Even onjuist is het W. de karaktereigenschappen van Nicodemus aan te wrijven daar men hem dan met hetzelfde recht kan vereenzelvigen met Adelaide, Houtekiet, Thys Glorieus en Sibylle.
Bepaald onzinnig is het en evident kwaadwillig te beweren dat W. de waarheid verdraait omdat details uit zijn eigen leven niet kloppen met details uit dat van Nicodemus. Volgens deze logica kan Houtekiet maar 5 kinderen hebben en beweert W. in 'Sibylle' dat hij een vrouw is.
Pater Arts S.J. schrijft deze drie flagrante dwaasheden in het artikel 'Man en Roman' (Streven, Feb.) en beweert verder dat groote mannen als Dostoievski kunnen objectiveeren, terwijl de kleinere slechts zichzelven kunnen beschrijven. Hoe bitter weinig de pater van Dostoievski ook blijkt te kennen, hij zou toch moeten weten wat algemeen bekend is, nl. dat geen romanschrijver zoo herhaaldelijk en zoo getrouw zichzelven, zijn vader en zijn zusters heeft beschreven in zijn romans als wel Fjedor Dostoievski, de epileptieker. Hij zou moeten weten dat geen schrijvers zoo goed kunnen objectiveeren als die van de feuilletons, Wallace, Hans, Courths Mahler, enz. enz.
In zijn nachtelijk gesprek met Christus toont Nicodemus aan dat de Schrift niet geinspireerd kan zijn, dat het sprookje der erfzonde weerzinwekkend en ongerijmd is, dat Jezus' goddelijkheid onbewijsbaar is, dat het mirakel als bewijs daarvoor ontoereikend is. Daarna zegt hij met een duidelijke parabel dat de Kerk als tusschenpersoon geen autoriteit heeft. Niet één maar al de essentieele leerstukken van het katholicisme worden dus op ernstigen grond verworpen.
Pater Arts die 'eens voor goed, althans voor ons geloofsgenooten, in dit geval klaarheid wil scheppen' weet tegen gansch dit betoog letterlijk niets anders in te brengen dan wat hij in een boek van een zekeren Ludwig Kösters gelezen heeft over 'het feit van het Christusgeloof'. Dit culmineert in volgend aloud refrein: dat Jezus God was gelooven 382 miljoen katholieken, 148 miljoen orthodoxen, 195 miljoen protestanten, tesamen 724 miljoen, 'dit geloof kan niet valsch zijn'.
Dit ouderwetsch, typisch 'democratisch' argument, volgens hetwelk Krishmamurti God zou zijn indien hij meer aanhangers had dan Jezus, of ook God indien hij er juist evenveel had, volgens hetwelk de in Jezus geloovenden geteld worden op doopsstatistieken in plaats van op verklaringen van volwassenen, volgens hetwelk niets zegt het evidente feit dat het geloof in Jezus' godheid daalt naar gelang het algemeen ontwikkelingspeil stijgt, volgens hetwelk het feit van het 500 jaar oudere geloof in Boedha genegeerd wordt, dit argument is zoo kinderlijk, zoo duizendmaal weerlegd, zoo opzettelijk gemaakt voor de pauperes spiritu, dat de welingelichte lezer zich geërgerd de woorden van een beroemd leerling der Jezuieten zal herinneren: 'Les prêtres ne sont pas ce qu'un vain peuple pense: notre crédulité fait toute leur science'.