| |
| |
| |
Politiek overzicht
september
● Internationale politiek
De Verenigde Naties
Het ziet er alles samen nog niet zo best uit met de toekomst van de ‘Derde Wereld’. Er heerst nog steeds een wel haast onvoorstelbare armoede in grote delen er van. Een ‘absolute armoede’, zoals Le Monde dat noemde. En met nauwelijks enig uitzicht op verbetering. Om een werkelijke verbetering te zien zouden de landen die in deze armoede verkeren, het gemiddeld inkomen van hun bewoners van nu tot 1980 met 6% per jaar moeten opvijzelen. Daar is echter geen kijk op. De groei beloopt thans nog geen 1% per jaar. Het aantal mensen dat in absolute armoe leeft en volkomen analfabeet blijft, neemt toe in plaats van af. Het aantal armen vermeerdert met 2% per jaar; het aantal analfabeten, thans nog geschat op 750 miljoen, zal vermoedelijk over tien jaar met 50 miljoen zijn toegenomen.
Voor de zevende maal hebben de Verenigde Naties een speciale Algemene Vergadering georganiseerd ter bespreking van de internationale economische samenwerking in het bijzonder tussen de ontwikkelde en de onderontwikkelde landen.
Dat er tussen die landen grote tegenstellingen bestaan en grote verschillen van inzicht en belangen, mag nauwelijks een geheim heten. Aan mooie woorden bestaat natuurlijk nooit gebrek op zulke bijeenkomsten, maar ze omzetten in daden is een ander hoofdstuk. Een hoofdstuk dat op deze vergadering voor een belangrijk deel geschreven moest worden door de Nederlandse minister Pronk, die tot voorzitter werd gekozen van de werkgroep die de voorstellen van al de 138 vertegenwoordigde landen hard moest zien te maken. Hij had het voordeel dat behalve de Chinezen niemand voornemens bleek de tegenstellingen op de spits te drijven. Het is natuurlijk een aardig spelletje om op Amerika en de westerse landen af te geven en druk te praten over een noodzakelijke omverwerping van het stelsel, maar de ontwikkelingslanden bleken toch in te zien aan welke kant hun boterham gesmeerd kan worden. Van Rusland en andere meer ontwikkelde landen uit het Oostblok evenals van het dwarsliggende China hoeven zij niet veel te verwachten. Mooie woorden kunnen zij krijgen, maar geld, ho maar. - Pronk heeft er toch uitgesleept dat een soort buffervoorraad van voedsel gevormd gaat worden van voorlopig 10 miljoen ton graan voor het komende jaar; een voorraad waaruit geput kan worden wanneer ergens ter wereld de voedselnood nijpend wordt.
Dat zag er allemaal erg leuk uit. Moeilijkheden echter leverde de aandrang op herstructurering van de Verenigde Naties.
Ook op dit punt bestaan tegenstellingen. Het concentreren van de economische activiteiten der Verenigde Naties in één lichaam, dat de verschillende thans bestaande lichamen als het Internationale Monetaire Fonds, de UN-conferentie voor Handel en Ontwikkeling en de daarmee parallel lopende conferentie voor industrie en ontwikkeling, alsook nog ettelijke andere, soortgelijke organen, lokt de Verenigde Staten wel aan,
| |
| |
maar de ontwikkelingslanden voelen er niet zo veel voor, omdat zij net zo lekker in al die lichamen tot hun recht komen. Zij willen wel meewerken aan een zekere concentratie, wanneer er naast de Algemeen Secretaris een gelijkwaardig functionaris komt die verantwoordelijk is uitsluitend voor de economische politiek. Maar op voorwaarde dat die functionaris uit een ontwikkelingsland komt wanneer de Secretaris Generaal uit een der industrielanden wordt gerecruteerd of omgekeerd. De politieke secretaris en de economische secretaris zouden elkaar dus min of meer in evenwicht moeten houden. Dit zint echter de westerse landen en Japan minder, omdat zij op hun vnigers kunnen uitrekenen dat de economische politiek steeds meer in belang wint op de politieke politiek. Zij voelen er niets voor een machtsstrijd tussen de twee grote groepen binnen de muren van het Algemeen Secretariaat te halen.
| |
De Europese Gemeenschap
In deze tijd van economische neergang blijkt eensklaps hoe moeilijk de zaken liggen in een quasi-staatsbestel als dat van de Europese Gemeenschap. In een normaal staatsbestel komt een begroting tot stand door het onderling afwegen van alle belangen die met het functioneren van de Staat samenhangen. De Gemeenschap is echter niet volgroeid. Daar zijn onderdelen van het geheel die sterk op de voorgrond staan; er zijn andere die nauwelijks aandacht krijgen. Er is met name geen ‘minister van financiën’, die de koorden van de beurs vasthoudt, de begroting samenstelt en de uitgaven bewaakt. Ieder departement vraagt ieder jaar wat het denkt nodig te hebben; dat wordt op een hoop gegooid en klaar is de begroting.
Zo lang het economisch goed ging met de aangesloten landen, kon zo'n begroting ook worden gehonoreerd, maar nu het slecht gaat, gaan de wenkbrauwen van de ministers van Financiën in de negen landen zich fronsen. Er moet gekapt worden en duchtig ook. Dat is voornamelijk de eis van West-Duitsland, dat het mes ook duchtig in de eigen begroting heeft gezet en natuurlijk niet kan hebben dat de Gemeenschap mooi weer speelt van geld dat voor een zeer aanzienlijk deel door West-Duitsland wordt ingebracht.
Het spreekt vanzelf dat andere leden tegen de eis van Duitsland tot drastische bezuiniging bezwaar maken. Dat geldt met name Italië en Ierland, de twee armste landen die bij de Gemeenschap zijn aangesloten en die vragen dat de klappen van de bezuiniging vooral zullen vallen in de hoek van het ontwikkelingsfonds en van de landbouw.
Met het landbouwbeleid heeft de Gemeenschap toch al grote moeilijkheden. Tussen Frankrijk en Italië is een wijnoorlog gestreden, waarvan vele vakantiegangers in Frankrijk de kwalijke weerslag hebben ondervonden. Die oorlog is nu zo goed als afgelopen en beëindigd met een compromis - de Fransen hebben wijn (Italiaanse) in hun wijn (Franse) gedaan. Maar nieuwe problemen komen weer opdagen. De steun aan de landbouw vergt veel meer dan was voorzien en de begroting zou dus eigenlijk omhoog moeten met enkele honderden miljoenen rekeneenheden. Hoe dat moet, zal de toekomst leren.
| |
Het Midden-Oosten
In het begin van de maand werd in Genève het akkoord tussen Israël en Egypte getekend. De plechtigheid waarin dit geschiedde, werd sober gehouden. Of er erg veel reden tot juichen is, zal de toekomst uitwijzen. De Palestijnen zijn woedend over het akkoord; de andere Arabische landen nemen Egypte deze stap hoogst kwalijk - voor zover zij elkaar iets kwalijk nemen - Israël houdt zijn hart vast en Amerika hoopt er het beste van met Rusland in zijn vuistje lachend op de achtergrond.
| |
Het olie-probleem
De olie-producerende landen zijn weer bijeen geweest om over de prijs te praten die zij de westerse wereld voor hun produkt in rekening gaan brengen. Een aantal hunner wilde een forse verhoging met 15 à 20%; sjeik Yamani echter, de olie-minister van Saoedi-Arabië, wilde niet verder gaan dan 5%, zulks uit de overweging dat een sterke verhoging van de olieprijs het inflatieproces in de wes- | |
| |
terse wereld zou versterken en de moeilijkheden voor het herstel van de economie nog groter zou maken. Hij is degene onder de Arabieren, die het helderst inziet, dat de Arabieren weinig te winnen hebben zelfs met hogere olieprijzen, wanneer het de rest van de wereld slecht gaat. Zijn inzicht heeft het pleit gedeeltelijk gewonnen. De olieprijzen worden met 10% verhoogd, doch voor de tijd van negen maanden op het nieuwe peil bevroren. De olielanden verdienen er evenzogoed wel een paar slordige tientallen miljarden aan.
| |
● Nationale politiek
Verenigde Staten van Amerika
Begin augustus was het een jaar geleden dat Nixon aftrad als president van de Verenigde Staten. Het onderzoek van het Congres had hem in het nauw gedreven; hij kon niet anders meer. Dit betekende méér dan alleen de val van een gekozen functionaris. Nixons aftreden markeerde ook een staatsrechtelijke swing of the pendulum, zoals die in de loop van de Amerikaanse geschiedenis meermalen is opgetreden. Het zwaartepunt van de macht week even van het Witte Huis naar de Hill, waar het Congres zetelt. Het Congres, dat onder de laatste presidenten aan macht inboette, leek iets van het verloren terrein te gaan terugwinnen. Aanstonds na het optreden van Jerry Ford liet het Congres verstaan dat het niet voornemens was onder de nieuwe president een stap terug te doen; integendeel. Het liet de nieuwe president duidelijk voelen dat hij zich niet moest verbeelden weer een zo tam Congres achter zich te krijgen als zijn directe voorgangers. Het begon meteen de macht te laten voelen die het krachtens de Constitutie bezit, door een uiterst pijnlijk nauwkeurig openbaar onderzoek naar de antecedenten van Fords kandidaat voor het vice-presidentschap, Nelson Rockefeller. Dit geschied zijnde begon het Congres aan de logische voortzetting van zijn onderzoek in de Watergate-affaire.
In wezen ging dat onderzoek over allerlei ongrondwettelijke praktijken, die zich als evenzoveel gezwellen in het lichaam van de Uitvoerende Macht hadden gevormd. In de Watergate-affaire leidde het onderzoek naar die gezwellen regelrecht naar het Witte Huis en de president zelf. Een gezwel waarvan men al lang vermoedde dat het even kwaadaardig was, zat in de Central Intelligence Agency, de beruchte CIA, de geheime ‘inlichtingen’-dienst van Amerika in het buitenland.
Dit onderzoek, dat nu al bijna een jaar aan de gang is, heeft zich uiteindelijk toegespitst op twee punten. In de eerste plaats de ontdekking dat de CIA bleek te beschikken over grote hoeveelheden snel dodende giffen alsmede over tal van mogelijkheden om deze giffen vanuit een pistool of een vulpen of een wandelstok met scherpe naalden op grote afstand in het lichaam van een slachtoffer te drijven. Deze ontdekking op zichzelf was nog het ergste niet. Erger was, dat president Nixon reeds order had gegeven deze gif-voorraden te vernietigen en dat de CIA deze orders achteloos naast zich had neergelegd. Het tweede punt van onderzoek vormde de algemene tendens van de CIA om zich te hullen in geheimzinnigheid en daardoor wantrouwen te wekken jegens het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten.
Dit onderzoek van het Congres heeft reeds tot scherpe woordenwisseling geleid met de president, die terecht van oordeel is, dat - hoezeer de CIA ook fout is geweest - een apparaat als dit moet blijven bestaan wil de president over de informatie beschikken die hij nodig heeft om zijn buitenlandse beleid goed te kunnen voeren. Het Congres stelt daartegenover, dat de CIA met name in de dagen van de Vietnam-oorlog doelbewust bepaalde feiten aan de president heeft onthouden; dat de CIA dus een eigen beleid heeft gevoerd binnen het uitvoerend apparaat van de staat. Dat zij, door het verstrekken van onjuiste inlichtingen aan de president en de minister van Buitenlandse Zaken, het beleid in een bepaalde richting heeft gedwongen; de richting die haar het meest aanstond. De president van zijn kant voert daar- | |
| |
tegen aan, dat de CIA ook meermalen blijk heeft gegeven zich objectief en onafhankelijk te kunnen opstellen. Alle pressie van Johnson ten spijt om nu eens eindelijk met inlichtingen voor de dag te komen over de buitenlandse bronnen die het verzet van studenten en anderen in de Verenigde Staten zouden financieren, heeft de CIA weerstaan eenvoudig omdat die bronnen er niet waren. Alle pressie van Nixon ten spijt om mee te werken aan de Watergate-samenzwering heeft zij eveneens weerstaan. Het Congres vindt dat allemaal goed en wel en is ook wel bereid de CIA te laten voortbestaan en de fouten over het hoofd te zien die in een apparaat van 20.000 mensen nu eenmaal onvermijdelijk worden gemaakt, maar de CIA zal zich dan wel aan een scherpere controle van het Congres moeten onderwerpen. Evenals de president zelf trouwens.
| |
Portugal
De afbrokkeling van de dictatuur der communisten schijnt inderdaad door te zetten. De communistisch aangeblazen generaal Vasco Gonçalves, die als premier werd afgezet doch tevens werd genoemd als Chef van de Generale Staf en die dus een machtige post zou blijven bekleden, heeft uiteindelijk deze post niet gekregen. De president, Costa Gomez, ziende dat de afgetreden premier maar weinig aanhang meer had onder de militairen, besloot zijn installatie als Chef van de Staf af te zeggen. Intussen is admiraal Azevedo aan de slag gegaan met de vorming van een nieuw kabinet. De socialisten en de andere gematigde partijen hebben hun medewerking daaraan gegeven en uiteindelijk is er een gematigd kabinet uit de bus gekomen met Antunes, die aanvankelijk de stem van de verontrusten binnen de strijdkrachten liet horen, tot ongenoegen van de communistische premier, nu als minister van Buitenlandse Zaken. De communisten beginnen langzamerhand te erkennen dat zij de strijd hebben verloren en zijn druk aan het zoeken naar een nieuwe tactiek. In dit ietwat labiele evenwicht verkeert Portugal nog steeds tegen het einde van de maand.
| |
Spanje
Heeft het regime in Spanje zich in de loop van deze maand verscherpt? De voltrekking van een aantal doodvonnissen heeft sterk die indruk gewekt. Men had niet verwacht dat Franco na de aanwijzing van zijn opvolger uit het Spaanse koningshuis en na de benoeming van een als enigszins gematigd bekend staand premier als Carlos Arias Navarro, tot het voltrekken van doodvonnissen zou overgaan. Nu dergelijke executies toch hebben plaatsgevonden, zijn overal kreten van ontzetting geuit en gaat men in tal van landen het Franco-regime te lijf met demonstraties, terugroeping van ambassadeurs en boycot-acties.
Men vraagt zich af of dit wel zo vanzelfsprekend terecht is als de drijvers in deze acties het voorstellen.
De doodvonnissen in Spanje vonden hun oorsprong in een nieuwe wet van Franco, die gericht was tegen het terrorisme. Dit terrorisme is een probleem dat langzamerhand heel de wereld begint te benauwen. Niet het minst ook de Amerikaanse regering, die in de loop van deze maand tweemaal een aanslag op het leven van president Ford op het nippertje zag mislukken. Dit terrorisme vraagt slachtoffers. Onschuldige slachtoffers. In Spanje elf politie-agenten. Hun dood heeft meer dan veertig vrouwen en kinderen in de ellende gestort - terwijl zij niets anders deden dan hun plicht. Aan deze slachtoffers denkt niemand onder de betogers. Niemand heeft er een cent voor over hen te helpen. Niemand wijdt een woord aan hun ellende - ook niet mijnheer Den Uyl, die in Nederland voorop liep bij een anti-Spanje-demonstratie.
Hoe dit terrorisme moet worden bestreden, is een probleem dat vroeg of laat overal moet worden opgelost. Spanje doet dat door de herinvoering van de doodstraf, die ook in democratische landen haar pleitbezorgers heeft en door verwijzing van terroristische elementen naar de militaire rechtspraak, die ook in democratische landen bestaat. Men kan het daar niet mee eens zijn; men kan dit alles om humanitaire redenen ten scherpste verwerpen; men kan betwijfelen of geweld zich inderdaad met geweld láát keren, maar men mag in zijn verontwaar- | |
| |
diging de ogen niet sluiten voor het feit dat ook het terrorisme zich niets van humaniteit aantrekt en zonder enige vorm van proces mensen van het leven berooft - mensen, van wie de terroristen wéten dat zij onschuldig zijn.
Daar komt nog iets bij. Oorlogen dreigen steeds meer onmenselijk te worden. Steeds meer te ontaarden in massale slachtingen van onschuldigen. Men is zich dat ook vroeger wel bewust geweest; met name in de jaren, die aan de Tweede Wereldoorlog vooraf gingen. Degenen die oorlog wilden, zagen maar al te duidelijk, dat men mannen met een geweten - dat zijn soldaten toevallig óók - niet zo maar aan het vernietigen kon zetten. Zelfs niet op bevel. Daar moest een voorbereiding van de geesten aan voorafgaan. Een oorlogspropaganda zonder dat nog over oorlog werd gesproken. De toekomstige vijand moest kost wat koste worden voorgesteld als een soort beestmens, een Satan, die met inzet van alle geweld vernietigd moest worden. Aan de oorlog ging de haatpropaganda vooraf. Wie haat zaait oogst oorlog! Dat geldt niet alleen voor dictaturen.
| |
Andere landen
De militaire junta in Chili heeft aangekondigd geleidelijk naar enige democratisering te streven. Wat dat ook mag betekenen.
Isabel Perón van Argentinië heeft zich genoodzaakt gezien tijdelijk haar functie als presidente neer te leggen om rust te nemen. Zij kon de strijd tegen de Peronisten en de arbeiders niet meer aan. Of zij ooit nog zal terugkeren, hangt van veel omstandigheden af. Perón heeft zich omgedraaid in zijn graf; of hij ooit nog weer op zijn rug komt te liggen zal de toekomst leren.
In Noord-Ierland gaat de strijd tussen protestanten en katholieken onverminderd voort. Iedere maand vallen er weer doden. De protestantse leiders schijnen het nu dermate beu te zijn, dat zij met een geweldpleging die feller is dan alle voorafgaande een eind an het conflict willen maken.
Op Cyprus beginnen de Turken duidelijk stappen te zetten naar een eenzijdig bestendigen van de door hen geschapen situatie en een afgescheiden Turks-Cyprus als een afzonderlijke staat voor te bereiden.
| |
● Nederland
De Troonrede
Het was weer volop Prinsjesdag, dit jaar. Geen gijzelingsellende, die de koninklijke stoet weerhield om in volle praal uit te trekken. Met gouden koets en al. De aanschouwing van dit jaarlijkse kijkspel der ontmoeting van vorst en volk mocht natuurlijk niet onvermengd worden genoten, althans niet door de overgrote meerderheid van het volk, dat op aanschouwing via de televisie was aangewezen. De toch al steeds zure commentator van ‘Den Haag Vandaag’ moest zo nodig de pret bederven eerst met een uitvoerig relaas van 's heren Vondelings opinie over deze plechtigheid - een opinie die, goed doorgedacht, erop neerkomt dat wij maar niet moeten rusten voordat Den Uyl in de gouden koets belandt! - en daarna met een al even bitter en op zijn bekende zeurtoontje met veel eh-ehs voorgedragen toelichting op de Troonrede. Die jongens van de televisie leren het ook nooit in Nederland. Maar goed: veel opwekkends bevatte de Troonrede tóch niet.
In de eerste plaats niet om het beeld dat zij van de situatie gaf waarin Nederland momenteel verkeert. Zij stelde het probleem van de werkloosheid centraal. Nederland is met zijn aantal werklozen nu al ver de tweehonderdduizend gepasseerd. Voor het eerst sedert de oorlog is de produktie in Nederland gedaald. Nederland heeft zijn deel gekregen in de algemene daling van de wereldhandel. Verre van opwekkend waren ook de voorstellen van de regering om aan deze crisissituatie het hoofd te bieden. Daar zat eenvoudig geen spoor van een lijn in. Het kwam allemaal hierop neer: wij gooien er een paar miljard tegenaan en die paar miljard halen wij dan wel op
| |
| |
een of andere manier extra uit de zakken van de belastingbetalers. Hier en daar wil de regering ook wel wat laten vallen. Kleinigheden. Maar van forse bezuiniging zoals haar geestverwanten in Duitsland en Engeland die doorzetten, is geen sprake.
De regering stelt zich op het standpunt dat het jaar 1976 wel eens mee kan vallen en daar is het gokken dan maar op. Waarom ook niet? Gokt de regering verkeerd, zij zal zelf de boete daarvoor niet hoeven te betalen; waarschijnlijk komt dat op de schouders van een ander kabinet te rusten. Wie dan leeft, dan zorgt. Den Uyl kan dan weer mooi in de oppositie gaan afgeven op de maatregelen die hij had moeten nemen, doch niet nam omwille van zijn achterban.
Noch de Troonrede noch de Miljoenennota is hem in dank afgenomen door de partijen. Zijn eigen partij is eigenlijk nog de enige die, zij het ook met een bedrukt gezicht, al tevoren heeft verklaard wel akkoord te gaan met het in deze twee documenten uitgestippeld ‘beleid’. Geen van de andere politieke groeperingen had er voorlopig een goed woord voor. Misschien vallen de goede woorden de fractieleiders van de bondgenoten te binnen bij de Algemene Beschouwingen - het hoogfeest van de blaffers die niet van plan zijn te bijten.
| |
Christen-Democratisch-Appèl
Het staat aan het einde van de maand nog steeds niet vast of het Christen-Democratisch-Appèl, waarin de drie confessionele partijen zouden samengaan, nu wel of niet van de grond zal komen. Berichten uit de Anti-Revolutionaire kring schommelden heen en weer tussen twee mogelijkheden: de meerderheid gaat met Aantjes mee of de meerderheid deelt veeleer het standpunt van de beide andere fractieleiders, voor wie de hoofdzaak is, niet of iedere vertegenwoordiger van het CDA in enig bestuurslichaam persoonlijk belijdend christen is, maar of hij de politieke beginselen van het CDA onderschrijft. Uit een ‘enquête’, opgezet door de KVP, zou men het laatste opmaken, maar de vragen in die enquête waren zo gesteld, dat de mannenbroeders er nauwelijks een keus tussen Aantjes en Andriessen uit konden herkennen. De partijraad van de Anti's tegen het einde van de maand bleef Aantjes trouw en drong alleen aan op nog eens praten met de partners. Kruisinga wil dat wel maar het is nog niet duidelijk of Andriessen er veel voor voelt.
Het is nog altijd maar een heel laag pitje waarop het CDA te pruttelen staat.
| |
Sociale politiek
Alle economische moeilijkheden van het moment ten spijt heeft minister Boersma van Sociale Zaken weer een nieuwe sociale verzekering door de Kamer gesleept: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, die voor de arbeiders weliswaar niet zo dringend nodig is omdat zij uit anderen hoofde reeds tegen arbeidsongeschiktheid zijn verzekerd, maar die de achterstand van de zelfstandigen op dit gebied moet inhalen. Dat gaat geld kosten; veel geld. Maar daar heeft het kabinet geen moeilijkheden over gemaakt. Boersma verzette zich alleen tegen het voornemen van het Parlement om deze wet een half jaar eerder dan door de minister was voorzien in werking te doen treden. Dat kón niet. Niet omdat er geen geld was, maar omdat éérst en vóór alles de heren ambtenaren hun portie moeten opstrijken. Zij staan te trappelen om nieuwe functies te vervullen bij de uitvoering van deze wet; eerst moeten zij op hun plaats zitten. Veilig en wel. Dan mogen de kleine zelfstandigen zich melden. Maar wel uiterlijk 1 oktober '76 heeft de Kamer beslist.
O, zo! Orde moet er zijn!
| |
Weg met de auto!
De particuliere autobezitters staan er bij het kabinet Den Uyl niet zo best op. Minister Gruyters, die nog steeds het politieke D'66 in de regering vertegenwoordigt, heeft in een nota over de ordening van het verkeer onomwonden te kennen gegeven dat hij het particulier autobezit aan banden wil leggen. Hij is vreselijk kwaad geworden toen dit onderdeel van zijn nota door de publiciteitsmedia meer dan andere delen van ditzelfde document naar voren werd gehaald; hij wilde toch niet als vijand van de auto te boek staan. Maar in de miljoenennota krijgt zijn anti- | |
| |
autoimmage een nieuwe bevestiging. Het geld voor het doorvoeren van de plannen der regering moet van een aanzienlijke verhoging zowel van de motorijtuigenbelasting als van de benzineprijs komen. Merkwaardig is daarbij, dat het kabinet, dat zo sociaal zegt te denken, door deze verhogingen de kleine man meer grijpt dan de grote. Het is immers de kleine man die de tweede-hands auto's koopt. Liever een zware tweedehands dan een lichte nieuwe. Maar juist op die zware auto's gaat de belasting het krachtigst omhoog. En voor de benzine geldt hetzelfde. De kleine man moet betalen. De heren ministers hebben er met hun dienstauto's geen last van. Gruyters ook niet.
| |
Suriname
Langzaam maalt de molen van het wetgevend apparaat in het onvolprezen Koninkrijk der Nederlanden naar de datum toe waarop een (overigens namaak)-juweel uit de kroon van dit koninkrijk wordt losgemaakt. Maar erg vlot gaat het allemaal nog niet. In Paramaribo begonnen drie leden van Arrons regeringscoalitie nattigheid te voelen; zij hebben de coalitie verlaten, met het gevolg dat de premier momenteel geen meerderheid meer in de Staten heeft. De oppositie boycot de vergaderingen van de Staten zodat het vereiste quotum niet kan worden opgebracht en er dus geen rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen. Ook niet een besluit tot samenstelling van een delegatie die in Nederland aan de beraadslagingen van het Nederlandse Parlement deel kan nemen. Leider Lachmon van de Hindoestaanse oppositie wil best meewerken aan het totstandkomen van de onafhankelijkheid maar dan éérst een Grondwet die de rechten van de Hindoestanen of n'importe welke minderheid in Suriname veilig stelt. Geen Creoolse Grondwet!
Kamervoorzitter Vondeling heeft geprobeerd op een daartoe speciaal ondernomen reis naar de Nederlandse Antillen de standpunten van de twee tegenstanders te overbruggen, maar naar het zich laat aanzien met weinig of geen succes. Maar dat mag allemaal de pret van Den Uyl niet drukken. Hij heeft nu al uitdrukkelijk verklaard dat de onafhankelijkheid in ieder geval op de afgesproken datum moet doorgaan. Of Arron nu een meerderheid heeft of niet; of de oppositiemeerderheid nu wil meewerken of niet: de onafhankelijkheid moet Suriname desnoods door de keel worden gewrongen. Want mijnheer Den Uyl en mijnheer Arron willen het zo graag. En dat heet democratie.
Intussen groeit de stroom Surinamers die zich voor de bui in veiligheid willen brengen in Nederland, gestadig. Ettelijke duizenden komen er nog. Pogingen van minister Van Doorn om die stroom iets in te dammen zijn mislukt. Allerlei noodgebouwen worden in gereedheid gebracht om de vluchtelingen - want dat zijn de nu komende immigranten die voor Arron en de Creoolse groep op de vlucht gaan - onder te brengen. Dit wordt een wanhoop.
| |
Nederland en Spanje
In de algemene verontwaardiging die de uitvoering van de doodstraf in Spanje over de hele wereld opriep, heeft ook Nederland zijn deel gehad. Daarbij driftig aangevoerd door premier Den Uyl en diens hele kabinet hebben duizenden gedemonstreerd op het Domplein in Utrecht en op tal van andere plaatsen. De kreten die de minister-president daarbij slaakte, kwamen - op papier - recht uit het hart. Het politieke hart tenminste. Den Uyl wekte de indruk met zijn gedemonstreer op politieke winst uit te zijn. Het is wel meer voorgekomen in de geschiedenis dat bewindslieden die met hun binnenlands beleid in de puree raken, een zondebok zoeken in het buitenland. Dat leidt de aandacht af van hun gestuntel.
Een van de heren ministers kreeg naar aanleiding van de gebeurtenissen in Spanje een fikse veeg uit de pan van Pa Den Uyl: minister Westerterp, die stiekem naar Madrid was getogen om daar een internationaal verkeerssymposium bij te wonen. Hij had er wel even onduidelijk met Van der Stoel over gesmoesd, verzekerde hij, maar deze bleek van niets te weten, evenmin als Den Uyl. Prompt werd hij teruggeroepen en hij verdedigde zich als een schooljongetje met de opmerking, dat hij lekker toch al uit z'n eigen teruggekomen zou zijn omdat hij
| |
| |
als enige niet Spaanse minister aan het symposium deelnam. Waarom hij voor de donder niet beter had geïnformeerd vóórdat hij vertrok, mag Joost weten.
Het hoort tot de spelregels van de democratie, dat iemand, die van zijn superieur in het openbaar een uitbrander krijgt, opkrast. Maar een minister die een uitbrander krijgt, wordt geacht géén uitbrander te hebben gekregen en hoeft dus niet op te krassen. Rare wereld.
Hans Hermans
| |
● België
Ofschoon de Belgische binnenschippers reeds in 1973 hun grieven aan de toenmalige regering Leburton bekendmaakten en uiteindelijk na veel heen en weer gepraat in een protocolakkoord beloftes voor een sanering in hun sociaal-economische situatie bekwamen, zijn ze nu, ruim twee jaar later, nog altijd in hetzelfde bedje ziek. Dat baart overigens niet de minste verwondering want de gunstige maatregelen die toentertijd in het vooruitzicht werden gesteld, zijn blijkbaar in de loop van de tijd gewoon weggespoeld. Het was dan ook begrijpelijk dat diezelfde schippers het been stijf hielden wanneer minister Chabert de jongste weken geduldig gehoor verleende aan hun nieuw klachtenconcert en met veel inspanningen tot een overeenkomst wenste te komen tussen de schippers, de Belgische Transportbond (BTB) en het Verbond van Belgische Ondernemers (VBO). Al geraakten de onderhandelaars vrij vlug akkoord over het pakket sociale maatregelen, als daar zijn: renteloze leningen op grond van de wet op bedrijven in moeilijkheden, het invoeren van een stelsel van brugpensioenen voor oudere schippers, herscholingskansen voor jonge schippers door toedoen van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, prioriteit voor aankoop of huur van sociale woningen en dergelijke meer, toch bleef er nog een schoentje knellen omtrent de internationale transporten. Bij de ultieme besprekingen had minister Chabert voorgesteld bij wet de bodemtarieven en de beurtrol voor alle schepen in te voeren, maar enkel voor de vaart in de richting Frankrijk. Voor het VBO was die maatregel een harde dobber, maar hij werd aanvaard. De schippers daarentegen, op dat ogenblik nogal onredelijk, weigerden, zodat de onderhandelingen op dat vlak strandden. Er moest echter dringend schoonschip gemaakt worden, want de staking van de schippers, die intussen maar aansleepte, en hun blokkades brachten vele bedrijven in het land in een benarde toestand. Al te lang in een dergelijke boosheid volharden, zou, gezien de niet-rooskleurige
economische toestand, voor het land funest worden. De problematiek is nog wel niet van de baan, maar de opvorderingsmaatregelen van de regering hebben dan toch weliswaar meer de jure dan de facto, een punt gezet achter de staking. Er zal echter beslist nog verder moeten onderhandeld worden, want als de schippers beweren dat varen of niet varen voor hen niet het minste verschil inhoudt, dan moeten er ongetwijfeld nog heel wat zere plekken zijn.
Intussen bleek september een ‘waterachtige’ maand te zijn. Er werd immers ook een nieuwe en betere waterweg in gebruik genomen tussen de Antwerpse haven en de Rijn. Zo werd na ruim een eeuw moeizaam onderhandelen de kroon op het werk gezet: Antwerpen wordt meteen zowat 40 kilometer dichter naar het industriële hart van Europa, het Ruhrgebied, getrokken. Het hoeft geen betoog dat zulk een nieuwe vaarweg ten goede komt aan Antwerpen als havenmetropool, als industrieel en commercieel centrum en ook - misschien wel in de eerste plaats - aan het Waalse bedrijfsleven en aan het Franse en Duitse hinterland. Doch ook vanuit de louter maritieme hoek wordt deze nieuwe verbinding toegejuicht; ze dient immers in enorme mate de veiligheid van het verkeer en zal beslist bijdragen tot de verdere ontwikkeling en ontplooiing van de trafiek.
Meteen werd een stevige schakel gesmeed voor de betrekkingen tussen twee Beneluxhavens Antwerpen en Rotterdam. Een dergelijke hisorische gebeurtenis moest passend gevierd worden, maar de plan- | |
| |
nen die daarvoor bestonden vielen in het water. Ofschoon om nul uur in de nacht van dinsdag op woensdag 23/24 september met het in werking treden van de Kreekraksluizen het kanaal bevaarbaar werd, bleef elke plechtigheid achterwege, dit o.m. omwille van de gespannen situatie aan het binnenscheepvaartfront. Wellicht zat er ook nog wel een ander addertje onder het gras! Een werkgroep van Belgische en Nederlandse ambtenaren had namelijk op 19 juni j.l. een drietal documenten geparafeerd omtrent drie onderhandelingspunten tussen beide landen, nl. het graven van het zogenaamd Baalhoekkanaal op de linker Scheldeoever, de rechttrekking van de bocht van Bath en het debiet van de Maas bij het binnenkomen van Nederland. Nu heeft de Waalse Economische Raad op 8 september met ‘verbijstering’ kennis genomen van deze akkoorden en is de mening toegedaan dat het Maasbekken wordt uitgespeeld tegen Antwerpen of m.a.w. dat Nederland instemt met een verbetering van de toegankelijkheid van de Antwerpse haven op voorwaarde dat het in de toekomst kan rekenen op voldoende Maaswater. Alle voordelen gaan naar Antwerpen en dus naar Vlaanderen, meent de Waalse Economische Raad, die in haar nogal absurde en kleinzielige redenering Vlaanderen er nogmaals van beschuldigt het met Nederland op een koopje te hebben gegooid ten nadele van Wallonië. Zo laait het communautaire gekibbel nog maar weer eens op, net op een ogenblik dat premier Tindemans van plan was de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap te hervatten.
Nauwelijks enkele dagen later liet de nieuwe minister van Economische Zaken te veel in zijn Waalse kaarten kijken en beschuldigde boudweg de Vlamingen van een totaal onbegrip voor de Walen. Een dergelijke bewering sloeg bij de Vlamingen in als een donderslag bij heldere hemel. Geen wonder dat TAK-voorzitter Piet de Pauw gaat ijveren voor een Vlaamse republiek: volgens hem is het federalisme, zelfs met twee, toch ook voorbijgestreefd. Het is natuurlijk altijd gevaarlijk als een minister zijn mond voorbij praat... en dat gebeurde ook zo pas in het (socialistische) schaduwkabinet. Inderdaad, een verklaring van oud-minister Leburton in ‘Dimanche Presse’ nopens BSP-deelname aan de regering deed heel wat stof opwaaien en nog meer in de eigen BSP-kringen als daarbuiten. Het kwam dan ook nogal laconiek over als later de uitspraken van de heer Leburton gerelativeerd werden en beweerd werd dat de BSP ‘zelfs geen helpend handje wilde uitsteken naar een zieltogende regering’. Of die regering echt aan het zieltogen is, valt natuurlijk nog te zien. Veel hangt uiteraard af van de huidige economische crisis, waarvoor wellicht niemand een pasklare oplossing te bieden heeft. De regering Tindemans is intussen klaar gekomen met een relanceplan, waarvan de haalbaarheid in de regeringsraad van donderdag 25 september besproken werd. Het plan laat zich samenvatten in zes hoofdstukken respectievelijk met betrekking tot de economie, de fiscaliteit, de produktiekosten, de investeringen, de export en de tewerkstelling. Een aantal structurele maatregelen was te verwachten. Inderdaad, de omvorming van de Nationale Investeringsmaatschappij, tot een staatsholding en het operationeel maken en activeren van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen stonden reeds geruime tijd op het programma. Andere programmapunten zullen wellicht niet overal in goede aarde vallen. Er wordt namelijk overwogen de honoraria van de vrije beroepen te bevriezen, en misschien worden ook
de salarissen van de hoogleraren herzien.
De verlaging van de interestvoeten wordt vermoedelijk een doorn in het oog van de kleine spaarders, die hun spaargeld door de inflatie alsmaar zien wegsmelten. Het reclameplan dat de regering voor de dag brengt is de resultante van heel wat polemieken gevoerd tussen ministers, vakbonden en patroons. Aan iedereen voldoening schenken is beslist niet mogelijk en bovendien werden Rome en Parijs niet in één dag gebouwd. Feit is in elk geval dat de relancemaatregelen vér de budgetcijfers van de regering overschrijden. Wie zal dat betalen?
Hoewel ons eigen landje momenteel ook al niet in rozegeur en maneschijn leeft, toch wordt het nog als een helper in de nood aangezien. Het was immers niet zonder reden dat eerste minister Tindemans op vrijdag 26 september naar Kinshasa vertrok. Na tien jaar regeringsbe- | |
| |
leid van president Mobutu zit Zaïre werkelijk aan de grond. Goud en deviezen ontbreken, de landbouw kwijnt weg, de winkels zijn leeg, de koperopbrengst slinkt en de ambtenaren zijn onbekwaam, niet tegen hun taak opgewassen of corrupt. Wat vijftien jaar geleden als een beloftevolle politiek van onafhankelijkheid en zelfstandig optreden, van Afrikaanse ‘authenticiteit’ vermoedelijk overhaast en onvoorbereid van start ging, is uitgedeind tot een vrij troosteloze en hopeloze warboel. Bewust losgekomen van het koloniaal patroon staat het beleid op losse schroeven: er werden onherstelbare fouten begaan die nu het land naar de afgrond en het bankroet loodsen. President Mobutu tracht doorheen de moeilijkheden te schipperen, maar heeft toch dringend behoefte aan een oplossing. Daarom heeft hij zich met premier Tindemans onderhouden over het geheel van de financiële en economische problemen en de ontwikkelingssamenwerking, waarover ze tenslotte een akkoord bereikten. Het was het eerste bezoek van minister Tindemans aan Zaïre, een land dat nog heel veel hulp nodig heeft om te lukken op de weg van de dekolonisatie en van de ‘zaïrizering’. België alleen vermag niets, maar wellicht is het aan zichzelf verplicht zo stevig mogelijk de jonge staat te helpen, met wie het vroeger zo nauw en zo hecht verbonden was. Voor Mobutu gaat misschien de oude spreuk op: amicus certus in re incerta cernitur.
Helma Houtman-De Smedt
27 september 1975
|
|