Eduard Brom
door Em. Janssen, S.J.
Den 24n April ll. overleed te Amsterdam de bekende katholieke kunstminnaar en dichter Eduard Brom. Sedert December was hij bedlegerig; maar die oude man van meer dan 72 jaar verwachtte den dood niet: 'ik ben er nog noodig,' meende hij, 'voor tien jaar nog...'
Eduard Brom is een specifiek Hollandsche figuur die ons vreemd is gebleven. Een kunstminnend handelaar...: zoo waren Potgieter en Alberdingk Thijm; dezen laatste stelde Brom zich tot voorbeeld en leidsman, en na diens dood ging de taak van den katholieken voorman voor een deel op den leerling over. Voor een deel!... Brom bezat de veelzijdige ontwikkeling en kracht niet van den strijder voor katholieke vrijheid en rechten, van den ijveraar voor een grootnederlandsche cultuur, van den asthetischen opvoeder zijner geloofsgenooten; - maar de schuchtere en peinzende dichter kon toch, doorheen de literaire omwenteling van na 1885, de katholieke lijn voorttrekken waarbij de Bilderdijksche rhetorica zou worden prijsgegeven en de volle directheid der Tachtigers aanvaard..., en de bemiddelde kunstminnaar kon ook, geldelijk en zedelijk, elke poging in die richting steunen, richten, leiden. Zoo nam deze katholieke 'Moderne', toen in 1900 het tijdschrift Van onzen Tijd werd gesticht, daarbij een heel bijzondere plaats in; zoo werd deze Amsterdamsche assuradeur voorzitter van den kunstkring De Violier. Hij bleef het tot aan zijn dood; hij bleef ook dichten tot in zijn laatste jaren.
Het dichtwerk van Eduard Brom is niet overweldigend; het aristocratisch individualisme der eerste bundels (Felice, 1892; Opgang, 1895) maakte gaandeweg plaats voor een milde tegemoet-