S.C. Bose is te Cuttack, in Bengalen, den 23en Januari 1897 geboren. Zijn vader was toen advokaat, in den dienst van de Regeering, zijne moeder een diep-godsdienstige vrouw die op het zieleleven van den jongeling een zeer grooten invloed uitoefende.
Op 17-jarigen leeftijd verliet hij plotseling zijne ouders om zich tot een Indisch anachoreet, tot 'a Sanyasi' te vormen. Zijn 'Guru' of geestelijke leider stond hem evenwel slechts weinig aan en hij keerde naar het ouderlijke huis terug met het doel zijn verlaten studies te hervatten. Zijn hooger doel getrouw, verbond hij zich evenwel door gelofte er toe een 'Brahmacharya' of ongehuwde te blijven en zijn gansche leven aan de armen en onderdrukten te wijden.
Hij deed schitterende studies, eerst in zijne geboortestad, daarna te Calcutta, waar hij, 22 jaar oud, reeds als eerste in het B.A.-examen slaagde, om een jaar later, in Engeland, het I.C.I. of Indian Civil Service-examen af te leggen. Een heerlijke loopbaan, als I.C.I. of regeeringsambtenaar, stond nu voor hem open. Hij verzaakte er aan, verliet, in 1921, Engeland en sloot zich, pas in Calcutta aangekomen, onder de leiding van Das, bij de 'non-cooperation'-beweging aan.
Nog hetzelfde jaar loopt hij een zes maanden gevangenisstraf op. Toen zijn vader dat nieuws vernam, riep hij uit: 'ik ga fier op mijn zoon!'
Nauwelijks op vrije voeten gesteld, springt hij opnieuw in de bres, tegen de regeering. Intusschen wordt Noord-Bengalen door een overstrooming geteisterd; aangesteld aan het hoofd van het Comité ter uitdeeling der verzamelde aalmoezen, snelt hij de slachtoffers ter hulp.
In 1923 geeft hij een politiek dagblad uit: 'Forward'. Onomwonden drukt hij er zijn programma in uit: 'Indien wij eergevoel hebben, moeten wij voor zelfbestuur ijveren, is 't onze taak te zwoegen voor de arbeiders en de landbouwers.'
In 1924 is hij opnieuw gekerkerd; van de eene gevangenis naar de andere overgebracht, landt hij weldra aan in die te Mandalay, in Birmanië, geducht om de strenge behandeling van de gevangenen.
Na 30 maanden loopt hij er de tering op. Uit vrees voor een 'politiek martelaar', besluit de Regeering dat hij naar Zwitserland zal uitwijken om er zijn geknakte gezondheid te herstellen.