kamer; van den eersten president van het Hooggerechtshof; van zijn opvolger in geval van oorlog. Deze benoemingen behoeven niet de handteekening van den Minister-president en van de Ministers.
De President wordt gekozen voor zeven jaren met recht van herkiezing. Op het einde van het zevende jaar benoemt een verga dering van kiezers, 80 leden groot, waaronder 75 gekozen uit de Sejm (50) en den Senaat (25) en 5 ipso facto zitting hebbend: de voorzitters van de Senaat en den Sejm, de ministerpresident, de eerste voorzitter van het Hooggerechtshof, de inspecteur-generaal van het leger, een candidaat voor de presidentszetel. De President kan deze candidatuur aanvaarden, maar hij kan ook een anderen candidaat aanduiden. Als de vergadering der kiezers dezen niet aanvaardt, heeft er een volksstemming plaats.
Men kan dus zeggen, dat Polen is teruggekeerd tot de monarchie bij verkiezing, verzacht door een quasi adoptief systeem van opvolging, want het is te voorzien, dat, behalve uitzonderlijke,gevallen, de candidaat van den President door de vergadering der kiezers zal gekozen worden.
Bij oorlog benoemt de president, voor het geval dat hij mocht komen te overlijden, zijn opvolger die dan het bestuur op zich neemt zonder verdere formaliteiten; zooals voor de hand ligt, benoemt deze dan ook weer zijn opvolger. De macht van den opvolger van den President blijft geldig gedurende den oorlog en drie maanden na liet sluiten van den vrede.
Er is geen parlementair systeem volgens de beteekenis der 19de eeuw. De Sejm wordt gekozen voor vijf jaren door algemeene, gelijke, geheime, rechtstreeksche verkiezingen, echter niet evenredig. Elke burger die de leeftijd van 24 jaren heeft bereikt bezit één stem en kan, als hij 30 jaren is, ook gekozen worden. Elk der 104 arrondissementen mag 2 afgevaardigden kiezen. De lijst der candidaten wordt opgemaakt door een kiezerscorps, bestaande uit vertegenwoordigers van de gewestelijke en plaatselijke besturen, beroepslichamen (als nijverheid- en handelskamer, landbouwkamer, beroepsorganisaties der handen en geestesarbeiders), hoogescholen, enz...
De wet verbiedt partijlijsten; de candidaten worden geplaatst op een gemeenschappelijke lijst en de kiezer geeft zijn stem aan twee candidaten van die kiezerslijst. De twee candidaten die de meeste stemmen op zich vereenigen, zijn gekozen. De praktijk heel uitgewezen dat dikwijls de twee candidaten, die onderaan op de lijst staan,