Streven. Jaargang 2
(1934)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |
KroniekenLetterkunde
| |
[pagina 216]
| |
ven: van Droste-Hülshoff en Stifter kunnen we bij het lezen niet vermoeden, dat ze katholiek waren en het werk van P. Rosegger en Marie von Ebner-Eschenbach is overwoekerd met liberale wereldbeschouwing; na er zich over verwonderd te hebben, dat het naturalistisch groot medelijden met de proletariërs en de wereldbrief 'Rerum Novarum' van Leo XIII de katholieke kunst niet hebben geïnspireerd, vermeldt de schrijver als eerste sterkte, maar alleenstaande persoonlijkheid: Enrica VON HANDEL-MAZETTI. Sindsdien - dat is sinds het begin der 20e eeuw - hebben een aantal katholieke schrijvers hun krachten beproefd in den heimatroman, maar hun werk stijgt niet boven het peil van den lokalen boeren- of kleinburgerroman, uitgezonderd het werk van Heinrich FEDERER. Eerst het naoorlogsch Expressionisme, dat de taak van den wederopbouw der Duitsche gemeenschap op zich genomen had, telt onder zijn leiders en beste krachten een groot aantal katholieken, wier scheppend werk de spontane uiting is van katholieke gemoedsstemming en levensvizie. Onder de schijvers, die den heimatroman op het peil brachten van het algemeen menschelijke, verdienen genoemd te worden: Peter DORFLER (Der ungerechte Heller; Siegfried im Allgäu); Paula GROGGER (Das Grimmingtor); Meinrad LIENERT (Der doppelte Mathias); Ludwig MATHAR (Herr Johannes; Die Strasze des Schicksals); Leo WEISMANTEL (Unheiliges Haus); Jacob KNEIP (Hampit der Jager) Josef WINCKLER (Der tolle Bomberg; Doctor Eisenbart). Uit katholiek erfgoed scheppen verder: Herman STEHR (Heiligenhof; Nathanael Maechler; die Nachkommen); Josef PONTEN (Der Babylonische Turm; Die Bockreiter; Volk auf dem Wege) en H. CAROSSA (Rumänisches Tagebuch). Hooger kunst genieten wij in de primitieve, verrassend bezielende natuurvizie van een Friedrich SCHNACK (Sebastian im Walde, Beatus und Sabine; Der Sternenbaum) en de in extatische woordkunst gevatte natuurmystiek van Konrad WEISZ (Die Löwin). In sobere klassieke woordkunst teekent Johannes MURON den primitieven mensch in zijn omgeving en het werk der Genade op de ontwikkeling van een held (Oasenbriefe; Kolombusroman: Spanische Insel, der Seefahrer). Voor expressionistische vizies is echter de legende de gepaste vorm gebleken. Franz HERWIG heeft met zijn grootstadlegenden den aanstoot gegeven (St. Sebastian vom Wedding; Die Eingeengten; Hoffnung auf Licht). Hans ROSELIEB's omschepping van de | |
[pagina 217]
| |
Beatrijs-legende (Die liebe Frau von den Sternen) getuigt van stoute scheppende phantasie. Karl Borrmaus HEINRICH schrijft in den stijl der Nieuwe Zakelijkheid Maria- en Heiligenlegenden (Maria im Volk; Der H. Joannes von Colombini). Vooral moet hier gewezen op twee vooraanstaande, lyrisch aangelegde schrijfsters: Ruth SCHAUMANN (Der blühende Stab; Amei; Yves) en Gertrud VON LE FORT (Das Schweisztuch der Veronica; Der Papst aus dem Ghetto; Die letzte am Schafott; das Reich des Kindes). - Tot daar de samenvatting van de eerste bijdrage. Zooals de uitgevers het in een slotbericht verklaren, is elk overzicht bedoeld niet als een volledig beeld, maar enkel als een aanduiding van typische richtlijnen.
In dit verband willen we ook wijzen op een nieuwe uitgave: LITERARISCHER RATGEBER. Im Auftrag der Vereinigung des katholischen Buchhandels unter Mitwirkung namhafter Fachreferenten herausgegeben von Dr. Wilhelm Spael. 31. Jahrgang 1934-1935. Deze 'Ratgeber', die vroeger door de firma Kösel und Pustet, München, werd uitgegeven, wordt met dezen jaargang de gemeenschappelijke boekengids van de 'Vereinigung des Katholischen Buchhandels'. En zooals het in het voorwoord luidt, wil hij een betrouwbare, gewetensvolle en kritische gids zijn. Bij de romans wordt aangegeven of de schrijver katholiek is, of het werk enkel bestemd is voor meer ontwikkelde lezers en welke eischen aan den lezer gesteld worden. Dr. H. Lentz, die de romanliteratuur van het afgeloopen jaar beoordeelt, komt tot het besluit, dat het blikveld van de tegenwoordige romanschrijvers eng begrensd is. Het doorworstelen van naoorlogsche toestanden en de opleiding en opmarsch naar de nieuwe volksgemeenschap blijven nog immer het mode-thema. Onder de talrijke tendenz-romans van dit soort zijn er maar een paar tot zuiver kunstwerk uitgegroeid: 'Das letzte Gesicht' van Friedrich GRIESE; 'Blumbergshof' en 'Herren ohne Heer' van S. VON VEGESACK. Oorlogsberichten in zakelijken stijl staan nog immer in de gunst van het publiek, te oordeelen naar de talrijke heruitgaven en de nieuw-verschenen werken, waaronder 'Der Baum von Cléry' van VON DER GOLTZ; 'Die magischen Wälder' van GUMPRECHT en 'Pasubio' van SKORPIL kunstwaarde bezitten. - Historische | |
[pagina 218]
| |
romans, waarin helden en heldentijdperken herleven, die voor den tegenwoordigen tijd symbolische beteekenis krijgen, treden meer en meer op den voorgrond en staan doorgaans op een hooger kunstpeil, b.v. 'Attila' van Gerhart ELLERT; 'Reise in der Ewigkeit' (Hamannroman) van Hans FRANCK; 'Die Waxenbergerin' van E. VON HANDEL-MAZETTI (Kath.); 'Wolfram von Esschenbach' van R. HEUBNER; 'Caesar', 'Cromwell' en 'Hannibal' van M. JELUSICH; 'Poggeburg' van W. VERSHOFEN. De Blut-und-Boden-theorie heeft de heimatromans (landelijke of boerenromans) tot zulken hoogen vloed doen stijgen, dat men trachten moet het gevaar te bezweren. Echte Heimatkunst leverden echter alleen: Peter DORFLER (Kath.) 'Der Notwender'; Margarete SCHIESTL-BENTLAGE 'Unter den Eichen'; Jacob KNEIP (Kath.) 'Hunsrück-weihnacht' en J. OBERKOFLER (Kath.) 'Drei Herrgottsbuben' en de pas gestorven Zwitser M. LIENERT (Kath.) 'Das Glöcklein auf Rain'. Onder de zakelijke reisreportages verdienen genoemd te worden: 'Unter Eskimos und Walfischfängern' van KURT FABER; 'Lüderitzland' van Hans GRIMM; 'Afrika weint' van E.F. LOHN-DORFF en 'Die Herden Gottes' van Hans TOLTEN. - Van F. SCHNACK (Kath.) verscheen de kristalheldere natuur- en levensidylle 'Der erfrorene Engel'. Van den jongeren G. RENDL (Kath.) de psychologische romans: 'Satan auf Erden' en 'der Berufene'. Als idyllische vrouwelijke confessie-roman, voor rijper ontwikkelden mag hier ook 'Unter den Apfelbäumen' van Joe LEDERER genoemd worden. |
|