Streven. Jaargang 3
(1935)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 510]
| |
Letterkundige Kroniek
| |
[pagina 511]
| |
aan tijd en evenwicht, zijn rationalistische methode niet door te drijven wist tot haar levensvolkomenheid. Als voorbeeld van wat wij een 'theoretisch' gedicht noemden, kiezen wij het gunstig bekende Melopee (blz. 125). De theorie nemen wij over uit de voordracht Un débat littéraire (Krities Proza II, blz. 152); wij voegen er het vers tusschen, waar het, vermoedelijk, door den dichter voorgelezen werd. 'je tends vers ce lyrisme que j'appelle pur, qui, ayant posé une phrase prémisse et rien que cela, se développe d'une façon dynamique par les répercussions des mots dans le subconscient; celui-ci livrera à la conscience la matière nécessaire à la continuation et à l'achèvement de l'édifice, tandis qu'en retour il sera du devoir de la conscience, de veiller à ce que cette matière reste dans les limites posées par la phrase prémisse. Cette introduction terminée, je vous lirai une 'Mélopée' dont voici les données: 1o) allure générale déterminée par l'intention d'écrire une mélopée; 2o) la première phrase - la phrase prémisse - devra, cette fois-ci, être la plus positive de toutes; 3o) les phrases suivantes s'en iront de plus en plus dans le vague et j'essayerai d'y atteindre en tirant la phrase prémisse en longueur par l'addition d'un nouveau sujet ou d'un complément indirect; 4o) ii sera probablement nécessaire de syncope- quelque part pour donner plus de distance, plus de lointain à ce qui suivra. Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee
Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zoo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de
zee
Voilà donc, rapidement montré dans les détails du point de départ, un exemple de ce que j'appelle une poésie à thème. Nous ne sommes pas loin de l'axiome de Verlaine: 'De la musique avant toute chose'. Niais il se peut que je le défende avec une rigueur trop sévère.' | |
[pagina 512]
| |
II. - Werkelijkheid en kunst in den roman.Aija RACHMANOWA, Die Fabrik des neuen Menschne, Aus dem Russischen Original der Auctorin ins Deutsche übertragen von Dr. Arnulf v. Hoyer. - 1935, Pustet, Salzburg-Leipzig, 413 S.. Niet bij allen droeg de Russische schrijfster Alja Rachmanowa Het haar lijvig dagboek in drie deelen, goedkeuring en bewondering weg. De eerste twee deelen, van 191 b tot 1924, ook documentair zeer interessant, vonden nog genade; over het laatste deel, Mijn tweede Vaderland, lazen wij ergens dat de schrijfster, hoe vlijtig ook en hoezeer ook vertrouwd met de groote Russische schrijvers, toch niet over een groot talent beschikte en weinig te creëeren vermocht. Hetzelfde afwijzend onthaal viel, in De Maasbode van 1 Februari 1936 (avondblad), dezen haar eersten roman te beurt. Wel verscheen, in het avondblad van 12 Februari, een ingezonden protest daartegen; maar in een naschrift sloot de redactie zich bij het oordeel van den eersten criticus aan. 'Het leven om ons heen', verklaarde zij, 'is object van de reportage bijvoorbeeld; het verbeelde leven van den roman krijgt van binnen-uit zijn geheimzinnigen, organischen groei. 'Die Fabrik des neuen Menschen' mist daarvan ten eenenmale de kenmerken'. Minder dan een maand later (begin Maart), werd de uitslag bekend gemaakt van de prijsvraag, destijds uitgeschreven door de Académie d'Education et d'Entr'aide Sociales te Parijs. Men had, aan de schrijvers van alle landen, een roman gevraagd over het bolsjewisme; bekroond werd Alja Rachmanowa, met den eersten prijs van 50.000 Fransche frs. Dien prijs zou De blaasbode, uitgaande van een abstracte en verkeerde notie van 'scheppen', haar wellicht niet hebben toegekend!
Wie A.R.'s dagboeken las, weet hoe zij is: een geboren schrijfsterGa naar voetnoot(1), die, zeer jong nog, een dagboek aanlegde; en die het nooit, zelfs in de moeilijkste omstandigheden niet, volkomen verwaarloosde. Zij leerde er door opmerken en denken; zij peilde er de wereld en zich-zelf; zoo werd zij taai-verduldig en liefdevol-dapper: haar tweede | |
[pagina 513]
| |
kentrek. Even ijverig als begaafd voor de studie, zocht zij toch alleen verdieping en verrijking; zij bereikte, naar den aanleg van haar volk en het voorbeeld van Dostojewski, door haar levensstrijd ook op buitengewone wijze geholpen, een verrassend diepen blik in de menschen ziel: de intuïtief gevestigde overtuiging dat alleen de harmonisch samengevoegde geestelijke waarden (godsdienst, goedheid, schoonheid) de ziel bevredigen, en dat elke verminking haar vernietigt... In de menschenziel? Meer nog in de vrouwenziel met haar onontkoombare behoefte aan zich offerende liefde. - Met dat innerlijk licht doorzag zij de menschen die zij ontmoette: niets deed zij liever dan hun gestalten noteeren en, zoover dat ging, hun geheimzinnige levensbestemming. Wie de dagboeken gelezen heeft weet dat alles. Schatkamers zijn ze hem geworden van menschengestalten, verwordend of overwinnend; van zorgvuldige vergaárde zielervaring. Niet reportage hebben ze, niettegenstaande leun dagboekvorm, niets gemeens: verscheiden gun-stig bekende schrijvers hebben, in meerdere romans, minder intenslevende gestalten en glanzend levensinzicht geschapen, dan Alja Rachmanowa; wanneer ze haar dagelijksche ervaringen in haar eigen ziel weerspiegeld zag. Naar den vorm staat deze roman zoo heel ver van de dagboeken niet af. In hoofdstukken, zeer ongelijk van lengte, vinden wij verscheiden verwikkelingen door elkander gevlochten; en meestal rekt de bezinning, het uitbreiden van gedachten en stemmingen, den gang van het verhaal. Herhaalde malen meenen we Alja Rachmanowa zelf te hooren; en wat zij ons aanbiedt gelijkt nog op een bundel occasioneels typeeringen en beschouwingen omheen dit centraal punt: de psycho-logie der vrouw in Sowjet-Rusland... Een min of meer geördende bloemlezing uit haar dagboeken, zou men meenen; in den derden persoon herschreven en met veranderde namen.
Ook de inhoud vertoont, met teksten uit de dagboeken, heel wat overeenkomst. Met een beetje geduld kon men, uit het eerste werk, een massa bijzonderheden ophalen welke den roman, hier of daar beïnvloeddenGa naar voetnoot(2); en deze zou dan, oppervlakkig beschouwd, uiteenvallen in losse ervaringen, min of meer fantastisch behandeld. | |
[pagina 514]
| |
Oppervlakkig beschouwd...; want met deze oude bouwstoffen heeft de schrijfster iets fonkelnieuws opgericht. Wat vroeger verstrooid lag heeft zij, dezelfde gebleven maar gerijpt, tot één inzicht samengevoegd: zij schiep het onvergetelijk beeld van den alles verwoestender Russischen man tegenover de alles, duldende Russische vrouw, wier lankmoedige liefde sterker is dan de meest hartelooze ideologie. 'Die Liebe ist langmütig', zoo luidt de Paulus-tekst dien zij tot motto koos, 'mitleidvoll, die Liebe bedeckt alles, hofft auf alles, erträgt alles. Die Liebe höret nimmer auf...' (blz. 5). Nu kan men een meer objectiveerend schrijverstemperament wenschen...; daarom niet meer creëerend! Men kan den bouw en het wezen van een roman anders opvatten; de werken zijn er niet om de theorie! Men kan struikelen over een of ander 'effect', een of andere verwikkeling als te bruusk afgeknakt beschouwen: laat dat, voor een deel, waar zijn, - de groote waarde van het werk blijft ongeschonden!
De nadruk, wij lieten het reeds vermoeden, is op de vrouwengestalten gelegd; op Tanja Nikolajewna vooreerst, de echtgenoote van Toworischtsch wladimorow. Deze, de stichter en bestuurder van de 'Menschenfabrik', waarin hij moordenaars, recidivisten en gevallen vrouwen door het communisme wil heropvoeden (blz. 76), ziet zich zelf, door Tanja's offerend leven, van goddelooze theorieën en van sadisme genezen (blz. 410); tot hij, wegens een valsche aanklacht en omdat hij uit zijn stichting den godsdienst niet weren kan, zelf van contrarevolutie wordt beschuldigd (blz. 413). Tragischer nog, het lot van Tamara Nikolajewna en dat van Anna Iwanowna: de geliefde en de vrouw van Professor Orlow. De eerste, door haar vader tot een kunstwerk opgevoed, heeft, in het huwelijk met een Tolstoïaan, het harde leven gezocht; waarbij zij toch weer de schoonheid niet missen kon. In den brutalen sowjet-staat gaat zij aan dien drang ten onder: de liefde van Professor Orlow wil zij niet aanvaardenGa naar voetnoot(3); de schepping van het kunstwerk waardoor de menschen het schoone zouden herkennen, vermag zij niet te volvoeren (blz. 96, 159, 219, 241); het geloof in Christus bezit zij niet (blz. 235), - door vlagen van vertwijfeling en exaltatie, komt zij tot de volledige verdwazing. En haar laatste vriendin is Anna Iwanowna, de onontwikkelde vrouw die de Professor eens huwde omdat | |
[pagina 515]
| |
zij hem het leven gered had. Hij laat haar, met drie kinderen, in den steek; tanden raad en doodarm neemt zij tot de prostitutie haar toe vlucht; ook als syphilis-lijderes wil zij, voor haar kinderen, blijven leven. En rond hen, een bonte menigte! Het boerenmeisje Njurka, door Tanja van den zelfmoord gered, door de oude marktvrouw Michailowna in den kring der 'Leute Gottes' binnengeleid; tot zij (óf is het een andere?) in de plaats van de moordenares en waarzegster Kastja terecht wordt gesteld. De huisbeheerster Agrafena Alexejawna en haar gezin; zij sterft terwijl haar gemaal Pawel Iwanowitsch, onschuldig aangeklaagd, gevangen wordt meegevoerd; haar zoon Boris Pawlowitsch maakt er intusschen een spel van, zijn zooveelste huwelijk ààn te krijgen of àf te maken: dat laat hem van de dichtkunst genieten. Dokter Krassnow mogen we niet voorbijgaan: een onvoorzichtige veroordeeling van de vrije liefde kost hem de vrijheid en het leven; den schrijver Kusnetzow niet, die zoo grondig de psychologie van het bolchewisme doorschouwt (blz. 104-109) en die, beschuldigd, van den onderzoeksrechter een onderzoek afneemt (blz. 249-257) de communistische vrouwen Pascha en Mironowa evenmin, die den staat opbouwen, doch van het eigenlijk leven der vrouw niets afweten. Een bonte menigte, waarin wij echter, zoodra wij aan de Russische namen wat gewoon zijn, gemakkelijk onderscheiden, Een verrassende. rijkdom van taf erealen: armoede en welstand, allerkoelbloedigste wreedheid en allerteederste gehechtheid; het huishouden en de vrije liefde, de vergaderingen in de 'Menschenfabrik' en de glossolalie bij de 'Leute Gottes', zachte herinneringen en harde werkelijkheid, bij een waarzegster en bij hongerlijders...: en telkens daagt, meedoogenloos verslindend, de sowjetrsphynx op, wiens raadsel geen oprecht manseb kan ontcijferen (cfr. blz. 183) Hoe meer wij over al de deelen van dit zoo rijke boek nadenken, zooveel te meer treft ons zijn zuivere eenheid: voldragen en doordacht, even spontaan als veelzijdig uitgewerkt, laat het de dagboeken ver achter zich. Het is, zonder tendenz, het diep bedroefde protest, in naam van de goedheid, de schoonheid, den godsdienst, tegen het doodend communisme, in zijn eigen ideologie verdwaasd (zie blz. 236-238; en, passim, de overwegingen van Wladimirow); en dat protest lijkt, zonder moeite, neergelegd in het even rijk geschakeerde als eenvoudig aandoende beeld der Russische werkelijkheid. Zoeken we naar de personen die, meer bepaald, de gedachten van de schrijfster weergeven: dan. blijven we eerst bij den schrijver | |
[pagina 516]
| |
Kusnetzow stil, die, voor het. gerecht, zijn herhaaldelijk verklaarde overtuiging zoo samenvat: 'Sie wollen die Komplicen wissen, die an meiner Verschwörung gegen die Sowjetmacht teilgenomen haben? Nun gut, ich verrate sie Ihnen - es ist die Seele der russischen Frau'... (blz. 256). - Met zijn pantheïsme (blz. 252-253) kan Aija Rachmanowa echter niet instemmen, evenmin als met het gemis aan geloof bij de schoonheidrbegeerende Tamara, in wie zij veel meer van zichzelf heeft neergelegd. Hoe bewogen klinken volgende woorden uit haar mond: 'Ich glaube, die Emigranten, die in Paris und in Berlin sitzen, haben es viel leichter; sie sind in der Fremde, aber sie haben ihre schöne, edle Sehnsucht nach ihren Heimat, während wir nicht einmal diesen Trost haben. Wir sind in der Heimat heimatlos. Wir lieben Russland und es sieht uns nicht, ignoriert uns, wie man ein lästiges Ungeziefer nicht zu bemerken trachtet!' (blz. 98)Ga naar voetnoot(4) Het meest beeldt de schrijfster in Tanja zich uit, met haar bijzonderen levensweg van duldend genezen (zie o.a. blz. 9, 11, 304). 'Du muszt dich eilen, wenn du Gutes tun willst!' denkt zij ergens, 'Inas Leben geht dahin!' - en ook de ongelukkige Anna Iwanowna kent den levensregel die de hare is: het motto van het boek; het woord van den apostel Paulus over de liefde (blz. 123).
Wij vinden het jammer dat dit werk een edel boek van een thans katholiekrgeloovige, en dat literair de gewone afmetingen vér overschrijdt - voorbehouden moet blijven. Het komt uit een te rauwe wereld; te ontzettend is de verwildering van het bolsjewisme. Daarom zal men het niet alleen buiten het bereik der jeugd houden; ook onder de 'gevormde lezers' is het niet voor allen evenzeer geschikt. | |
III. - Een terechtwijzing.Naar aanleiding van G. WALSCHAP's Vierde Koning, zooals wij die vertelling in een vorige kroniek bespraken (HI, Nr. 4, blz. 414-415), ontvingen wij, van zeer bevoegde zijde, een terecht-wijzing. Dankbaar maken wij er gebruik van. Te zeer hebben wij den indruk gewekt als zou walschap, met de doenwijze van zijn vierden koning, in alles overeenstemmen... Neen, alleen in zoover deze edel leeft; want dit vooral wil de vader aan zijn kinderen leeren: 'Leeft edel. Gij zult u vergissen en dolen; | |
[pagina 517]
| |
maar leeft nooit voor uzelf, dan gaat niets verloren.' Verder is de vierde koning een grootsch levende, die slechts oogen heeft voor een grootsch doel. En juist die 'magnanimitas' brengt een verstrooide onoplettendheid mee voor al het geringere, - nonchalance ook omdat men, zich bewust van zijn kracht, zich niet bedreigd kan voelen, - iets kinderlijke daarbij en iets goedige. Zoo staat hij. machtig en machteloos tegelijk, tegenover de kleine, zelfzuchtige, harde, wreede, gewetenlooze wereld: alles, zelfs het leven, kan zij hem ontnemen.... behalve de verdienste van zijn oprechte edelheid. Met deze kerngedachte voor oogen, zal de belangstellende lezer, onder de bijzondere beweringen en besluiten van onze vorige be spreking, gemakkelijk schiften en scheiden, verwerpen en aanvaarden. |
|