| |
| |
| |
Politiek overzicht de maand juni
● Internationale samenwerking
De veiligheidsconferentie
Na een hoopgevend begin van de onderhandelingen verleden jaar in Helsinki is de voorbereidende veiligheidsconferentie, die bedoeld was om de twee machtsblokken in Europa ‘open te breken’ in Genève stroomopwaarts moeten gaan varen. De hoop van de Westerse landen, dat zich tenminste enige bereidwilligheid bij althans enkele Oosteuropese landen zou openbaren om zich onafhankelijk op te stellen van het ‘blok’ waartoe zij werden geacht te behoren, is niet vervuld. Hier en daar liet een vertegenwoordiger van het Oostblok zich wel eens wat kritisch uit over de lijn die Rusland voorschreef, maar als het op stemmen aankwam, trokken alle Oostbloklanden onveranderlijk één lijn. Daartegenover mocht men - misschien met enige voldoening - constateren, dat hetzelfde gold voor de landen van de Europese Gemeenschap. Weliswaar is de EEG niet opgezet als een politieke eenheid, maar in feite bleek hier die politieke eenheid gemakkelijker te realiseren dan de economische.
Het lag in de bedoeling van de Geneefse conferentie, waar op ambtelijk niveau wordt overlegd, dat daar de grondslag zou worden gelegd voor een topconferentie, die wederom in Helsinki zou plaatsvinden en waarvan de Russen de datum nog in juli wilden vaststellen. Daar is echter geen sprake van. De Westeuropese landen stellen zich op het standpunt, dat de conferentie van Genève eerst op alle punten tot overeenstemming moet zijn gekomen voordat er van een bevestigende topconferentie sprake kan zijn. En op alle punten overeenstemming bereiken is uitermate moeilijk op een conferentie met zo uiteenlopende deelnemers, waar besluiten alleen met eenstemmigheid kunnen worden genomen, aangezien ieder der deelnemende landen nu eenmaal souverein is.
| |
De N.A.V.O.
In verband met de veiligheidsconferentie heeft minister Van der Stoel een plan gelanceerd, waarin hij een oplossing aanbiedt voor het probleem van de vermindering der kernbewapening. Zo maar losweg daarover onderhandelen en besluiten, kan naar zijn mening meer kwaad dan goed uitrichten. Overleg over dit probleem moet langs de bestaande kanalen lopen. Daarover moet eerst beraad komen in het verband van de NAVO en daaruit kunnen dan onderhandelingen volgen met de landen van het Warschaupakt. Naar dit plan hebben de bondgenoten, naar het schijnt, wel oren.
Geen oren hebben zij naar de suggesties die uit Amerika komen om, nu Portugal dreigt over te lopen naar het communistische kamp, Spanje in de plaats daarvan op te nemen in de NAVO. Secretaris-generaal Luns, die aanvankelijk de indruk wekte niet helemaal onsympathiek tegenover dit idee te staan, heeft het in de loop van deze maand definitief van de hand gewezen. Spanje is alleen als bondgenoot in de NAVO aanvaardbaar, verklaarde hij, wanneer het de beginselen van de democratie onderschrijft, die de grondslag van het bondgenootschap vormen. Evenzo wees hij iedere suggestie af om enigerlei samenwerking te zoeken met Zuid-Afrika. Dit alles uiteraard met het voor- | |
| |
behoud, dat - komt er eenmaal oorlog - de zaken heel anders komen te liggen.
| |
De Europese Gemeenschap
Wat oorspronkelijk werd opgezet als een vorm van economische samenwerking wordt nu ook nagestreefd als politieke samenwerking. Zo werd het op de topconferentie van Parijs in 1972 gesteld. Op deze conferentie kregen de verschillende bestuursorganen van de Gemeenschap de taak opgelegd vóór eind 1975 een plan tot omvorming van de Economische Gemeenschap tot een staatkundige eenheid ter tafel te leggen. De Europese Commissie heeft haar huiswerk nu klaar en een plan ingediend.
Europa zou als staatkundige eenheid bestuurd moeten worden door een regeringscollege, dat onafhankelijk zou staan tegenover de regeringen der deelnemende landen. Dit Europese kabinet zou de uitvoerende macht in handen hebben en bevoegd zijn wetsvoorstellen in te dienen bij het Europese parlement, dat uit twee kamers zou bestaan. Zo ongeveer als in Amerika het Congres (door het volk rechtstreeks gekozen) en de Senaat (door de Staten te vormen). Deze politieke eenwording zou zich moeten voltrekken in verschillende fasen. In de eerste daarvan zou eensgezindheid moeten worden bereikt over de verdeling van de bevoegdheden tussen de regeringen der afzonderlijke landen enerzijds en de Europese regering anderzijds. In de tweede fase zouden de bevoegdheden van de Europese regering nader moeten worden omlijnd en in de derde zou de structuur van het staatkundig éne Europa moeten worden opgebouwd. Het lag aanvankelijk in de bedoeling van de Parijse topconferentie, dat die politieke eenwording nog voor 1980 kon worden verwezenlijkt, maar het ziet er niet naar uit dat het allemaal zo snel kan. Daarvoor nemen alleen al de verschillende processen tot wijziging van de Grondwetten in de verschillende landen te veel tijd in beslag. Te meer omdat er nog eigenlijk maar héél weinig nauwkeurig omlijnd vastligt.
| |
Het energie-beleid
Met het energiebeleid gaat het nog steeds moeilijk. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA), omvattende acht landen van de Europese Gemeenschap plus Amerika plus nog acht andere geïndustrialiseerde landen, wordt nog steeds door het eigenzinnige Frankrijk gesaboteerd. De Europese Gemeenschap kan door die halsstarrige houding van Frankrijk, dat hoopt door dwars te gaan liggen een streepje voor te krijgen bij de olieproducenten, geen eenstemmigheid verkrijgen. De contacten van de IEA met de olieproducenten verlopen moeizaam, omdat de daarbij aangesloten landen weigeren in te gaan op de eis van Algerije om op een eventuele conferentie niet alléén over olie te praten maar ook de positie van de andere grondstoffen aan de orde te stellen. Het overleg wordt bovendien sterk geremd doordat het aanboren van nieuwe energiebronnen een geldverslindende zaak blijkt te zijn. Het winnen van zonne-energie of het boren op diepten twee maal zo groot als thans maximaal worden bereikt - diepten van 6000 meter bijvoorbeeld - is allemaal zo kostbaar dat niemand er zijn goede geld in durft te steken. Als de olie door onverwachte wendingen in de situatie weer goedkoper zou kunnen worden, zou al dat geld weggegooid zijn.
Het is nu echter toch zo ver, dat de Europese energie-commissie bijeen geroepen gaat worden om te zien of het mogelijk is tot een gezamenlijk standpunt van de EEG-landen in deze kwestie te geraken.
| |
● Internationale conflicten
Het Midden-Oosten
Het blijft maar touwtrekken rondom Israël. De Palestijnen vallen voortdurend aan vanuit Libanon, dat er nu langzamerhand genoeg van krijgt en waar de Falangisten scherpe aanvallen op de Palestijnen ondernemen (Zie: Nationale Politiek). Syrië en Jordanië hebben bekend gemaakt één lijn te zullen trekken als het
| |
| |
weer op een conflict aankomt. Maar Israël laat zich niet intimideren en blijft nog steeds proberen langs de weg van de geleidelijkheid, Kissinger's ‘stap-voor-stap’ politiek naar de vrede, iets te bereiken. Het heeft zijn troepen reeds iets teruggetrokken toen het Suez-kanaal begin deze maand weer open ging maar veel had dit terugtrekken niet te betekenen. Het kanaal bleef binnen het Israëlische schootsveld liggen en het zou, als puntje bij paaltje kwam, de Israëliërs hooguit een half uur kosten om de oude stellingen weer in te nemen. Maar als gebaar werd het zowel door Egypte als door Amerika gewaardeerd. Het wachten was alleen op verdere stappen in dezelfde richting. Egypte verlangde nu van Israël, dat het zich ook uit twee belangrijke passen en uit de door Israël bezette olievelden zou terugtrekken. Daar had Israël echter grote moeilijkheden mee omdat, zodra het die passen vrij gaf, de Egyptische troepen daar doorheen zo konden optrekken naar de oude Israëlische grens zonder dat Israël enige mogelijkheid had daar iets reëels in de weg te leggen. Premier Rabin voelde dus niets voor een dergelijke stap, maar Amerika des te meer. Zowel minister Kissinger als president Ford hebben Israël onder zware druk gezet om toe te geven aan de Egyptische verlangens. Amerika schijnt daartoe mede te zijn bewogen door de vrees, dat er in Egypte wel eens onverwachte moeilijkheden kunnen opduiken. President Sadat is in de Arabische wereld niet zo erg geliefd. Men beschouwt hem in zijn bereidwilligheid tot onderhandelen met Israël en Amerika - al ware het slechts om via het Suezkanaal weer wat van de Egyptische economie te redden - zo niet als een verrader dan toch als een twijfelachtig betrouwbare figuur in de gemeenschappelijke strijd tegen Israël. Een aanslag op zijn leven is allerminst ondenkbaar. Bovendien is Amerika ervan overtuigd, dat het, wanneer
Israël nu werkelijk toegevendheid toont, de conferentie van Genève nog geruime tijd kan ophouden en aldus kan verhinderen dat de Russen het in de oplossing van het Midden-Oosten voor het zeggen krijgen. Rabin heeft echter met deze zaak een uiterst moeilijk probleem in de schoot geworpen gekregen. Israël is verdeeld over deze zaak. Sommigen willen toegeven; anderen willen vechten. Afwachten wat het wordt.
| |
● Nationale politiek
Verenigde Staten van Amerika
De C.I.A. Kort na zijn ambtsaanvaarding heeft president Ford een commissie ingesteld, die onder voorzitterschap van zijn vice-president Rockefeller een onderzoek moest instellen naar het doen en laten van de Central Intelligence Agency, de C.I.A. Een van de ettelijke geheime diensten in het ambtelijk apparaat van de Verenigde Staten; maar wel naast de F.B.I. de grootste en het orgaan dat van al zijn soortgenoten in binnen- en buitenland verreweg het meest werd gewantrouwd. De C.I.A. werd opgezet als een buitenlandse spionagedienst maar deed in het verleden herhaaldelijk van zich spreken, niet door de scherpte waarmee het de situaties in het buitenland analyseerde - hoezeer zij daarin blunderde, bleek wel uit de affaire van de Cuba-invasie - dan wel doordat zij zich niet bepaalde tot het winnen van inlichtingen, maar zich ook actief, zij het in het geheim, met de binnenlandse politiek van andere landen bezig hield, zolang het daar aan het bewind zijnde regime de regering in Washington niet aanstond. Ook daarover kwamen allerlei onfrisse verhalen in de omloop.
Al die onfrisse verhalen echter schokten het Amerikaanse publiek niet zozeer als de ontdekking dat deze dienst zich - met name in het Watergatecomplex - niet had beperkt tot zijn eigen arbeidsterrein, het buitenland, maar ook binnen Amerika aan het opereren was geslagen en Amerikaanse burgers had bespioneerd met middelen die bij de wet verboden waren, niet alleen aan de C.I.A., maar aan iedere overheidsinstantie die daartoe geen speciale machtiging van de rechter kreeg. Inplaats van een gevoel van zekerheid gaf
| |
| |
de C.I.A. de Amerikanen een gevoel van voortdurende onzekerheid.
Rockefeller is aan het werk gegaan en heeft in de loop van deze maand de president een rapport aangeboden waaruit duidelijk aan het licht komt dat de C.I.A. inderdaad Amerikaanse burgers heeft bespioneerd, hun telefoongesprekken heeft afgeluisterd, hun correspondentie heeft onderschept en dossiers over hen heeft aangelegd. Niet minder dan 200.000 namen van Amerikaanse burgers staan in een super-geheime afdeling van het C.I.A.-gebouw op kaart met allerlei bijzonderheden, die de dienst op slinkse wijze aan de weet is gekomen. Het rapport over al die activiteiten, die de C.I.A. uitdrukkelijk verboden waren, is aanstonds door de president doorgezonden naar het Congres.
Alleen één gedeelte van het rapport is niet doorgezonden: dat gedeelte dat handelt over de mate waarin de C.I.A. zich heeft ingelaten met plannen tot het plegen van aanslagen op het leven van vreemde staatshoofden. Daar zouden nogal wat namen in zijn gevallen. Die van de voormalige dictator van de Dominicaanse Republiek, Trujillo; die van Patrick Lomumba in het voormalige Belgisch Congo; die van Diem in Zuid-Vietnam en die van Fidel Castro in Cuba. Van deze vier is er nog één in leven; de anderen werden inderdaad vermoord. De C.I.A. echter zegt voorlopig nog onschuldig te zijn aan deze moorden. Zij heeft wel aan de val van deze drie gewerkt, maar uiteindelijk is die val tot stand gekomen door het optreden van hun binnenlandse vijanden, die hen tenslotte ook om het leven brachten. Of die lezing overeenstemt met de lezing die de commissie Rockefeller in haar rapport geeft, weet nog niemand anders dan de president. Zijn motief om dit gedeelte van het rapport niet aan het Congres over te leggen lag, naar zijn zeggen, in de omstandigheid dat de commissie niet voldoende diepgaand op deze zaken is kunnen ingaan om tot waterdichte conclusies te geraken.
Voor de zoveelste keer heeft het Congres zich nu voorgenomen wat meer op de geheime diensten, in het bijzonder de C.I.A., toe te gaan zien. Of het daarmee meer greep krijgt op dit aalgladde apparaat is een vraag.
| |
De Duitse Bondsrepubliek
De Bondsdag-verkiezingen van het volgend jaar beginnen hun schaduwen vooruit te werpen. Schaduwen die merkwaardigerwijs het donkerst terecht komen op de oppositie. - Kortgeleden zag het er nog rooskleurig uit voor de Christen-Democraten; de coalitie van de socialisten met de liberalen kreeg in de deelstaatverkiezingen nogal wat tegenslagen te verduren. Langzaamaan echter schijnt deze coalitie zich te herstellen en nú is het zo dat de oppositie meer redenen heeft om zich zorgen te maken. Niet vanwege de socialisten en de liberalen, maar vanwege de tegenstellingen in eigen boezem. De oppositie wordt gevormd door twee partijen: de Christen-Democraten onder voorzitterschap van Helmut Kohl en de Beierse CSU onder leiding van de uiterst conservatieve streber Franz Joseph Strauss, die vindt, dat hij langzamerhand ook aan de beurt moet komen om Bondskanselier te worden na al de Bondskanseliers die de CDU tot dusverre heeft geleverd. Zijn partij is het met hem eens en vindt ook dat hij nu maar eens aan bod moet komen. Zij ziet niet zoveel in Helmut Kohl, die nog maar een betrekkelijke nieuwkomer is in de Duitse politiek. Geen Brandt, geen Kiesinger, om van Adenauer maar te zwijgen.
Kohl echter houdt voet bij stuk. Hij laat de CDU, de grootste van de twee bondgenoten, niet van haar plaats dringen. De CDU stelt de kandidaat voor het kanselierschap, en dat wordt Kohl. Op het partijcongres deze maand in Mannheim is hij minstens even fel van leer getrokken tegen de zittende regering van de socialisten en de liberalen als Strauss dat pleegt te doen; aldus haalde hij de wind uit de zeilen van Strauss. Strauss wilde wel tegen hem ingaan, maar heeft uiteindelijk toch ingestemd met een slotcommuniqué dat de Kohl en de geit spaarde. De Beieren constateerden slechts, dat de CDU als grootste het recht opeiste de kanselierskandidaat te stellen en verklaarden, ondanks het feit dat zij hun eigen Strauss een schonere ruiker achtten, toch als het erop aankwam voor Kohl te zullen stemmen. Zij durven namelijk ook niet goed het bondgenootschap met de CDU in gevaar te brengen. Kohl is ondanks al zijn kritiek op de socialisten best in staat om
| |
| |
als de Beieren niet meer mee willen, met diezelfde socialisten een bondgenootschap voor de volgende regeringsperiode aan te gaan. En dan zit Franz Joseph er wel goed naast.
| |
Italië
Op 15 en 16 juni zijn de Italiaanse kiezers naar de stembus getogen om nieuwe wetgevende colleges te kiezen voor de lagere bestuursorganen, de provinciën en de districten. Deze verkiezingen mondden uit in een soort politieke aardverschuiving. Voor het eerst sedert de oprichting van de Republiek heeft de oude, eerbiedwaardige partij van De Gasperi, de Christen-Democratische partij, zwaar verlies geleden en hebben de communisten, die in 1947 door De Gasperi, teruggekeerd van zijn ballingschap in Amerika, uit de regering werden gezet, winst van betekenis geboekt. De Christen-Democraten, die vanaf 1947 onafgebroken aan het bewind zijn geweest en in 1972 nog 38,4% van de stemmen verwierven, zakten tot 35,3% en de communisten, die in 1972 op 28,3% stonden stegen met meer dan 5% tot 33,4%. Dit betekent nog niet noodzakelijkerwijs dat de communisten nu ook zitting in de regering moeten krijgen; er zijn nog altijd combinaties mogelijk, die hen uitsluiten, maar het valt te betwijfelen of dit nog lang kan duren.
Als de communisten zitting krijgen in de Italiaanse regering, zal het overigens wel de moeite waard zijn om te zien hoe dit gebeurt, welk program zij dan meebrengen en welk beleid zij gaan steunen. De communistische partij van Italië is al lang de grootste van Europa buiten Rusland, maar het is ook steeds de meest onafhankelijke geweest. Reeds in 1956 verklaarde de toenmalige secretaris-generaal van de partij, Togliatti, dat het Sovjet-model van een communistische samenleving en een communistische politiek niet bindend was voor de andere communistische partijen in Europa of daarbuiten. Hij was toen echter nog niet zo ver dat hij het optreden van de Sovjet-Unie in Polen en Hongarije afkeurde. Bij het optreden van de Russen in Tsjechslowakije echter, in 1968, was zijn opvolger, Luigi Longo, wèl zo ver; hij veroordeelde dit optreden openlijk. Een jaar later weigerden de Italiaanse communisten op de conferentie van de communistische internationale in Moskou het Chinese communisme te veroordelen, zoals Moskou dat verlangde. In hetzelfde jaar nog werden de extreem linkse broeders uit de partij gestoten. Nu is Enrico Berlinguer secretaris-generaal van de partij en stelt zich al geruime tijd nog gematigder op dan zijn voorgangers en stuurde de laatste tijd duidelijk aan op een goede verstandhouding met de Christen-Democraten. Berlinguer heeft, evenals trouwens Togliatti lang vóór hem, scherp gesteld dat hij er niet op rekent ooit een absolute meerderheid in Italië achter zich te zullen krijgen en dat Italië altijd geregeerd zal moeten worden door een coalitie. Hetgeen betekent dat de partij voorgoed wil afzien van een star en doctrinair communisme. Na zijn overwinning heeft hij dit nog eens bevestigd en daaraan toegevoegd, dat hij, indien zijn partij in de regering wordt opgenomen, zij er niet aan zal denken bijvoorbeeld het lidmaatschap van Italië in de NAVO op te geven. Hij ziet dat
lidmaatschap integendeel als een bewuste bijdrage aan de ontspanningspolitiek tussen Oost en West.
Ofschoon deze verkiezingen geen gevolgen hebben voor de samenstelling van het Italiaanse parlement en de regering er dus geen consequenties aan hoeft te verbinden, ziet het er toch naar uit, dat een regeringscrisis - de zoveelste! - in de lucht hangt. Binnen de Christen-Democratische partij stellen de linksgezinden de partijsecretaris, Amintore Fanfani, verantwoordelijk voor de nederlaag. Hij zou zich veel te conservatief hebben opgesteld. Zij eisen zijn aftreden, maar Fanfani denkt daar niet over. Wat de gevolgen van deze spanning zijn moet nog worden afgewacht.
| |
Portugal
Nog steeds is het onzeker in welke richting Portugal koerst. Het conflict om het dagblad Republica, dat door het technisch personeel werd bezet en waarvan de journalisten, die de liberale beginselen waren toegedaan, het gebouw niet meer mochten betreden, is nog steeds niet opgelost, al hebben de militairen dan ook niet toegegeven aan de eis van de zetters en drukkers dat het blad voortaan als een communistische krant moet worden geredigeerd. - Veel is er in de loop van de
| |
| |
maand ook gespeculeerd over de vraag hoe de militairen zich nu voorstellen het land te gaan besturen. Dat hun sympathieën sterk overhellen naar de (goed georganiseerde) communisten, was bekend. Dat is trouwens geen nieuws. In de Latijns-Amerikaanse wereld deed zich herhaaldelijk hetzelfde verschijnsel voor. De communisten zijn nu eenmaal een goed georganiseerde en goed gedisciplineerde groep, althans in hun kern, en militairen voelen zich min of meer instinctief daartoe aangetrokken. De socialisten onder Soares zijn zich het gevaar van deze situatie maar al te zeer bewust, maar zij zijn er zich evenzeer van bewust, dat zij het militair bewind voorlopig niet kunnen missen, omdat zij, wanneer de militairen naar hun kazernes zouden terugkeren, helemaal op genade of ongenade zouden zijn overgeleverd aan de naakte terreur van de communisten.
Van die terreur schijnen de militairen toch nu ook langzamerhand genoeg te krijgen. Zij hebben tenminste later in deze maand te kennen gegeven, dat zij niet naar een één-partij-staat streven maar nadrukkelijk vasthouden aan een multipartijen-staat, waarin dus ook de socialisten hun plaats kunnen behouden - een plaats die van grote betekenis is in de grondwetgevende vergadering, waar zij verreweg de grootste groep vormen.
Het is niet uitgesloten, dat de militairen tot deze ietwat gematigde opstelling zijn gekomen onder druk gedeeltelijk van de landen der Europese Gemeenschap en waarschijnlijk nog meer van Amerika, dat duidelijk te verstaan heeft gegeven, dat het Portugal alleen nog zal steunen wanneer het de democratie in praktijk zal blijven brengen.
| |
Frankrijk
De situatie in Portugal heeft een reflex gevonden in Frankrijk in zoverre dat het bondgenootschap van de socialist Mitterand met de Franse communisten ernstig heeft geleden onder het Portugese voorbeeld van wat er te gebeuren staat wanneer de communisten werkelijk met de socialisten in één regering komen te zitten. Mitterand schijnt daar wel van te zijn geschrokken. Voorlopig heeft hij onder bemiddeling van de links-radicaal Fabre zijn Volksfront nog kunnen redden, maar of het gevaar van een breuk definitief is bezworen, zal in belangrijke mate van het verdere verloop der gebeurtenissen in Lissabon afhangen.
| |
Engeland
Met niet minder dan een twee-derde meerderheid heeft het Britse volk zich uitgesproken vóór het lidmaatschap van de Europese Economische Gemeenschap. ‘Een discussie van veertien jaar lang is nu voorbij’ verklaarde een alleszins tevreden Wilson, die zich indertijd wel tegen het Britse lidmaatschap van de EEG uitsprak - toen de Conservatieven nog aan het bewind waren - maar, eenmaal zelf met regeringsverantwoordelijkheid belast, overstag ging.
Intussen gaat het Engeland economisch niet best. Het pond heeft in de loop van deze maand weer een smak naar beneden gemaakt; inflatie en werkloosheid nemen zienderogen toe tot een catastrofale omvang. Aan het eind van de maand heeft minister Healy strenge maatregelen aangekondigd. Vooral tegen het wildweg opvoeren van de lonen. De vakbonden zijn daar uiteraard niet erg gelukkig mee en proberen tegenvoorstellen op tafel te leggen. Maar het komt er toch allemaal op neer, dat de Britten de buikriem in de naaste toekomst dichter zullen moeten aanhalen.
| |
India
Premier Indira Gandhi is in ernstige moeilijkheden geraakt. Zij werd ervan beschuldigd in een der deelstaten van India ongeoorloofde praktijken te hebben toegepast om haar Congres-partij aan een verkiezingsoverwinning te helpen. Dat zou gebeurd zijn in 1971. De zaak kwam voor de rechter in Allahabad en deze bevond haar schuldig. Eigenlijk had zij haar functie moeten neerleggen, maar zij verkoos dat niet te doen, naar haar zeggen omdat zij overtuigd was met een politieke rel tegen haar te doen te hebben. Bovendien legde zij de zaak in hoger beroep aan het hoogste gerechtshof in India voor. Dit hof erkende haar recht aan te blijven totdat in hoogste ressort een uitspraak zou zijn gevallen. Intussen deden mevrouw Gandhi's tegenstanders hun uiterste best om haar bewering dat het allemaal meer om politiek ging dan om recht, grond van
| |
| |
waarschijnlijkheid te geven. De oppositiepartijen hebben hun houding tegenover de premier verscherpt en haar aftreden met klem geëist. Zij hebben meegedeeld haar niet langer als premier te erkennen. Zij werden in deze houding gestijfd door de omstandigheid dat de Congrespartij van mevrouw Gandhi in de deelstaat Goedjarat een forse nederlaag leed.
Mevrouw Gandhi heeft het er niet bij laten zitten. Op de beschuldiging dat de oppositie een complot tegen haar en haar wettig gezag smeedde, liet zij de president de noodtoestand afkondigen en meteen een aantal van haar tegenstanders van hun bed lichten en gevangen zetten. Waar dit inmiddels alweer verscherpte beleid op zal uitlopen, laat zich nog niet overzien, maar in de Westerse wereld beschouwt men dit alles als een slag voor de democratie in het grootste land van de derde wereld, dat tot dusverre de democratie in ere hield.
| |
Oeganda
President Idi Amin, een ex-sergeant van het Britse leger, heeft zich de verontwaardiging van de wereld op de hals gehaald door een brutale poging tot intimidatie van Engeland door dreiging met niets anders dan moord. Hij liet een Engelse lector, Dennis Hills, die een boek had geschreven over Oeganda, waarin over Amin werd gesproken als over een dorpstiran, arresteren en door een zogenaamde rechtbank ter dood veroordelen. Het boek van Hills was overigens nog niet gepubliceerd en het manuscript was in beslag genomen. Amin verklaarde zich bereid over gratie te denken onder voorwaarden die zo vernederend mogelijk waren voor Engeland. Het liefst had hij gezien dat de Britse koningin voor hem op de knieën was gezonken om gratie voor haar onderdaan af te smeken. Tot dit idiotisme heeft hij het nog niet laten komen, maar hij eiste wel dat de minister van Buitenlandse Zaken van Engeland persoonlijk naar Oeganda zou komen om met hem te praten en met een aantal hulpvoorstellen voor de dag moest komen wilde hij het leven van Hills sparen. De Britse regering heeft daarop met een vlakweg nee geantwoord. De minister van Buitenlandse Zaken was bereid naar Oeganda te komen maar dan éérst gratie voor Hills. Amin zat vast. Hij kon zijn gezicht alleen nog redden door naar Zaïre te gaan en daar de bemiddeling te aanvaarden van president Mobutu. Hills kreeg gratie. Maar hoe deze Afrikaanse Hitler nu verder wordt aangepakt, zal de toekomst moeten leren.
| |
Libanon
Toen in 1943 de staat Libanon tot stand kwam, ging men bij de verdeling van de macht ervan uit, dat de twee hoofdgroepen van de bevolking, de christenen en de moslims, elkaar numeriek ongeveer in evenwicht hielden. Dat evenwicht echter is hevig verstoord door de uit Israël gevluchte Palestijnen, die zich in groten getale in Libanon hebben gevestigd en het Arabische element, het moslim-element, aanzienlijk hebben versterkt. In dat verstoorde evenwicht is het tot bloedige botsingen gekomen, die uitmondden in een afgrijselijke straatterreur en tenslotte in wat het meest op een burgeroorlog leek. Onder die omstandigheden moest een nieuwe regering worden gevormd. Twee aartsvijanden van weleer hebben elkaar daarin gevonden. De zittende premier, Karami, die de belangen van de moslims, en oud-president Chamoun, die de belangen van de strijdbare Falangisten vertegenwoordigt.
| |
● Nederland
Het Kabinet Den Uy
Het is kruimelwerk geweest deze maand. Grote initiatieven zijn niet uit de bus gekomen; grote wetsontwerpen niet door de kamers gesleept en grote conflicten uitgebleven. Maar om te zeggen dat het nu eens een verkwikkende maand was: nee. Minister Westerterp is buiten de prijzen gevallen deze maand. Nu is dat zo erg
| |
| |
niet. Verkeer, waterstaat en dat soort departementen zijn sluitpostjes bij een kabinetsformatie. Daar zet men een paar mensen neer die nodig zijn voor het politiek evenwicht. Die jongens mogen gerust eens een échec lijden. Daar valt het kabinet niet van om, hoe erg zij dat zelf misschien ook vinden. Westerterp van Verkeer heeft het deze maand moeten afleggen tegen de Tweede Kamer met zijn ontwerp op de verplichte autokeuring. De Kamer wil het anders en wil met een initiatiefvoorstel komen. Westerterp boos! Hij zal zijn contraseign weigeren! Helaas voor hem zijn echter de banbliksems van Westerterp niet die van een Jupiter.
Minister Vorrink kreeg deze maand in de Kamer een wetsvoorstel te verdedigen dat de strijd tegen chemische afvalstoffen moet aanbinden maar dat dermate onvakkundig werd opgezet, dat alleen de kleine bedrijven het gelag voor deze (slechts zeer gedeeltelijke) milieuzuivering moeten betalen en de grote bedrijven de dans ontspringen. De confessionele partijen namen het maar zo als het was. Om der lieven vrede wille. Erg gelukkig zijn zij ook niet met tante Irene. Alleen de VVD pakte uit. Met een heel pakket bezwaren tegen het beleid van deze uiterst zwakke en onbekwame minister. De bondgenoten in de regering houden echter zorgvuldig het vingertje op de lippen als het over haar gaat. Zielig.
| |
De komende begroting
De grote moeilijkheden voor het kabinet kómen nog. Tegen het begin van juli moet het zich buigen over de begroting voor 1976 en het ziet ernaar uit dat minister Duisenberg voor een enorm tekort komt te staan. Op het ogenblik lopen de schattingen op tot tegen de tien miljard.
Voornaamste oorzaak van de stijgende uitgaven schijnt te zijn het feit dat de kosten van de sociale verzekeringen de pan uit vliegen. Nederland heeft nu eenmaal een ideaal pakket sociale verzekeringen opgebouwd - althans voor de loonarbeiders; de zelfstandigen kunnen nog steeds naar zekerheid fluiten! - maar zij worden onbetaalbaar zodra het maar even misloopt met de economie. En het zit goed mis met de economie. Getuige het feit dat Nederland volgens de laatste tellingen over de 210.000 werklozen telt. In de Tweede Kamer wordt nu ook algemeen aangedrongen op bezuiniging, die dan ook met mooie woorden verdoezeld wordt aangekondigd. Het is nu wachten op de klap van september, als het koffertje van Duisenberg open gaat.
| |
De partijen
De Partij van de Arbeid heeft het zwaar te verduren gehad. Zij heeft moeten slikken dat haar bloedeigen minister van Defensie de eis van haar Congres naast zich neer heeft gelegd en de F.16 heeft aangeschaft. Zij heeft het ontslag van Glastra van Loon moeten slikken. Het werd tijd dat zij tegenover de kiezers ook eens een succesjes scoorde. Welnu: fractieleider Van Thijn scoorde: nauwelijks was de Kamer op reces of hij liet weten dat het kabinet in september moet en zal komen met een wetsontwerp op de grondpolitiek. Anders zou hij geen pardon meer kennen. Dan moesten de heren maar ophoepelen. Stoere taal. Maar de boeren, burgers en buitenlui, die door deze marktkoopman bij de neus werden genomen, weten niet dat dit ontwerp al klaar ligt. En niemand kan dat lekker in de Tweede Kamer aan het licht brengen, want de Kamer is nét op reces gegaan. Zoiets heet in gewone taal boerenbedrog. Maar je moet toch wát doen om te laten zien dat je ook nog meetelt en de confessionelen niet alleen maar met de succesjes gaan strijken!
De K.V.P. heeft nu definitief beslist over de te volgen lijn ten aanzien van het C.D.A. De weinig elegante poging van de heer De Zeeuw om opnieuw voorzitter van de partij te worden, is resoluut afgewezen. Een overgrote meerderheid heeft wethouder Vergeer van Utrecht in zijn plaats gekozen en daarmee is het gesol met de K.V.P., die éérst een middenpartij moest worden en dán een ‘middenpartij’, die aan de leiband kwam te lopen van de Partij van de Arbeid - zo ongeveer als het NKV aan de leiband loopt van het NVV - afgelopen. De partij koerst nu onbelemmerd naar een C.D.A. en haar leiders en die van de AR hebben al laten weten, dat wanneer na de volgende verkiezingen er weer een kabinet moet komen met de Partij van de Arbeid aan het roer, de formateur van zo'n kabinet geen kans meer zal krijgen om één van de drie confessionele partijen uit te manoevreren. Dan zal
| |
| |
er, hoe dan ook, één blok zijn. Goed zo.
| |
De Zuid-Molukkers
Nederland krijgt steeds meer last met zijn ‘minderheden’. Deze maand hebben de Zuid-Molukkers weer van zich doen spreken. Zeventien hunner hebben terecht gestaan onder beschuldiging een samenzwering te hebben opgezet om de Koningin te gijzelen. Zij hebben hun plannen toegegeven, maar tevens te kennen gegeven, dat, hoe ook hun straf uitvalt, zij met harde acties door zullen gaan. Wat zij precies van Nederland verlangen en verwachten, is nog steeds niet duidelijk. Moet Nederland soms zijn vloot naar Indonesië sturen om hun geboorteland voor hen te veroveren?
| |
Suriname
De slotbesprekingen ter voorbereiding van de Surinaamse onafhankelijkheid hebben nu in Den Haag plaats gevonden. Premier Arron en zijn rakkers hebben duidelijk te kennen gegeven, dat zij Nederland het koloniaal verleden zullen inpeperen en dat Nederland maar te dokken heeft met zo weinig mogelijk voorwaarden en voorbehouden. Nederland bood aanvankelijk een bedrag aan van 3 miljard gulden voor ontwikkelingshulp gedurende de eerste tien à vijftien jaren. Suriname dacht in veel grotere getallen. Met die onnozele drie miljard zou Arron geen genoegen nemen, beweerde hij nog maar een maand geleden. Den Uyl en De Gaay Fortman hebben echter voet bij stuk gehouden - tenminste nagenoeg - en het eindbedrag wordt nu 3,2 miljard. Nog een aardig sommetje voor een land met niet meer dan 400.000 inwoners. Geen enkel ander land in Latijns-Amerika ontvangt zoveel steun per hoofd van de bevolking. Ook de voorwaarden zijn iets verzacht. Suriname hoeft niet dit hele bedrag te besteden in Nederland of door Nederland aan te wijzen landen. Kan er ook mee naar Amerika, dat nogal gul is met ‘vriendelijkheden’ voor heren die grote orders komen plaatsen. - Van de andere kant heeft Suriname iets moeten inbinden ten aanzien van de toelating van zijn burgers in Nederland. Na de afkondiging van de onafhankelijkheid - op 25 november - zullen Surinamers niet langer dan drie maanden in Nederland mogen blijven wanneer zij geen werk en geen woongelegenheid hebben. Maar men zal ‘soepel’ te werk gaan met de toepassing van deze regel. Whatever that is.
Hans Hermans
|
|