Streven. Jaargang 2

[p. 428]

Licht in de Duisternis
In de buitenwijken van Tokyo
door P. Lassalle, Tokyo

Volgens de laatste gemeentelijke statistieken treft men in het Arakawa-ku distrikt van Tokyo meer dan 23.000 noodlijdende gezinnen.

De toestand is bijzonder erg in de Mikawashimawijk, algemeen aangezien als de verblijfplaats van de laagste, geheel havelooze lagen uit den arbeidersstand en van wie tot onraad in het duistere geneigd zijn.

Uiterste armoede, ziekte en zedeloosheid kenmerken deze buitenwijk van Japan's trotsche hofdstad. De diepe ellende en de gevaarvolle stemming van dat district bekommeren het stadsbestuur en den policiedienst, en enkel in beperkte maat kunnen ze tegemoet komen aan den nood dier deerniswaardige ellendigen.

In dat oord der duisternis beijvert zich het 'Jô-chi Catholic Settlement' om licht te brengen aan wanhopigen en verbitterden door hun wat stoffelijke hulp te verstrekken en den weg aan te wijzen naar den vrede des harten en het eeuwig geluk.

Drie en half jaar geleden namen enkele studenten aan de Jô-chi University, onder de leiding van een pater Jezuiet, hun intrek midden in het district, in een gehuurd huis. Ze riepen de kinderen der armen tot zich, bezochten hunne woningen, openden een armen-apotheek, zamelden oude kleeren in, lenigden op allerlei wijze de armoede.

Dat 'Jô-chi Catholic Settlement' ontwikkelde zich snel en was weldra genoodzaakt grond te koopen en een gevoeglijk gebouw te zetten.

Liefdadigheidsconcerten, giften van particulieren en van openbare instellingen en een leening van 2.600 Yen maakten het, na heel wat inspanning, mogelijk den grond aan te koopen en het gebouw op te trekken dat met December l.l. klaar kwam.

Het werk ontwikkelt een veelzijdige werking, om aan de even talrijke behoeften dier aangetroffen armoede te beantwoorden.

Ziehier dan een vluchtige schetst er van.

[p. 429]

Kindergroepen komen tweemaal in de week bijeen, hebben hunne boekerij, avondklassen, cinema's, uitstapjes, vacanciecolonies.

De armen zijn overtalrijk; daarom wordt met de hulp van het wijkbestuur en door eigen opzoekingen nagegaan wie de meest behoef tigen zijn om tenminste dezen te bezoeken en te ondersteunen, Tegenwoordig staan 260 gezinnen ten laste van de instelling. Ze mogen hunne kinderen in den kindertuin plaatsen, hetgeen de moeders in de gelegenheid stelt in de behoeften van hun gezin te voorzien door werk op de fabriek of, hetgeen meestal gebeurt, aan huis voor rekening van de onderneming. Zeventig onder de armste kinderen gebruiken dagelijks een maaltijd op de instelling; ellendigen voor wie het de eenige maaltijd is! Andere kinderen nemen mee wat nog mocht overblijven of aan het Settlement door hotels of bakkerijen gegeven wordt. Deze giften maken het mogelijk om de maand rond de 250 familiemalen uit te deelen.

Behalve den voedingsnood ontmoeten wij dien aan kleeding. Om er in te voorzien zamelen de studenten oude kleeren in, vooral te Tokyo. Hierin worden ze door den 'Jöchi Motor Club' bijgestaan. Studentinnen en gegradueerden uit de H. Hart-school en andere juffrouwen brengen de voorwerpen in gereedheid welke ze, meestal kosteloos, in de bazars bekomen.

Onder de armen hebben vooral de moeders behoefte aan leiding; men belegt vergaderingen voor haar: voor de zieken bestaat een dispensarium waar een geneesheer driemaal 'n de week komt en telkens een 50- à 60-tal patiënten onderzoek aan wie dan geneesmiddelen uitgereikt worden.

De bevolking, welke voor de groote meerderheid niet christelijk is, geniet van de christelijke liefdadigheid en wordt daardoor als vanzelf nader gebracht tot het Geloof waarvan ze een uitwerksel op zichzelf op zulke aantrekkelijke wijze gewaar wordt. Het is haast nutteloos hierbij te voegen dat elken dag mis gelezen en elke zondag een kerkelijke dienst gehouden wordt en dat alwie het verlangt godsdienstonderricht ontvangt. Het aantal, zoowel volwassenen als kinderen, die er om vroegen, steeg buiten elke drukking en het was reeds gegeven enkele doopsels toe te dienen. Hier wordt dus 'Gods Rijk aan de armen verkondigd'.

Onder de sociale werkers der instelling nemen de hoogstudenten buiten twijfel de eerste plaats in. Enkele andere leiders staan ze bij. Een Pater Jezuiet bestuurt het werk, bijgestaan door den hulpbroe-

[p. 430]

der F.X. Masui die, na een verblijf van een 20-tal jaar in Californië, naar zijn eigen land terugkeerde om op de Jö-chi-hoogeschool te Tokyo werkzaam te zijn en nu al zijne krachten wijdt aan de opbeuring van de armsten onder zijner landgenoten in de Mikawas-hima-stichting.

Ziedaar hoe het Jo-chi Catholic Settlement, een liefdadigheidswerk waarvan alle deelnemers vrijwilligers zijn, zich inspant om in de Mikawashima-wijk de armoede te bestrijden, om er tevens tastbaar te maken waartoe christelijke naastenliefde brengt en zoodoende het licht van het Geloof te doen uitstralen.

♦ ♦