Streven. Jaargang 9
(1941)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 292]
| |
De rol der staatskredietverzekering in de financiering van den buitenlandschen handel
| |
I. - Evolutie van het kredietrisicoGroei van het kredietrisicoEen banale vaststelling: naar gelang de productie-, de verkeersen de afzetmogelijkheden zich hebben ontwikkeld is het krediet een overwegende rol gaan spelen in de economische bedrijvigheid. Het vormt thans een essentieel bestanddeel, zoo niet de spil, van elke grootscheepsche handels- of nijverheidsonderneming. | |
[pagina 293]
| |
Het krediet bestaat wezenlijk hierin dat bij een transactie de prestatie van een der partijen niet samenvalt of niet onmiddellijk gevolgd wordt door de tegenprestatie der andere partij, zoodat een verbintenis op termijn ontstaat. De meest verspreide vorm van het krediet is de uitgestelde betaling, die steeds het risico, hoe gering ook, eener insolventie van den debiteur in het vooruitzicht stelt. Zoolang zulk risico gelokaliseerd blijft binnen betrekkelijk enge grenzen, waar vertrouwen heerscht (credere), waar toezicht mogelijk is, waar dwangmaatregelen ter beschikking staan en zoolang het gaat over niet te hooge bedragen, kan het den normalen gang van een degelijk beheerd bedrijf niet hinderen. De behoefte aan export onzer overgeïndustrialiseerde gewesten, de technisch geboden uitbreiding der markten en de jacht naar afzetgebieden dringen echter ook handelsverrichtingen op met vreemde, afgelegen en niet zelden sociaal-economisch weinig stabiele of minder gevorderde Staten. Daar zijn betrouwbare inlichtingen over het betalingsvermogen van den importeur zeldzaam; daar wordt het toezicht over de uitvoering der contractueele verbintenissen moeilijk; daar worden ook dwangmaatregelen twijfelachtig. De druk van het kredietrisico wordt dan zoo zwaar dat het tot stand komen van transacties er soms door verhinderd wordt. Waar economische of politieke stoornissen zich tot talrijke belangrijke consumptielanden uitstrekken welke geen voldoende waarborgen kunnen bieden om leveringen op krediet te schragen, kan dit risico de internationale handelsbetrekkingen letterlijk verlammen. Dit deed zich namelijk voor kort na den wereldoorlog 1914-18 toen uitgeputte afnemers tegenover landen stonden die gebukt gingen onder den last hunner overproductie. Uitzonderlijke maatregelen van staatswege bleken zich toen op te dringen om de handelsbetrekkingen te doen herleven. | |
Van het economisch kredietrisico naar het incidenteel politiek kredietrisicoStilaan zijn de stijgende private betalings- en kredietmoeilijkheden tot nationale problemen uitgegroeid. De jongste economische wereldcrisis gaf hierbij den doorslag. De feiten zijn bekend: 'vertikale' instorting der prijzen, deficitaire handelsbalans, gebrek aan betalingsmiddelen, deviezencontrôle. Clearing- en betalingsakkoorden komen tot stand waarbij de debiteurstaten de beschikbare deviezen tot betaling van te importeeren goederen aanwenden, de crediteurlanden pogen hun geblokkeerd bezit in te vorderen en beide het in stand houden van een minimum goederenruil op het oog hebben. In het raam van den clearing kan de buitenlandsche debiteur zijn schuldeischer echter niet meer rechtstreeks betalen. Hij stort dus de verschuldigde bedragen, op den vervaldag, in den officieelen verrekeningsdienst. Daar breken de privaatverhoudingen af, in zoover althans de storting bevrijdend effekt heeft. Zakelijke waarborgen en | |
[pagina 294]
| |
vaste vervaldag verliezen hun beteekenis. Voortaan staat de exporteurschuldeischer nog slechts tegenover een gemeenzame massa, onder bestendige bedreiging van een 'fait du prince'. Of hij zal betaald worden, wanneer dit zal geschieden en in hoever, hangt alleen nog af van den willekeur van den invoerenden staat, m.a.w. van een politiek lichaam. Hoewel aanvankelijk de private verhoudingen en, vanuit onzen gezichtshoek gezien, het insolventierisico de transactie beheerschten, verkrijgt het kredietrisico, met de inschakeling van den Staat in de afwikkeling der internationale betalingen, een incidenteel, maar niet te onderschatten, politiek karakter. | |
Uitbreiding van het totaal politieke kredietrisicoParallel met hooger geschetste ontwikkeling voltrekt zich de uitbreiding van het totaal politieke kredietrisico. Het verschijnsel is niet nieuw. Steeds hebben staatsbesturen, in zeldzame gevallen, privaatrechterlijke contracten afgesloten namelijk voor leveringen in verband met openbare werken, spoorwegen, enz. Langen tijd is het hierbij gebleven. Wegens verscheidene oorzaken waarover hier niet hoeft te worden uitgeweid - reactie tegen de uitwassen van het economisch liberalisme, economische crisis en politieke spanningen, autarkische en nationalistische tendenzen, autoritaire staatsvormen en nieuwe economische systemen - heeft de actieve staatsinmening in het bedrijfsleven zich sterk uitgebreid en verdiept. De privaatsector wijkt voortdurend onder den druk der groeiende staatseconomie: ondernemingen van openbaar nut en sleutelbedrijven worden genationaliseerd; op een kwart eeuw tijds is het aandeel van den Staat in de productie, althans in de industrielanden, van 5 tot 30% gestegen. Deze beteekenisvolle structuurwijziging in de hedendaagsche economie komt begrijpelijkerwijze speciaal in den buitenlandschen handel tot uiting. Zelfs daar waar de privaatonderneming de spil blijft van het economisch leven voert thans de Staat strenge contrôle over import en export. In steeds talrijker landen wordt de buitenlandsche handel door staatsorganen beheerscht; in sommige zelfs wordt hij door den Staat gemonopoliseerd. Bij de leveringscontracten afgesloten met staatsorganen of -instellingen valt het privaat insolventierisico eenvoudig weg. Van den beginne af is de staatsinstelling alleen voor de betaling verantwoordelijk. Het politiek kredietrisico strekt zich exclusief tot de transactie uit: het wordt totaal. | |
II. - De beveiliging tegen het kredietrisicoDe grenzen van het privaat initiatiefOm den voortbrenger en den handelaar tegen het kredietrisico te beschermen heeft het privaat initiatief naar steeds volmaakter middelen gezocht: eerst zijn de banken tusschengekomen; daarna ging men over tot rechtstreeksche kredietverzekering. Ondanks haar | |
[pagina 295]
| |
paradoxaal karakter (zij verleent immers bescherming tegen de persoonlijke daad van den verzekerde, die het betalingsvermogen van zijn schuldenaar overschat) groeide deze instelling uit tot een evenwichtig en flink georganiseerd economisch instrument. Zelfs de risico's verbonden aan kredietverrichtingen in den vreemde wijst ze niet a priori af. In 1927 werd een internationale vereeniging voor kredietverzekering opgericht om inlichtingen uit te wisselen en onderlinge hulp te verleenen betreffende het innen van schuldvorderingen in het buitenland. Al de hulpbronnen die de techniek der verzekering en der herverzekering biedt, werden uitgeput. Maar ondanks alles bleek het privaat initiatief ontoereikend toen het kredietrisico ophield zich op privaat economisch plan te bewegen en politieke vormen aannam. Om dit te verklaren volstaat het de wezenlijke kenmerken van dit politieke kredietrisico even te belichten. Dit biedt tevens de gelegenheid om het te neutraliseeren terrein te verkennen. | |
Kenmerken van het politieke kredietrisicoHet politieke kredietrisico wijkt in verscheidene opzichten van het economische kredietrisico af: Wat het wezen betreft: staatssoevereine wil vervangt privaat betalingsvermogen. Het gewone economisch kredietrisico hangt af van het materieel betalingsvermogen (solvabiliteit) van den schuldenaar. Dit nu wordt bepaald door de vitaliteit van het bedrijf, door de degelijkheid van het beheer, door den toestand van de markt, door de conjunctuur. Het blijkt eveneens uit balansen, referentiën, inlichtingen. Het kan, met één woord, worden geschat. Het politieke kredietrisico, integendeel, staat steeds in verband met den wil van een politiek lichaam. Het geldt hier specifiek een potestatieve verbintenis op termijn. De vraag is dan niet meer of de debiteur betalen kàn, maar nog alleen of hij betalen wil. En dit ontzenuwt nu juist elke normale beveiligingstechniek welke alleen kan steunen op feiten en vaststellingen. Zelfs de verzekeringstechniek staat hier tegenover machteloos, zooals blijkt uit wat volgt. Wat het preventief verweer betreft: het staat tegenover onderling verbonden in stede van verspreide risico's. Aan de basis der verzekeringsverrichtingen, ook der kredietverzekeringsverrichtingen, ligt het principe der verspreiding van risico's die het evenwicht tusschen premiën en verliezen mogelijk maakt. De onderlinge verbondenheid der risico's van politieken aard, of ze nu incidenteel of totaal zijn, druischt rechtstreeks tegen dit principe in. Bewuste risico's concentreeren zich immers alle in den persoon van den invoerenden Staat. Komt een debiteurland zijn verplichtingen niet na, dan strekt zich 'de ramp', zooals men dit in verzekeringstermen noemt, noodzakelijk uit tot al de schuldvorderingen in het importland gedomicilieerd. De ondervinding leert trouwens dat politieke risico's zich rond bepaalde markten of politieke constellaties groepeeren en precies wel dààr waar de economische of politieke verhoudingen | |
[pagina 296]
| |
minder stevig zijn. Verzekeringsactie tegen deze risico's van essentieel cumulatieven aard blijkt in die voorwaarden hopeloos. Wat het repressief verweer betreft: politieke druk neemt de plaats in van gerechtelijken dwang. Het probleem der financiering van den internationalen handel wordt wel eens raak voorgesteld als volgt: Hoe de uitvoering afdwingen van een leveringscontract waarbij de betaling eerst na een bedongen termijn voorzien is? In zake contracten afgesloten met een staatsinstelling stuit men op de feitelijke onmogelijkheid de uitvoering van de verbintenissen der tegenpartij met gangbare privaat-actiemiddelen af te dwingen. Een Staat of een openbare instelling kan immers niet failliet worden verklaard. Zelfs arresten van internationale gerechtshoven, die het goed recht van den crediteur bevestigden, bleven niettemin dikwijls zonder practische uitwerking. Ons land weet dit bij ondervindingGa naar voetnoot(1). Rest dan nog alleen de mogelijkheid eener drukking uitgeoefend langs administratieven of diplomatieken weg. De doelmatigheid hiervan hangt af van het respectieve gewicht der betrokken politieke machten. In feite, worden vele regelingen getroffen in het raam van onderhandelingen over het betalings- of verrekeningsverkeer tusschen debiteur- en crediteurstaten. Wat de uiting betreft: men stuit op thesaurierisico veeleer dan op eindverliesrisico. In het economisch kredietrisico overheerscht de kans op verlies ingevolge feitelijk onvermogen of faillissement van den debiteur. In het politiek kredietrisico daarentegen komt het thesaurierisico, ingevolge vertraging van betalingen, bepaald op het voorplan te staan. Er bestaat immers een sterk vermoeden dat de debiteur, een openbare en bijgevolg bestendige instelling, eens zal betalen. De geschiedenis kent weinig gevallen van staatsbankroet. Onder voorwendsel van een wijziging in den staatsvorm, werd wel eens tot eenzijdige ontkenning van buitenlandsche schulden overgegaan; het onmiddellijk financieel voordeel van zulke betrekkelijk willekeurige politiek wordt nochtans duur betaald door de langdurige en zware verliezen die het in gebreke gebleven land wegens zijn verminderd prestige, wegens zijn gehavend kredietstanding en wegens de vijandige houding der crediteurstaten, ten laste vallenGa naar voetnoot(2). Zoo intiem zijn immers de internationale economische betrekkingen doorweven, dat dergelijke oplossing van financieele moeilijkheden als weinig raadzaam voorkomt. Zelfs het verdwijnen van een Staat geschiedt in den regel niet zonder dat zijn schulden en baten door een andere worden overgenomen. Wel kunnen de huidige gebeurtenissen in dit opzicht tot nadenken stemmen, toch vermindert dit niet de bestendige waarde dezer algemeen vaststelling. Het politiek kredietrisico bestaat bijgevolg veeleer in de kans eener weze het ook aanzienlijke vertraging der betaling dan wel in de kans eener slechts gedeeltelijke of eener gewone niet-betaling. | |
[pagina 297]
| |
Uit het overwegend financieel karakter, uit de onderlinge verbondenheid en uit den aard zelf der politieke kredietrisico's volgt dat de doelmatige bestrijding er van, het immobiliseeren van kapitalen en het aanwenden van middelen vooropstelt die het normaal vermogen der private instellingen overtreffen. | |
De taak der openbare besturenDat hier een taak voor de openbare besturen is weggelegd ligt voor de hand. Beschouwingen van economischen en socialen aard (verovering of behoud van afzetgebieden, ontwikkeling van den export, opslorping der werkloosheid, verhooging van het nationaal inkomen) rechtvaardigen op zich zelf de staatsinmenging waar het privaat initiatief te kort schiet. Afgezien daarvan schijnt het staatsingrijpen op grond van zuiver technische beweegredenen hier eenvoudig geboden. Bij gebrek daarvan, dreigen inderdaad de voorhanden sterk uitgebouwde financierings- en beveiligingssystemen doelloos te worden. Wat baat immers een stevig verdedigingsstelsel indien een belangrijke sector geheel blijft blootgesteld? Waartoe dienen complexe voorzorgsmaatregelen die het kredietrisico alleen tot op een zekere hoogte vermogen te neutraliseeren? Alleen een totaal beveiligingssysteem is doeltreffend. Wat in dit verband in België werd verwezenlijkt, vormt het voorwerp van volgend kapittel. | |
III. - Grondlijnen der staatsdelcredere-politiekDe ter beschikking staande ruimte laat niet toe in bijzonderheden te treden over de innerlijke administratieve en financieele structuur van het orgaan dat in ons land de verzekering tegen de politieke kredietrisico's waarneemt, met name den Nationalen Delcrederedienst. Een paar punten van algemeenen en van practischen aard wezen dus enkel aangestipt. | |
Massale kredietverleening of individueele kredietverzekeringStaatsdelcredere-actie kan grootscheeps worden opgevat. Ze kan den vorm aannemen van massale kredieten toegekend door een exportland aan den invoerenden Staat wier bestellingen, krachtens de uitzonderlijke aangeboden betalingsfaciliteiten, als het ware worden afgedwongen. In het raam dezer globale kredietverleening worden privaatzaken afgesloten welke automatisch van de staatsgarantie genieten. Dergelijke formule, een recente uiting der neomercantilistische politiek, blijft voorbehouden aan financieel machtige Staten en is over het algemeen niet vreemd aan politieke overwegingen. De Angelsaksische Staten hebben ze bij voorkeur toegepast. Ons land moet zich met een delcrederepolitiek van kleiner formaat tevreden stellen. Alleen het politieke kredietrisico inhaerent aan bepaalde zaken, waarvan het afsluiten door private organismen geschiedde of | |
[pagina 298]
| |
in overweging wordt genomen, komt voor de verzekering in aanmerking. De Delcrederedienst beslist, in elk geval afzonderlijk, rekening houdend met het nationaal belang en met het gewicht van het risico, over het verleenen van zijn tusschenkomst. De practische werkwijze benadert, althans wat den vorm betreft, die der verzekeringsinstellingen. | |
Koppeling van staatsactie met private bedrijfstechniekProefondervindelijk werd vastgesteld dat de doelmatigheid van het staatsoptreden in zake kredietverzekering in ruime mate afhangt van de wijze waarop ze practisch wordt georganiseerd. Het is inderdaad geen gemakkelijke taak de zware staatsadministratieve machine in de private bedrijfstechniek in te schakelen. In ons land heeft het bewerkstelligen van het soepel instrument dat de Nationale Delcrederedienst thans mag heeten nagenoeg 18 jaren administratieve evolutie gevergd (van 1921 tot 1939). Jaren lang werd elke efficiënte delcredere-actie verlamd door een reeks te vervullen voorwaarden en formaliteiten die het toekennen van den staatswaarborg, respectievelijk het uitbetalen eener vergoeding, noodzakelijk voorafgingen. Eerst in 1935 werd een Dienst in het leven geroepen met rechtspersoonlijkheid en met administratieve zelfstandigheid. Deze laatste werd pas effectief nadat in 1939 een ruim juridisch statuut werd uitgewerkt en ook de noodige financieele middelen onder vorm eener dotatie van 250 millioen frank ter beschikking werden gesteld. Thans is de Nationale Delcrederedienst uitgegroeid tot een handig werktuig waarin effectieve staatscontrôle en verantwoordelijkheidsbewustzijn zonder wrijving wordt overeengebracht met het snelle beslissings- en aanpassingsvermogen en met de vakkundige leiding en soepele werking welke in het exportbedrijf meer nog dan elders vereischt zijn. Het nauwe contact met de bevoegde administratieve lichamen (Ministerie van Economische Zaken, Administratie van den Buitenlandschen Handel, Ministerie van Financiën), met speciale diensten (Verrekeningsdienst, Emissiebank), met parastatale zusterinstellingen en met de betrokken privaat-economische organen (bankwezen en kredietverzekering) staat er verder borg voor dat de doelmatigheid zijner werking niet meer door een gebrekkige organisatie zal worden gehinderd. De koppeling der staatsactiemiddelen met private bedrijfsmethodes schijnt aldus op gelukkige wijze te zijn tot stand gebracht. | |
Concreet actieterrein van het staatsdelcredereKrachtens zijn wettelijk statuut wordt den Delcrederedienst opgedragen den uitvoer te bevorderen door het verminderen der exportrisico's, daaronder vooral de kredietrisico's. In feite beperkt zich de Dienst er bij het privaat initiatief aan te vullen en houdt het | |
[pagina 299]
| |
zich practisch aan het verzekeren tegen politieke kredietrisico's. Deze laatste kunnen hoofdzakelijk volgende vormen aannemen: 1. - niet betaling door den debiteur in geval van totaal politiek risico (dit is wanneer de debiteur een staatsinstelling of een instelling van openbaar nut is). 2. - vertraging der betalingen in geval van totaal politiek risico of vertraging der overdracht van de in de 'clearing' gestorte bedragen door een privé debiteur in geval van incidenteel politiek risico. 3. - conversieverlies. Dit vergt uitleg. Een vreemde importeur stort op den vervaldag in de instelling belast met de overdracht der deviezen, een bedrag dat in zijn landsmunt met het contractueele verschuldigd bedrag overeenstemt. Bij de overdracht geeft, ingevolge een van hooger hand opgelegden conversievoet, de omzetting in de contractueele munt niet meer het verschuldigd bedrag. Het verschil vormt het conversieverlies. Het geldt hier een specialen vorm van het politiek risico nl. het politieke wisselrisico. De tusschenkomst van het delcredere beantwoordt aan deze drie vormen. Wat het totaal politiek kredietrisico betreft kan de Delcrederedienst tusschenkomen in het verlies wegens niet-betaling, door den importeur (openbare instellingen of daarmede gelijkgesteld), der contractueel verschuldigde bedragen. De Dienst komt ook tusschen in de verliezen wegens gedwongen muntconversie der stortingen van den importeur. De tusschenkomst in het verlies kan 75 t.h. bedragen. Zij vervalt evenwel indien de exporteur een bepaald percentage (gewoonlijk 80%) zijner schuldvordering heeft ontvangen. In geval van vertraging van betaling of van overdracht keert de Dienst na een vooraf bedongen termijn (gewoonlijk één jaar), een voorloopige vergoeding uit gelijk aan het percentage zijner tusschenkomst in het totaal verlies, in afwachting dat het eventueele definitieve verlies wordt vastgesteld. In 1939, het laatste jaar vóór den huidigen oorlog, werd de delcrederewaarborg verleend voor 340 zaken van een gezamenlijk bedrag groot 250.000.000 frank. Vergeleken bij het totaal bedrag van den buitenlandschen handel schijnt dit vrij gering. Men vergete niet dat de tusschenkomst van het Delcredere hoofdzakelijk voor grensgevallen wordt ingeroepen waar het uitschakelen van het politiek kredietrisico van beslissende beteekenis is. | |
IV. - De staatskredietverzekering als financieringsinstrumentVan den waarborg van goeden afloop naar de voorloopige vergoedingVan meet af was het staatsdelcredere bedoeld als een middel om de financiering van den export te bevorderen. Dit blijkt overigens uit de memorie van toelichting en uit het verslag over de wet van 17 Augustus 1921, waarbij de Regeering wordt gemachtigd den | |
[pagina 300]
| |
goeden afloop van exportverrichtingen te waarborgen. Daarin wordt namelijk vastgesteld dat de nijveraar-exporteur in de financieele instellingen geen voldoenden steun meer vindt. De regeeringstusschenkomst beoogt door een uitzonderlijk ingrijpen het diep geschokte internationaal krediet weer vlot te krijgen, in afwachting van den terugkeer van normale toestanden. In feite, bleef het bij een waarborg van goeden afloop waarvan het practisch effect vrij gering is gebleken. In 1932 werden de principes vastgelegd die heden nog - zij het ook onder gewijzigden vorm - het staatsdelcredere beheerschen. Een duidelijk omlijnd verzekeringsbeginsel wordt vooropgesteld: het delcredere verleent zijn tusschenkomst, ten beloope van een bepaald percentage, in het definitief verlies wegens niet betaling of wegens gedwongen conversie. Van beslissende beteekenis voor de financiering van den export, in den strengen zin van het woord, is de verbintenis van het delcredere, een 'voorloopige vergoeding' uit te keeren in geval dat, bij het verstrijken van een bedongen termijn, de aan den exporteur verschuldigde bedragen niet betaald of niet overgemaakt worden. | |
De financieele functie van het delcredereEen tweesnijdend Damocleszwaard bedreigt steeds elke financieringsverrichting. Daar is eenerzijds de kans van een eindverlies. Is deze kans van privaat-economischen aard, zoo kan ze door private kredietverzekering worden gedekt. Spruit ze voort uit het in gebreke blijven van een staatsinstelling (contracteerende partij of clearingorganisme) zoo treedt het delcredere op waar de verzekering zulks niet meer vermag. Daar is anderzijds de kans van het vastvriezen van kapitalen. Hier ligt de kern van het financieringsprobleem: de uitschakeling van het eindverlies is, in feite, immers slechts de vooropgestelde voorwaarde, de conditio sine qua non, van elke gezonde financiering. Of de financiering door den kapitaalkrachtigen exporteur zelf of door tusschenkomst van een bankinstelling wordt verzekerd, raakt den grond der zaak niet. Voor eerstgenoemde is het beschikken over het bedrijfskapitaal van doorslaand belang; voor de tweede is de liquiditeit der geldmiddelen, de essentieele behoefte eener normale werking. Voor beide speelt de vervaldag een overwegende rol. Wezenlijk eigen aan het politieke kredietrisico is nu juist, zooals hooger werd uiteengezet, het overheerschend thesaurie-element, namelijk de kans dat schuldvorderingen op staatsinstellingen tot op onbepaalden datum geblokkeerd blijven. Precies dit komt het delcredere verhelpen door het spel zijner 'voorloopige vergoeding' die den exporteur of zijn bankier in staat stelt, in afwachting eener definitieve regeling, alleszins, na het verstrijken van een bepaalden termijn, over het grootste gedeelte zijner schuldvordering te beschikken. Dat deze zijde van de werking van den Nationalen Delcrederedienst practisch de overhand kreeg volgt uit den aard der zaak | |
[pagina 301]
| |
zelf. Zeer uitzonderlijk is steeds de delcrederetusschenkomst gebleven in definitieve verliezen wegens niet betaling. Daarentegen zijn de uitkeeringen van voorloopige vergoedingen - begrijpelijkerwijze, inzonderheid de laatste jaren - tot massale bedragen gestegen. Dit blijkt onder meer uit het verslag van den Dienst over 1940. Meer dan de verzekering tegen eindverliezen draagt deze zuivere financieele functie - wij gingen haast zeggen liquiditeitsfunctie - tot de bevordering van de exportfinanciering bij. | |
Enge samenwerking met het privaat bank- en verzekeringswezenEfficiënte en practische staatskredietverzekering is niet in te denken zonder nauwe voeling met het privaat bank- en verzekeringswezen. Om wille van het principe dat het delcredere alleen wordt verleend voor exportverrichtingen, met andere woorden in verband met warenkrediet, werd de bank vooralsnog nooit als rechtstreeksch begunstigde aanvaard. Daarentegen bestaat de mogelijkheid den waarborg aan een exporteur toegekend ten gunste eener bankinstelling die de zaak financiert over te dragen. Rekening houdend met de speciale behoeften der banktechniek wordt de mogelijkheid voorzien alleen het recht op de bedongen vergoeding te cedeeren. De exporteur blijft alsdan hoofdcontractant tegenover het delcredere. De bank kan echter, behoudens grove fout of nalatigheid van den exporteur, haar rechten op de uitbetaling der vergoedingen rechtstreeks doen gelden. Op deze wijze is ze er practisch van verzekerd dat de afwikkeling en de liquidatie harer kredietverrichting binnen een bepaalden termijn zal verloopen, den termijn namelijk welke voor de uitkeering der voorloopige vergoeding is vastgesteld. Het beginsel der liquiditeit harer middelen blijft aldus gehandhaafd. Het delcredere wordt daarom in vele gevallen door de bank als voorwaarde tot de financiering gesteld. De samenwerking met het privaat kredietverzekeringswezen is niet minder vruchtbaar. Door de herverzekering ten beloope van een soms zeer hoog percentage van het privaat insolventierisico kunnen door den Nationalen Delcrederedienst aangenomen kredietverzekeringsmaatschappijen, hun bedrijvigheid uitstrekken tot gebieden en tot zaken waarvan ze, op eigen middelen aangewezen, zouden moeten afzien. | |
BesluitAanvankelijk uitgedacht als uitzonderingsmaatregel in verband met de wankele internationale krediettoestanden na den oorlog van 1914-18, is het staatsdelcredere a.h.w. instinctmatig uitgegroeid tot het tegenstuk van de steeds, onder diverse vormen, toenemende politieke kredietrisico's. De zeer speciale uitrusting, onontbeerlijk om deze complexe functie doeltreffend waar te nemen, werd, wel is waar moeizaam, verkregen: administratieve autonomie, eigen financieele middelen, | |
[pagina 302]
| |
breed juridisch kader, vakkundige leiding, soepele organisatie, private bedrijfsmethodes, samenwerking met de bevoegde staatsdiensten, effectieve doch diskrete staatscontrôle. De intieme lassching met de privaat-economische organen - banken verzekeringswezen - die mede den strijd tegen de kredietrisico's hebben opgenomen, werd zoodanig doorgevoerd dat de actie dezer organen niet alleen door het staatsdelcredere wordt bevorderd maar dat ze tevens daadwerkelijk wordt aangevuld en verlengd, waar ze wegens haar begrensde middelen in feite te kort schiet. De vuurproef der huidige, niet het minst in internationaal financieel opzicht, bewogen tijden schijnt de nog vrij jonge instelling met succes te doorstaan. In het licht der gebeurtenissen komt zelfs de practische beteekenis harer talrijke tusschenkomsten eerst ten volle tot haar recht. Ten overstaan van het toenemend en bestendig staatsoptreden in zake buitenlandschen handel, weze het als rechtstreeksche contractant of als tusschenorgaan bij de afwikkeling van het internationaal betalingsverkeer, komt de staatskredietverzekering thans voor als een onmisbare schakel in de financieringstechniek van export. Maar zelfs: zij is er organisch mede vergroeid. |
|