Streven. Jaargang 2
(1934)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Praatje over Beursaangelegenheden
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
groote rol gespeeld, vooral in de Vereenigde Staten van Amerika, het land dat den wereldoorlog voor een groot deel gefinancieerd heeft. Het productievermogen van landbouw en industrie werd overmatig opgedreven en moest na den oorlog in stand gehouden worden. De beurs is er op vooruit geloopen en heeft vrome wenschen voor werkelijkheid genomen. De gansche wereld heeft à la hausse gespeculeerd op Amerikaansche aandeelen totdat, in October 1929, de ontzettende slump het 'in de liefhebberij zijn', zooals men dat te Amsterdam noemt, in eene paniekstemming heeft veranderd en de speculanten tot bezinning heeft gebracht. Europa heeft Amerika op den voet gevolgd, belegging tegen gematigden rentevoet was uit den bonze, kapitaal moest kapitaal afwerpen.
Het is natuurlijk niet mogelijk, in het bestek van dit artikel af te dalen in bijzonderheden omtrent de wereldgebeurtenissen van de laatste jaren en er de gevolgen op beursgebied van weer te geven. We willen nochtans het geheugen van onze lezers even opf risschen en hun een bondig overzicht geven van de omstandigheden die sinds 1914 het geldbeleggend publiek voor het probleem geplaatst hebben van den gedurigen strijd om behoud van het bezit. De ineenstorting van het Russische Rijk na den vrede van Brest-Litowsk, de Kerensky-revolutie, de Bolsjewistische dictatuur en de niet-erkenning van de Russische Staatsschuld die inzonderheid tal van Belgische en Fransche spaarders totaal heeft geruïneerd; de verdeeling, na het verdrag van Versailles, van de overwonnen staten en daaruit voortvloeiend, de bijna waardeloos geworden Duitsche, Oostenrijk-Hongaarsche, Bulgaarsche en Turksche fondsen; de gevoelige depreciatie van obligaties en aandeelen van de in deze landen gevestigde ondernemingen en de moeilijkheden met het gesequestreerde bezit; de inflatietijd en het daarop volgende gedeeltelijke of algeheele bankroet van meerdere staten; de enorme schuldenlast van de oorlogvoerenden en de nasleep van de verwoestingen en vernielingen van vier lange jaren; de herstelbetalingen die het internationaal betalingsverkeer voor langen tijd in de war hebben gestuurd; dat alles staat ons nog duidelijk voor den geest! Inmiddels heeft het publiek, door angst en wanhoop aangegrepen, getracht zijn bezit te redden door het, naar de omstandigheden, op eene afwisselende manier te beleggen of rentegevend te maken, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot de onzinnigste - bewuste of onbewuste - speculatie die de wereld ooit gekend heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbevoegdheid en verblindheid bij het publiek, oneerlijke en misleidende reclame van sommige emittenten, overdreven crediet-verleening en misstanden in de financierinnswijze van kapitaalvennootschappen hebben deze speculatie op de spits gedreven: 'the limit is the sky' was de Amerikaansche leuze. De wereld leefde in eene waanzinnige kermisatmosfeer en men vergat te werken. De reactie kon daarbij niet uitblijven. De eene krach volgde op de andere, ontzaglijke verliezen werden hierdoor geleden en het vertrouwen in den grond geschokt. In België hadden we de beurscatastrophe na den dood van Loewenstein, in Engeland de krach Hatry, in Frankrijk de Oustric caffaire en de financieele schandalen genre Hanau, in Duitschland de krachs van de Nordwolle en de Danatbank, in Zweden de krach Kreuger die de gansche wereld in beroering heeft gebracht, in Amerika de krach Insull. De lijst zou te lang worden moesten we daarbij nog al de Duitsche, Oostenrijksche, Deensche en Amerikaansche bankmoeilijkheden en moratoria vermelden. Voegt daar nog bij al de economische en politieke gebeurtenissen van de laatste jaren en het zal den lezer duidelijk worden waarom de beurs in discrediet is gebracht en in verval is gekomen en iedereen, zoowel effectenmakelaar als cliënt, het slachtoffer is geworden van deze wereldmalaise. Eene greep in den hoop: Duitsche Stillhalteverordnung in 1931 - transferfmoratoria in verschillende landen - overdreven emissie van dollarleeningen door buitenlandsche staten tegen woekerrente - opschorting van betaling door Mexico, Chili, Peru, enz., - aflossing en uitloting van Roemeensche, Turksche, Grieksche, Bulgaarsche en vele andere leeningen worden uitgesteld, verminderd of opgeschort - opheffing van den gouden standaard in Engeland, Amerika en negeering van de goudclausule - abnormale uitbreiding van den verkoop op crediet die per slot van rekening het toekomstige economische leven verlamt - overproductie van rubber, suiker, petroleum, koper, koffie, graangewassen en andere grondstoffen - internationale politieke verwikkelingen - contingenteeringen en wisselrestricties die den handel belemmeren, den ondernemingen verliezen berokkenen en de betaling van buitenlandsche coupons en lossingen bemoeilijkt, - verhooging van de reeds bestaande en invoering van nieuwe couponbelasting in tal van landen, tot zelfs in Nederland, waar sedert Februari 1934 eene couponbelasting van 2% geheven wordt. Belgische bezitters van effecten die gewoon waren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hunne coupons zonder eenige afhouding in Nederland te verzilveren, weten wit dit te beteekenen heeft. Van de grenslanden is er nog slechts Luxemburg dat tot heden toe geene couponbelasting kent. En, ten slotte: reduceering van de rente van vele buitenlandsche leerringen die den obligatiehouders in meer of mindere mate is opgedrongen geworden en nieuwe devaluatie van sommige munten: Tsjechoslowakyë 16,66% in Februari 1934 - Mei 1934 in Oostenrijk: 100 goudschilling worden gelijkgesteld met 128 papierschilling en in Hongarije 25% waardevermindering ons de vrije Pengö op de pariteit van de geblokkeerde Pengo te brengen. Al deze ongunstige factoren, te zamen met de nog steeds voortdurende economische en politieke onzekerheid hebben het zakenleven doen afnemen en de staatsfinanciën op losse schroeven gezet. De weerslag op de effectenbeurzen is dan ook ongemeen erg geweest. Het investeerend publiek heeft zich hoe langer hoe meer afzijdig gehouden en de transacties, zoowel als de koersen, zijn tot op een minimum gedaald. Volgens de laatste statistieken van de New-York Stock Exchange was de gemiddelde waarde van de daar ter beurze genoteerde aandeelen op 1 Augustus l.l.: $23,76 per aandeel, tegen $26,60 op 1 Juli l.l.Ga naar voetnoot(1)
In het leeningscontract van tal van buitenlandsche obligaties was de wisselkeuze gestipuleerd, die den houder het recht toekende, de betaling van coupons of uitgelote stukken, naar goeddunken te verlangen in eene van de op het effect vermelde vreemde valuta's. De 'goudclausule' Laat ons een noodlottige contractbreuk van naderbij onderzoeken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In sommige leeningsvoorwaarden werd, in den laatsten tijd vooral, eerre goudclausule opgenomen, die eerre verhouding vaststelde tusschen de valuta in dewelke de stukken luiden en een bepaald gewicht fijn goud. Het negeeren van die goudclausule op groote schaal heeft het vertrouwen van het investeerend publiek in deze fondsen beschaamd. De ernstigste contractbreuk die ten aanzien van de goudclausule werd gepleegd, is de in Mei 1933 door President Roosevelt gedane bepaling 'dat buitenlandsche houders van Amerikaansche staatsfondsen op denzeif den voet zullen worden behandeld als Amerikaansche houders en de betaling van coupons dus niet in goud zal geschieden'. Vertegenwoordigers van de 'Association Nationale des porteurs français de valeurs mobiliaires', 'Association Belge pour la défense des détenteurs de fonds publics', 'Association Suisse des Ban quiers' en 'Vereeniging voor den Effectenhandel' (Commissie voor de goudclausule) zijn, op 30 Juni, te Bazel bijeengekomen en hebben besloten tot de vorming van het 'Comité International contre la répudiation de la clause or' of 'Internationaal Comité tegen de verwerping van de goudclausule'. Blijkens eerre verklaring van dit Comité, valt het diep te betreuren dat regeeringen, gemeenten en vennootschappen zich verschuilen achter alle mogelijke behendigheden en onhoudbare argumenten om de aangegane verplichtingen niet te moeten naleven. Na nauwkeurig onderzoek heeft het Comité besloten de rechten der effectenhouders door gerechterlijke beslissingen te doen eerbiedigen. Hier te lande is er slechts de Stad Antwerpen die hare 5% dollarleening 1928 in gedeprecieerde dollars betaalt. De houders van Belgische dollarleeningen 6%.-6,50%-7%-1955 en 7% 1956 Stabilisatieleening hebben, van 1 tot 4 Mei 1933, gelegenheid gehad hunne stukken te laten afstempelen. Coupons van afgestempelde stukken worden bij de Nationale Bank verzilverd op de goudbasis van 35,60 fr. per $. Die van niet-afgestempelde stukken worden te New-York betaald tegen Amerikaansch wettig betaalmiddel. In Holland is het de stad Rotterdam die weigert hare 6% dollar leerring 1964 op goudbasis te betalen. De machtige Royal Dutch tracht zich eveneens te onttrekken aan hare verplichtingen tegenover de houders van hare 4% dollarleening 1945. op 15 December 1933 heeft de Engelsche Chamber of Lords een vonnis geveld, waarvan de gevolgen, ten aanzien van de kwestie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de goudclausule, nog niet zijn te overzien. De 'Société Intercommunale Belge d'Electricité' had in September 1928, te Londen eene 5¼% leening, groot £ 500.000 uitgeschreven. Volgens de leeningsvoorwaarden had de Maatschappij de verplichting op zich genomen, rentebetaling en aflossing te doen geschieden in gouden munt van het Vereenigd Koninkrijk, hebbende een gewicht en gehalte gelijkstaande met die van de op 1 September 1928 in omloop zijnde munt. In eersten aanleg is het verzoek van de eischers de betaling op goudbasis te doen geschieden, afgewezen. Doch de Chamber of Lords heeft er anders over geoordeeld en heeft de Maatschappij veroordeeld tot nakoming van hare verbintenissen, wat deze laatste dan ook tot op heden toe gedaan heeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Openbare leerringen uit verschillende landen.In verband met het voorgaande deelen we hieronder nog een en ander mede over enkele bij ons - vooral te Antwerpen - goed bekende leerringen, voornamelijk met het oog op de wisselkeuze, goudclausule en de aan de orde van den dag zijnde renteverlaging en conversie die de financieele gezondmaking van de verscheidene staten zal bespoedigen. Belgische dollarleeningen. - Coupons van afgestempelde stukken worden betaald tegen 35,60 fr. per gouddollar, binnen de twee maanden die volgen op den dag waarop zij komen te verschijnen. Nadien worden ze, net zooals de coupons van niet-afgestempelde stukken, in papieren Dollars betaald. Volgens de laatste begrooting was de verdeeling van de nog uitstaande dollar-obligaties als volgt;
Er zijn dus ongeveer tweemaal zooveel niet-afgestempelde als afgestempelde stukken in omloop, wat eene merkelijke besparing voor de Schatkist beteekent. De Belgische Staat heeft inmiddels nog twee leerringen in Fransche francs, respectievelijk groot 800.000.000 en 600.000.000 fr., 5¼% rentende en met goudclausule, uitgegeven. De 5% leening van de Regie van Telegraaf en Telefoon is de eenige | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door den Staat gegarandeerde leening die tegelijkertijd eene goudclausule en eene wisselkeuze heeft. We zouden nog verder kunnen gaan en een vergelijkend onderzoek kunnen instellen over de rendementsbasis van de onderscheiden Belgische binnen- en buitenlandsche leeningen. Dan zouden we tot het besluit komen dat de investeerders voordeel hebben bij eene belegging in dollarobligaties, te oordeelen naar de opbrengst van deze stukken. Daarbij moeten we nog de aandacht vestigen op het feit dat voor twee van deze leeningen, die 6% 1955 en de 7% 1955, vervroegde terugbetaling niet toegestaan wordt. Nu de conversie overal aan de orde van den dag is, zou de regeering eerstdaags wel kunnen besluiten tot converteering van de staats-fondsen, die echter zal belemmerd worden door de aflossingsvoorwaarden van tal van uitgiften die tot op heden nog niet opgezegd kunnen worden, tenzij evenwel de regeering het voorbeeld van Italië zou navolgen dat er op 10 Februari 1934 is toe overgegaan de 5% rente en die eerst aflosbaar was in 1937 van nu af reeds op te zeggen en te converteeren in eene 3,50% rentende leening. Stad Antwerpen, 5% -dollarleening 1928-58 - Met betrekking tot de Belgische dollarleening is die van Antwerpen interessant en onze aandacht wordt er op gevestigd door het proces, aanhangig gemaakt tegen de stad om de goudclausule te doen eerbiedigen. Indien dit proces ten voordeele van de houders uitvalt, staat een mooie winstmarge in 't verschiet, aangezien deze stukken thans op de basis van den papierdollar verhandeld worden.Ga naar voetnoot(1) De niet-herkenning van de goudclausule brengt voor de Stad eene vermindering van den schuldenlast tot een bedrag van 150.000.000 fr. mede of circa 7,11%. Het valt evenwel sterk te betwijfelen of het crediet der stad er op verbeterd is. Engeland. - Dit land heeft sinds 1932 systematisch al zijne leeningen geconventeerd in leeningen met lager rentetype. In Augustus 1933 heeft de Britsche Schatkist zelfs het uitstaande bedrag van de 5,50% gouddollarleening 1937 in papieren ponden geconverteerd. Voor | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
iedere $1.000, heeft de houder £ 260 van de nieuwe 2,50% rentende leerling ontvangen. Het uitstaande bedrag was groot $136.333.509 't zij tegen pari £ 28.013.733. In September 1932 heeft Engeland de rente van de 5% War Loan gereduceerd tot 3,50% wat voor de Schatkist, op een in omloop zijnde bedrag van £ 2.085.000.000 eene besparing van ongeveer £ 30.000.000 beteekent. Deze conversie is de omvangrijkste die de wereld ooit gekend heeft. Slechts 8% is terugbetaald geworden, daar 92% der houders de rentevermindering vrijwillig hebben toegestaan. Niettegenstaande de renteverlaging zijn de koersen er op verbeterd en de War Loan die voor de conversie beneden pari noteerde, staat nu op ongeveer 104%. Argentinië. -Op 30 juni 1933 bedroeg de Argentijnsche schuld 5% milliard Pesos M/N, waarvan ongeveer 3,8 milliard voor rekening van den Staat en het overige voor rekening van de Provinciën. Er waren toen nog voor 1 350 millioen Pesos M/N 5% en 6% Hypothecaire Cedulas in omloop. Deze zijn in November 1933 gei nificeerd geworden in eene 5% Cedulas Conversieleerling 1933. Inmiddels zijn er nog andere leerlingen geconverteerd, waaronder nog onlangs sommige 5% pondenleeningen in eene 4,50% ponden leerling 1934.
De schuld per hoofd der bevolking bedraagt dus circa 7.270 Fr. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brazilië. - Het kapitaal door Engeland in Brazilië geïnvesteerd mag geraamd worden op circa £ 290.000.000 waarvan ± £ 150.000.000 in obligaties van den Federalen Staat, de Bondsstaten en de Muni. cipaliteiten. Het bedrag dat daarvan in België in omloop is kan niet bij benadering aangegeven worden. De Braziliaansche markt te Antwerpen is altijd eene van de bedrijvigste hoeken geweest en de verliezen die de Belgische houder sedert den oorlog geleden heeft zijn dan ook niet te onderschatten. De oorlog en de economische malaise hebben de financieele positie van Brazilië sterk aangetast. Binnenlandsche politieke moeilijkheden hebben in 1930 aanleiding geweest tot eene omvangrijke baissebeweging te Londen. In de week van 3 tot 10 October 1930 daalden de koersen met 10 tot 20% en de voortdurende onzekerheid en de vrees voor algeheele stopzetting der betalingen hebben de afbrokkeling van de koersen nog verder in de hand gewerkt. De Federale Regeering is er in 1931 noodgedwongen toe overgegaan de rentecoupons van October 1931 tot October 1934 van de in Ponden, Dollars en Fransche Francs luidende b'uitenlandsche schulden, te consolideeren in eene nieuwe 5% Fundingleening 1931 en waarvan de aflossing volgens een vooraf vastgesteld plan zal geschieden binnen 20 of 40 jaar naar gelang de categorie onder welke de oorspronkelijke leeningen ingedeeld worden. Inmiddels heeft de Federale Regeering op 5 Februari 1934 een decreet gepubliceerd houdende reorganisatie van de buitenlandsche schuld en overname door de Centrale Regeering van den buitenlandschen schuldenlast van Staten en Municipaliteiten. Het reorganisatieplan zal een aanvang nemen met 1 April 1934 en loopen over eene periode van 4 jaren. Al de nog uitstaande buitenlandsche leeningen worden geclassificeerd en naar gelang de voorwaarden van betaling en aflossing verdeeld in 8 categoriën. Wanneer we de huidige koersen als basis nemen, vinden we dat de te Antwerpen genoteerde Brazilianen tusschen de 5,50% en 10,50% rendeeren, volgens de categorie onder welke ze gerangschikt zijn. Buitendien zijn er stukken, voornamelijk wat de 7e categorie betreft, die noodlijdend waren en die zooals bijvoorbeeld de Pernambuco 5% 1905 wederom rente betalen, zij het dan ook op gereduceerde basis. Om deze reden meenen wij dan ook te mogen aannemen, dat Braziliaansche fondsen thans als winstgevende belegging met speculatief karakter mogen worden aangezien, onder voorwaarde echter dat het saneeringsplan integraal uitgevoerd wonde. De geringste | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twijfel daaromtrent zou den geldbelegger eerder tot omzichtigheid moeten aanzetten. Frankrijk. - Evenals België heeft Frankrijk nog diverse gouddollarleeningen uitstaan waarvan de rente en aflossing nog steeds op goudbasis geschiedt. Buitendien garandeert de Fransche Staat de betaling in Canadeesche gouddollars van de nog in omloop zijnde 6% obligaties van de Messageries Maritimes. Van 19 tot 24 September 1932 heeft de converteering plaats gehad van de Fransche leeningen 5% 1915-16, 6% 1920, 6% April 1927, 5% 1928, 6% 1927 en Schatkistbiljetten 7% 1927 in eerre 4,50% leerring 1932, voor een totaal bedrag van circa 85 milliard francs. Deze conversie mag niet bepaald een succes genoemd worden, het-. geen blijkt uit de prijsnoteering die eerre dalende lijn volgde en begin 1934 tot 78 ¾ terugliep. Inmiddels hebben de redresmaatregelen van de Fransche Regeering een gunstig verloop gehad op de koersen, die zich geleidelijk hersteld hebben. De 4,50% Rente 1932 Serie A noteerde half April 82%, begin Mei 91 ¾ om op einde Juli terug te loopen tot 88%. Ter vergelijking deelen we nog mede dat de nieuwe 4% leening groot 3 milliard Fr, van 15 Juli 1934 uitgegeven werd á 95%. Echter zullen de coupons vrij van alle belasting zijn en de aflossing geschieden á 140% per halfjaarlijksche uitlotingen gedurende 50 jaar. Nederland. - De algemeene tendenz tot renteverlaging heeft ook in dit land hare gevolgen gehad en de normale rentevoet voor staatspapieren is op 4% gebracht. Op 17 October 1933 heeft de Nederlandsche regeering eerre leerring van het 4 procenttype, groot f 200.000.000 uitgegeven. Den koers van uitgifte was 99¾% en de aflossing zal geschieden binnen de 40 jaar door uitlotingen. In Maart 1.1, heeft de regeering eerre wet neergelegd houdende machtiging tot converteering van uitstaande leeningen in eerre 4% leerring. De volgende leeningen zullen geconverteerd worden:
De duur van de 4% leening 1916 groot f 118.000.000 zal verlengd worden, wat voor den Staat eerre bezuiniging van f 49.000 zal ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tegenwoordigen. De totale besparing door deze conversie bewerkt wordt op f 5.100.000 berekend.
De lijst zou te omvangrijk worden, moesten we de conversies van Ned. Indië, Zweden, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, Luxemburg, Australië, enz, in detail bespreken. We hebben ons daarom beperkt tot de meest bekende leeningen die het Belgische publiek meer van nabij interesseeren. De financieele saneering is dus in vollen gang. De schuldenlast van de staten vermindert en we keeren stilaan terug naar normale toestanden. Dure dollarleeningen worden afgelost en de rente op binnenlandsche leeningen wordt verlaagd. Dat ons land denzelfden weg inslaat hebben we reeds vroeger gezegd. Heel de politiek van de huidige regeering is er trouwens op gericht, de staatspapieren te doen rijzen om de conversie mogelijk te maken. Dat met dit alles de wil, de aangegane verbintenissen in alle eerlijkheid na te leven gelijken tred moet houden, is vanzelfsprekend. Dan zal ook allengs het vertrouwen van het investeerend publiek terugkeeren en de effectenbeurs een nieuwen bloei tegemoet gaan. October 1934. |
|