezien. Tito schijnt het wel bizonder gemunt te hebben op de katholieke Kroaten, waarvan honderdduizenden in concentratiekampen zitten, maar vervolgt eveneens de Serbische Kerk. De patriarch van Belgrado, Gavrilo, kan na zijn bevrijding tut het kamp van Dachau niet naar Zuid-Slavië terugkeren; zijn plaatsvervanger, de metropoliet Josip, werd door Tito's Gestapo gevangen gezet, omdat hij gezegd had in een interview: 'Het bewind van maarschalk Tito is op terreur gebouwd en bizonder gericht tegen de Serbische orthodoxe Kerk. Hij arresteert en vervolgt de priesters, verbiedt het godsdienstonderwijs in de scholen, neemt de eigendommen van kerken en kloosters in beslag zonder enige schadevergoeding, sluit kerken en kloosters om ze als vergaderzalen te gebruiken en heft het kerkelijk huwelijk op.' Zijn tijdelijke plaatsvervanger, Mgr Denis, heeft op zijn beurt in een open brief van 12 October 1945 aan den patriarch van Moskou, Alexej, zowel het terroristisch bewind van Tito aangeklaagd, als de onduldbare inmenging van het patriarchaat van Moskou in de innerlijke aangelegenheden van de Serbische orthodoxe Kerk. Of het atheistisch communisme van Tito bij dit diep-christelijk volk van Zuid-Slavië, dat met hart en gemoed aan zijn godsdienst gehecht is, grote successen zal boeken, is erg te betwijfelen. Men voelt echter, hoe achter zijn actie Moskou staat, zowel het bolsjevisme als de Russische orthodoxe Kerk. | |
2. HongarijëHongarijë heeft een oppervlakte van drie maal België, en leeft vooral van landbouw; zijn bevolking, die iets groter is dan de Belgische, bestaat voor 70% uit katholieken, en 30% calvinisten, Protestanten en orthodoxen. Daar Hongarijë met de As-mogendheden had meegevochten, verwachtte het zich wel niet aan een schappelijke bezetting door de Russen; dat het echter zo verschrikkelijk zou zijn, heeft niemand zich kunnen indenken. De nog half-primitieve Russische soldaten vielen het land als een wingewest binnen: vrije plundering werd officieel toegestaan gedurende twee, drie dagen, in Boedapest zelfs veertien dagen lang. De bombardementen en kanonnaden hadden reeds veel verwoest. Nu werden uit de fabrieken de machines weggehaald, de banken en de brandkasten werden geplunderd, te lande werden de koeien en paarden meegenomen, zodat vele boeren met spade en houweel het land moesten bewerken. Tenslotte had Rusland het recht tot zich getrokken, te Moskou bankbiljetten te drukken; het gevolg was een geweidige inflatie: in April 1946 betaalde men voor | |
[pagina 213]
| |
een tramkaaxtje 100 milliard Pengoe. Onlangs hebben de Amerikanen den goudvoorraad van Hongarijë, welke Duitsland had weggehaald, teruggegeven, en men heeft een nieuwe munt, de forint opgericht. Maar intussen zijn de meeste Hongaren totaal gerumeerd, hun huizen zijn verwoest of geplunderd, en hun geld is waardeloos papier geworden. De eerste maand na de Russische invasie was geen vrouw veilig op straat. Moreel en materieel heeft dit katholiek land veel geleden. Van af het eerste ogenblik hebben de communisten, toen een zeer kleine minderheid, overal de sleutelposities in handen genomen. Zij hebben 80 auto's en steeds benzine, terwijl de 25 auto's van de regering soms 10 à 12 dagen zonder benzine zijn. Zij bewerken het publiek met hun kranten en affiches, met allerlei propagandamateriaal; daartoe genieten zij een rijken steun van Rusland. Op 14 September 1945 stonden te Boedapest op het plein Boraros verscheidene wagons aardappelen; maar alleen zij die een kaart van lidmaatschap van de communistische partij hadden, konden aankopen doen; de president van de tramway in Boedapest, Alexander Milok, hield in September 1945 tot den staf en het personeel der maatschappij een rede, waarin hij de ambtenaren die nog geen deel uitmaakten van de communistische of socialistische partij, dreigde met ontslag. Men schat op 500.000 het aantal Hongaren, die reeds om een of andere reden werden gedeporteerd. Niettegenstaande alle propaganda behaalden de communisten in de verkiezingen van Januari 1946 slechts 20% der stemmen, de sociaal-democraten 17 en de kleine-boerenpartij 59%. De president der regering, Nagy, is de leider der kleine-boerenpartij, maar practisch hebben de communisten 80% der belangrijke posten in handen, en nog steeds willen zij meer. Maar welke is de houding van de communisten tegenover den godsdienst? In Hongarijë beschikte de Katholieke Kerk, tot onderhoud van haar scholen, inrichtingen van allen aard en hospitalen, over 877.294 acres grond; bijna alles is aangeslagen door den Staat, zodat de Kerk geen inkomsten meer heeft. De antigodsdienstige propaganda wordt aangemoedigd, en de katholieke pers beschikt slechts over twee kranten; de personen die op Zon- of feestdagen, uit de kerken komen, worden lastig gevallen; veel kerken zijn geplunderd; aldus in het bisdom Veszprem 172 op de 304. Zelfs heeft men op bepaalde plaatsen de liturgische plechtigheden met de kerkelijke gewaden geparodieerd. En toch mag men niet spreken van een echte kerkvervolging. De priestertoog wordt geëerbiedigd, zozeer zelfs, dat ook de protestantse dominé's er een dragen. Op sommige plaatsen waar de protestantse dominé gevlucht was, hebben de Russen onmiddellijk een andere doen komen. In Miskole heeft de Russische commandant met zijn omgeving op Kerstmis de middernachtmis bijgewoond; | |
[pagina 214]
| |
voor het altaar stond een eregarde. Men vraagt zich echter af, in hoever deze uiterlijke hoogachting oprecht is? Voor de kerkelijke gezagdragers is het moeilijk in die omstandigheden een duidelijk afgetekende gedragslijn te volgen. Onder de katholieke groeperingen is de 'Kalot' veruit de voornaamste. De 'Kalot' groepeert de katholieke boeren en de boerenjeugd en telde 1 millioen leden in 4500 dorpen. Vóór de invasie had zij 192 agenten en beschikte over een immens kapitaal; zij richtte avondleergangen in voor de boerenjongens, 20 'hogere volksscholen', verscheidene andere kultuurinstituten, een modelhoeve en acht modeltuinen, enz. Het mag een groot geluk heten, dat de 'Kalot' sinds 10 jaar zo gewerkt heeft voor een sociale hervorming op de basis van Rerum Novarum. Immers in Hongarijë was het merendeel der gronden nog in handen van ongeveer 500 magnaten met alle nadelen daaraan verbonden. Nu treedt de Kerk op als verdediger van sociale rechtvaardigheid. De 'Kalot' is de ziel der reactie tegen het communisme, en zo machtig, dat men nog niet is durven optreden tegen haar. De godsdienstige moeilijkheden hebben een sterker beleving van den godsdienst uitgelokt; bij het grootste deel van den clerus is er een echte martelaarsgeest: zij zijn tot alles bereid. Monniken die vroeger op hun uitgestrekte domeinen rijk leefden, bewerken nu zelf den grond naast de arme boeren, en delen het weinige dat zij hebben. Onlangs zwoeren 500 leiders van de Maria-congregaties op een recollectie verenigd, trouw aan de Kerk tot den dood; ook de scouts verdienen een speciale vermelding; de kajotters, ofschoon weinig talrijk, hebben den Cardijn-geest en de talrijke boerenjeugd is onder de leiding van de 'Kalot' bereid te strijden 'voor outer en heerd'. Terwijl katholieken van de oudere generaties nog zweren bij den toestand van vroeger, en hopen op een bevrijding door de Angelsaksers, zei een vooraanstaande katholieke personaliteit: 'Wij katholieken hebben slechts een kans op succes, als wij definitief met de middeleeuwse verhoudingen breken, en beslist den weg van de sociale hervormingen opgaan'. | |
3. De Rutheense KerkOp 23 December 1595 legden twee Rutheense bisschoppen, in naam van de hele Rutheense Kerk, in het Vatikaan de plechtige professie van het katholiek geloof af, en verenigden aldus hun Kerk, die den metropoliet van Kiev destijds in het schisma was gevolgd, weer met de oude moederkerk Rome. Juist voor den oorlog waren er in Ruthenië 3.576.237 gelovigen, en tot de Rutheense Kerk met haar eigen ritus, behoorden in de hele wereld 5.140.000 christenen. Er waren 2275 priesters en talrijke religieuzen, waaronder 600 Basiliaanse monniken. | |
[pagina 215]
| |
Op 1 November 1944 stierf de metropoliet, graaf Andreas Sheptytskyj, een eminente persoonlijkheid van de Oosterse Kerken, en met zo'n groot gezag, dat noch de Sovjet's, noch de nazi's een vinger naar hem durfden uitsteken. Toen de Russen in 1939 het land binnenvielen, zetten zij een gewelddadige vervolging van den godsdienst in: de kerkelijke goederen werden grotendeels aangeslagen, kloosters geplunderd, seminaries gesloten, zusters uit hun kloosters verdreven, de kruisbeelden uit de scholen weggenomen, en een actieve propaganda tegen de Kerk ving aan. De Russen werden echter verdreven en toen zij in 1944 weer Galicië naderden, kondigde radio Moskou aan: 'Weerstaat! Wij brengen u het vaderland en het geloof uwer vaderen terug!' Het 'geloof der vaderen' was natuurlijk het orthodoxe geloof. De houding der Sovjets in 1944 was totaal verschillend van die in 1939. Men betoonde eerbied aan de Kerk; Soldaten en ook officieren volgden de godsdienstige plechtigheden, de kruisbeelden bleven in de scholen, de antigodsdienstige propaganda was bijna niet te merken. De kerken bleven open, op Zon- en feestdagen waren de liturgische plechtigheden toegelaten; zelfs, om de Paasvreugde te vergroten werd die dagen de prijs van den brandewijn op het platteland verlaagd. Priesters en seminarie-studenten waren ontslagen van krijgs- en werkdienst. Alle godsdienstige publicaties waren echter verboden. Men vroeg aan de kerkelijke overheden, publiek eerbied aan den Sovjetstaat en zijn hoofd, Stalin, te betuigen, en gebeden voor te schrijven voor de over-winning der rode légers. Stilaan werd hun doel duidelijk: zij wilden van de Rutheense Kerk een willig werktuig maken, zoals zij hadden gedaan gekregen van de Russische orthodoxe Kerk. De patriarch van Moskou gaf een hevig protest uit tegen den Paus en riep de Rutheense katholieken op om zich aan zijn zijde te scharen: 'Bevrijdt u; breekt de banden die u met het Vatikaan verbinden', zo eindigde de oproep. Op 11 April 1945 werden alle bisschoppen en vele priesters gearresteerd; later werden enigen weer losgelaten. Op 28 Mei daarop vaardigden enige orthodox-gezinde Rutheense priesters, waaronder Dr Gavril Kostelnik, een manifest uit: De Polen hebben ons met Rome verenigd om ons onze nationaliteit te ontnemen, en ons te kunnen opslorpen. Nu zijn wij bevrijd door de Russen. Wij moeten de unie met Rome verbreken. Zij brachten echter geen enkel religieus motief aan. Op 18 Juni 1945 erkende Moskou een voorlopig Comité van de bevrijde Rutheense Kerk: maar slechts 42 op een totaal van 2700 priesters volgde in het schisma. Daarentegen richtten 300 priesters van het geünieerd bisdom Leopoli op 1 Juli 1945 een protestbrief aan den Commissaris van Buitenlandse Zaken Molotov: zij betreurden de aanhouding van het ganse episcopaat, verklaarden zich trouwe | |
[pagina 216]
| |
onderdanen van den Sovjet-Staat en beloofden hun plicht stipt te zullen doen; maar zij weigerden kategoriek het Comité van Kostelnik te erkennen en hun geloof af te zweren; en vroegen tenslotte, de vrijlating van hun bisschoppen. Zij eindigden: 'In naam van de rechtvaardigheid en van de roemrijke overwinning van de U.R.S.S., vragen wij voor ons en voor ons volk van Noord-Oekraïne, de vrijheid van kerkelijk bestuur waaraan wij deze laatste eeuwen gewoon waren, en waarop wij volgens de Sovjet-wetten recht hebben'. Die petitie had natuurlijk niet het minste succes, maar bracht de meeste ondertekenaars in de gevangenis. In Leopoli werd intussen een orthodoxe bisschop geïnstalleerd, met den titel van metropoliet. Op 8 Maart 1946 kwamen te Lvov 216 priesters samen, waaronder waarschijnlijk ook niet-katholieken waren, en beslisten de Rutheense Kerk van Rome af te scheuren en met de Russische orthodoxe Kerk te verenigen. De Congregatie voor de Oosterse Kerken te Rome, aan wier hoofd Kard. Tisserant staat, heeft er op gewezen, dat deze beslissing van alle rechtsmacht ontbloot is, daar zij slechts uitgaat van enige afvallige priesters, en geen enkele bisschop de synode van Lvov bijwoonde. De twee Rutheense bisschoppen van Noord-Amerika, Mgr Constantijn Bohatsjevsky en Mgr Ambrosius Senysjyn, hebben dan ook in een herderlijken brief plechtig protest aangetekend tegen dit nieuwe schisma. In zijn encycliek 'Orientales omnes', waarin hij de drie-honderd-vijftigste verjaring van de opname der Rutheense Kerk in de Roomse Kerk herdacht, heeft Zijne Heiligheid de Paus de aandacht van de hele katholieke wereld gevestigd op den tragischen toestand van onze katholieke Rutheense broeders. | |
4. PolenDe politieke toestand van Polen is voldoende gekend om er hier niet te moeten over uitweiden. De communistische partij, die in het katholieke Polen een kleine minderheid is, maar gesteund wordt door Moskou, tracht alle leidende posities te bezetten. Lang heeft M. Mikolajczyk, de leider der grote populistische partij, geaarzeld, voor hij aan de huidige regering van Lublin zijn medewerking toezegde. Terwijl hij in het begin over een zekeren invloed beschikte, wordt deze hem gaandeweg ontnomen, zodat hij weldra zal te beslissen hebben, of hij de vriendschap van de communisten verkiest boven de sympathie die hij tot nog toe in brede lagen van de bevolking genoot. Het orgaan van zijn partij te Warschau kreeg in April 1946 nog slechts het vierde van zijn contingent papier, zodat M. Mikolajczyk zich gedwongen zag zijn orgaan van Londen 'Jutro Polski' in Polen te importeren. Het pikante van de zaak is, dat dit weekblad tot enige weken vroeger het gouver- | |
[pagina 217]
| |
nement van Londen en de 'kliek uitwijkelingen' aanviel, terwijl het nu een duidelijk vijandige stelling tegenover het regime van Warschau heeft ingenomen. In zijn nummer van 24 Maart 1946 lezen wij 'dat de toestand in Polen meer en meer gespannen wordt, dat men systematisch de populistische politici aanvalt, dat men dikwijls aanhoudingen doet, en zich hiertoe van beledigingen, bedreigingen, en valse beschuldigingen bedient; men valt de pers van de partij aan, door haar het contingent papier te ontnemen terwijl deze slechts over vijf organen beschikt, terwijl de communistische arbeiderspartij er verscheidene tientallen heeft'. Reeds in het begin van 1945 hebben de veiligheidsgroepen van Minsk en Siedlce van het Centraal Comité der Poolse communistische partij bevel ontvangen, alle pastoors en grondeigenaars, die het binnenlands leger fmancieel hadden gesteund aan te houden. Men heeft de geestelijken en zelfs de bisschoppen gedwongen, schriftelijk hun loyalisme tegenover de regering van Lublin te betuigen; maar 99% van den clerus weigert samen te werken met de regering. Dit is des te gevaarlijker voor het huidig bewind, daar de Katholieke Kerk in Polen een grote autoriteit geniet. Het is dan ook een der leidende principes van de regering, den argwaan van den clerus en de kloosterlingen niet op te wekken. Zelfs organiseert men officiële religieuze plechtigheden, waarbij de president Bierut met andere ministers en hoge functionarissen tegenwoordig is. Anderzijds worden de priesters die tegen het regime durven te prediken, onmeedogend aangehouden; vooral in de Oostelijke provincies in Lvov en Wilno zijn er massadeportaties geweest. Tot in den loop van 1946 was de enige tussenkomst van den Staat in religieuze zaken, die nopens het burgerlijk huwelijk. Krachtens het konkordaat met den H. Stael van twintig jaar geleden gold in het katholieke Polen het kerkelijk huwelijk als geldig voor den Staat. Wij, uit het gelaïciseerde Westen, die sinds jaren gewoon zijn aan het burgerlijk huwelijk waarop het kerkelijk volgt, realiseren niet meer, wat een grondige reactie dit laïciseren van het kerkelijk huwelijk bij een diep-christelijke bevolking moet oproepen: de Poolse katholieken begrijpen heel goed, dat voortaan het echte huwelijk, tot een ritus van bijkomstig belang wordt verlaagd. Ook in Italië is men getuige van dien principiëlen weerstand tegen het burgerlijk huwelijk. De Poolse regering van Lublin heeft dus eenzijdig het konkordaat opgezegd en het burgerlijk huwelijk ingevoerd. Meer en meer valt de Poolse pers de Katholieke Kerk aan. De socialistische krant 'Robotnik' (De Werkman) onderlijnt in zijn nummer van 7 Januari 1946, dat het Vatikaan en de internationale reactie één gedragslijn volgen, en herinnert er aan, dat het Vatikaan in de kritische | |
[pagina 218]
| |
jaren 1939-45 geen correcte houding heeft aangenomen in het conflict van de beschaving met de barbaarsheid. 'Odrodzenis' (De Renaissance) weekblad van de communistische werkliedenpartij, bevestigt in zijn nummer 51 van 1945, kategoriek, dat er geen verzoening mogelijk is tussen het marxisme en het katholicisme: 'wie het marxisme gekozen heeft, moet het katholicisme verwerpen'. De 'Dziennik Polski' van Krakau publiceerde in zijn nummer van 26 November 1945 een artikel, Het Vatikaan wist niet, waarin het constateert, dat het Vatikaan de stem van de priesters, kinderen en vrouwen, welke door de Duitsers om het leven gebracht werden, niet heeft gehoord. De werking tegen de Kerk wordt uit Moskou ondersteund door Alexej, den nieuwen patriarch van de orthodoxe Kerk. De christenen van Oostersen ritus worden met geweld bij de Russische Kerk ingelijfd en onlangs heeft de Poolse regering ook een zg. 'Nationale Poolse Katholieke Kerk', die los van Rome staat, erkend. De methodes van de communistische regering mogen blijken uit het volgende voorbeeld. In October 1945 hielden de Poolse onderwijzers een congres. De regering droeg een lijst voor van de communistische kandidaten voor het Uitvoerend Comité van de Unie der Onderwijzers, maar slechts 40 op de 600 afgevaardigden steunden deze lijst, zodat enkel leden der populistische partij en der christelijke Unie der Onderwijzers gekozen werden. Daarop volgde de aanhouding van meer dan 2000 'reactionnaire' onderwijzers, waarover men alle nieuws aan de families weigert. Gans het intellectueel leven in Polen - onderwijs van laag tot hoog, letterkunde, pers en theater - ondervindt voort-durend den druk van de regering. Een katholieke pers bestaat bijna niet. Anderzijds zijn gedurende den Winter 1945-46 overal volksmissies gehouden met volledig succes: 90 soms 100% der bevolking volgden die met diepe godsvrucht. Hier weer moeten wij besluiten: er is in Polen geen bloedige kerkvervolging, maar men tracht er het katholieke leven een zachten dood te doen sterven, door het binnen de kerkmuren op te sluiten. | |
5. Defortaties van DuitsersDe invasie der Russen in Oost-Duitsland ging gepaard met dezelfde zedelijke miseries als elders. Het ergste stond echter de Oost-Duitsers nog te wachten. Krachtens een overeenkomst tussen de 'Drie Groten' moet gans Silezië tot aan de Neisse, en gans Noord-Oost-Duitsland door de Duitsers geëvacueerd worden; ook alle Sudeten-Duitsers en alle Duitsers die in Slavische landen wonen, moeten de plaats ruimen. Aldus worden volgens de declaratie van 2 Augustus 1945, 3.205.900 katholieke en 7.162.100 | |
[pagina 219]
| |
andere Oost-Duitsers niet hun heimat verbannen; daarbij komen dan nog ongeveer 3.500.000 Sudeten-Duitsers en alle Duitsers van Centraal-Europa. Men moet de verslagen van dezen exodus gelezen hebben om een beeld te krijgen van een ongeëvenaarde eilende. Hitler had gezegd: 'Wij moeten een politiek van systematische ontvolking doorvoeren. Wanneer men mij vraagt, wat ik onder ontvolking versta, dan moet ik antwoorden, dat ik daarmee de volledige verwijdering van ganse rassen meen, en dat is mijn bedoeling. Natuurlijk is dat wreed. Dan moeten wij wreed zijn'. Dit onheil is in zijn volle grauwheid op het Duitse volk zelf neergekomen. Meestal trekken die mensen de baan op, met een stootkar waarop zij het weinige vervoeren, dat de plunderaars hun hebben gelaten. In den ijzigen Winter 1945-46 zijn duizenden en tienduizenden van honger en koude omgekomen, en het aantal zelfmoorden is schrikwekkend hoog. Soms worden zij in lange treinen, in goederenwagens opeengeperst en verstuurd. Een ooggetuige schrijft: 'Begin October 1945 ging ik langs het vormingsstation te Görlitz, en hoorde het geween van vrouwen en waanzinnige kreten. Een spoorbediende raadde mij verder te gaan, want ik zou hier dingen zien, die ik nooit meer zou kunnen vergeten. Toch vroeg ik naar de oorzaak en vernam, dat het ging om Sileziërs, die door de Polen waren verbannen en in goederenwagens werden verstuurd. Die mensen, mannen, vrouwen en kinderen door elkaar, waren in wagons dicht op elkaar gepakt, en de wagons waren van buiten gesloten. Het vervoer duurde dagen lang, en te Görlitz werden de wagons voor het eerst geopend. Ik heb met mijn eigen ogen gezien, hoe men alleen uit één wagon tien doden haalde en in gereedgemaakte kisten legde. Ik stelde verder vast, dat in dezen wagon verscheidenen waanzinnig waren geworden. De mensen stonden zo dicht op elkaar gedrongen, dat zij zelfs niet meer op een bizondere plaats hun behoefte konden doen. De trein der eilende is in Görlitz geledigd. De nog levenden werden in andere treinen overgebracht, en naar Noord-Duitsland doorgestuurd'. Hoe die 14 à 15 millioen Oost-Duitsers in de rest van het vreselijk gebombardeerde en geplunderde Duitsland moeten ondergebracht en gevoed worden, is natuurlijk een onoplosbaar probleem. Duitsland heeft een tragische geschiedenis, maar dit is wel zijn grootste tragedie. In Silezië is de toestand des te weerzinwekkender, daar hier katholieke Duitsers door katholieke Polen onmenselijk worden behandeld. De aartsbisschop van Freiburg schreef in een herderlijke brief van einde 1945: 'Ik heb deze dagen volstrekt betrouwbare berichten uit Silezië aangekregen, berichten vele bladzijden lang, die mij deden sidderen over de wreedheid en hardheid, die zich de laatste weken en maanden in het Noordoosten openbaren. In het gevallen systeem waren het goddeloze misdadigers, die met mensen omgingen als slachters | |
[pagina 220]
| |
met gekochte of buitgemaakte dieren. Hier zijn het dikwijls christenen, ja katholieken, ja zelfs priesters, die niet alleen het grote gebod van ons geloof, maar ook de hoofdwet van alle menselijkheid verloochenen...'. In zijn Vastenbrief 1946 zegde dezelfde aartsbisschop nochtans: 'Wij klagen het gezamenlijke Poolse volk niet aan, want wij weten, dat de rustig denkende christelijke Pool verantwoordelijkheidsgevoel heeft en geen rover of moordenaar wil zijn'. De bloeiende Silezische Kerk met zijn drie millioen katholieken wordt gans vernietigd. Noodgedwongen heeft de H. Vader ter vervanging van den overleden kardinaal Bertrams, aartsbisschop van Breslau, twee Poolse apostolische vicarissen benoemd, wat de katholieke Silezische Duitsers pijnlijk heeft getroffen. De vicaris van het Domkapittel, gelast met de machtsoverdracht, schrijft op 18 December 1945, o.a.: 'Dit jaar zijn er reeds 113 priesters van het bisdom gestorven, waarvan 50 een gewelddadigen dood. Anders waren er gemiddeld 40 sterfgevallen. Ongeveer 240 priesters zijn buiten het bisdom, minstens 80 daarvan in Beieren. In Breslau is de meerderheid der bevolking nog Duits, maar het uitzicht der stad in totaal Pools, 's Zondags wordt er hier en daar nog in het Duits gepreekt. In Februari 1946 had reeds de helft der Sileziërs het land hunner vaderen verlaten in de grootste eilende.' De haat tussen Duitsers en Polen die hier opgehoopt wordt, kan in geen honderd jaar worden weggenomen. Is dat misschien de bedoeling van de Russen? | |
II. De Russische sphinxEisenhower zei het vorige jaar aan een Belgische delegatie te Frankfurt: 'De Russen bedoelen het goed, maar zij hebben een zo totaal verschillende opvatting van democratie, een zo gans andere mentaliteit, dat wij ze niet begrijpen'. En Attlee, begin Juni 1946: 'Het probleem van de betrekkingen tussen West-Europa en Rusland is meer een psychologisch probleem van het Russisch onbegrip van de politieke vrijheid en van hun wantrouwen om historische motieven. Wij moeten zoeken de Russische mentaliteit, de Russische geschiedenis te realiseren, en de redenen van hun gedragslijn zoeken te achterhalen'. Het is ons uiterst moeilijk, wellicht onmogelijk den Rus te doorzien. Telkens weer treft het, wanneer men enigen tijd bij een ander volk verblijft, hoe dat volk tenslotte 'anders' is dan men het in het eigen land doet voorkomen. Men kan niet zeggen: die karaktertrek werd overdreven, dat streven onderschat, dat element over het hoofd gezien; men moet besluiten; dit volk is 'anders', totaal 'anders' dan men | |
[pagina 221]
| |
het voorstelt. Er zijn van die 'imponderabilia', van die kleine karaktertrekken, neigingen en strevingen, er is het klimaat, het landschap, het milieu, de geschiedenis, die tenslotte een volk maken tot dàt volk. Slechts wie met volle sympathie, als het ware van binnen uit, zich tracht in te leven in de mentaliteit van een vreemd volk, heeft een kans om het naar zijn echte waarde te schatten, en geen ergerlijke vergissingen te begaan. Dat geldt voor elk volk, maar in de hoogste mate voor het Russische volk. Alleen wie jaren met Russen in Rusland heeft omgegaan zal ze misschien begrijpen. Voor ons, West-Europeërs, is de Rus een raadsel, een sphinx. Toch willen wij hier enkele elementen aanhalen, die wellicht iets bijbrengen om in de wondere Aziatische psyche van den Rus door te dringen. | |
1. De eeuwige RusWest-Europa heeft zich sinds nagenoeg twintig eeuwen normaal kunnen ontwikkelen, zonder grote storingen, behalve de Germaanse invasies, zonder grondige afwijkingen van den eenmaal ingeslagen weg; de klassieke beschaving van de Grieken en Romeinen, de christelijke godsdienst hebben die volkeren een diepe kultuur en een zin voor evenwicht gegeven. Rusland integendeel is het land van de grondige proefnemingen: als men zijn geschiedenis doorloopt dan constateert men, dat het alle twee, drie eeuwen in een anderen koers werd gedreven. In de Vroege Middeleeuwen is het een barbaarse anarchie, een strijd op leven en dood van stam tegen stam, tot het Christendom uit Byzantium, zijn minst zuiver centrum, de Russen tot halve Grieken maakt. Twee honderd jaar later overrompelen de Mongolen de Russische steppen, en pas in de vijftiende eeuw kunnen de Russen het zware juk van de Aziatische tartaren afschudden, maar reeds de volgende eeuw maakt de tsaar Boris Goudonov de moejiks tot lijfeigenen, gebonden aan den grond. Dan komt in de achttiende eeuw Peter de Grote, die geniale barbaar, om de afgesloten Euraziaten de poorten van Europa te ontsluiten: op enkele jaren wil hij een achterstal van vele eeuwen inlopen, wat natuurlijk met een fiasco moet eindigen. De revolutie van 1917 breekt met het autocratisch tsarendom en begint een sociale hervorming van zulke draagwijdte, dat slechts een onmetelijk land met een onontwikkelde bevolking daarvoor vatbaar kon zijn. De Russen die nu nog geen volle eeuw van de lijfeigenschap zijn bevrijd, hebben een massamentaliteit, een instinct om in de gemeenschap onder te gaan, een natuurlijke aanleg als het ware om door het gelijkschakelend marxisme te worden overheerst. De Rus is een primitief; de Rus is een kind. Om een horloge of een gouden ring te bemachtigen zal hij alles doen; als hij eens, voor het | |
[pagina 222]
| |
eerst in zijn leven, een fiets in handen krijgt, zal hij een godgansen dag erop rijden, ei acrobatische toeren mee uithalen, tot net speelding uit elkaar valt. Een Rus zal een buitgemaakte wekker bij den horlogemaker dragen om er liever drie zakhorloges uit te maken, daar het ding te groot is om op zak te steken. Een Hongaai vertelde mij het volgende staaltje: Een Rus dringt woest een huis binnen en wil de vrouw grijpen; deze vlucht weg in een zijkamer, en verbergt zich, ten einde raad, achter haar drie kleine kindeien. De soldaat achtervolgt haar, kijkt naar die drie verschiikte kindergezichtjes, begint den krullebol van het jongetje te strelen, en staart in de blauwe kijkers van het meisje; dan keert hij zich langzaam om... en gaat heen. Allen die in Duitse concentratiekampen met Russen hebben samengeleefd, spreken ook van hun physische kracht en sterken lichaamsbouw; zij hebben een uithoudingsvermogen zoals niemand. Veel zin voor techniek en lichamelijke prestaties, weinig of geen intellectueel interesse. Zeker, men moet niet alle Russen over één kam scheren; die uit de steden, uit de streek van Moskou, uit Wit-Rusland staan merkbaar op een hoger kultureel peil; maar dat is dan toch een kleine minderheid in den gigantischen Staat die zich van de Japanse tot de Baltische Zee uitstrekt. Van nature heeft de eeuwige Rus een meer uitgesproken religieuze psyche dan de rationalistische West-Europeër. Dostojevsky heeft meer dan wie ook het heilig Rusland verheerlijkt en de zekerheid van zijn godsdienstige zending in de wereld uitgeroepen. En is die andere schrijver, met Dostojevsky de grootste van allen, Leo Tolstoi, niet naar de moejiks gegaan om hun het Evangelie te leren, de liefde tot den naaste en het berusten in het kwaad; in dit laatste vinden wij het Aziatische nirvana, de diepe onderstroom van nihilisme welke in elke Russische ziel ligt, weer. Die grote godsdienstige behoefte heeft het communisme niet kunnen uitroeien, zoals wij verder zullen zien, en nog steeds stelt zich de vraag of het Russische volk geen religieuze zending in de wereld te vervullen heeft. 'Men begrijpt Rusland niet met de rede, men kan slechts geloven in Rusland' zo dichtte Tutchov. Sinds bijna dertig jaar echter is het communistisch regime in Rusland gevestigd, en dat dit vooral in de steden een zeer groten invloed heeft uitgeoefend valt niet te ontkennen. Welke evolutie het marxisme ook möge doormaken, steeds zal het gebouwd blijven op een materialistische levensopvatting. Met dit leven is alles uit! Laten wij daarom een paradijs op aarde stichten en genieten van het leven en van de goederen der aarde. 'Godsdienst is opium voor het volk', wij moeten den strijd aanbinden tegen de Kerk, tegen allen die het volk met mooie woorden over een toekomstig leven en over de waarde van het lijden, | |
[pagina 223]
| |
tot deemoed en onderwerping willen, overhalen. De actie der Goddelozen heeft in Rusland lange jaren een harde vervolging ingespannen tegen de Orthodoxe Kerk en alle kerkgemeenschappen. Men heeft sinds jaar en dag voortdurend de jonge Russen ingeprent, dat zij alleen vrij waren, vrij van de heerschappij der geldmagnaten, zodat zij met een supeiieure minachting op de kapitalistische staten neerblikken. Het besef van die 'vrijheid', nog versterkt door de industriële prestaties en door den heldhaftigen weerstand tegen het machtige Duitse leger, hebben de Russen een ongelooflijk superioriteits-complex gegeven. Het bewustzijn een zending in de wereld te moeten vervullen, heeft zich nu voor velen omgezet in den waarlijk grootsen droom, alle volkeren der aarde de weldaden van het communistisch regime te brengen. | |
2. De Sovjets en de KerkVan af zijn vestiging einde 1917 heeft het Sovjet-regime een vijandelijke houding tegenover de Russisch-orthodoxe Kerk aangenomen; in 1922-23, in 1929-30 en in 1937-39 heeft het een bloedige vervolging ingezet, maar dan telkens, wegens de binnenlandse of buitenlandse moeilijkheden, de vervolging weer geschorst. Al moet men toegeven, dat de atheistische propaganda onder de jeugd geweidige verwoestingen heeft aangericht, toch is het typisch, dat slechts 2% van de Russische bevolking van den Bond der Goddelozen deel uitmaakt, terwijl zich bij de volkstelling van 6 Januari 1937, 40% als gelovig opgaf. Toen de oorlog tegen den machtigen Duitser begon, zwenkte dan ook de godsdienstige politiek van het Sovjet-regime voor den zoveelsten keer en in 1942-43 werd de 'vrijheid' van godsdienst uitgeroepen. Dit bundelde de krachten van alle Russen samen in den strijd om het leven tegen den toen overmachtigen Hitler, en het bezorgde veel sympathiën in de democratische landen. Er is en blijft echter het onoverkomelijk antagonisme tussen het communisme en het geloof; de gevangen bisschoppen op het eiland Solovkij verklaarden duidelijk in hun omzendbrief van 1926: 'De Kerk verlangt den bloei van het geloof, het communisme wenst zijn ondergang. Een verzoening is onmogelijk omdat het communisme de ziel zelf van de Kerk, haar basis van bestaan, kategorisch negeert'. De gewijzigde houding slaat dan ook meer op de methode, dan op het nagestreefde doel. De Russische communisten hebben begrepen, dat zij de diep-gelovige Russen nooit met geweld van hun geloof zullen afbrengen; nu nemen zij de tsaren-traditie op; het is zoveel gemakkelijker en doeltreffender zich de hoofden van de Kerk dienstbaar te maken, maar dit is voor de Kerk zelf des te gevaarlijker. Naast den patriarch van Moskou staat een hoger Sovjet-officier | |
[pagina 224]
| |
als 'raadgever', zo ook bij de bisschoppen. Dat in zijn mooi uitgegeven en op de staatspersen gedrukt maandblad de patriarch niet meer de liefde tot den vijand predikt maar den haat, zich inlaat met politieke propaganda en over religieuze, apologetische, theologische en morele Problemen zwijgt, zal dan ook niemand verwonderenGa naar voetnoot1.. In de Slavische landen zetten de Sovjets een dergelijke godsdienstpolitiek door. Alle Orthodoxe Kerken moeten afhankelijk zijn van den patriarch van Moskou: dit verklaart de vervolging van de bloeiende en levenskrachtige Serbisch-orthodoxe Kerk, die haar onafhankelijkheid wil handhaven; dit verklaart ook waarom de katholieken van Oostersen ritus van West-Oekraïne met geweld van Rome werden losgescheurd, om aan patriarch Alexei onderworpen te worden. Al wat Oostersen ritus heeft, staat onder den 'paus' van Moskou, zelf een willig werktuig van Stalin. Ook tegenover de katholieken hebben de Sovjets hun houding radikaal gewijzigd. Zij willen het niet meer halen, zoals destijds in Rusland, Mexico en Spanje, met kerkbranden en massamoorden van priesters. Was ook het slagwoord van de nazi's niet: 'Vor allem keine Märtyrer!'? Integendeel de Kerk geniet een betrekkelijke vrijheid binnen de kerkmuren; daar kan de clerus liturgische plechtigheden in al hun luister vieren; daar zijn preken en zelfs voiksmissies toegelaten, op voorwaarde natuurlijk, dat men het regime niet aanvalt. Bevoegde kerkelijke personaliteiten zeggen, dat de Kerk onder het Sovjet-bestuur merkelijk vrijer is, dan onder het nazi-regime. Anderzijds mag de geestelijkheid en de godsdienst niet den minsten invloed uitoefenen op het publieke leven: alle onderwijs, alle caritatieve werken worden de Kerk ontnomen, de pers nagenoeg totaal ontzegd. Wanneer telkens weer geruchten worden verspreid, dat Stalin een konkordaat met den Paus van Rome zou willen aangaan, dan kan men enigszins aanvoelen, gezien zijn bepaalde mentaliteit, en zijn opvatting van het wezen en de zending van den godsdienst, dat hij het wellicht ernstig bedoelt. De Katholieke Kerk echter begrijpt heel goed, dat zo iets een langzaam doodbloeden en uitsterven zou betekenen.
***
In de onder Russische controle staande zone van Midden-Europa woedt er dus geen openlijke, maar wel een onderduimse kerkvervolging, die met lengte van jaren verderfelijk moet worden. Toch merken wij overal een opbloei van verjongd christelijk leven en van echt christelijken geest en heldenmoed. De communisten boeken slechts bepaalde | |
[pagina 225]
| |
successen bij de werklui, omdat zij verregaande sociale wantoestanden wegnemen. Op 1 Juni 1946, bij gelegenheid van zijn naamfeest, hield Zijne Heiligheid de Paus een radiorede, waarin hij zijn blikken liet gaan over onze grondig verdeelde wereld en over de Kerk. Nederig, maar dankbaar en fier getuigde de H. Vader: 'Wij hebben de verslagen onder ogen, die ons van de hele wereld toekomen, en niettegenstaande alle tegenkantingen en alle tekorten, mogen wij getuigen: De Kerk in haar geheel staat verenigd en veilig, zo innerlijk als uiterlijk. Ook waar zij beroofd is geweest van elken zichtbaren steun of van haar rechtmatige goederen, hebben de gelovigen zich sterker aaneengesloten, en een steeds vuriger ijver getoond. En, zo niet overal dan toch in de meeste gevallen, is zij uit den storm gekomen met de kracht van een vernieuwde jeugd. Men zou zeggen, dat de kinderen der Kerk als het ware voelbaar de waarheid van hun geloof en de waarde van de christelijke gedachte hebben ondervonden. Wat de caritatieve werking, den moed en de heldhaftigheid tot den dood toe, aangaat, aarzelen wij niet te verklaren, dat de Kerk van nu, de vergelijking met het verleden kan doorstaan. En daarom - een punt van kapitaal belang -, dat de katholieken, en allen die een persoonlijken God aanbidden en de tien geboden onderhouden, zich geen schrik laten aanjagen, maar bewust wezen van eigen kracht'. |
|