Streven. Jaargang 10
(1942)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |
[Nummer 5]Sociologie van de kerk en apostolaat
| |
A. Formeele Sociologie en Apostolaat.Zooals hooger werd aangetoond, kan geen enkele sociale categorie de Kerkelijke organisatie verklaren. Nochtans is de toepassing van de formeele sociologie op de Kerk niet nutteloos, daaruit blijkt 1) dat de Kerk haar transcendentie ook positief-sociologisch kan rechtvaardigen en 2) daaruit volgt een dieper inzicht in het wezen van de Kerk. Het eerste punt kan in de apologetica benuttigd worden, niet alleen als afweer tegen onwetenschappelijke beweringen, maar ook als een positief argument ten gunste van de Kerk. Wanneer de verschillende sociologische verklaringen van de Kerkelijke organisatie tot geen overeenstemming komen, leggen zij juist getuigenis af voor de uitzonderlijke positie, die de Kerk bekleedt. De sociologie kan die transcendentie niet bewijzen, ale positieve | |
[pagina 258]
| |
wetenschap blijft zij uitsluitend bij de eenvoudige verklaring van de gegevens van de observatie, maar toch zal haar falen in de kerkelijke sociologie een onrechtstreeksche getuigenis zijn voor de klassieke thesis, dat zij de zichtbare verschijning is van het mystiek Lichaam. Die onmacht om de sociale verschijnselen in de Kerk volledig te verklaren beteekent echter allerminst, dat de formeele sociologie nutteloos is voor het apostolaat. Zooals reeds vroeger werd aangetoond, verschaft zij wel is waar analogische, maar toch bruikbare inlichtingen over de innerlijke verhoudingen tusschen zichtbare en onzichtbare gemeenschap, tusschen oversten en onderdanen, elite en massa. Een grondige studie van die relaties zou dadelijk een oplossing verschaffen voor veel problemen, die de zielzorgers nog altijd volgens eigen inzicht moeten oplossen. Aldus zou b.v. kunnen uitgemaakt worden welke van beide methoden: strengheid of toegeeflijkheid de verspreiding van de Kerk het meest bevordert. Een zielzorger, die streng het naleven van alle voorschriften eischt, zal wellicht veel lauwe katholieken kwetsen en oorzaak zijn dat velen van de Kerk vervreemden. Doch door een dusdanig optreden zal het godsdienstig leven zuiverder worden, wat op zijn beurt idealistische buitenstaanders zal aantrekken en wellicht talrijke bekeeringen mogelijk maken. Een methode van toegeeflijkheid behoudt het contact tusschen de massa lauwe katholieken en de Kerk, maar tegelijk verliest de katholieke gemeenschap haar rijkste kroon, den glans van de christelijke deugden; wellicht worden daardoor goed gestelde ongeloovigen afgestooten. De formeele sociologie zou eveneens duidelijker den invloed van de elite op de massa doen uitkomen, het belang van leidende persoonlijkheden en van godsdienstige groepeeringen. Bovendien kan die analogische kennis juister inzicht schenken in het mysterie van de Kerk en aldus de ascetische vorming en de godsvrucht bevorderen. De werken van J.P. Steffes, M.J. Scheeben, F. Jürgensmeier, R. Plus e.a. zijn er evenveel voorbeelden van. | |
B. Maatschappelijke Invloeden en Apostolaat.De studie van den invloed, dien de profane gemeenschappen op de Kerk uitoefenen, is op verschillende manieren voor de zielzorg nuttig: zij wijst den priester op het belang van het openbaar leven, ze geeft hem inlichtingen aangaande het feitelijk geloofsleven in zijn kudde en leert hem de christelijke leer zóó voor te stellen, dat zij beantwoordt aan de speciale noden van tijd en stand. Een zielzorger, die begrijpt hoe de economische, cultureele en politieke gemeenschappen de mentaliteit en de zedelijkheid vormen en aldus een diepgaanden invloed uitoefenen op de godsdienstige overtuiging en de vroomheid van de christenen, kan niet onveaschillig blijven voor de gezondheid of het verderf van die sociale lichamen. Een bloeiend christelijk leven veronderstelt een gezonden, socialen toestand; daarom zal een wijze zielzorger al het mogelijke doen om de natuurlijke maatschappijen te verdedigen tegen misleiding en ontaarding en hij zal zich inspannen om haar op te voeren tot een gezonde harmonie. De missionarissen hebben die behoefte altijd gevoeld en hun missioneering in dien zin geleid. We kunnen hier verwijzen naar de reducties van de Jezuïeten in Zuid-Amerika, naar den strijd van de missionarissen in Congo tegen stamhoofden, toovenaars en heidensche volksgebruiken.Ga naar voetnoot(16) In beschaafde landen is de godsdienstige invloed van het sociaal leven minder opvallend en zoo | |
[pagina 259]
| |
gebeurde het wel eens, dat sommige geestelijken zich van all sociale zorgen met een eenzijdig supernaturalisme afmaakten. Een duidelijk besef van de relatie tusschen Kerk en maatschappij is onbestaanbaar met zulke afzijdigheid, de zielzorger kan in de sociologie leeren, dat hij het godsdienstig leven van een gemeenschap uiterst moeilijk kan op peil houden, wanneer die maatschappij zelf ten onder gaat door onrecht, armoede of misleiding.Ga naar voetnoot(17) In de tweede plaats zal de sociologie van de Kerk de zielzorgers inlichten over het feitelijk geloofsleven van de christenen. Er werd reeds hooger op gewezen dat de geloofsovertuiging van sommige katholieken in een of meer punten kan afwijken van de officieele leer der Kerk. Zelden werd dit punt bestudeerd, het bleef bij enkele détailstudiën over folklore, levens van heiligen, bedevaarten enz. Indien men den invloed van traditie, stand, streek, enz. dieper instudeerde, zouden ongetwijfeld verrassende inlichtingen over bijgeloovigheid, godsdienstige gebruiken en overtuigingen aan het licht komen.Ga naar voetnoot(18) Nog belangrijker is de sociologie der Kerk voor de oplossing van de actueele vraagstukken, die volk, stand, beroep, mode en mythe aan den zielzorger stellen. Die wetenschap leert namelijk, hoe de onveranderlijke leer der Kerk, door steeds wisselende voorstellingen en uitdrukkingswijzen, moet worden aangepast aan de sociale betrachtingen om aldus gemakkelijker ingang te vinden en hoe de gezonde maatschappelijke krachten positief kunnen benuttigd bij den opbouw van het christelijk leven. Het eerste punt is van uitzonderlijk belang voor de missioneering in vreemde streken. De zendelingen moeten de katholieke levensbeschouwing verspreiden in sociale kringen, die in veel opzichten van eigen volksaard afwijken. Het onderscheid in de familieverhoudingen, de eigenendomsopvattingen, de politieke instellingen, de gebruiken, de tradities en de beschaving veroorzaakt geestesgesteltenissen, gevoelsreacties en waardeoordeelen, die den buitenlander op het eerste gezicht onzinnig of buitensporig toeschijnen. In zulke milieu's krijgt het geloof geen schijn van kans, wanneer het met typisch Europeesche woorden en voorstellingen wordt uitgedrukt. Daarom begint iedere missionaris zijn apostolaat met een ernstige studie van de taal, de zeden, de politieke en sociale instellingen van de inlanders; daarom zal - ceteris paribus - de beste missionaris steeds een katholieke volksgenoot zijn, die intuïtief de sociologische structuur en den wezensaard van zijn stam kent. Ook de inlandsche zielzorg moet met die factoren rekening houden. Wel bezit de eigen clerus een aangeboren kennis van zijn volk, maar het verschil in stand en opvoeding heeft bij veel priesters de voorstelling van de krachten en stroomingen, die hun volksgenooten beroeren, in ernstige mate vervaagd. Daardoor bleven veel goed bedoelde pogingen vruchteloos. Het gebeurt meer, dat heftige sermoenen een bepaalde mode schandvlekken, die sinds lang niet meer gevolgd wordt; dat men argumenteert tegen het protestantisme, terwijl de anti-godsdienstige propaganda het bestaan van God aanvalt. Nog nadeeliger is de onbekendheid met de nieuwe gevoelsstroomingen, de 'mythen' en met de bijzondere uitdrukkingswijze, die zij geschapen hebben. De nieuwe wijsgeerige stelsels en mythen toonen wel eenige gelijkenis met de oude ketterijen, waarmee de theologische studies den priester vertrouwd | |
[pagina 260]
| |
maakten, maar toch zal hij ze niet achteloos voorbijloopen als gold het oudbekenden. Hij zal hun bijzondere geaardheid trachten te vatten en de onveranderlijke godsdienstige waarheden op zulke wijze verkondigen, dat ze het gemoed van de moderne menschen treffen en hun verstandelijke en zedelijke problemen oplossen.Ga naar voetnoot(19) Bovendien kan de sociologie den zielzorger onderrichten over het verschil in mentaliteit tusschen stad en land, proletariaat, burgerij en aristocratie. Elke stand bezit een eigen gedachtenkring, waaruit bijzondere godsdienstige moeilijkheden en behoeften voortvloeien. Een academisch gevormde heeft andere geloofstwijfels dan een werkman, een financier reageert anders op de dogma's dan een soldaat. Een boek, dat een geneesheer overtuigt, zal soms een advocaat allerminst treffen; een retraite, die uitstekend is voor beambten en kleine burgers, kan soms op gewone werklieden niet den minsten indruk maken. Een indeeling van het apostolaat volgens klassen en beroepen is uit dien hoofde noodzakelijk. Dit veronderstelt echter een voldoende kennis van de psychologie van die groepen en het is te betreuren, dat bij ons nog altijd zoo weinig sociale studies bestaan over de mentaliteit van boeren, proletariërs, beambten, dienstmeiden, soldaten, enz. Priesters, uit de stad afkomstig, kunnen geen contact vinden met de landbouwbevolking, zonen uit de hoogere burgerij krijgen soms geen voeling met de arbeiders. Een objectieve sociologie zou ook hier aan het apostolaat ten goede komen. Naast die wenken, nuttig voor de zoo noodzakelijke aanpassing van de apostolaatsmethoden, geeft de sociologie der Kerk nog aanwijzingen, die den zielzorger sommige krachten doen ontdekken, die de bekeering tot het geloof en de ontwikkeling van het geloof positief bevorderen. Het zal nu de taak zijn van de sociologie der Kerk, die gunstige factoren op te sporen en aan den zielzorger voor te stellen. Het valt buiten het kader van dit artikel alle gunstige factoren in de actueele levensbeschouwingen te ontleden. Het volstaat dat wij ter illustratie enkele feiten aanstippen. De heerschende mystiek van de gemeenschap kan een uitstekend aanknoopingspunt bieden voor een grondiger beleven van de innerlijke elementen van het christendom: de naastenliefde, de gemeenschap der heiligen, het liturgisch gebed, enz. Welke schatten van de christelijke dogmatiek, die tot nog toe voor de massa ontoegankelijk bleven, konden nu wellicht, gesteund door de natuurlijke mystiek van de gemeenschap, in het parochiaal leven ten volle worden benuttigd. De begeestering voor het leiderschap kan de jeugd tot een vurige devotie brengen tot Jezus-Christus, die de Koning is van de eeuwige waarheid en de Heerscher door de Kracht van zijn Liefde. Dezelfde strekking kan een begaafd priester nog benutten om een groep bereidwillige jongeren te vormen, die hem trouw bijstaan in zijn apostolaat en door hem tot hooger volmaaktheid worden opgeleid. Volksgebruiken kunnen dezelfde voordeelen bieden. De heemkunde toont telkens weer aan, hoe de talrijke christelijke volksgebruiken van de Middeleeuwen aansluiten bij gebruiken en feesten van de Germaansche afkomst, die door de missionarissen verchristelijkt werden. Tegenwoordig blijven zulke gebruiken een belangrijke rol spelen in het godsdienstig leven van het volk. Zij worden in de familie van ouders op kinderen voortgeleerd, zij vergroeien met de dagelijksche gewoonten en doorkneden alle sferen van het economisch en familiaal leven met bovennatuurlijke krachten.Ga naar voetnoot(20) Nooit zal het apostolaat | |
[pagina 261]
| |
beter en duurzamer resultaten boeken, dan wanneer het bij zulke volksgebruiken aansluit en, aangepast aan de nieuwe levensomstandigheden, nieuwe christelijke gewoonten in het leven roept en de oude terug opdiept. Dit laatste punt verdient tegenwoordig bijzondere aandacht. In verschillende landen wordt de folklore thans systematisch bestudeerd, maar het christelijk element wordt niet voldoende in het licht gesteld. Hier ligt een taak open om langs de schatten van het verleden den christelijken geest te bewaren en om door het scheppen van nieuwe christelijke volksgebruiken het apostolaat in de intiemste sferen van het volksleven te doen doordringen. Nog een laatste voordeel moet hier aangestipt. Er werd reeds op gewezen, dat enkele accidenteele vormen in de organisatie van de Kerk door eeuwenoude traditie uit de profane gemeenschappen werden overgenomen. Het zal den zielzorger dikwijls nuttig zijn dat hij die accidenteele, traditioneele invloeden weet te onderscheiden, zoodat hij in de toepassing van de ascetica, onder de wisselende organisatorische toestanden, het wezenlijke, het fundamenteel christelijke weet te behouden en tijdig de verouderde sociale tradities weet te vernieuwen. Van hoeveel moeilijkheden waren sommige kloosterorden gespaard gebleven, zoo ze tijdig hun middeleeuwsche gebruiken hadden weten aan te passen aan de physiek en de psychologie van de moderne menschen zonder daarom het ideaal van hun ordestichter prijs te geven. Die aanpassing blijft nog altijd zoo moeilijk, omdat wij ons moeten behelpen met de inzichten van de dagelijksche ervaring en het zakelijke, heldere licht missen van een objectieve sociologie. | |
C. Apostolaat en Maatschappelijke Belangen.De invloed van de Kerk op de natuurlijke gemeenschappen schijnt voor het apostolaat minder belangrijk, nochtans zijn ook bij dit aspect, zoowel practische als theoretische belangen van de Kerk, betrokken. De zekerheid, dat de godsdienst op alle organen van de profane gemeenschappen een bepaalden invloed uitoefent, zal den zielzorger er voor waarschuwen zijn apostolaat vrij te houden van ongodsdienstige factoren, zooals: nationale belangen, economische voordeelen enz. Is het soms niet gebeurd dat katholieke missionarissen werden aangeklaagd als agenten, die de expansie van vreemde staten kwamen voorbereiden? De ervaren zielzorger zal er steeds op bedacht zijn, de uitoefening van zijn bediening zuiver te houden van zulke profane machten. Hij zal, door een soepele aanpassing van zijn apostolaatsmethode, geen enkel rechtmatig belang van volk, stnad of familie benadeelen en alleen daardoor reeds zal hij de Kerk veel vijandige reacties besparen. Ook apologetisch kan dit sociaal feit benuttigd worden. Tegenover de opwerping, dat het universalistische katholicisme een beletsel vormt voor de algeheele ontwikkeling van de eigen voksgemeenschap, dat het den nationalen machtswil breekt, enz. kan men de weldaden van het katholicisme opsommen: het bekrachtigt het burgerlijk gezag, bewaart de zedelijke gaafheid en behoedt de maatschappij voor buitensporigheden. Hoe onrechtvaardig de sociale grieven tegen de Kerk zijn, zou een wetenschappelijke sociologie van de Kerk in Vlaanderen overvloedig kunnen illustreeren. Zij zou aantoonen, dat de evangelisatie een open oog had voor de deugdelijke eigenschappen van stam en ras en dat zij die natuurlijke eigenschappen bewust heeft aangemoedigd; dat de Kerk haar ééne, onveranderlijke leer met onvergelijkbare soepelheid heeft aangepast aan het begripsvermogen van ieder volk en dat zij haar ideaal, in honderdvoudige veelzijdighid, in haar heiligengestalten heeft belichaamdGa naar voetnoot(21). | |
[pagina 262]
| |
Besluit.Naar verhouding van haar theoretisch en practisch belang wordt de sociologie van de Kerk te weinig bestudeerd. Veel nuttige elementen liggen verspreid in philosophische, historische en theologische werken en tijdschriften. Meestal zijn het waardevolle pogingen, die met eerbied en omzichtigheid de eigene Wezenheid van de Kerk behandelen en haar verhouding tot de profane gemeenschappen objectief beschouwen. Tot nu toe echter ontbreekt nog altijd een systematisch en volledig onderzoek van de verschillende problemen, die de sociologie van de Kerk oproept. Dit tekort kan door niemand beter aangevuld worden dan door priesters en zielzorgers. Hun arbeid brengt hen dagelijks in contact met religieuze, sociale verschijnselen; zij staan in de nauwste betrekking met de families en met de enkelingen; zij kunnen de ontwikkeling van de vroomheid nagaan vanaf de kinderjaren tot in den hoogsten ouderdom, zij zijn in een woord uitstekend geplaatst om de sociaal-godsdienstige phenomenen te observeeren. Zoo kunnen zij voor hun persoonlijk apostolaat de vereischte inzichten verkrijgen en kunnen verder, zooals de missionarissen gedaan hebben voor de ethnologie, de studiematerialen verzamelen, die een volledige en objectieve sociologie van de Kerk mogelijk maken. |
|