Streven. Jaargang 3
(1935)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 234]
| |
Grondslag van het Staatsgezag
| |
De colonies.De oorsprong van het volk.'De dertien colonies welke de eerste kern uitmaken van de Vereenigde Staten, zijn gegroeid uit kleine neerzettingen aan de kust van den Atlantischen Oceaan. De eerste colonisten dachten er niet aan nieuwe staten te stichten; ze waren georganiseerd in den vorm van handelscompagnies met “char- | |
[pagina 235]
| |
ters” zooals die van gelijksoortige neerzettingen in andere gewesten... Al deze colonies werden door Engelschen gesticht of kwamen later onder Engelschen invloed. Overal beleed de meerderheid eenzelfden godsdienst en schier allen noemden het Engelsch hunne moedertaal.' Aldus Prof. W.B. MUNRO van de Harward hoogeschool.Ga naar voetnoot(1) De bevolking was evenwel niet overal even zuiver Engelsch. Nieuw-Amsterdam, in 1612 aan de monding van den Hudson gesticht (het latere New-York), New-Jersay en Delaware zijn van Nederlandschen oorsprong en bleven onder Nederland's gezag tot ze, door het Verdrag van Breda (1667), naar Engeland overgingen. Vrij vele Duitschers weken, als arbeiders, naar de Engelsche neerzettingen uit, vooral naar Pensylvanië en naar New-York; vervolgde Fransche Hugenoten vluchtten naar New-York en naar Zuid-Carolina; in de Zuidelijke Staten waren reeds talrijke negers ingevoerd. Rond 1775 telde men, in de 13 colonies, ongeveer 2½ millioen zielen waaronder ½ millioen negers. Van de 2 millioen vrijen waren twee derden van Engelschen, een zesde van Schotschen, een tiende van Duitschers oorsprong, enz... In 't Noorden was de bevolking zuiver Engelsch en vooral in handel en nijverheid bedrijvig; in 't midden veel meer gemengd; in 't Zuiden trof men talrijke negers aan, op de uitgestrekte plantages waarvan de eigenaars als de plattelandsaristocratie waren dezer zuiver-landbouwstreken. Het grondgebied der colonies is zeer uitgestrekt: ongeveer 2.000 op 800 Km. en, met zijne 2½ millioen inwoners, zeer dun bevolkt. De bevolking zal er snel toenemen, door eigen aangroei maar ook door het toestroomen van steeds talrijker inwijkelingen en, althans in het begin en in het Zuiden, ook van neger-slaven.
Het volkseigene bleef evenwel nagenoeg ongeschonden omdat de blanke inwijkelingen uit de eerste decennia sterk overwegend van Britschen oorsprong waren. Daarna dreigde gevaar om de toenemende inwijking uit Zuid- en Oost-Europa terwijl die uit West-Europa afnam. Maar het land reageerde hiertegen door beperking en als het ware sorteering. | |
[pagina 236]
| |
Inrichting en leven der colonies.Op den vooravond van den Onaf hankelijkheids-oorlog leefde iedere colonie bijna geheel van de overige afgezonderd: de afstanden waren groot en de verkeersmiddelen weinig ontwikkeld; de colonies verschilden heel sterk met elkaar door ligging, bodem en klimaat, hetgeen schier onvermijdelijk tegenstelling meebracht in de economische ontwikkeling, in de belangen en in de sociale verhoudingen. Een reis beschrijving uit 1760 zegt ons dat ze 'niet minder dan water en vuur met elkander verschilden'.Ga naar voetnoot(2) Die reiziger werd, naar wij vermoeden, meer door het uiterlijke dan door het dieper volkseigene getroffen. Dat laatste was Engelsch, alle colonies door. Toen de colonisten uit Engeland hun moederland verlieten, waren ze trouwe dienaars van de Kroon, van een machtigen koning die werkelijk regeerde; maar dienaars die hunne soms met moeite verdedigde rechten hooghielden: het recht op persoonlijke vrijheid, het recht om zelf de wetten goed te keuren, vooral de belastingswetten, de waarborg dat allen gelijk zijn voor de wet en genieten van de bescherming eener machtige en onafhankelijke recherlijke instelling tegen elke willekeur van het bestuur. Ze behielden in de colonie die trouw maar niet minder dat vasthouden aan de verworven rechten. De Koning van Engeland was ook hun koning; maar het Engelsch Parlement niet het hunne. De val van de Stuart's (1688) mocht in Engeland de macht van dat parlement ten nadeele van de feitelijke bevoegdheid van den Koning verhoogd hebben; het was er nochtans niet om hun de wet te stellen! De Koning was bij hen vertegenwoordigd door een 'Governor'. Deze oefende zijne macht uit op dezelfde wijze als de vorst in Engeland, n.l. met een wetgevend organisme dat nagenoeg overeenkwam met het Engelsch parlement. Het bestond uit een Hoogere Kamer, door den Governor samengesteld, en een gekozen Lagere Kamer. Het stemrecht was beperkt tot de groote grondeigenaars en daarenboven, in enkele coloniés, tot de Protestanten. Dat wetgevend organisme eischte voor zichzelf het alleenrecht op alle binnenlandsche aangelegenheden bij de wet te regelen en het heffen der belastingen, door den Governor aangevraagd, toe te laten. | |
[pagina 237]
| |
Maar de gestemde wetten mochten niet in strijd zijn met die van Engeland en de Governor bezat veto-recht, waar hij meermalen gebruik van maakte, wel eens naar aanleiding van een verzoekschrift gericht tot den vertegenwoordiger der Kroon. 'Hierdoor vonden bij de colonisten twee politieke beginselen ingang welke tot heden toe orthodox bleven: dat van het vetorecht (der uitvoerende macht) en dat van de mogelijkheid om eens wet nietig te maken om reden van hare tegenstrijdigheid met hoogex staande gebruiken of verordeningen, m.a.w. het beginsel der 'unconstitutionality', zegt Prof. MUNROGa naar voetnoot(3). De rechterlijke inrichting en tradities voorzagen beroep hooger dan bij het opper coloniaal gerechtshof, n.l. bij den Koning zelf langs zijn Privy Council, waar de coloniale wetten wellicht niet altijd als laatste maatstaf golden. Treffen wij hier niet den oorsprong aan van de bevoegdheid welke de rechterlijke macht nu nog bezit om over de grondwettelijkheid eener wet te oordeelen?
* * *
Uit het bovenstaande blijkt dat de colonies in menig opzicht met elkaar overeenkwamen, hetgeen gezamenlijk optreden zal vergemakkelijken; maar ze misten elk onderling administratief verband en hare inwoners stonden er sterk op niets van hunne persoonlijke rechten, in de eerste plaats van hunne persoonlijke vrijheid, prijs te geven. Daarvandaan hun afkeer voor elken nieuwen band, hun vrees voor gezagsuitoefening boven en over het bestuur der colonie. | |
De opstand tegen het moederland.Engeland, door financieelen nood gedreven, kwetste den vrij heidszin der colonisten; erger nog: de getroffen maatregelen gingen van het Parlement uit! Dit legde aan de colonisten taxen op buiten hunne toestemming om en het eischte huiszoekingen welke als aan slagen op de persoonlijke vrijheid der burgers gebrandmerkt werden. Toen stak men de koppen bijeen om protest aan te teekenen (inz. op het eerste 'Continental Congres', in 1774, waarop alle colonies, Georgië uitgezonderd, vertegenwoordigd waren); geweld lokte tegengeweld uit; de vertegenwoordigers der colonies, opnieuw bijeengekomen, stelden hunne 'Verklaring over de noodzakelijkheid naar | |
[pagina 238]
| |
de wapens te grijpen' op en daarbij een Verzoek tot den Koning gericht opdat deze, als scheidsrechter tusschen de verschillende deelen van het Britsche Rijk, zijne trouwe onderdanen uit Amerika zou ber schermen tegen de verdrukking die zij ondervonden van zijne onderdanen uit Engeland, door het Parlement vertegenwoordigd. Het Parlement verklaarde de colonisten verraders en opstandelingen... Volledig afbreken bleef niet langer uit; op 9 Juli 1776 hadden de dertien colonies de 'Onafhankelijkheidsverklaring der Vereenigde Staten' bekrachtigd, door hun Congres opgemaakt. Op 15 November 1777 stemde hetzelfde Congres de 'Artikels der Confederatie', waardoor de 'Vereenigde Staten van Amerika' tot stand kwamen. Maar deze 'Artikels' voldeden niet en een vergadering van afgevaardigden stelde, na lange en moeitevolle beraadslagingen, de 'Grondwet der Vereenigde Staten' op. Ze trad den 30en April 1789 in werking en Georges Washington werd dienzelfden dag met algemeene stemmen tot Voorzitter er van gekozen. | |
De staten.De 'bevrijding' bracht in de inrichting der vroegere colonies geen essentieele veranderingen mee, geen 'omwenteling' die kon vergeleken worden met de revolutie bij het invoeren van het 'Nouveau Régime' in Frankrijk. Rhode Island en Connecticut, waar noch het bestuur noch de rechters, noch zelfs de gouverneur door de Kroon aangesteld waren, behielden zelfs hunne charters van 1662 en van 1663 tot 1818 en 1842. Ze werden zonder verder wijziging 'state constitutions' ( grondwetten van den staat). De overige staten stelden, tusschen 1776 en 1780, hunne 'constitutions' op welke de hoofdzaak uit hunne vroegere inrichting behielden. Merken wij hier op dat de Amerikaansche staten de eerste zijn geweest om 'grondwetten' in te voeren, d.w.z. een geordend geheel van bepalingen die den gewonen wetgever binden, 'tot waarborg tegen machtsmisbruik vanwege het openbaar gezag' zegt ons in een kenschetsende uitdrukking, de Amerikaansche jurist.Ga naar voetnoot(4) Hoe kwamen ze daartoe? De charter beperkte de macht van den wetgever in de colonie, geen wonder dan indien een bij uitstek vrij- | |
[pagina 239]
| |
heidlievend volk, een volk dat het ingrijpen der openbare macht tot het mogelijke minimum wil beperken, een dergelijke regeling treft. De eerste grondwetten ondergingen talrijke wijzigingen en elke nieuwe staat stelde, bij zijn ontstaan, een grondwet op welke eveneens meermalen herzien werd. Wij kunnen niettemin tot heden toe veel gemeens vaststellen in de inrichting der staten. Het ersentieele uit de eerste grondwetten bleef grootendeels behouden en waar er evolutie was ging deze nagenoeg overal in dezelfde richting.Ga naar voetnoot(5) | |
De leidende beginselen.Deze zijn, tenminste de eerste decennia, die van het moederland. De staten waren blijkbaar bezorgd ze met groote nauwkeurigheid uit te drukken. Eerst in de grondwetten van slechts 5 der 13 oorspronkelijke staten maar reeds heel spoedig in alle - en eveneens van den aanvang af in die der later opgerichte staten - treft men een zg. 'Bill of Rights' aan, die de onvervreemdbare rechten der burgers bepaalt.Ga naar voetnoot(6)
De aanhef er van is wel eens wat grootspraaks plechtig. Zoo b.v. 'Deze Bill of Rights maakt een deel uit van de grondwet van dezen staat en mag onder geen enkel voorwendsel over treden worden. Om te voorkomen dat de uitgebreide macht die wij toekenden overschreden wordt, verkondigen wij dat al hetgeen deze verklaring bevat buiten het bereik van de alge meene machten van het gouvernement staat en immer ongeschonden moet blijven'. (Tennesse). | |
[pagina 240]
| |
'Alle menschen zijn van nature vrij en onafhankelijk en bezitten zekere onvervreemdbare rechten, onder meer...' (Californie). De Bill of Rights waarborgt vooral de vrijheden van het woord, van godsdienst, van eigendom, het recht op snelle en openbare rechtspleging, rechtspraak door gezworenen, toevlucht bij den rechter tegen onrechtmatige aanhouding (het recht op uitspraak door 'gelijken' (de gezworenen) en het 'habeas corpus', beide zoo hoog gehouden door den Engelschman). De waarborgen op rechterlijk gebied worden met nadruk verzekerd. Zoo voorzien de staten algemeen dat 'eenieder in vrijheid moet gesteld worden mits het storten eener borgsom tenzij het zware misdaden geldt, het bewijs er van klaarblijkelijk is of de vermoedens zwaar zijn'. De Engelsche bekommernis om de persoonlijke vrijheid komt hier weer duidelijk uit! In vele staten wordt het recht op het dragen van wapens verkondigd, in enkele evenwel met de beperking dat het dragen van 'verborgen wapens' hier niet in begrepen wordt. Staatsverraad wordt in vele staten streng beperkt tot het verwekken van oorlog, het steunen of bijstaan van den vijand.
Vrijheid is buiten elken twijfel de leus. De Amerikaan schenkt als het ware enkel met tegenzin 'uitgebreide macht' aan den Staat! Hebben wij hier dan te doen met onze 'moderne vrijheden', afgeleid uit Rousseau's 'Contrat Social' en - later - in de 'Déclaration des Droits de l'homme' uitgedrukt? Neen. Ofschoon de Bransche denkbeelden eenigen invloed op de Amerikaansche wetgevers uitgeoefend hebben. | |
[pagina 241]
| |
Uit hetgeen wij boven opmerkten, blijkt reeds waarom wij zoo antwoorden. Tot staving onzer opmerking nog het volgende. De grondwetten waren in den aanvang verre van a-godsdienstig en zijn het heden ook niet; vele gaven zelfs heel duidelijk de voorkeur aan één godsdienst, n.l. den Protestantschen, vereischt o.m. om volksvertegenwoordiger te kunnen worden. Om te mogen tot Governor aangesteld worden moest men in vier staten protestant zijn en in twee andere ten minste christen. Verschillende grondwetten verkondigen de vrijheid van godsdienst met uitdrukkingen als deze: 'Daar elkeen het Opperwezen, den Schepper en Beschermer van het heelal moet aanbidden, heeft ook elkeen het recht Hem te belijden op de wijze die het best overeenkomt met de geboden van zijn geweten' (Conneticut), of nog: 'Ofschoon de mensch verplicht is dikwijls te vergaderen om openbaar God te vereeren...' (Delaware). In zes staten moet men Gods bestaan erkennen om een openbaar ambt te mogen bekleeden en zelfs in twee er van God als belooner van het goede en straffer van het kwade in het andere leven.Ga naar voetnoot(7) | |
Politiek-democratische staatsopvatting.Men had met het moederland afgebroken omdat het het recht van de volksvertegenwoordiging miskend had. Geen wonder dan indien men het onmiddellijk in de grondwetten waarborgde. Men richtte het in ongeveer zooals in het moederland en zooals het voor de bevrijding in de colonie bestond: het stemrecht bleef beperkt (verbonden aan het bezit van grondeigendom met daarbij soms aan eischen betreffende de godsdienstige belijdenis). Vooral hier kwam evolutie: het stemrecht werd uitgebreid en de kiezer kreeg... altijddoor meer te kiezen.
Het twee-kamer-stelsel kwam heel spoedig overal tot stand maar, in tegenstelling met Engeland, werden de leden van beide wetgevende lichamen van den aanvang af rechtstreeks gekozen. Wij treffen overal het een-candidaat-kiesdistrict aan met aanstelling bij betrekkelijke meerderheid, zooals in Engeland. De Hoogere Kamer verschilt van de Lagere enkel doordat de eerste minder talrijk | |
[pagina 242]
| |
is dan de tweede en hare leden voor langer tijd gekozen worden.Ga naar voetnoot(8) Tegenwoordig heeft men het algemeen mannen- en vrouwenstemrecht in alle staten... waar niet al te talrijke negers wonen. In enkele staten uit het Zuiden, waar de negerbevolking wel eens de meerden heid kon bekomen, moet de kiezer den Engelschen tekst der grondwet kunnen lezen of uitleggen en de negers schijnen... weinig aanleg te hebben voor de studie van het grondwettelijk recht! In vele van die staten bekomt men ook stemrecht als men aan zekere eischen voldoet betreffende eigendomsbezit of het betalen van belastingen; in dat geval is men van 't examen ontslagen. - Men weet dat de Federale grondwet verbiedt 'iemand om zijn ras of de kleur van zijn huid' (sic) uit het stemrecht uit te sluiten. | |
Het kiesprinciep verder uitgebreid.Het democratisch princiep, dat n.l. van het aanstellen der gezagvoerders door het volk zelf bij middel van verkiezing, werd steeds wijder uitgestrekt. De eerste grondwetten voorzagen hoogstens de verkiezing van enkelen, vele niet eens die van den governor, door de Kamers benoemd. Nu integendeel krijgt de kiezer een 'ballot' (stembriefje) waarop allerlei staatsambten vermeld staan met de candidaten die zich er voor aanbieden. Gelukkig staat bij elken naam de politieke partij van den betrokkene vermeld - hetgeen eveneens met de candidaten-volksvertegenwoordigers geschiedt.
Men ging nog verder. Tot 1832 werden in alle staten de rechters voor het leven (juister uitgedrukt 'during good behaviour') aangesteld, of door den Governor of door de Kamers, biaar in dat jaar voer Nlississipi de aanstelling der rechters door de kiezers in. New-York deed hetzelfde in 1846 en zijn voorbeeld werkte aanstekelijk: slechts tien staten hebben er tot heden toe aan weerstaan.Ga naar voetnoot(9)
In een vrij groot aantal staten werd het voor de kiezers mogelijk gemaakt de staatsambtenaren af te zetten door den 'recall.' In | |
[pagina 243]
| |
7 staten ontsnappen zelfs de rechters daar niet aan. De recall is van jongen datum, wij treffen hem voor het eerst in 1903 aan. De procedure is vrij omslachtig maar een besliste minderheid vermag toch tot haar doel te geraken.
Het volksreferendum, waardoor een groep kiezers een wetsvoorstel kan doen waarover het kiezerscorps moet beslissen, begon rond denzelfden tijd in voege te treden. De modaliteiten er van verschillen aanzienlijk van staat tot staat.
Vooral bij het wijzigen der grondwet komt aan den kiezer een beslissende rol toe. In meerdere staten kan ook hij het initiatief er van nemen; enkel in Delaware mag de wijziging doorgevoerd zonder dat hij er zich, door eene stemming, uitdrukkelijk over uitspreekt. De Amerikaan stelt geen volle vertrouwen in zijne afgevaardigden in de Kamers! | |
Gescheiden uitvoerende macht.In Europa - ook in Engeland - aanziet men de parlementaire verantwoordelijkheid als een essentieel deel van een democratisch regiem: de Kamers moeten de ministers ter verantwoording over hun bestuur kunne roepen, ze kunnen afzetten niet enkel om wanbeheer maar zoodra de houding van het ministerie hun niet aanstaat. Daarvan is er in Amerika nooit sprake geweest. De schuldige minister kan er, door de ingewikkelde en geheel uitzonderlijke procedure van het impeachment, afgezet en gestraft worden maar buiten dit geval vermag de wetgevende macht niets op de ministers. En, om de scheiding der machten beter te waarborgen, zorgt men er voor dat de ministers geen parlementsleden zijn. Hoe dat radikaal verschil met Engeland uitleggen? Door de inrichting der colonies. De Governor en zijne helpers stonden buiten het parlement en waren het geen verantwoording schuldig. Die toestand werd behouden.
De Governor bezat het recht in naam van den Koning gestemde wetsvoorstellen af te wijzen. Ook dat vetorecht werd in vele staten behouden maar de uitoefening er van is meestal zoo geregeld dat een aanzienlijke meerderheid in de Kamers het kan overwinnen.Ga naar voetnoot(10) | |
[pagina 244]
| |
De rechter waker over de grondwet.'De “Constitution” moet zijn de grondwet (“the fondamental law”) van het land. Indien de Kamers hare laatste uitleggers (interpreter) zijn, dan is ze overbodig aangezien in dat geval de wil van de Kamers 's lands hoogste wet wordt' lezen wij in 'America'.Ga naar voetnoot(11) In Amerika komt het laatste woord niet aan de Kamers maar aan den rechter toe. Niet dat daardoor tekort wordt gedaan aan de scheiding der machten, zoo radikaal tusschen de uitvoerende en de wetgevende macht doorgevoerd. De rechter blijft bij zijne taak welke is recht spreken over de bijzondere, de individueele gevallen die hem voorgelegd worden. Maar bij dat recht spreken houdt hij volledig rekening met hetgeen wij mogen noemen de hiërarchie der verordeningen, hiërarchie welke de grondwettelijke bepalingen vooraan stelt. En daarom vonnist de rechter tegen de bepalingen eener wet in wanneer deze niet kan met de grondwet overeengebracht worden. In zoo'n geval wordt dus de overtreder der wet vrijgesproken. Een individueel geval zonder twijfel maar waaruit volgt dat de wet feitelijk niet langer kan toegepast worden. Verschillende staten hebben die macht van de rechters beperkt door te bepalen dat ze uitsluitend aan het hoogste gerechtshof van den staat toekomt. Enkele grondwetten eischen zelfs een bijzondere meerderheid, b.v. van vijf rechters op de zeven in Nebraska, van vier op de zeven in Virginie. Elders luidt het beslist in de grondwet: 'De wetten zijn nietig indien ze deze grondwet of de (federale) grondwet der Vereenigde Staten schendt en de rechterlijke macht zal die nietigheid verklaren' (Georgie). Hoe het verzet der rechters overwinnen? Daartoe bestaat slechts één middel: de grondwet zelf wijzigen; en daarom zoo noodig allerlei bijzonderheden in de grondwet inlasschen. Wij zegden reeds dat de Amerikaan daarin soms ver gaat. Het allerlaatste woord komt dus in de Vereenigde Staten, veel meer dan elders, rechtstreeks aan den kiezer toe. En daarom hebben wij daar wel met democraties te doen | |
[pagina 245]
| |
ofschoon het democratisch princiep er op geheel andere wijze doorgevoerd werd dan in onze Europeesche democraties.
* * *
Over de FEDERATIE handelt een volgende bijdrage. Daar gelden dezelfde beginselen, vooral dat der vrijheid, der vrijheid van de burgers maar niet minder die van de staten. Men wil aan de federale macht toevertrouwen enkel hetgeen niet door de staten zelf behoorlijk kan geregeld worden. Ook in de Federatie geldt het democratisch princiep. |
|