Streven. Jaargang 30
(1976-1977)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Kristenen voor het socialisme
| |
[pagina 203]
| |
en door het tijdelijke het geestelijke ontdekken, naar het evangelie als de blijde boodschap van bevrijding, naar God, doorstoten; en niet omgekeerd, vanuit van boven opgelegde geestelijke waarden het tijdelijke beoordelen. Naar het politieke vlak vertaald, houdt het begrip ‘volks-Kerk’ in, dat men bewust partij kiest voor de onderdrukten en tegen de bestaande kapitalistische maatschappijstructuren. Hierdoor zet ze zich af tegen een Kerk die, bewust of onbewust, maar feitelijk toch kiest voor de handhaving - én slechts daarbinnen ook voor de vermenselijking en de verbetering - van de bestaande maatschappijstructuren, voor de heersende klasse dus en haar rechtsorde. De christendemocratie als politieke partij betekent volgens hen de concrete politieke uitwerking van deze optie: ze zet zich wel expliciet in voor een verbetering en een aanpassing van de bestaande orde. De uitwassen ervan, de afwijkingen, worden wel degelijk aangepakt, maar de grondslagen zelf, namelijk het recht op privé-eigendom van de produktiemiddelen én de macht, die hieraan van rechtswege verbonden is en die zijn uitdrukking vindt in de klassenstructuur van onze maatschappij, deze grondslagen worden door de christendemocratie verdedigd en beschermd. Dit is dan, menen de KVS, de christendemocratische ideologie, waarvan de katholieke massa zich moet leren vrijmaken. | |
Oorsprong en internationale dimensieDat de beweging KVS ontstaan is in Zuid-Amerika en meer bepaald in Chili, is niet toevallig. In een continent waar de scherpe klassentegenstellingen binnen de kapitalistische maatschappij duidelijk zichtbaar waren in barbaarse en dikwijls bloedige vormen van onderdrukking, betekende de overwinning van de Unidad Popular onder Allende in Chili (1970) een vérgaande uitdaging voor de Chileense christenen. Zouden zij daadwerkelijk en solidair met de onderdrukte klassen meewerken aan de opbouw van een socialistische maatschappij of zouden zij ‘passief’ blijven toezien omdat christendom en marxisme nu eenmaal niet met elkaar te verzoenen zijn?Ga naar voetnoot2 Het antwoord hierop was echter reeds enige jaren door de christelijke basis zelf gegeven in reactie op de oproep van de Zuidamerikaanse bisschoppenconferentie van september 1968 te Medellin. Hierin werden de gelovigen opgeroepen christelijke basisgroepen te vormen die uitdrukkelijk werk zouden maken van de opbouw van een nieuwe, rechtvaardiger samenleving zonder onderdrukking. Van deze groepen ging dan in april 1971 de Verklaring van de Tachtig uit, waarin Chileense priesters hun solidariteit bevestigden met het opbouwproces van het socialisme in hun land. Zij stelden ook | |
[pagina 204]
| |
dat christendom en socialisme wel degelijk konden samengaan en dat er zelfs meer evangelische waarden in het socialisme dan in het kapitalisme te vinden waren. Zij riepen ook op tot een algemene Latijnsamerikaanse bijeenkomst om na te denken over het engagement van de christen in de revolutie. Een jaar later, in april 1972, had dan te Santiago de Chile de eerste internationale bijeenkomst plaats van de beweging KVS. Meer dan vierhonderd christenen uit alle landen van Latijns-Amerika, priesters, religieuzen en leken, en een aantal waarnemers uit de V.S. en Europa bespraken gedurende een week de houding en de taak van de christenen in de wereld vandaag. In een eerste deel van het document, dat na afloop van de bijeenkomst verscheen,Ga naar voetnoot3 werd een beperkte analyse gegeven van de Latijnsamerikaanse realiteit. De grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid die hier heersen werden geduid als het resultaat van de sociale verhoudingen die eigen zijn aan het kapitalistisch produktiesysteem. Als enig alternatief hiervoor werd het socialisme voorgesteld dat de weg moet openen naar een rechtvaardiger samenleving. Om dit socialisme te realiseren werd een strategisch bondgenootschap van christenen en marxisten noodzakelijk geacht. In een tweede gedeelte werd dieper ingegaan op de verhouding tussen revolutionair engagement en christelijk geloof. Het christelijk geloof moet een prikkel zijn om het revolutionair engagement van meet af aan te richten op een totale wereldomvorming, die verder reikt dan een loutere verandering van economische structuren. Het revolutionair engagement op zijn beurt is een hulp om opnieuw de belangrijkste thema's van de evangelische boodschap te ontdekken: de bevrijdende kracht van Gods liefde, van de dood en de verrijzenis van Christus. Het document eindigde met een uitspraak van Che Guevara: ‘De christenen moeten definitief voor de revolutie kiezen en wel heel in het bijzonder op ons continent, waar het christelijk geloof zo'n belangrijke plaats inneemt bij de volksmassa. Maar in de revolutionaire strijd mogen de christenen hun eigen dogma's niet willen opleggen, noch aan missionering voor hun Kerken doen. Zij nemen eraan deel zonder de bedoeling de marxisten te bekeren, maar ook zonder hun geloof te verbergen door zich aan deze laatsten aan te passen. Als de christenen het zouden aandurven op echt revolutionaire wijze getuigenis af te leggen, dan zou de Latijnsamerikaanse revolutie onoverwinnelijk zijn, want tot nu toe hebben de christenen toegelaten dat hun leer gebruikt werd als een instrument in handen van de reactionairen’. De militaire staatsgreep in september 1973 betekende voor de beweging | |
[pagina 205]
| |
RECOMPENSA buscado por subversión, asociación para delinquir y conspirar contra el gobierno establecido. JESUCRISTO viste pobremente, obrero, mal alimentado, con ideas foráneas, asociado a gente común, desocupados, alias: ‘el principe de la paz, la luz del mundo,’ etc. señas: barba y pelo largo, heridas en manos y pies producidas por ciudadanos respetables, dirigidos per autoridades legales. | |
[pagina 206]
| |
KVS in Chili het begin van de clandestiniteit. Voor velen van haar leden, die actief waren in de partijen van de Unidad Popular en andere socialistische organisaties, was de tijd van de diaspora aangebroken. In verschillende landen van Europa en Noord-Amerika oefenden zij een belangrijke invloed uit op het ontstaan en de uitbreiding van de beweging KVS in die landen. Een kleine groep Chilenen, die vanuit Parijs contacten onderhielden met kameraden die over de hele wereld verspreid zaten, nam dan ook het initiatief tot een tweede internationale bijeenkomst. Deze had plaats in april 1975 te Quebec (Canada). Waar de eerste internationale bijeenkomst vooral aandacht had besteed aan de Latijnsamerikaanse situatie, werd nu al duidelijk geconstateerd dat de beweging van christenen, die zich ingeschakeld hebben in de bevrijdingsstrijd, zich overal ter wereld had uitgebreid en versterkt. In de inleiding van het slotdocument van deze bijeenkomst lezen wijGa naar voetnoot4: ‘Gesitueerd binnen deze beweging hebben wij gezocht om de “Kristenen voor het socialisme” te definiëren en te versterken, als een referentiepunt voor de christenen, op het huidig moment van de klassenstrijd op internationaal niveau’. Het document bevat tweeëndertig punten en bevat, naast inleiding en besluit, drie thema's. Het eerste deel handelt over de politieke situatie en de bevrijdingsstrijd in de wereld: het beslaat de helft van het document en geeft op een beknopte en heldere wijze het ontstaan en de ontwikkelingstendensen weer van het imperialisme, zowel in de arme als in de rijke landen. Men constateert ook dat het verzet tegen deze ontwikkelingen steeds sterker wordt en dat in dit verzet reeds kiemen liggen van de nieuwe maatschappij in de toekomst. Het document zegt dan: ‘Het is in deze praktijk dat wij ons proberen in te schakelen. Het is die praxis die - te midden van een harde realiteit - de hoop fundeert op een socialistische, rechtvaardige en menselijke maatschappij. Het is in dit proces, dat even veeleisend als zinvol is, dat mannen en vrouwen die zich bewust worden van de menselijke solidariteit, zich integreren’. Het tweede gedeelte is kort maar van centrale betekenis. Het handelt over een ‘nieuwe geloofspraktijk’. Het is sterk bepaald door de bevrijdingstheologie zoals die door theologen als Arroyo, Guttiérrez en Girardi theoretisch verwoord werd.Ga naar voetnoot5 De nieuwe geloofspraktijk en de bevrijdingstheologie vertrekken vanuit de historische ervaring van het volk. Zij distanciëren zich scherp van wat zij noemen: beslissingen en academische discussies van mensen die geïsoleerd leven in ivoren torentjes. De nieuwe geloofspraktijk en de bevrijdingstheologie pretenderen hiermee terug te keren naar wat de feitelijke kern vormt van het evangelie, de historische ervaringen van het Joodse volk: | |
[pagina 207]
| |
‘Maar in de mate dat voor de revolutionaire christenen de vereenzelving met de belangen en de strijd van het volk de basis vormt voor een nieuwe wijze van menszijn en voor een nieuwe wijze om het woord van de Heer au sérieux te nemen, groeit het bewustzijn dat een beleving van het geloof die vertrekt van de historische praxis een theologie met zich brengt die verbonden is met de strijd van de onderdrukten voor hun bevrijding’. Het laatste gedeelte handelt over nieuwe vormen van kerkbeleving. De huidige Kerk als instituut steunt objectief gezien de belangen van de heersende klassen. De eventuele verschillen tussen Noord en Zuid liggen enkel op het vlak van het meer of minder openlijk karakter van deze steun. Toch zijn er ook binnen deze Kerk christenen die het opnemen voor de marginalen en onderdrukten in onze maatschappij. ‘Maar deze feiten kunnen de diepe tegenstrijdigheid niet opheffen die de revolutionaire christenen beleven tussen hun trouw aan de Kerk en hun trouw aan de volksklassen. Toch weigeren zij uit de Kerken te treden en het evangelie in handen te laten van de heersende klassen. Uit deze tegenstrijdigheid en uit dit lijden ontstaat het zoeken naar een kerkelijk alternatief’. Deze nieuwe vormen van kerkbeleving kunnen zich echter slechts ontwikkelen ‘binnen een maatschappij die de structurele overheersingsrelaties verbroken heeft en die de objectieve voorwaarden heeft geschapen voor vrijheid en rechtvaardigheid’. In het besluit van het document tenslotte wordt de verhouding tussen de brede stroming van christenen die zich revolutionair politiek engageren, de marxisten en de beweging KVS uiteengezet. ‘Deze christenen vormen in de onderscheiden landen verschillende basisbewegingen en basisgroepen. Zij willen helemaal geen “christelijke” politieke partijen vormen en zullen dat ook nooit doen. Integendeel, bewust dat de arbeidersbeweging één is en dat christenen en marxisten zich moeten verenigen in een gemeenschappelijke strijd, zullen zij deel uitmaken van de proletarische partijen en van de volksorganisaties. Elk op zijn plaats zullen zij verspreid zijn in de politieke strijd, maar toch verenigd om op een bijzondere manier een ideologische strijd te voeren op een beperkt front. Als gelovigen verenigen zij zich eveneens in christelijke basisgemeenschappen vanwaar een bevrijdende evangelisatie wordt uitgedragen en het zaad gestrooid voor een volkskerk... De beweging KVS situeert zich binnen deze brede stroming, waaraan zij zich voedt, en in sommige landen groeit zij tot een organisch werktuig dat aan de basis werkzaam is en tevens zijn publieke en sociale uitdrukking kent op nationaal en internationaal vlak’. Sinds deze laatste internationale bijeenkomst geldt het Manifest van Quebec zo'n beetje als het charter van de beweging KVS. Het aanvaarden van het manifest is dan ook de eerste voorwaarde voor iedere groep die zich wil aansluiten. | |
[pagina 208]
| |
De beweging KVS in EuropaIn maart 1974 had in Parijs een eerste bijeenkomst plaats van vertegenwoordigers van enkele KVS-groepen in Europa. De initiatiefnemers hiertoe waren enkele Chilenen en Europeanen die na de putsch uit Chili waren gevlucht. Men besprak hier de mogelijkheid om tot een coördinatie over te gaan van de nationale KVS-groepen in Europa. Zoals al dikwijls het geval was geweest bij het opzetten van deze groepen in Europa was ook hier de invloed van de Chileense ballingen van beslissend belang bij het streven naar eenmaking en organisatorische uitdrukking van die christenen. In maart 1975, een jaar na de eerste informele KVS-bijeenkomst te Parijs, had te Lyon een eerste algemene bijeenkomst plaats van de beweging KVS in Europa. Een zestigtal mensen vertegenwoordigden er zeven bestaande nationale groepen (Spanje, Spaanse Emigratie, Italië, Nederland, Portugal, en België met twee delegaties) en vier nationale groepen in opbouw (Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Engeland). Twee punten werden vooral besproken: de verhouding tussen geloofsbeleving en politiek engagement bij de leden van de verschillende groepen en de noodzaak van de ideologische ontbolstering van de katholieke massa, de reeds hoger vermelde bevrijding uit de christendemocratische ideologie, die het inzicht verhindert in de ware tegenstellingen binnen onze samenleving. De bespreking van deze beide punten leidde tot een drietal conclusies: 1 Op het vlak van het politieke engagement gingen alle groepen akkoord dat het nooit de taak van de beweging KVS kon zijn een eigen linkse en christelijke partij op te richten, noch zich als beweging aan een bestaande linkse partij exclusief te binden. Men sprak zich hier duidelijk uit voor het pluralisme waarbij de plaats (organisatie) van het engagement aan de verantwoordelijkheid van iedere christen persoonlijk wordt overgelaten. 2 Binnen de beweging KVS zijn er twee hoofdrichtingen onder de militanten: zij die de nadruk leggen op de politieke praktijk als noodzakelijke voorwaarde voor een mogelijke volkskerk, en zij die meer nadruk leggen op de herontdekking van het geloof en de taak van de ideologische ontbolstering bij de katholieke massa. Het typische van de beweging KVS is juist dat zij geen keuze maakt tussen deze beide richtingen maar probeert beide strekkingen op een positieve, kritische manier op elkaar te laten inspelen. Belangrijk hierbij is dat de ‘politieke’ strekking de autonomie van het religieuze moet kunnen erkennen, terwijl de ‘religieuze’ strekking niet mag vergeten dat het politieke het fundamenteel hoogste principe is. Deze kwestie werd vooral in Italië bediscussieerd naar aanleiding van de verhouding tussen de beweging KVS en de christelijke basisgemeenschappen. Zij is trouwens ook het uitgangspunt van de discussie in Frankrijk tussen de ‘marxistische christenen’ met als tijdschrift Cité Nouvelle en de ‘socialistische christenen’ met als tijdschrift Notre Combat. | |
[pagina 209]
| |
3 Wat betreft de organisatie van de beweging op Europees niveau werd het voorstel voor een centraal secretariaat met algemeen geldende beslissingsmacht niet aangenomen door de meerderheid van de afgevaardigden, die hierin een mogelijk nieuw begin van een hiërarchie en een almachtige positie van het apparaat vreesden. In de plaats daarvan werd een ‘verbindingscomité’ opgericht waarin ieder land vertegenwoordigd zou zijn. Dit verbindingscomité kwam tot nu toe driemaal bijeen: In juni/juli 1975 te Montpellier waar de groep KVS-Italië de verantwoordelijkheid voor het internationaal secretariaat op zich nam.Ga naar voetnoot6 Er werd ook beslist over de drie volgende punten: a. vrouw, seksualiteit en gezin; b. een congres van de beweging KVS over de emigratie; c. een Europees seminarie over de christen-democratie. In november 1975 werd in Grenoble vooral aandacht besteed aan de interne ontwikkeling van KVS-Europa. Vooral de sterke uitbreiding van de Beweging in Nederland, Frankrijk en Spanje; het ontstaan van nieuwe groepen in Zwitserland en Skandinavië en de groeiende belangstelling van enkele Oosteuropese landen kwamen ter sprake. De laatste bijeenkomst in april 1976 te Turijn stond volledig in het teken van de voorbereiding van het Europees seminarie van de beweging KVS over de christen-democratie dat in november 1976 in Nederland plaats vond. Dit seminarie wordt dan meteen het eerst grote publieke optreden van de beweging KVS in Europa. | |
De beweging KVS in BelgiëDe Franstalige sectie: Chrétiens pour le socialisme (CPS) - Op 27 februari 1971 kwamen te Namen een honderdtal christenen bij elkaar die actief waren in de meest diverse sociale, economische en culturele sectoren. Zij spraken als christenen hun geloof uit in de noodzakelijke opbouw van een socialistische maatschappij. In het vooruitzicht van een eigen concilie van de Franstalige kerkprovincie organiseerden een aantal bestaande christelijke basisgroepen zich op deze bijeenkomst tot de Assemblée pour un Concile des Wallons et des Bruxellois (ACWB). In een tweede bijeenkomst, een jaar later, werden de opties van de eerste bijeenkomst bevestigd en werd meer in het bijzonder aandacht besteed aan de gezondheidssector in ons land. Een derde bijeenkomst in februari 1974 hield zich bezig met de rol die een bevrijdende cultuur zou kunnen spelen in het globale maatschappelijke bevrijdingsproces. Ondertussen werden door de regionale groepen een | |
[pagina 210]
| |
ganse reeks kleinere lokale initiatieven genomen. Een verbindingscomité zorgde voor het onderling contact. Het was ook ditzelfde verbindingscomité dat in de loop van 1974 contact opnam met leden van beweging KVS in Parijs. Op 27 april 1975 hield het ACWB tenslotte een werkdag met als thema. Pratiques socialistes et pratiques de foi. Niet alleen de eigen militanten, maar ook alle Franstalige christenen met een op een of andere manier revolutionair engagement voor een socialistische samenleving, waren voor deze werkdag opgeroepen. Op het einde van de dag beslisten de aanwezigen het ASWB op te heffen en zich van dan af voor te stellen als Chrétiens pour le Socialisme (CPS). Sindsdien vergadert maandelijks een uitvoerend comité dat voor de uitwisseling van informatie over de verschillende regionale activiteiten zorgt en eventuele gemeenschappelijke acties voorbereidt. Zij verzorgen verder de uitgave van een maandelijks tijdschrift en houden regelmatig contact met het uitvoerend comité van KVS-Vlaanderen.
De Nederlandstalige sectie: Kristenen voor het Socialisme (KVS) - In tegenstelling tot het ontstaan van de CPS dat terugging op reeds bestaande basisgroepen, was de oprichting van KVS-Vlaanderen in de eerste plaats het resultaat van individuele initiatieven die met wisselend succes poogden kleine regionale werkgroepen op te richten. Dit niet gegroeid zijn uit bestaande groepen of initiatieven is tot op dit ogenblik een belangrijke factor in de moeizame, maar daarom niet minder vastberaden uitbouw van de beweging KVS in Vlaanderen. Reeds in december 1973 kwamen te Antwerpen een dertigtal mensen bijeen die zich vanuit de Chileense ervaring bezonnen over christendom en socialisme. Een rechtstreeks gevolg hiervan was het oprichten van een viertal lokale KVS-groepen te Antwerpen, Gent, Brussel en Tielt. In november 1974 publiceerden deze groepen een ‘basistekst ter discussie’ over de verhouding tussen maatschappelijk engagement en de beweging KVS.Ga naar voetnoot7 1975 betekende het jaar van de eerste doorbraak: in Turnhout, Hasselt, Brugge en Leuven werden nieuwe KVS-groepen opgericht. In juli 1975 had een eerste bijeenkomst plaats van afgevaardigden uit de regionale kernen. Men besloot een uitvoerend comité voor KVS-Vlaanderen op te richten om contact tussen de regionale kernen te verzekeren en eventuele gezamenlijke activiteiten voor de toekomst voor te bereiden. Dit uitvoerend comité, waar telkens minstens een afgevaardigde per regionale kern aanwezig is, komt nog steeds om de twee maanden samen. Terzelfdertijd verscheen ook het eerste nummer van een tweemaandelijks tijdschrift van KVS in Vlaanderen: Kering. Tot op dit ogenblik fungeert Kering in de eerste plaats als intern | |
[pagina 211]
| |
contactorgaan tussen de verschillende groepen in Vlaanderen.Ga naar voetnoot8 Ook kan men er regelmatig informatie in vinden van het Europese en het internationale front van de Beweging. In de toekomst wil men ook meer theoretisch-vormende artikels laten verschijnen. In juni 1975 verzorgde KVS-Leuven een vertaling van het slotdocument van de tweede internationale bijeenkomst van KVS te Quebec in april van dat jaar. Dit Manifest van Quebec werd van dan af het basisdocument van de Beweging dat in alle regionale groepen steeds weer opnieuw werd besproken en bestudeerd. Ondertussen vertaalde de groep KVS-Leuven, na overleg met de auteur, een klein werkje van G. Girardi, Amour chrétien et violence révolutionnaire, dat in oktober 1975 op de markt verscheen.Ga naar voetnoot9 Een groeiende regionale samenwerking leidde begin 1976 tot de gezamenlijke publikatie van een Werkboek - Kristenen voor het socialisme en een nationaal weekend op 15-16 mei te Herentals. Een week later, op zaterdag 22 mei, had ter gelegenheid van de jaarlijkse herdenking van Rerum Novarum te Antwerpen een nationale ACW-manifestatie plaats onder het motto ‘Gelijk Geluk’. KVS-Vlaanderen vond dit de ideale gelegenheid om voor het eerst in het openbaar op te treden. In een verzorgd pamflet, met op de voorzijde de afdruk van een affiche met als titel: ‘Zijn mensen wel belangrijk?’ (cfr. de propaganda-affiches van de CVP tijdens de laatste maanden ‘Omdat mensen belangrijk zijn’), stelde KVS-Vlaanderen: ‘Om echt gelijk geluk te bekomen moet er MEER gebeuren dan congressen over visioenen van inkomensherverdeling, dan een schone Rerum-Novarum-betoging, dan samen met de patroons en liberale ministers aan tafel te gaan zitten en te “overleggen”.’Ga naar voetnoot10 Met deze actie gaf KVS-Vlaanderen ook duidelijk haar actieterrein te kennen: de katholieke massa in Vlaanderen. Dit was een eerste actie waarbij ‘slechts’ 8.000 pamfletten werden uitgedeeld. Wanneer wij de activiteiten van de verschillende KVS-groepen in hun geheel bekijken, vallen deze uiteen in twee soorten. Vooreerst is daar de interne werking: de leden van de verschillende groepen moeten allen nog veel leren, zowel op het vlak van de politiek-ideologische vorming als op het vlak van een nieuwe bevrijdende lezing van het evangelie. Dit leerproces wordt voortgestuwd binnen eigen studie- en discussiegroepen. Aan de andere kant is daar de werking naar buiten: deze valt op haar beurt in twee soorten uiteen. Vanuit alle mogelijke groepen, organisaties of parochies wordt gevraagd de Beweging te komen voorstellen. Deze aanvragen zijn op dit ogenblik zo talrijk dat met moeite aan elk hiervan kan worden voldaan. Het publiek varieert van gezinsgroepen over KWB-afdelingen (Katholieke Werkliedenbonden) naar het Nationaal Centrum voor Arbeidspastoraal | |
[pagina 212]
| |
van het ACW (Algemeen Christelijk Werkersverbond) tot en met een afvaardiging van de Kommunistische Partij van België. Anderzijds proberen de regionale groepen zelf mee te werken aan plaatselijke initiatieven of bieden zij zichzelf aan om eucharistievieringen te verzorgen in het kader van de vastenwerking. In Vlaanderen is KVS dan ook zeker niet in de eerste plaats een beweging die revolutionaire christenen groepeert, die op hun beurt geëngageerd zijn in bestaande ‘revolutionaire’ organisaties. Veeleer gaat het hier om een mobiliserende idee die aan ‘ideologische ontbolstering’ wil doen binnen de katholieke zuil. Iedereen zal wel begrijpen dat er voor een beweging met een dergelijke doelstelling in Vlaanderen een enorm werkterrein is weggelegd. Toch mogen we niet vergeten dat KVS-Vlaanderen zelf haar eigen optie als ondergeschikt beschouwt aan de uiteindelijke opbouw van een socialistische samenleving, maar om dit te bereiken acht zij het onmiskenbaar nodig dat de katholieke massa zichzelf bevrijdt uit de greep van de christen-democratische ideologie. | |
‘Christenen voor het socialisme’ in NederlandDe beweging ‘Christenen voor het Socialisme’ (voortaan CvS) - Nederland is opgericht in 1974, met het doel ‘links’ in de Kerk(en) te bundelen en te versterken. Het initiatief ging uit van de N(ederlandse) C(hristen) S(tudenten) V(ereniging) (NCSV), direct mede opgepakt door een groep uit Chili uitgeweken Nederlandse priesters en een aantal lokale groepen. De organisatie omvat momenteel ongeveer 15 regionale/lokale groepen, die minstens maandelijks (soms veel frequenter) vergaderen. De onderwerpen die men daar bespreekt omvatten de vanuit de landelijke bijeenkomst aangeboden scholing (op economisch, politiek en theologisch vlak), de participatie in het werk van lokale actiegroepen, en de lectuur van de periodiek van de beweging Opstand. In totaal doen 200 tot 300 mensen in deze groepen mee. Met een veel uitgebreider groep bestaan regelmatige contacten. De landelijke bijeenkomst (in Utrecht) gaat maandelijks door en wordt door gemiddeld 50 mensen uit de regio's bezocht: deze landelijke groep treedt min of meer als kerngroep op, en alle lokale groepen zijn erin vertegenwoordigd. Men beslist daar o.a. over de scholing en over de participatie, op landelijk niveau, aan acties als anti-bewapeningsdemonstraties, acties ten voordele van de gastarbeiders, en dergelijke meer. Het aangeboden scholingsmateriaal wordt er kritisch door-geëxerceerd en actuele punten worden er besproken. De gebruikelijke formule is: de helft van de tijd besteden aan politiek-economische vragen, de andere helft aan theologische (vooral exegetische) en typisch kerkelijke problemen. Heel dit werk wordt door een stuurgroep gecoördineerd, die tevens landelijke initiatieven lanceert en de publiciteit verzorgt in radio en dagbladen. (Zowel voor de radio als in de | |
[pagina 213]
| |
dagbladpers wordt regelmatig aandacht geschonken aan de CvS.) De periodiek van CvS-Nederland is de tweemaandelijkse Opstand.Ga naar voetnoot11 Hierin komen voor: nieuws uit de regio, politieke beschouwingen (in de regel inhakend op de actualiteit), boekbesprekingen, internationaal nieuws en exegese. Er is een zeer behoorlijke stijging van het aantal abonnees: begonnen met ongeveer 200, komen zij nu in de buurt van 1.000. CvS kent geen ‘leden’ in de formele zin van het woord. Men zou kunnen zeggen dat er in zekere zin twee groepen ‘leden’ bestaan: de deelnemers aan de lokale/regionale groepen en de lezers van Opstand. Wij schatten dat in beide groepen het aantal roomskatholieken en protestanten ongeveer gelijk is. Een echte ‘basisbeweging’ is CvS-Nederland (nog) niet: een té groot deel van haar ‘leden’ is dominee/pastor, maatschappelijk werker, student... Maar het is duidelijk dat de recente aangroei voor een groot deel wél uit de basis komt. Men beoogt dit sterk te stimuleren. CvS-Nederland is voor het eerst in de publiciteit gekomen met een Manifest in verband met de kerkelijke actie Nieuwe Levensstijl. Daarin werd o.a. aangestipt dat de ‘verontrusting’ van de kerkleiders over de enorme kloof tussen arm en rijk, over de verspilling van de grondstoffen en de aftakeling van ons leefmilieu (alle euvels die volgens CvS politieke en economische gronden hebben) dreigde geneutraliseerd te worden door symbolische daden zoals vasten, een beetje versobering, enz...., die de (politieke) kern van het probleem ongemoeid laten. De eerstvolgende grote publicitaire aangelegenheid moest het Europese congres van de Christenen voor het Socialisme worden: over de rol van de christendemocratie in de Europese politiek. Dit congres vond plaats van 12 tot en met 14 november te ‘Woudschoten’, met een slot-dag te Utrecht. Studie-onderwerpen van de afgelopen jaren waren: het imperialisme en de huidige economische crisis. CvS-Nederland onderhoudt goede contacten met groepen in het buitenland, met name in Italië (er komt binnenkort een Italië-nummer van Opstand) en in West-Duitsland (met name rond de kwestie van de ‘Berufsverbote’). In de publiciteitsmedia werd CvS-Nederland aangevallen op vooral twee punten: de vermeende onduidelijkheid van hun verhouding tot Oost-Europa en de eveneens vermeende onduidelijkheid over de vraag aan welke politieke partij zij dan wel gelieerd zijn. Het antwoord op deze laatste vraag luidt: aan géén. |
|