Streven. Jaargang 29
(1975-1976)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 929]
| |
ForumEen nieuw radicaal-links geografisch tijdschrift: HérodoteGa naar voetnoot1Evenals andere sociale wetenschappen maakt de sociale geografie de laatste jaren een snelle ontwikkeling door, waarvan de fasering te vergelijken valt met die in de zusterwetenschappen als sociologie en economie, maar met dien verstande dat deze fasering niet synchroon loopt. Zeker voor de Europese sociale geografie kan gelden, dat in dit opzicht van een vertraagde reactie sprake is. Een van de kenmerkende facetten van die ontwikkeling in het (sociaal) geografisch denken kan worden omschreven als de opkomst van de kritische of radicale geografie (door sommigen worden beide termen synoniem gebruikt). Het betreft een stroming in het geografisch denken, waarvan de aanhangers menen dat ook de geograaf een bijdrage moet leveren aan een socialistische hervorming van onze samenleving. Het is duidelijk dat de termen kritisch en radicaal doorgaans voorzien worden van de toevoeging links. Aan het einde van de jaren 60 verschijnt in de Verenigde Staten het tijdschrift Antipode, ‘a radical journal of geography’, dat zich tot taak stelde artikelen te publiceren over sociaal relevante onderwerpen alsmede artikelen geschreven vanuit een radicaal-links politiek gezichtspunt. Inmiddels verscheen een interessante reeks van nummers over onderwerpen als: Armoede in de Verenigde Staten, de problematiek van de negergetto's en marxistische geografie. In Nederland bestaat sedert 1969 Geografiek, begonnen als een faculteitsblad voor Nijmeegse sociaal-geografen en sedert 1973 uitkomend als een door studenten en jonge stafleden geredigeerd landelijk blad met een op dit moment wat zorgelijk bestaan.Ga naar voetnoot2 De bestaande links-radicale geografische tijdschriften hebben in 1976 gezelschap gekregen van een opmerkelijke nieuweling: het door Maspero uitgegeven Hérodote met als hoofdredacteur de strijdbare Franse geograaf Yves Lacoste. Opmerkelijk allereerst door het gegeven dat het eerst nu verschijnt. Geruime tijd immers ondergaat het sociaalwetenschappelijke denken in Frankrijk de invloed van marxistische theorieën. Geruime tijd immers ook verschijnen in dit land publikaties met een links-politieke signatuur op aan de geografie verwante gebieden als ruimtelijke planning en architectuur (o.a. in het tijdschrift Espaces et Sociétés), waarbij wel opgemerkt moet worden dat sociologen als Henri Lefebvre en Chombart de Lauwe zich veel hebben bewogen op het terrein van de ruimtelijke theorie, dat uiteraard ook voor geografen geen terra incognita is.Ga naar voetnoot3 | |
[pagina 930]
| |
Opmerkelijk verder is de voor een geografisch tijdschrift zeer afwijkende layout. Naast de tekst van bepaalde artikelen heeft men ruimte geschapen voor het plaatsen van kritische opmerkingen geleverd vanuit een ‘groupe de discussion’ bestaande uit geografen, sociologen, filosofen etc., van verschillende politieke pluimage. Deze artikelen krijgen daardoor een boeiende dimensie extra. Het eerste nummer wordt geopend door Yves Lacoste met een lang artikel ‘Pourquoi Hérodote’, waarin het bestaansrecht van het blad wordt verdedigd. Hoewel de naar voren gebrachte argumenten en de geschetste situatie duidelijk geënt zijn op de praktijk van de Franse geografie, herkennen we daarin ook aspecten die voor de Nederlandse situatie in de geografie kunnen gelden. Lacoste gooit de knuppel in het hoenderhok met een aantal prikkelende vragen. Is het eigenlijk wel zinvol, zo stelt hij, om de geografische wetenschap als een probleem te benaderen?: ‘En crise, la géographie? Alors donc... N'est-ce pas galvauder encore un peu plus le terme de crise devenue cliché à la mode...’ Men stelt immers: Wat zou er met de geografie aan de hand kunnen zijn? In de geografie hoeft niets begrepen te worden, alleen slechts gememoriseerd. Bovendien, waartoe dient de geografie eigenlijk. Iedereen gelooft dat de geografie niet meer is dan een schoolvak, waarvan de functie niet verder gaat dan het beschrijven van de wereld om ons heen, als een element ter bevordering van de algemene ontwikkeling, doch zonder veel praktische betekenis. Toegegeven, de stelling is gechargeerd en geldt niet in die vorm voor de huidige Nederlandse situatie. Maar toch, hoeveel Nederlanders zullen de geografie nog steeds associëren met ‘kennis van plaatsen’, in de loop der jaren na het verlaten van de school gereduceerd tot het memoriseren van de bekende rijtjes als Groningen, Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek... En als deze topografische image van het vak dan alleen geldt voor de oudere generatie, voor de jongere generatie is de schoolaardrijkskunde tot het begin van de jaren '70 toch weinig meer geweest dan informatie over de traditionele reeks van onderwerpen uit de regionale geografie: reliëf, klimaat, middelen van bestaan, steden en de staatsvorm. Land na land in een eindeloze weinig inspirerende herhaling. De erfenis van dit verleden (?) klinkt nog steeds door, ook nu, in de van weinig respect voor het eigene van de moderne geografie getuigende pogingen de geografie te doen opgaan in een ‘vak’ als wereldoriëntatie. Lacoste wijst erop, dat de door de geografie voortgebrachte kennis en inzichten in onze samenleving een zeer duidelijke functie hebben en een veel belangrijker rol spelen dan velen voor mogelijk houden: ‘La géographie sert d'abord à faire la guerre et à organiser les territoires pour mieux contrôler les hommes sur lesquels l'appareil d'Etat excerce son autorité’.Ga naar voetnoot4 Eigenlijk bestaan er in zijn visie twee soorten geografie, te weten een ‘géographie des états-majors’ en een ‘géographie des professeurs’. Met de eerste categorie wordt het geheel van geografische kennis aangeduid dat ten dienste staat van met macht beklede minderheden in de samenleving. Daaronder valt de geografie zoals die sinds jaar en dag wordt benut door de militaire staven (worden topografische kaarten niet populair stafkaarten genoemd?), maar ook de geografische kennis ten dienste van het neo-kolonialisme, de multinationals en de grote banken. De militaire betekenis van geografische kennis wordt nog eens geïllustreerd in een tweede artikel van Lacoste, eveneens in het eerste nummer van Hérodote, over de dijkenbombardementen langs de Rode Rivier in Vietnam (met name die van 1972). Lacoste kon als specialist van de Internationale commissie voor onderzoek naar oorlogsmisdaden van de Verenigde Staten geruime tijd in Noord-Vietnam verblijven en onder andere vaststellen hoe de kennis van de lokale situatie, door geografen vastgelegd, benut werd voor het verhogen van de Amerikaanse bombardementen. De ‘géographie des professeurs’ omvat de geografische kennis waarmee iedere burger vertrouwd gemaakt wordt via de | |
[pagina 931]
| |
school en die maatschappelijk een veel grotere invloed uitoefent dan de universitaire geografie. Het belangrijkste verwijt dat Lacoste tot de beoefenaren van deze categorie richt, is ‘masquer l'enjeu politique de tout ce qui a trait à l'espace, mais aussi d'imposer implicitement l'idée qu'en géographie il n'y a rien à comprendre, mais qu'il faut de la memoire’. In Nederland is zoals gesteld, ten aanzien van deze karakterisering gelukkig een kentering te bespeurenGa naar voetnoot5 en wordt er meer en meer aandacht besteed aan de functie van de schoolaardrijkskunde bij de opvoeding van de jeugd tot kritische staatsburgers. Het lange essay van Lacoste bevat uiteraard meer opmerkelijke zaken dan de ruimte hier toelaat te vermelden (o.a. een overigens wat zwakker gedeelte over de relatie Marx-geografie). In feite is de belangrijkste functie ervan gelegen in de provocerende werking die ervan uitgaat. Te lang hebben geografen zich niet bekommerd over de gevolgen van het door hen uitgevoerde onderzoek of gegeven onderwijs, laat staan dat ze zich ook maar afgevraagd hebben van welke impliciete waarden hun geografische activiteit doortrokken is. Wanneer Hérodote erin slaagt dit bewustwordingsproces te versnellen en te verdiepen, heeft het zijn bestaansrecht aangetoond. Dat dit bewustwordingsproces volgens Lacoste moet leiden tot een marxistisch geïnspireerde geografie, is een stelling die naar onze mening minder overtuigingskracht heeft, omdat hij niet expliciteert in welke zin dit marxisme geinterpreteerd moet worden. In dit verband is het interessant te wijzen op de volgende uitspraak van Sister Annette Buttimer uit haar boeiende essay over waarden in de geografie:Ga naar voetnoot6 ‘hier dient men een beslissend kritisch onderscheid te maken tussen intellectueel en politiek radicalisme. Radicale ideeën kan men dan beschouwen als de grondslag van het eerste, radicale ideologieën als de grondslag van het tweede soort radicalisme. Beide kunnen machtige middelen zijn tot sociale veranderingen, maar die macht berust op twee tegengestelde opvattingen over de manier waarop mensen zich in zulke veranderingen engageren. Ideeën kunnen nieuwe gedachten losslaan en een openheid teweegbrengen ten aanzien van verdere kritiek, terwijl ideologieën naar hun wezen gesloten denksystemen zijn: zij roepen activiteiten op binnen een voorgeschreven program. De intellectueel zal doorgaans radicale ideeën verwelkomen die een uitdaging vormen voor zijn kritisch denken; hij zou zich beledigd kunnen voelen als men tegenover hem een ideologie preekt die zulk een engagement uitsluit.’
A.G.J. Dietvorst |
|