Streven. Jaargang 3
(1935)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 518]
| |
Polen
| |
[pagina 519]
| |
bruik zoo dat, in de meeste onder die landen - en eveneens in andere na enkele jaren een geweldige reactie opkwam welke in de tegenr overgestelde richting stuurde. Zoo geschiedde ook in Polen.
* * *
Om hetgeen in Polen gebeurde te kunnen begrijpen, moeten wij Jozeph PILSUDSKI kennen: hij is de bezieler geweest van den onafhankelijkheidsstrijd, tot aan den wereldoorlog door terroristische actie. onder den oorlog door gewapenden strijd tegen Rusland aan het hoofd zijner 'legioenen', de eerste kern van het Poolsche leger. Na de bevrijding van 't vaderlandsch grondgebied blijft de generaal aan het hoofd van het leger terwijl hem daarbij het burgerlijk oppergezag toevertrouwd wordt. (1919), Een jaar later dringen de zegepralende Bolschewistische troepen tot bij Warschouw door. De Generaal herstelt het ontredderd leger, verslaat den invaller en bevrijdt zijn land Intusschen werd, op 26 Januari 1919, bij algemeen stemrecht een Grondwettelijke Vergadering gekozen welke, na lange en moeizame discussie, op 17 Maart 1921, de grondwet stemde.Ga naar voetnoot(1) Eene kenschetsend na-oorlogsche, ofschoon niet de meest radikaal democratische. De Inleiding verklaart plechtig: 'In den naam van den Almachtigen God. Wij, Poolsche natie, de Voorzienigheid dankende omdat ze ons bevrijd heeft na een slavernij van anderhalve eeuw... met de bedoeling haar onafhankelijk bestaan, macht en veiligheid alsook de sociale orde te grondvesten op de eeuwige beginselen van het recht en de vrijheid...' De titel van het eerste hoofdstuk luidt: 'De Republiek'. Het zegt ons: '1. De Poolsche Staat is eene republiek. 2. In de Poolsche Republiek behoort de soevereine macht aan het volk toe; ze heeft tot organen...'Ga naar voetnoot(2) De wetgevende macht wordt door 2 Kamers beoefend, beide bij algemeen mannen- en vrouwenstemrecht en evenredige vertegenwoor- | |
[pagina 520]
| |
diging gekozen. Maar voor de hoogere Kamer moeten de kiezers 30 jaar oud zijn en zij is minder talrijk dan de lagere (ongeveer 110 en 450 leden). Die hoogere Kamer mist het recht wetsvoorstellen te doen en de lagere Kamer kan tegen haar wil in een wet doordrijven indien ze haar, door een nieuwe stemming, met eene meerderheid van 11/20 goedkeurt. De Voorzitter moet de gestemde wetten uitvaardigen; hij bezit geen vetorecht,Ga naar voetnoot(3) Wij missen in Polen de rechtstreeksche volksuitspraak (het zgn. referendum); vele onder de nieuwe grondwetten voorzien het.Ga naar voetnoot(4) Wantrouwen tegenover de uitvoerende macht is het meest kenmerkende der na-oorlogsche grondwetten: het volk moet meester zijn en blijven; daarom zal de volksvertegenwoordiging steeds de uitvoerders (don Voorzitter en de Ministers) beheerschen terwijl dezen tegen haar niets zullen vermogen. In Polen wordt dat beginsel in toepassing gebracht doordat de Voorzitter door de twee Kamers samen zetelend gekozen wordt, voor zeven jaar - evenals in Frankrijk - en doordat 'de gansche ministerraad of elke minister afzonderlijk moet aftreden zoodra de Sejm het eischt' (art. 58), terwijl er van kamerontbinding geen sprake is tenzij 'met de goedkeuring van 2/5 van het wettelijk aantal Senaatsleden'. De President vermag dus, evenals in Frankrijk, praktisch niets tegen de Kamer; met het gevolg dat in Polen, zooals in Frank-rijk, de ministeries herhaaldelijk vielen: van 1921 tot 1926 'leefden' ze gemiddeld minder dan zes maanden!Ga naar voetnoot(5)
* * *
Reactie bleef, in Polen evenvin als elders, uit. Na de stemming van de grondwet had Pilsudski geweigerd langer het Presidentschap waar te nemen. Hij wilde zijn volk laten begaan en een proef nemen van het nieuw regiem, tot hij weer onmisbaar werd. In Mei 1926 meende hij te moeten ingrijpen; hij bezette de | |
[pagina 521]
| |
hoofdstad met zijne troepen en bekwam belangrijke wijzigingen in de grondwet, inz. het recht de Kamers te ontbinden, in bepaalde gevallen besluit-wetten uit te vaardigen en het budget foor te drijven bij dralen van de Kamers. De verhouding tusschen de Kanjers en Pilsudski was sedertdien gespannen.Ga naar voetnoot(6)
In 1930 verminderde de invloed van het Parlement nog terwijl een 'gouvernementeele bloc' tot stand kwam, voldoende talrijk om een nieuwe grondwet te kunnen doorvoeren. Deze werd op 23 April 1935 uitgevaardigd. |
|