Streven. Jaargang 2
(1934)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |
Richard Verstegen, Een Polemist der Contra-Reformatie
| |
[pagina 101]
| |
Van geboorte was Richard Verstegen een Engelschman, waarschijnlijk van adellijk geslacht, maar met Nederlandsch bloed in de aderen. Hij studeerde te Oxford. Overtuigd en strijdend Katholiek, kon hij er zijn einddiploma niet behalen, daar hij weigerde den vereischten 'oath of supremacy' af te leggen, waarbij de toen regeerende koningin Elizabeth als geestelijk opperhoofd van de Engelsche Kerk erkend werd. Hij week vervolgens uit naar het buitenland, waar hij het leger der katholieke Engelsche ballingen ging vergrooten. Eerst verbleef hij een drietal jaren te Parijs waar hij moeilijkheden had wegens een poging tot publicatie van een pamflet tegen de Engelsche koningin. Dat gaf aanleiding tot een diplomatische tusschenkomst, die hem bijna een lange gevangenisstraf op den hals haalde. Daarna bracht hij een paar jaren te Rome door, om zich eindelijk, in 1587, definitief te Antwerpen te vestigen, twee jaar na de verovering van deze stad door den Hertog van Parma. Daar stond hij aan het hoofd van een inlichtingsdienst en trad hij op als bemiddelaar tusschen de verdrukte Katholieken in Engeland en de Engelsche ballingen, wier leiders te Rome en te Madrid verbleven. Hij nam zeer actief deel aan den strijd, dien deze ballingen, met Spanje's hulp, tegen de protestantsche vorstin voerden en trad herhaaldelijk als pamfletschrijver op den voorgrond. In dezen strijd koos hij de zijde der Spaanschgezinde Katholieken, die, in tegenstelling met de meer legitimistische Schotschgezinde partij, op medewerking van Spanje hoopten oom hun vaderland opnieuw te veroveren en voor den waren godsdienst te winnen. Omstreeks 1600 was hij ook gemengd in den bitteren twist onder geloof sgenooten rondom de benoeming van een aartspriester voor Engeland. Toen omstreeks 1603 de politieke strijd hopeloos bleek, keerde Verstegen weer tot zijn eerste liefde en wijdde zich gansch aan wetenschappelijk werk over de Engelsche Oudheden. De vrucht van zijn opzoekingen en navorschingen was het voor zijn tijd zeer verdienstelijk en terecht geprezen werk: A Restitution of decayed Intelligence in Antiquities (1605). Van dat oogenblik af, meer bepaald in 1610, na zijn huwelijk met een Antwerpsche jonkvrouw, interesseert hij zich uitsluitend voor Nederlandsche toestanden en begint hij in het Nederlandsch te schrijven. Van zijn hand verschijnen o.a. een wetenschappelijk werkje over de 'Nederlandsche Antiquiteyten', polemische traktaatjes over godsdienstige en politieke toestanden, gedichten, een drietal | |
[pagina 102]
| |
ontspanningswerkjes zonder veel belang, en zijn zeer gewaardeerde Characieren (eerste uitgave 1619, tweede 1622) een genre dat hij het eerst in onze letterkunde beoefent. Te Antwerpen was hij bovendien een persoonlijkheid van belang hij was bevriend met Ortelius, justus Lipsius. Kiliaan, den stadsecretaris Boghe of Bochius, den plaatsnijder Wiericx, Ericius Puteanus, enz. Met Aubertus Miraeus e.a. behoorde hij tot den kring van de godsdienstige ijveraars, die voor het opstellen zorgden van de Nieuwe Tijdingen van den Antwerpschen courantier Abraham Verhoeven. In deze Tijdingen publiceerde hij zelf een aantal zeer vinnige anticalvinistische pamfletjes, waaronder de verdienstelijke Cluchte van eengin ghepredestineerd en Cappuyn (1619). Verstegen overleed te Antwerpen in 1640.
Het werk van Dr Rombauts is veel meer dan een bio-bibliographische studie over Verstegen. Telkens geeft het ons een helderen kijk op den historischer achtergrond, op het zeer interessant kader dat om Verstegen's leven en werken gespannen staat. In dat opzicht is vooral verdienstelijk het gedeelte betreffende de onderlinge twisten van de Engelsche ballingen en ook over den strijd tusschen Remonstranten en Contra-Remonstranten in de Noordelijke Nederlanden en de onderhandelingen nopens de hernieuwing van het Twaalfjarig bestand in 1621. Al ligt Verstegen's beteekenis hoofdzakelijk op geschiedkundig gebied, toch wil ik hier nog even nader ingaan op zijn letterkundige werkzaamheid. Als schrijver der Characteren is hij vooral schatplichtig aan Engelsche modellen, in de eerste plaats aan de te dien tijde hoog geroemde Characters van Sir Thomas Overbury. Ondanks deze afhankelijkheid kan aan deze karakterschetsen een zekere verdienste niet ontzegd worden: ze zijn pittig, getuigen van een scherpe opmerkingsgave en rake aanschouwelijkheid; de taal is beeldend en expressief en staat dicht bij de volkstaal. Voor de Epigrammen geldt hetzelfde niet: de ware geestigheid moet er dikwijls de plaats inruimen voor volksche luim en oppervlakkige grappigheid, soms zelfs voor nogal platte boert. Toch heeft Verstegen recht op een meer dan bescheiden plaats in onze literatuurgeschiedenis: naast zijn letterkundig werk, om zijn persoonlijker kijk op het gebruik van 'geschuimde' woorden. In tegenstelling met de meeste Noordnederlandsche taalzuiveraars van | |
[pagina 103]
| |
zijn tijd, die ieder onduytsch-klinkend woord door een echt Nederlandsch - lees: specifiek Hollandsch - wilden vervangen, verdedigt hij het gebruik van het Brabantsch met zijn ontelbare bastaardwoorden, dat in de zestiende eeuw ontegensprekelijk op weg was om tot een algemeen Nederlandsch uit te groeien. Die houding is des te merkwaardiger, daar het gebeurde op een oogenblik dat het kultuurcentrum reeds aan 't verschuiven was naar het Noorden en Bredero bijna gelijktijdig in zijn Spaenschen Brabander de Brabantsche bastaardtaal over den hekel haalde. Een nog ruimer plaats echter verdient Verstegen in onze beschavingsgeschiedenis door zijn wetenschappelijken arbeid en de vooraanstaande rol, die hij gespeeld heeft in onze Contra-Reformatiebeweging. Laat ik nog even aanstippen dat Dr Rombauts aan de hand van onweerlegbare bewijzen, heeft uitgemaakt dat Verstegen, in weerwil van wat totnogtoe algemeen werd aangenomen, te Antwerpen geen persoonlijke geheime pers bezat; dat hij bovendien in een uitgebreid aanhangsel betoogt welke werken wel, en welke niet aan Verstegen mogen toegeschreven worden. Dan hebben we een klein overzicht gegeven van enkele belangrijke vraagstukken, die hier ten bate van liefhebbers in nationale geschiedenis en letterkunde werden gesteld en opgelost. |
|