Streven. Jaargang 7
(1939)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 607]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sociale kroniek
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De toestandOm de bevolkingspolitiek te kunnen beoordeelen moet men | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 608]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich rekenschap geven van den werkelijken toestand. Daarom eerst een en ander hierover; evenwel heel kort. Voor meer bijzonderheden verwijzen wij naar het werk van Dr. Cracco. Tot aan het einde der XVIIIe eeuw vermeerderde de bevolking van West- en Midden-Europa slechts langzaam, met soms een geweldigen terugkeer: de geboorten waren talrijk, maar de sterfgevallen eveneens en herhaaldelijk maaide een besmettelijke ziekte een schrikwekkend groot deel der bevolking weg. In de XIXe eeuw groeide ze integendeel gestadig en snel. Ze bedroeg (in duizendtallen):
Waar moeten wij dien bijzonder snellen aangroei der bevolking aan toeschrijven? Vooral aan het steeds afnemend sterftecijfer: de kindersterfte en de sterfte op jeugdigen leeftijd daalden zoodat er meer huwelijken waren. Ten gevolge hiervan nam ook het geboortecijfer toe, d.w.z. het aantal geboorten b.v. per 10.000 inwoners en per jaar; zelfs toen nam wellicht het aantal geboorten per gezin niet toe. Zoo bleef het tot bij het einde der eeuw. Maar van toen af daalde het geboortecijfer in de meeste landen van West- en Midden-Europa. Die daling ving hier wat vroeger, daar wat later aan. - In Frankrijk teekende zij zich reeds rond 1850 duidelijk af. - Intusschen bleef het sterftecijfer aanzienlijk dalen. Aan deze daling schijnt nu een einde te komen.
Men noteerde deze geboorte- en sterftecijfers (op 10.000 inwoners en per jaar):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 609]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het geboortecijfer blijft nog boven het sterftecijfer. Moeten wij ons dan om den toestand bekommeren? Ja! Om deze reden: indien de geboortebeperking blijft hetgeen ze tegenwoordig is; indien het aantal geboorten per gezin niet stijgt, zal binnen betrekkelijk korten tijd de bevolking dalen. Waarom? Omdat de moeders van heden door veel mindere morgen zullen vervangen worden. In de landen waar slechts sedert een 30- à 40-tal jaren het geboortecijfer begon snel te dalen, telt men een bijzonder groot aantal personen van middelmatigen leeftijd. Dit blijkt uit deze gegevens: men telt (toestand van rond 1937) in Japan, waar het geboortecijfer hoog blijft en heel weinig schommelde, en in de belangrijkste landen van West- en Centraal Europa het volgende aantal jeugdige personen (tusschen 0 en 14 jaar) en personen van middelmatigen leeftijd (25 à 39 jaar), in ten duizenden van de bevolking:
In Japan zullen er, binnen 30 of 40 jaar, meer moeders zijn dan tegenwoordig; in Duitschland, Engeland-Wales en in België zijn er belangrijk meer vrouwen van 25 à 39 jaar dan meisjes van 0 à 15. Vooraleer deze moeder kunnen worden, zullen al verscheidene gestorven zijn. Als zij niet meer kinderen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 610]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ter wereld brengen dan hun moeders het deden, zullen er dan minder kinderen zijn dan tegenwoordig. En zoo zal het steeds voortgaan: het geboortecijfer zal blijven dalen! En intusschen zal het sterftecijfer niet dalen, eerder integendeel. Omdat vooruitgang der hygiëne, die nog aanzienlijk het leven verlengt, uitgesloten schijnt en het betrekkelijk aantal ouderlingen abnormaal groot zal worden, zooals het reeds is in Frankrijk - en zelfs eenigermate in België. - Men telt (gegevens over rond 1937) op 1.000 inwoners het volgend aantal personen boven 64 jaar: Japan: 47, Nederland: 67, Duitschland: 77, Frankrijk: 98 (84 in 1911), België: 93 (64 in 1910). En iedereen weet dat sterfgevallen zich vooral onder ouderlingen voordoen. Trouwens de boven vermelde sterftecijfers (bijzonder laag in Nederland, veel hooger in Frankrijk en zelfs in Waalsch-België) bevestigen deze vooruitzichten. Kortom: indien de geboorten per gezin blijven hetgeen ze tegenwoordig zijn, telt België - en verschillende andere landen - binnen vrij korten tijd meer sterfgevallen dan geboorten.Ga naar voetnoot(4) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verweerIn meerdere landen werd reeds ingegrepen. In België en in Frankrijk ging de werking van het particulier initiatief uit, door de toepassing der kindertoeslagen aan de loontrekkers toegekend. Daarna werd het stelsel wettelijk verplichtend gemaakt (in België in 1930) terwijl het onlangs in België tot bijna allen uitgestrekt werd en Frankrijk kort voor het losbreken van den oorlog een zeer vrijgevigen 'Code de la Famille' invoerde. Laat ons in 't kort de werking van het stelsel bij ons nagaan. De werkgever stort in eene 'kas' een vast bedrag, per werknemer en per arbeidsdag (of -maand) berekend. De 'kas' keert 'kindertoeslagen' uit aan de gezinnen, per arbeidsdag | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 611]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en per kind 'ten laste' (tot zijn 14e jaar, zelfs tot zijn 18e jaar als het blijft studeeren). Die toeslagen worden vanaf het eerste kind toegekend; ze zijn echter gering voor het eerste kind en gaan dan stijgende tot aan het vijfde. Sedert Januari 1938 bedragen zij per maand: voor het eerste kind: 20,60 fr., voor het tweede: 35 fr., voor het derde: 58 fr., voor het vierde: 89 fr., voor het vijfde en elk der volgende: 124 fr. Met het derde kwartaal van 1938 waren er gemiddeld 1.569.614 loontrekkers waarvoor door de werkgevers gestort werd en werden toeslagen uitgekeerd aan 554.023 gezinnen met 1.017.689 kinderen 'ten laste' waarvoor per maand bijna 37 millioen frank uitgekeerd werd (36.860.392,80 fr.); waarbij wij nog enkele millioenen frank moeten voegen, door de kassen uitgekeerd in den vorm van geboortepremies of anderen steun. Kortom rond 480 millioen per jaar. Men telde in het vermeld kwartaal:
De gezinnen met 4 of meer kinderen 'ten laste' ontvangen dus slechts 430 ten duizend van het geheel en de gezinnen met een of twee kinderen 'ten laste' 388 ten duizend.Ga naar voetnoot(5) Italië heeft een krachtdadige gezinspolitiek ingezet: de ongehuwden betalen er een bijzondere belasting, zij en de gehuwden zonder kinderen een overtaks op de belasting op het inkomen, terwijl de kroostrijke gezinnen van het betalen van meerdere belastingen geheel of gedeeltelijk ontheven zijn en de openbare ambten en diensten bij voorkeur voor de huisvaders met kinderen openstaan. Vruchtafdrijving en het gebruik van anti-conceptioneele middelen worden bij de wet tegengegaan. Eindelijk werd, in 1934, het toekennen van kin- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 612]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dertoeslagen door de openbare macht opgelegd. Krachtens het decreet van 17 December 1937 zijn nagenoeg alle arbeiders en bedienden der private ondernemingen aan deze verordening onderworpen: bijdragen worden én door de werkgevers én door de werknemers gestort. De werknemers ontvangen, per kind en per week:
In Duitschland werd door de Nationaal-Socialisten, bijna onmiddellijk na het veroveren der staatsmacht, een krachtdadige en stelselmatige werking ten gunste van het gezin en vooral van het kroostrijke gezin ingezet: door propaganda, door milden steun en door uitbreiding der werkgelegenheid. De propaganda zet aan tot hoogschatting voor den gehuwde, en vooral voor den kinderrijke, boven den ongehuwde; ze ontwikkelt den huiselijkheidszin alsook vaderlandliefde die het grootbrengen van kinderen als een nationale plicht doet aanzien; ze bestrijdt de valsche opvattingen over de rol der vrouw alsook hetgeen in kultuur en levensgebruiken de familie tot schade strekt.Ga naar voetnoot(6) Economische steun voor het gezin werd door verschillende wetten en verordeningen ingevoerd. Een wet van 1 Juni 1933 voorziet leeningen tot uitzet bij het huwelijk in gunstige voorwaarden toegestaan en waarvan een vierde bij elke geboorte van een levend kind kwijtgescholden wordt. Van Augustus 1933 tot Juni 1938 werden 950.000 zulke leeningen tot een gezamenlijk bedrag van 600 millioen RM. toegestaan. Sedert October 1935 werd hulpgeld voor verbetering van woning en inboedel verstrekt. In drie jaar tijd werden 650.000 zulke tegemoetkomingen, van gemiddeld 330 RM., uitgekeerd. Vanaf April 1938 worden loopende familievergoedingen aan alle kinderrijke gezinnen met bescheiden inkomen toegekend | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 613]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(het jaarlijksch inkomen mag niet 8.000 RM. te boven gaan). Bij die positieve hulp komt negatieve in den vorm van vermindering der belastingen naar de samenstelling van het gezin en integendeel hooge erfrechten op de erflatingen van kinderarmen. Verruiming der arbeidsgelegenheid werd door talrijke maatregelen bevorderd, die wij hier niet kunnen uiteenzetten. Vermelden wij enkel die waardoor de vrouw uit het fabriek verwijderd werd, o.m. door vermindering van de belasting op het inkomen bij aanwerving van een of meerdere meiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BeoordeelingEen gezinspolitiek dringt zich op! Enkelen laten wel eens een wanklank tegen die bewering hooren: België is overbevolkt; wij zouden er veel beter voor staan indien ons landje enkel een vier millioen inwoners telde! Zoo werd bij ons op een wetenschappelijk Congres verklaard. Wij gaan daar niet verder op in. Wij moeten echter even beslist de tegenovergestelde overdrijving vermijden. 'Het vermeerderingsproces en de gelijktijdige herverdeeling der wereldbevolking kunnen het tempo der vorige eeuw onmogelijk blijven volgen... De bezorgdheid om de geboortedaling in Europa is eerder gewettigd voor de toekomst dan voor het heden', aangezien de tegenwoordige toestand - boven uiteengezet moet meebrengen dat 'het totnogtoe potentieele geboortedeficit weldra actueel zal worden', aldus Dr. Cracco in zijne beschouwingen over 'De omvang der wereldbevolking'.Ga naar voetnoot(7) Waaruit wij met hem moeten besluiten dat 'het “crescite et multiplicamini” geïnterpreteerd in den zin dat aan ieder geslacht opdracht wordt gegeven een talrijker geslacht voort te brengen, beantwoordt aan de vereischten aller tijden'.Ga naar voetnoot(8) Dit belet echter geenszins dat, indien niet vele gehuwden om zeer weinig edele bedoelingen en op zondige wijze het een of twee-kinderen-stelsel toepasten, de bevolking zich ruim voldoende zou ontwikkelen ondanks heilzaam celibaat van velen. Moeten wij zelfs niet zeggen: van een grooter aantal dan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 614]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vroeger, om reden van het sterk gedaald sterftecijfer; zoodat hun celibaat mede tot gevolg zal hebben dat de gehuwden gemakkelijk kerngezonde talrijke kroosten zullen kunnen opvoeden? En wie betwijfelt dat celibaat heilzaam is? Eerstens omdat waar celibaat noest zelfbedwang eischt; zoodanig dat celibaat uit ikzucht een bijna denkbeeldig iets is. En ook omdat zekere diensten, die voor de maatschappij onontbeerlijk zijn, bijna niet kunnen samengaan met behoorlijke zorg voor vrouw en kinderen. Mag zich een huisvader aan alle gevaren blootstellen, die, om wille van de gemeenschap, moeten getrotseerd worden, vooral wanneer hij bijna onvermijdelijk vrouw en kinderen aan dezelfde gevaren moet blootstellen? Aan gevaar voor verlies van have en goed, aan gevaar voor de gezondheid in een moordend klimaat of in den dienst van lijders aan besmettelijke ziekten? Eindelijk wanneer men van het huwelijk afziet om geen vrouw in het ongeluk te storten of om geen minderwaardige kinderen te baren. Zien wij geen volksleiders van het huwelijk afzien om zich volledig, zonder eenig voorbehoud, aan het heil van hun volk te kunnen wijden? Daarom besluiten wij dat waar celibaat, om een verheven doel boven het huwelijk verkozen, of edelmoedig om een harde noodzaak aanvaard, een verheven iets is, dat onze hoogschatting ten volle waard is. Dit besluit maakt ons geenszins afkeerig van een krachtdadige gezinspolitiek; zelfs van eene die rechtstreeks tot het sluiten van een huwelijk aanzet. Omdat velen die huwen willen het om economischen nood niet kunnen of althans verplicht zijn het langen tijd uit te stellen. Omdat wie om stoffelijke voordeelen het huwelijk laten of langen tijd uitstellen meestal weinig nuttige leden der maatschappij zijn. Daarom handelt de openbare macht heilzaam door de economische beletselen weg te nemen die het sluiten van een vroeg huwelijk in den weg staan en door het toekennen van stoffelijke voordeelen die tot huwen aanzetten. Meer bijzonder mag daarom een belastingsstelsel dat de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 615]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gehuwden, en vooral de gehuwden met veel kinderen, bevoordeeligt en de ongehuwden zwaarder treft geenszins afgekeurd, zoolang de lasten op deze laatsten gelegd niet overmatig zwaar wegen zoodat ze zelfs edel celibaat bijna onmogelijk maken. Dat de gehuwden met een talrijk kroost het tegenwoordig bijzonder lastig hebben, weet iedereen voldoende. Die toestand is abnormaal en diep betreurenswaardig. Uit sociale rechtvaardigheid tegenover die benadeelde gezinnen, alsook om wille van het welzijn der gemeenschap, moet de Staat hem doen ophouden. Voorwaar een breed opgevatte gezinspolitiek brengt zeer hooge uitgaven mee. Evenwel geen uitgaven die aanzienlijke bedragen opslorpen: ze brengen enkel verplaatsing der bezittingen mee.
Men is soms ontmoedigd doordat de gezinspolitiek geen uitslagen schijnt op te leveren. In België en in Frankrijk vermocht ze zelfs niet de daling van het geboortecijfer te stuiten! Maar heeft ze geen aanzienlijker daling ervan belet? En vooral: ze heeft den bijna ondraaglijken last verminderd, dien de kroostrijke gezinnen moeten torsen, in eene omgeving waar het klein gezin regel is. Ze heeft dan minstens een weinig sociale rechtvaardigheid gebracht waar nood geleden wordt; en wellicht ook opbeuring bij wie om moedige plichtvervulling in het belachelijke getrokken werd. Betrekkelijke mislukking is hier evenwel onloochenbaar. Wij meenen ze vooral aan twee oorzaken te moeten toeschrijven. Onze gezinspolitiek - en de Fransche - kent voordeelen toe ook aan de kleine gezinnen, en wel op zulke wijze dat ze te weinig beklemtoont dat het kleine gezin niet waarlijk het normale gezin is. Onze gezinspolitiek kent stoffelijke voordeelen toe; werd daarbij voldoende een nieuwe mentaliteit gekweekt, die het kroostrijk gezin doet waardeeren? Wijst de heilzame omkeer, in Duitschland bewerkt, niet er op dat het wegnemen van die twee tekorten onze gezinspolitiek zal doelmatiger maken, vooral indien ze de kroostrijke gezinnen nog milder bedeelt dan tegenwoordig? |
|