Streven. Jaargang 2
(1934)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 528]
| |
Litteraire kroniek
| |
[pagina 529]
| |
ting van open geluk bedwingt de verraderlijk overweldigende boosheid. Timmermans heeft een katholiek werk willen leveren dat tegelijk modern is; hij is er in geslaagd. Weer een boerenroman: wij kunnen het betreuren, daar wij een dringenden nood gevoelen aan katholieke cultuur-romans. Wij kunnen ook betreuren dat enkele grove tooneelen het boek aan ontwikkelde lezers doen voorbehouden; wij kunnen nog het katholiek leven, hoe diep ook gegrond in deze boerenziel, tot een minimum herleid vinden: eens in het jaar te biechten, en 'mijn devooren doen'. Toch blijft het een katholiek werk: de genade van den geloovige overwint er het kwaad.
Geheel en al bewondering kunnen wij ons niet verklaren: de uitbundige toon en de caricaturale anecdotes worden, meer dan eens, vervlakking.
Vooreerst mist de beschrijving van het boerenleven de vreedzame stilte, waarop zijn zedelijk en godsdienstig evenwicht is gegrondvest. Een stadsmensch schrijft over het boerenbedrijf: hij heeft het aandachtig nagegaan; hij voelt zich, in de ziel, met zulke menschen verwant; maar hij brengt er de grootsprakerige gejaagdheid van de stad in over. De goede boeken van Antoon Coolen: Kinderen van ons Volk en De schoone Voleinding ademen veel meer in de rustige dorpsatmosfeerGa naar voetnoot(1). Ten tweede zoekt Timmermans naar het effect: de sterke uitdrukking en de geestige anecdote. Soms wordt het overdrijving; noch de dood van Wortel's meken (bl. 58-60), noch die van Fien, zijn eerste vrouw (bl. 127) kunnen ons voldoen. Evenmin de scène van het alles-kapot-slaan (bl. 26-27) en die van het breken met Angelik (bl. 214-215): telkens zijn ze goed gevonden, zelfs aangrijpend; maar het zijn caricaturen op zichzelf; ze ontnemen aan het geheel den zekeren diepgang.
Ten derde - we raakten het reeds aan - zit er weinig vaart in het verhaal. Miniatuurwerk. De jonge boer, de boer met de kin- | |
[pagina 530]
| |
deren, de oude boer...: daar verandert weinig in hem en rondom hem. Altijd spreekt hij even uitbundig; nergens kunnen wij ons den vereenigden familiekring voorstellen; en het gezamenlijk genot-en-leed vinden wij wel, stuk voor stuk, voorgesteld, niet echter tot een machtig geheel opgebouwdGa naar voetnoot(2). Ten vierde - ook hiervan gewaagden we reeds - valt de strijd tegen het kwaad, zooals hij behoort tot de essentie van het boek, hier en daar te caricaturaal uit. Timmermans heeft te veel met grove zonden en verzoekingen gekaatst en gespeeld; en, al vermeed hij zorgvuldig elk prikkelend woord of tafereel...; verder dan in de 'via purgativa' kon hij zijn psalmodiëerenden boer niet brengen.
Klaarheidshalve nummerden wij onze bezwaren. Zij komen hierop neer: het boek is licht fragmentarisch, licht grootsprakerig, licht uitgelaten, licht barok (naar den volkstrant)... Maar hierin ligt juist Timmermans' bijzonder talent: een blijgezind verteller met een eigenaardige bekoring, eerder dan een ernstig en machtig bouwer van een strak verhaal. En noodzakelijk temperen wij dan onze uitspraak: hier is de échte Timmermans op zijn Zondagsch, ernstiger en grondiger dan gewoonlijk, met zijn zeer groote hoedanigheden, en 'les défauts de ses qualités'. Maar, voorbehouden.
♦ ♦ |
|