Streven. Jaargang 30
(1976-1977)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 657]
| |
ForumHet gezicht van MalrauxJeugdportretten van Malraux tonen een slungelachtige jongeman met zijdezacht ravenzwart haar naar de mode van de tijd met pommade half opzij gekamd, een sigaret tussen de vastbesloten lippen, de vrije hand achteloos in de zij geplaatst. Kortom, een poseur die zijn angst voor de camera maskeert met een doelbewust aan- of wegkijken of onder een toegeeflijke glimlach. Later, wanneer kolonel André Berger bij toeval gesnapt wordt temidden van zijn medeverzetslieden, is de blik zelfbewuster en ongedwongen. Nog later ondergaat minister Malraux het flitsen der cameralampen met berusting. Een lachje kan er nauwelijks af. Op al die portretten van de pas overleden Franse schrijver, die men kan aantreffen in o.a. de biografieën van Jean Lacouture en Pierre Galante, vallen de ogen op. Felle, donkere, zoekende ogen. Malraux was een kijkdier, dat lijdt geen twijfel. Niet voor niets was voor hem het Musée Imaginaire de samenvatting van alle menselijke verbeeldingskracht en boeide de kunst hem uiteindelijk meer dan het denken of de fictie. Waarvan zijn in alle toonaarden bezongen carrière getuigt. Typerend vind ik een foto afgedrukt in Galantes Malraux, waarop de minister van cultuur arm in arm lijkt te lopen met Charles de Gaulle. Bijna een hoofd groter dan Malraux beweegt de generaal zich voort, het hoofd opgeheven met dezelfde onbewogen blik als waarmee hij in Madame Tussauds wassenbeeldenspel is afgebeeld, de armen uitdrukkingloos langs het geconstipeerde lichaam. Malraux daarentegen is een en al beweging, danst bijna, zijn handen toveren de meester het visioen voor dat zijn ogen zien: culturele centra, een hagelwit Parijs, de winst van een volgend referendum. Het meest trof mij een foto die van de ex-minister gemaakt werd vóór zijn vertrek naar Bangla Desh in maart 1973. Een belangrijk moment: een beroemd man gaat gravend in zijn verleden terug naar het begin van zijn succes, het verre oosten waarover hij in de twintiger en dertiger jaren de boeken opendeed die zijn faam als schrijver vestigden: La Voie Royale, Les Conquérants en vooral La Condition Humaine. De Gaulle is er niet meer. Het Gaullisme een versteende inspiratie. Twee zoons verongelukt. Louise de Vilmorin, zijn beste vriendin, overleden. Malraux vereenzaamd. De foto toont een man die nog éénmaal avonturier wil worden. Maar de pose is verdwenen. Alleen nog angst is in de ogen te lezen. Malraux had een hekel aan deze foto, omdat naar hij beweerde het leren jack waarin hij zich gehuld had te veel plooien vertoonde. Een kijkdier als Malraux kon het echter niet ontgaan hoe onbarmhartig de techniek de tekenen van de dood in zijn ogen en in de plooien van zijn gezicht onthulde. Dat moet hem, hoezeer hij in zijn geschriften ook stoeide met de dood, een pijnlijke ervaring geweest zijn.
André Berger stierf op 23 november 1976, ‘in geur van heiligheid’, te oordelen naar de enorme belangstelling die zijn begrafenis in Frankrijk veroorzaakte. Door de Franse verzetsstrijders werd hij op handen gedragen. De jongere generatie, die zich van hem afwendde om zijn politieke keuze voor De Gaulle, kan, nu de politicus niet meer is, terugkeren naar de geschriften van de man die met Sartre, de Beauvoir, Camus en Marcel het gezicht van het Franse existentialisme | |
[pagina 658]
| |
bepaalde en daarbinnen een heel eigen weg bewandelde. Misschien zal men vanuit aandachtige bestudering van Malraux' romans en esthetisch werk toch meer verband zien tussen de jonge anarchist die in Saigon vocht aan de zijde van de rode Khmer, en de gaullist die in opdracht van de Général de band ging versterken tussen de Franse republiek en de Chinese volksrepubliek.
Ed de MoorGa naar voetnoot1 |
|