| |
| |
| |
Boekennieuws
Godsdienst-zedenleer
EMIL FIEDLER, Meesters van Morgen. Deel III: Kome uw Rijk. Vertaald door Cor Hesseling, met een inleiding van Anton van Duinkerken. - Hilversum, N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, 1933. 187 blz., ing.: 17,50 fr.; geb.: 22,50 fr.
Dit boekje vormt het derde deel van een 'Trilogie van katholiek ontwaken', en hoe volmaakt beantwoordt zijn inhoud aan dezen titel! De katholieke lezer wordt er eenvoudigweg uit zijn geloofsslaap of -sluimering wakker geschud. - Dit IIIe deel behandelt meer in 't bijzonder ons offensief tegen de dwaling en het moderne heidendom. 'Het is uit met het defensief! En nu voorwaarts!' In een buitengewoon krachtige stijl wordt al het verouderde, al het verstarde, al het heidensche uit onze zeden en gewoonten met den vinger gewezen, en daartegenover worden door een degelijk onderlegden theoloog de echte, oerchristelijke opvattingen uiteengezet en opgedrongen.
Een boek dat door allen, jongeren en ouderen, priesters en leeken moet gelezen worden.
R.V.O.
V. BARON, En suivant Jésus. - Desclée De Brouwer et Cie, 124 blz. Tien beschouwingen over 't leven van Christus.
P. COULET, Le catholicisme et la Crise mondiale. - Ed. Spes, 208 blz.
P. Coulet, de gevierde predikant van Bordeaux, is geen oorspronkelijk denker, en hij heeft ook niet die pretentie. Maar hij is een buitengewoon knappe vulgarisator. Ingewikkelde problemen als dat van de crisis weet hij tot enkele groote lijnen te herleiden. Die sterke vereenvoudiging zal den specialist misschien wel overdreven schijnen, maar de groote meerderheid van de intellectueelen zal na het lezen van dit boek ten minste enkele duidelijke en gezonde gedachten bezitten over de tekortkomingen van het huidige capitalisme, over de socialistische dwaalleeren, over het economisch materialisme. De lezer zal vooral het pauselijk woord hooren over de nooden van dezen tijd, gecommenteerd door een behendig en goed schrijver. Dit boek - evenals de vele andere van P. Coulet - hoort thuis in de boekerij van alle publicisten.
Abbé JACQUES LECLERCQ, Leçns de Droit naturel. III. La Famille. - Ad. Wesmael.-Charlier, Namen, 1933, 498 blz.
De Schrijver heeft de zware, ondankbare, kiesche taak op zich genomen ons grondig maar toch bevattelijk, ja zelfs aantrekkelijk, de moderne vraagstukken der natuurlijke zedenleer voor te houden.
| |
| |
Hij kwijt er zich op voortreffelijke wijze van. Eerst kwam de grondslag in: I. Le fondement du Droit et de la Société; daarop volgde: II. L'Etat et la Politique; nu wordt ons aangeboden: III. La Famille; een vierde deel IV. Les Droits individuele: Vier Travail, Propriété, verschijnt binnen kort.
In zijn Avant-Propos, waar hij de door hem geraadpleegde bronnen opgeeft, merkt de Schrijver op 'il eet des chapitres entiers poot lesquels on ne dispose pas de travaux systématiques sur lesquels on puisse faire fond'; in 't bijzonder over 'la doctrine du droit à l'amour, la situation de la femme et celle de l'enfant'. Over de kuischheid zocht hij tevergeefs naar 'l'ouvrage qui me donnerait la discussion rationelle serrée que la présent livre demandait'.
Welnu, vooral deze vraagstukken warden hier door den gewaardeerden professor aan het St-Louis-Instituut, te Brussel, grondig behandeld, niet casuistisch maar in machtige syntheses.
Moge dit uitmuntend werk - evenals zijne voorgangers - bij onze intellectueelen ruimen ingang vinden!
K. du Bois de Vroylande, S.J.
| |
Wijsbegeerte
G. THIBON, La Science du caractére (L'oeuvre de Ludwig Klager). Desclée de Brouwer et Cie, 258 p., 12 fr.
Ludwig Klages is een duitsch neo-vitalist, beroemd om zijne graphologische studiën, zijne systematische karakterstudie en zijne philosophische wereldbeschouwing uiteengezet in de vier boekdeelen van 'Der Geist als Widersacher der Seele' (1929-'32).
G. Thibon ontleedt in het eerste deel van zijn boek de caracteriologie van Klages; in het tweede zijne metaphysica. Daarna wordt er eens korte studie gewijd aan Hans Prinzhorn, een leerling van Klages. Drie appendices besluiten het boek.
Klages meent dat in den mensch een essentieele strijd zich ontwikkelt tusschen de 'ziel', waarmee hij alle vitale onder-bewuste, niet-intellectueele krachten verstaat, en den 'geest', de bron van het verstand en den wil. De geest is voor hem een tyran die de ziel bindt en verknecht. De mensch zou zich moeten kunnen uitleven volgens het cosmisch rythme dat in zijn 'ziel' pulseert; maar de geest belet zulks en zoekt zijn eigen doeleinden te bereiken tegen de ziel in.
Hoe verwerpelijk zulk anti-intellectualisme ook moge zijn, toch heeft Klages in zijne caracteriologie vele waarheden verkondigd tegen de al te conceptualistische en de materialistische opvattingen in van de officieele zielkunde. Schrijver vergelijkt de psychologische stellingen van Klages met die van St. Thomas en toont eens te meer hoe vele stroomingen in de moderne wijsbegeerte kunnen geleid naar de bedding van het thomisme, en zoodoende geïntegreerd worden in de 'philosophia perennis'.
F. De Raedemaeker, S.J.
| |
| |
| |
Letterkunde
Dr R. VAN POTTELBERG, De Ilias van Homeros. - R.V.H.U., De Standaard.
Deze brochure, klaar en bevattelijk geschreven, zal ook de minst ingewijden inlichten over de talrijke problemen van auteurschap, eenheid, kunstwaarde die de Homerische zangen opwerpen.
BERNARD SHAW, Verliefde Artfsten, vert. Ed. Coenraads. - Wereldbibliotheek, Amsterdam, 288 blz., geb.: fl. 1,25.
Naar het schijnt hechtte B. Shaw zelf maar weinig belang aan zijn romans, eerstelingen in de schrijfkunst, oefeningen, zoo zegt hij, van een nog onbedreven leerling. Zij dagteekenen uit de tachtiger jaren. Hier gaat het, zooals de titel kenbaar maakt, over kunst eenerzijds, over liefde anderzijds; noch het eene nog het andere zijn datgene wat lichtzinnige menschen denken; en dat wordt duidelijk gemaakt in de geschiedenis van den hartstochtelijken, grooten musicus Jack Owen, en van de dwaze maar gevierde tooneelspeelster Miss Madge, welke zich wijsmaakte hem, Jack, lief te hebben. 'Kunst wordt geïnspireerd, ofwel door passie voor huichelarij, ofwel door passie voor schoonheid, die zich nooit verlagen zal tot een leugen'. Zoo is Jack's antwoord. - B. Shaw, die steeds een zoo belangstellend oog bezat voor de geheimste eigenschappen van het karakter zal blijkbaar bij het uitwerken van dit mooie onderwerp veel genot gehad hebben.
X.
J.V.I., Zes postkaarten volgens houtsneden van J.V.I., uitgegeven door het 'Offensief', Geeloofsverdediging, Antwerpen.
Deze kunst-postkaarten, dienende als propaganda voor de goede pers zijn te verkrijgen aan 0,75 fr. de serie. In kunstopzicht zullen deze houtsneden niet door iedereen evenzeer worden gewaardeerd.
FELIX MOESCHLIN, Der Amerika-Johann. Ein Bauernroman aus Schweden. - Montana-Verlag A.G., Horw (Luzern) und Leipzig. Rm. 6.
Een roman die nogal opgang maakt, niet alleen om de literaire verdiensten, die hij, werkelijk heeft, maar ook om de leer die hij verkondigt. Waar anderen het heil zoeken in het opdringen van nieuwigheden, huldigt Moeschlin het getrouw blijven aan oude zeden en gewoonten. Dat is nog zoo kwaad niet. Toch is dat verleden, waaraan de boeren van Aeppelvick moeten getrouw blijven, niet altijd aanlokkelijk. Bijgeloof en ruwheid is er schering en inslag van. Daarom wenscht de lezer soms dat de Amerika-Johann, de jonge veramerikaniseerde Zweed, met zijn hervormingsplannen mocht lukken, al zet hij daarbij zedelijkheidsbegrippen voorop die niet de
| |
| |
onze zijn. Maar ach! de wereldcrisis is hem, als zoovelen, noodlottig en de boeren van Aeppelvick moeten zich dan maar met het oude blijven getroosten. Het boek is goed geschreven en de handeling levendig en afgewisseld.
J. Christelbach.
PAUL DE RYCK, Over vereenvoudigde spelling. - Varior, Sint Amandsberg, 1933. 2 fr.
Deze brochure van een enthousiasten voorstander van de vereenvoudigde spelling is nog niet verouderd niettegenstaande de literatuur die zich over het onderwerp heeft opgehoopt.
PEDRO-ANTONIO DE ALARCON, De Mooie Molenarin, uit het Spaansch vertaald door Jozef Simons, tweede druk. (Volksbibliotheek, nr. 9), Uitg. J. Van Mierlo-Proost, Turnhout, 1934.
De verhalen van P.A. De Alarcon zijn bekend. Wellicht heeft de vertaler niet het mooiste uitgekozen. Toch is het fijne vertelling vol humor, diep menschelijk, boeiend en gezond, al vallen boetpredikers en kanunniken den spotlust van den schrijver ten offer. Voor een degelijke vertaling stond Jozef Simons natuurlijk borg.
E.D.S.
| |
Julius Caesar
De vertaling van Julius Caesar van Shakespeare door P. Fleerackers, in de afleveringen van Streven 1933-'34 verschenen, werd afzonderlijk uitgegeven: een brochure groot formaat, 71 blz. Zij is te bekomen aan 5 fr. per brochure, 4 fr. met tien genomen (voor het onderwijs of tooneelgroepen). Te bestellen bij het Tijdschrift Streven, Frankrijklei, 91, Antwerpen.
| |
Geschiedenis
JOH. VORRINK, Onze opstand tegen Spanje. - J. Muusses, Furmeerend, 1933, 192 blz., f. 2,50.
Deze schets van den opstand der Nederlanden, alhoewel door een protestant geschreven ter eere van Willem van Oranje, is aanbevelenswaard om de helderheid en beknoptheid van de uiteenzetting. Met de beoordeeling van de houding van de Prins in religiosis kunnen we niet 't akkoord gaan. Daarom mag het boek enkel door oordeelkundige katholieken gelezen worden.
HERMAN DEMAN, Over joden en hunne Vervolgers. - Baarn, Hollandia Drukkerij, 1933.
Hebt u al eens met een Jood gepraat, over iets anders dan zaken
| |
| |
en duiten? Hier is er een aan het woord, - nog wel een katholieke Jood - die zijn edel hart uitspreekt in volle oprechtheid: - bedaard-zakelijk, en toch vurig.
'De Jood is een sjacheraar, een revolutionnair, een ontuchtige, een pornograaf...' - wie betwijfelt dat nog? - Schrijver ontmoet één voor één al deze aantijgingen, en bewijst dan hoe weinig die gegrond zijn. Al heeft hij dan steeds een open oog op echte tekorten, en een gevoelig hart voor pijnlijke wonden.
Ik weet niet of alles nu wel zoo zuiver staat als schrijver het hier wil voorstellen. Dit is zeker: hier hoort u iemand aan het woord, die volbloed Jood is, en daarbij ontwijfelbaar oprecht, een edel mensch, en een rasecht katholiek.
Zulk een ontmoeting is geen banaal genoegen: het stemt tot sympathieker nadenken.
L. Arts.
| |
Opvoedkunde
L. BOPP, Jeugdopgang. - Handboek voor Jeugdleiding. Naar het Duitsch door J. Timmermans. - Niet medewerking van E.H. De Groot, Pr. - 's-Hertogenbosch, Malmberg. 1934, 42 fr.
De Nederlandsche Interdiocesane Jeugdcomissie zet de door haar uit te geven boekenreeks 'Vrije Jeugdvorming' in met een Nederlandsche verwerking van het boek van Dr Linus Bopp: 'Das Jugendalter und sein Sinn'.
Het boek van P. Bopp verdient die eer. Zooals het de E.H. De Groot in het Voorwoord schrijft, is het 'gegroeid uit de praktijk van een wetenschappelijk werken..., geschreven in bevattelijk, populairen vorm, zoodat het zich gemakkelijk laat lezen en een krachtig sprekend, naar alle kanten levend beeld geeft van den jongen en het meisje, waarmede de jeugdleider-ster in den arbeid der jeugdleiding te doen heeft'.
Na een methodologische inleiding geeft schrijver een beeld van den lichamelijken groei van den puber. Terecht wordt er op gewezen dat de lichamelijke toestanden, en vooral het spel der klieren, een grooten invloed uitoefenen op het zieleleven van den jongeling.
Het tweede hoofdstuk handelt over de ontplooiïng van het verstandelijk en geestelijk leven in de puberteit. Gevoels- en voorstellingsleven, geheugen, phantasie, opmerkzaamheid, denk- en streefvermogen van den puber worden besproken. Vele theorieën, ook de allerlaatste, worden vermeld en beoordeeld. Schrijver hecht o.i. aan de voorstellingstypen meer belang dan het de laatste onderzoekingen toelaten.
We krijgen daarna een overzicht over de belangstellingssfeer der jeugd: wandelen; gymnastiek, sport en spel; lectuur en litteraire praestatie; 't sociale gevoel; arbeid en beroep; de zedelijke ontwik- | |
| |
keling; de sexueele moraliteit; de godsdienstige ontwikkeling; de Jeugdbeweging.
De twee laatste hoofdstukken handelen over 'eenige typen der mannelijke jeugd' en over 'de jeugd als levenstijdperk en de Jeugdbeweging.
Het boek bevat dus een vrij volledige en in katholieken zin geschreven psychologie van de rijpende jeugd. Maar, dat het ook zou wezen 'een practisch-wetenschappelijke handleiding ter oriënteering van onze jeugdleiders in de groote vraagstukken, die zich op het breede terrein van jeugdopvoeding en jeugdwerk voordoen' valt erg te betwijfelen. Psychologie is geen pedagogie, en het volstaat niet te weten wat de jeugd is, om te weten wat ze moét zijn en hoé ze dat moet worden.
De vele Duitsche toestanden, die in het boek worden verondersteld, verminderen ook wat z'n practisch nut.
Dr J. Donceel, S.J.
| |
Politiek
FORTUNAT STROWSKI, Nationalisme ou Patriotisme. - Grasset, 61, rue des Saints-Pères, Paris-VI, 1933. Prix: 12 frs. fr.
Over dit interessante boek schrijft Dr. De Schaepdrijver in zijn bijdrage: Nationalisme of Vaderlandsliefde, die in dit nummer opgenomen werd.
E.D.S.
GEORG BERNHARD, Le Suicide de la République Allemande. - Rieder, Parijs, 1933, 514 blz., 15 Fr. fr.
Uitgave uit de reeks 'Europe' welke beslist links staat.
Vertaling, en vrij slordige vertaling, uit het Duitsch.
De schrijver sympathiseert met de linksche strekking onder de Duitsche Socialisten; hij is tevens verwoed op de houding der Bondgenooten die voor een aanzienlijk deel mede-oorzaak zijn van den 'zelfmoord' welken hij beschrijft. Hij wil 'exposer les diverses étapes de la construction de la République allemande, lesquelles sont malheureusement devenues aussi les étapes de sa chute.' (blz. 109).
Hij oordeelt dat 'c'est aux négligences commises dans l'exploitation des richesses de pensée démocratique offerts au peuple allemand par la Constitution de Weimar que l'on doit en grande partie la chute rapide de la République... Les matériaux de leur propsgande (der Nationale - en later der Nationaal-Socialistische Partij) leur furent fournis par les partis de gauche qui firent preuve d'un aveuglement et d'une paresse d'esprit incroyables' (blz. 142-143).
De strekking is duidelijk!
| |
| |
De schrijver schijnt echter goed op de hoogte te zijn van de gebeurtenissen welke hij beoordeelt, nl. de politieke verwikkelingen in Duitschland de laatste jaren vóór maar vooral die onder en na den wereldoorlog.
K.B.
RENAUD DE BRIEY, Le Parlement de Demain. - Rex, Leuven, 1933, 36 blz., 3 fr.
De ondertitel luidt: 'le malaise de la démocratie parlementaire en Belgique' en geeft ons de strekking van deze brochure aan: de schrijver schetst ons een parlement op corporatieven grondslag opgebouwd. Hij noopt tot nadenken.
K.B.
Mr. J. ZAAIJER, Nederland-België; Pro et Contra, nieuwe serie, no 6. - Hollandia-Drukkerij, Baarn, 1933, 54 blz., f. 1.
'Pro et Contra' geeft ons, over de meest belangrijke en aktueele betwiste vraagstukken, 'het voor en het tegen', zooals zijn naam zelf het ons zegt.
Hier gaat het om 'de herziening van het Nederlandsch-Belgische verdrag van 1839'. Twee Belgen werden nutteloos aangesproken en hierdoor kwam het dat enkel het 'Nederlandsch Standpunt' uiteengezet wordt; voorwaar met warme overtuiging, evenwel op waardige wijze en zeer zakelijk.
K.B.
PAUL CROKAERT, La Réforme de l'Etat. - Rex, Leuven, 1933, 144 blz., 10 fr.
Verzameling studies, artikels en redevoeringen over de hervorming van het parlementair regiem en die onzer ekonomische inrichting met, in verband hiermee, beschouwingen over het Socialisme. Op enkele interessante wenken omtrent verbeteringen in de parlementaire werkzaamheden na, vernemen wij hier niet veel bepaalds; het blijft meestal bij wenken van zeer algemeenen aard.
K.B.
| |
Sociologie
VALERE FALLON, S.J., Dr., Beginselen der Sociale Economie, Nederlandsche bewerking door Dr R. Lontie. - Ad. Wesmael-Charlier, Namen en N.V. Standaard-Boekhandel, Antwerpen, 1934, 562 blz., 50 fr.
Wij kondigden reeds het verschijnen dezer vertaling vroeger aan (in October 1933; Nr 1), toen ons een eerste bundel (96 blz.) aangeboden werd. Nu komt het gansche werk van de pers. Voegen wij dan een en ander bij hetgeen wij toen reeds opmerkten.
Deze Nederlandsche bewerking doet zich puik voor; alhoewel wij toch niet mogen zeggen dat in de taal elk spoor van vertalingswerk afwezig is. Ze is geheel up to date aangezien de schrijver, met het oog op een nieuwe Fransche uitgave, zijn handboek bijhield en daar- | |
| |
door, op verschillende plaatsen, zakelijke wijzigingen maar vooral aanvullingen voorkomen en de statistieken naar de nieuwste gegevens bij- of omgewerkt werden. Dit gebeurde in het bijzonder in de uitgebreide studie over 'de crises' (blz. 136-147). P. Fallon zoekt in het licht te stellen dat de tegenwoordige crisis er eene is van heel bijzonderen aard. Wij hadden gewenscht dat hij daar, ter bevestiging van zijne - misschien te absolute - opvatting, wat uitvoeriger de studie van het conjunctuurverschijnsel door de verschillende conjonctuurinstituten (Leuven, Harvard, Berlijn, enz.) had behandeld om aan te tonnen in hoever wij tegenwoordig met een crisis van een bijzondere soort te doen hebben.
Die aanvullingen hebben niet weinig er toe bijgedragen het sociale en daarin heel bijzonder het familiale te laten uitkomen, dat bij elke waarlijk doeltreffende economische inrichting moet in aanmerking worden genomen.
K.B.
ARTHUR VAN HOOF, Menschenbehandeling en Techniek, Pedagogische richtlijnen ten dienste van technische leeraars, bedrijfsleiders, ingenieurs, patroons. - N.V. Standaard-Boekhandel, Brussel 1933, 321 blz., 35 fr.
Reeds vóór 1914 was onze machinekultuur aan 't groeien, maar 't is vooral na de droeve oorlogsjaren dat de techniek een nooitgekende uitbreiding boekte. In aanpassing hiermede is het technisch onderwijs, tijdens de laatste jaren, met reuzenschreden vooruit gegaan. Doch deze ontwikkeling werd al te eenzijdig aangevat. Vakbekwaamheid was alles, moreele- en karaktervorming stonden op 't achterplan.
Het technisch onderwijs staat dus voor het hoogst belangrijk probleem: 'Hoe het gebroken evenwicht hersteld tusschen uiterlijke en innerlijke kultuur, tusschen intellektueele en moreele vorming, tusschen het lagere en het hoogere in den mensch, tusschen weten en geweten, tusschen levenskunst en vakkunst, tusschen stofbeheersching en zelfbeheersching?'
Van Hoof tracht in zijn boek dit probleem op te lossen. Hij ontwikkelt de bijzonderste redmiddelen:
1o | een betere kennis der psychologie van den industriejongen; |
2o | een degelijke pedagogische vorming van den technischen leeraar; |
3o | het uitdiepen van de grondvragen der beroepschool. |
Dit boek is een prachtige bijdrage tot de Vlaamsche pedagogiek van het Technisch Onderwijs. Van Hoof geeft uiting van een eigen kijk op de menschen, feiten en toestanden.
Wij meenen echter dat de schrijver zich eenigszins aan overdreven idealisme bezondigt, wanneer het gaat om de vereischten welke aan de technische leeraars gesteld worden, o. a, het ontleden der psychologie van hun leerlingen. In menige vakschool staat de
| |
| |
leeraar voor 30 tot 40 les- en oefeningsuren per week. Als we daarbij het voorbereidings- en het verbeteringswerk voegen, is het begrijpelijk dat deze leeraars niet over den noodigen tijd beschikken om aan psychoanalyse te doen.
Dit praktisch bezwaar stelt echter geen gevoelige vermindering daar van de werkelijke waarde van dit boek. De richtlijnen van Van Hoof blijven een ideaal dat we moeten trachten te benaderen.
Kortom, een zeer verdienstelijk werk, dat door al wie zich met Technisch Onderwijs inlaat, met veel vrucht zal gelezen worden.
L. Verhaegen.
| |
Economie
RENé JOHANNET, Voyage à travers le Capitalisme. - Editions Spes, Parijs, 1934, 256 blz., 7,50 Fr. fr.
Schets van het komen en gaan in het ekonomisch leven; 'Reisverhaal' van een reis door den tijd welke zoekt te laten uitkomen hoe het heden veel meer dan wij het vermoeden met het verleden overeenkomt. Wij meenen echter dat de schrijver hierin overdrijft. Het valt ook op dat hij eerder suggereert dan duidelijk bewijst. Wij hadden gewenscht hem wat meer te zien steunen op de sociale leer der pausen.
K.B.
VAN DER LELY, Arbeidsorganisatie, Technocratie, Welvaart. - Van Gorcum & Comp., Assen, 1933, 202 blz.
De schrijver ontleedt eerst het gansche complex van het heden daagsch ekonomisch leven om te besluiten dat de maatregelen getroffen om aan de krisis een einde te stellen niet baatten omdat 'men in de grondslagen der ekonomie, bekeken van uit het welvaartsoogpunt van de gemeenschap, nog te weinig inzicht heeft'. Daarna gaat hij over 'tot het leggen der nieuwe grondlagen voor de ekonomie... om de welvaart in Europa te bevorderen'.
De ontleding is ingewikkeld; het hervormingsplan is, op een paar bijzonderheden na, heerlijk; maar utopistisch.
K.B.
W.H.A. WESSELINK, Beknopt Leerboek der Economische Geschiedenis. - Groningen, P. Noordhof N.V., 1933. VII + 234 blz.
De schrijver van dit boek, die juist na de voltooiing ervan overleed, heeft 'er naar gestreefd, de groote hoofdlijnen der economische geschiedenis aan te geven, en de toestanden te beschrijven in hun oorzakelijk verband.' Dit is hem volkomen gelukt, zonder hem trouwens te beletten, vele bijzonderheden aan te halen, die het verhaal - want het boek geeft een doorloopend verhaal - rijker en aantrekkelijker maken. Deze details worden dan doorgaans in kleinere tekst gedrukt, zoodat de overzichtelijkheid er niets bij verliest.
R.V.O.
| |
| |
Dr L.G. KORTENHORST Drs S. POSTHUMA, Actieve Handelspolitiek: Pro et Contra, nieuwe serie, no 5. - Hollandia-Drukkerij N.V., Baarn, 1932, 81 blz., f. 1.
Dr Kortenhorst staat aktieve handelspolitiek voor; Drs Posthuma bestrijdt ze en brengt, tegen dat leiden van staatswege, heel ernstige bedenkingen aan welke op zijn minst duidelijk laten uitkomen dat hier ingrijpen zeer voorzichtig en oordeelkundig moet gebeuren.
Een leerrijk Pro et Contra!
K.B.
Dr ERNST JOHN, Goldinflation und Wirtschaftsentwicklung. - Oesterreichischer Wirtschaftsverlag, Wien, 1933, 149 blz.
De schrijver geeft ons een 'theoretisch onderzoek naar de lange schommelingen in de prijs en productiereeksen, de zoogenaamde langdurige cyclussen'. In een aanhangsel treffen wij overvloedige statistische gegevens aan, welke de theorie toelichten. Het eindbesluit beveelt behoud van het goud tot grondslag der munt aan.
K.B.
GEORGES DE LEENER, Théorie et politique du commerce international. - Maurice Lamertin, 5860, Coudenbergstr., Brussel, 1933, 444 blz.
'Pour que la prospérité se prolonge et pour que les crises inévitables s'atténuent, le rétablissement de la liberté des échanges sera nécessaire. Les résistances seront nombreuses et tenaces...
'Pour atteindre ce but - de gezonde leer nopens den internationalen handel opnieuw ingang doen vinden - une oeuvre doctrinale était nécessaire'.
Deze zinnen, de laatste uit het werk, duiden ons zijn aard en zijne strekking aan: wij treffen er het vertrouwen in de nuttige gevolgen der vrijheid aan, den klassiek eigen.
Maar niet minder een grondige kennis der theorieën, der instellingen, der methodes en zelfs der techniek want ook deze wordt ons zakelijk uiteengezet.
Met een woord een volledig, methodisch en zeer leerrijk traktaat, al mogen ons de soms wat spitsvondige redeneeringen niet volkomen overtuigen.
K.B.
|
|