Streven. Jaargang 14
(1946-1947)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Religieuze kroniek
| |
[pagina 72]
| |
Over de mirakelverhalen in het Lutgart-leven kan men moeilijk een definitief oordeel vellen. Doch over haar zielsgeschiedenis, over haar spirituele opgang en mystieke begenadiging, schreef Pater Reypens in het Lutgart-nummer van Ons Geestelijk Erf een fijnzinnige studieGa naar voetnoot1.. Door scherpe interne kritiek weet hij de geloofwaardigheid van Thomas van Cantimpré op dit gebied te bewijzen. Niet alleen, omdat de biograaf de gans speciale zielsgeschiedenis van zijn heilige uit geen enkel andere bron heeft kunnen overpennen, maar vooral omdat de goede man zeker niet in staat was, uit eigen ondervinding de geschiedenis van dezen innerlijken ontwikkelingsgang samen te stellen. Want dan ware hij bepaald een kenner van de mystiek en een begaafd psycholoog, zoals wij er tot in onze twintigste eeuw geen gekend hebben. Lutgart's zielsopgang kan men nagaan volgens een zuivere, strenge lijn. Haar innerlijk leven herinnert sterk aan dat van Margareta-Maria Alacoque, die eeuwen later opnieuw de uitverkorene van Jezus' Hart werd. Geen spel met het bovennatuurlijke, geen overdreven belustheid op wonderen, maar een opgang tot God vol zelfverloochening en moed. Door de beroemde uitwisseling van harten tussen haar en den Meester werd zij de eerste grote H. Hart-mystieke. Enkele malen slechts grijpt Christus op wonderbare wijze in haar leven in, en het is telkens, om haar den weg te leren naar een vollediger offer-zijn voor Hem. En wanneer Maria zich aan haar vertoont, dan is het om vasten en boete te vragen voor het leed dat de Aubeiose, de Albigenzen, haar Zoon aandoen,
ende alle dagen noch met sonden
Hem verniwen sine wanden.
De gedachte aan het boetend eerherstel voor het leed, door de zondaren aan Jezus berokkend, zal Lutgart blijvend bezielen. Deze eerste H. Hart-boodschap werd door ons volk vergeten. Eeuwen later zou het, zonder aan zijn eigen Dietse heilige terug te denken, Jezus' Harte-boodschap opnieuw vernemen. Toch werd Lutgart éénmaal onder de grootste heilige vrouwen van alle tijden gerekend. En niet alleen in ons land. Zowel Pater Reypens als Dom van Roy gaven ons daaromtrent interessante getuigenissen. Deze laatste schonk ons daarenboven een waardevolle levensschets in de reeks 'Heiligen van onzen stam', terwijl P. Reypens in het Lutgart-boek een hulde samenlas, haar door de kunst- en letterwereld gebrachtGa naar voetnoot2.. Een reeks verzorgde reproducties leidt ons van de miniaturen uit het Kopenhaagse handschrift, over het werk van De Crayer, de Sevillaan Bonifar en anderen, tot het moderne schilderij van Theunissen en het heerlijke glasraam van Yoors, en van het volkse veldkapelletje te Aywières tot de barokgroep van Mathias Braun op de beroemde Karlsbrücke te Praag. Mortelmans en Ontrop zorgden voor de muzikale hulde, terwijl de letterkundige wereld zeker het overvloedigst en het rijkst vertegenwoordigd is. Toch valt het op, dat geen enkele onzer allergrootste dichters en schrijvers Lutgart verheerlijkt heeft, tenzij dan dat men Verschaeve onder hen kan rekenen. Het voor den lezer meest welkome gedeelte van dit luxueus uitgegeven boek wordt ongetwijfeld gevormd door de lange, goed gekozen uittreksels uit de oude Dietse Leven's, die zeker een ruimer bekendheid verdienen. Zal ons volk Lutgart opnieuw leren veréren als één van de grootste heiligen van den Dietsen stam? Wij hopen, dat het Lutgart-boek er niet weinig moge toe bijdragen. |
|