Streven. Jaargang 28
(1974-1975)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 527]
| |
Gedichten van T.S. Eliot in vertaling
| |
[pagina 528]
| |
aan een huis bouwt met de bouwstenen die hem door een ander worden aangereikt. Daarom nodigt Eliot de lezer uit met ‘de hoop van gebroken beelden’, die hij hem aanbiedt, een eigen poëtische wereld te creëren. Een vertaler nu is op de eerste plaats een lezer. Zoals de lezer vertelt hij in zijn eigen taal het verhaal van een ander. Lezen is immers meer dan een ontcijferen van de syntaxis, en vertalen nog iets anders dan een oefening in linguïstische transpositie. Lezen is een vorm van begrijpen en begrijpen een wijze van zich inleven in een tekst. Zoals de lezer van poëzie, wordt de vertaler niet alleen geconfronteerd met een geschreven tekst, of met de wereld van het gedicht, maar ook met de wereld waarin het gedicht zich beweegt. De verschillende momenten van ontcijferen, begrijpen en zich inleven, die wij met één woord ‘lezen’ noemen, worden in een vertaling afzonderlijk gearticuleerd. De vertaler is een luciede lezer die het meestal onbewuste leesproces expliciet poogt over te doen. Toch beperkt de vertaler zich niet tot de rol van de lezer. Hij leest immers niet alleen voor eigen gebruik, maar met het oog op een ander. Daarom schrijft hij zijn verhaal neer en dit heeft hij dan weer gemeen met de auteur. Heel dit ingewikkelde vertalingsproces is in ons taalgebied wellicht nooit zo helder in kaart gebracht als in dit boek van H. Servotte. De verschillende momenten van de vertaling liggen gespreid over de drie delen: een kennismaking met de auteur, de eigenlijke vertaling in juxta en een afsluitend essay. | |
De figuur van T.S. Eliot in 1934Als verantwoording van zijn keuze van de Four Quartets schrijft H. Servotte, dat er in de Britse literatuur van deze eeuw geen werk is dat hem zo diep aanspreekt en blijvend boeit. De lezer vergist zich als hij meent dat de vertaler zich vooral liet bekoren door een bepaald literair genre (lyriek) of zelfs door een bepaalde vorm van poëzie (belijdenislyriek). Meer dan hijzelf wellicht vermoedt, suggereert de vertaler dat wat iemand in een tekst boeit niet op de laatste plaats de persoonlijkheid van de auteur is. In Eliots poëzie is dat natuurlijk niet de Engelse gentleman, maar wel de auteur die zich met de woorden van Baudelaire tot de lezer richt als ‘mon semblable, mon frère’. M.a.w. de communicatie die plaats vindt door middel van een tekst, geschiedt niet met een anoniem personage en nog minder met een abstracte boodschap. Een tekst komt tot stand binnen een bepaalde historische context en is als zodanig gesitueerd in tijd en ruimte. Van dit ontstaan is de auteur een bevoorrechte getuige. Is een tekst zoals bijvoorbeeld de Four Quartets sterk autobiografisch, dan is een kennismaking met de auteur niet weg te denken uit de wereld waarin het gedicht zich situeert. In dit inleidend hoofdstuk wil de auteur dan ook meer dan tegemoetkomen aan een begrijpelijke biografische nieuwsgierigheid. De vraag waarop in deze bladzijden een antwoord wordt gezocht luidt: hoe komt het dat een persoonlijke le- | |
[pagina 529]
| |
venservaring met zulke grote afstandelijkheid en koele vormelijkheid poëtisch wordt verwoord? Eliots persoonlijke evolutie als mens en als dichter is hier natuurlijk niet vreemd aan. Als Amerikaan van geboorte voelt Eliot zich in Engeland een ontwortelde op zoek naar een eigen identiteit. Zijn filosofische vorming verscherpt in hem zowel de gave van verwondering alsook de nood om zijn nieuwe ervaringen voortdurend te bevragen. De afstand tussen verwondering en reflectie creëert een zekere ironie die Eliot tot een tweede natuur wordt. Hoe deze scepsis zijn religieuze houding positief beïnvloedt, beschrijft Eliot in een opstel over zijn leermeester Bradley: ‘Wijsheid bestaat voor een groot deel uit scepsis en desillusie die niet cynisch wordt... Scepsis en desillusie zijn niet te versmaden instrumenten voor een religieus aanvoelen’.Ga naar voetnoot3 Eliots evolutie als dichter vertoont eenzelfde ontwikkelingscurve. Zijn eerste gedichten zijn sterk beïnvloed door het Franse Symbolisme. In een verder stadium is het vooral Pounds Imagisme dat Eliot in zijn ban houdt. Kenmerkend voor beide richtingen in de poëzie is dat het beeld centraal staat, maar erg subjectief en willekeurig wordt aangewend. Voor de lezer verhult het beeld meer dan het prijsgeeft, het oriënteert de lezer wel maar fixeert hem niet minder. Spreekt de dichter zich persoonlijk uit, dan bedient hij zich graag van een maker, een ‘persona’, waarmee hij poseert en zich aan de lezer opdringt. In Eliots latere gedichten en vooral in de Four Quartets heeft dit Symbolisme een merkwaardige uitzuivering ondergaan. De dichter manipuleert het beeld niet meer volgens eigen subjectieve behoeften of met het oog op de lezer. Hij poogt het beeld in zijn eigen oorspronkelijkheid te herstellen, alvorens er zich zelf in te zoeken. Het beeld wordt de lezer niet meer opgedrongen, maar deze wordt uitgenodigd zich op zijn beurt in het beeld te herkennen. Op die wijze ontstaat er binnen het gedicht een objectieve ruimte, waarin zowel de dichter als de lezer zich kunnen situeren. Het is precies tegen de eigen wetmatigheid van de wereld van een gedicht dat de lezer en vooral de vertaler telkens weer aanbotsen. Hoe de confrontatie tussen vertaling en oorspronkelijke tekst verloopt hopen we in de volgende paragrafen te verduidelijken. | |
Lezen in vertalingAan de titel van een gedicht loopt men vaak achteloos voorbij. Toch gaf de dichter precies die naam en geen ander aan het gedicht mee, en alleen onder die naam wil het door ons gekend worden. Een titel is als een voorportaal, waar men de sfeer van een huis al kan voorvoelen. Hier wordt kennis gemaakt en afscheid genomen, twee niet onbelangrijke gebeurtenissen wanneer men een bezoek aflegt. De muzikale analogie die de titel Four Ouartets | |
[pagina 530]
| |
oproept, suggereert dat we vooral ons oor moeten te luisteren leggen in dit gedicht. 't Luisteren moet voorafgaan aan het verstaan, het horen aan het begrijpen, want: ‘Mijn woorden weerklinken zo in je geest’. (Burnt Norton, 1.14-15). In een vertaling gaat de oorspronkelijke echo van een gedicht uiteraard verloren. Slechts door een verwijzing naar het origineel kan de oorspronkelijke klank van een gedicht weer gehoord worden. Deze verwijzing gebeurt echter op basis van het begrijpen. Dit begrijpen moet dan verlopen volgens een continue slingerbeweging tussen vertaling en origineel. De beide teksten die bij een eerste lezing als op elkaar gegoten leken, schuiven bij nader toezien meer en meer uit elkaar. Bij een herhaalde lezing gaan zij elkaar steeds sterker afstoten, tot de lezer tenslotte geen genoegen meer neemt met de vertaling en zich alleen nog aan de incantatie van de oorspronkelijke tekst toevertrouwt. Dit is een ervaring die men bij het lezen van een vertaling bewust moet nastreven. Hiervoor kiest men liefst een korte passage uit die om welke reden ook aanspreekt, of zoals Eliot zegt, blijft naklinken in je geest. Hoe een vertaling de toegang tot de oorspronkelijke tekst voor de lezer kan ontsluiten, maar hoe ze die ook kan versperren, mag blijken uit de volgende leeservaring. Op basis van het origineel vergelijken we hier de vertaling van H. Servotte met die van Michel van der Plas.Ga naar voetnoot4 Wij kozen een passage, geschreven in een traditionele versvorm, uit het vierde deel van het tweede kwartet East Coker. In deze regels reflecteert Eliot over het uitzichtloze van de menselijke situatie die in haar wortels aangetast is door de dood. De mens kan maar een positieve zin geven aan deze situatie als hij reeds in deze wereld de eenheid van dood en leven, ondergang en opstanding ervaart. In de christelijke boodschap wordt nu volgens Eliot aan deze mens een mogelijk interpretatiemodel aangereikt.
The wounded surgeon plies the steel
That questions the distempered part;
Beneath the bleeding hands we feel
The sharp compassion of the healer's art
Resolving the enigma of the fever chart.
Dit luidt in de vertaling van H. Servotte: De gewonde chirurg hanteert het staal
Voor onderzoek van het verziekte deel;
Wij voelen onder zijn bloedende hand
't Scherp meelij van de heiland
Die het raadsel oplost van de koortsgrafiek.
| |
[pagina 531]
| |
Wat in deze vertaling verloren gaat is het rijm, de alliteratie en vooral de assonantie in de derde regel. Behouden blijft echter de centrale tegenstelling tussen de handelende persoon en de mens die deze handeling ondergaat. Dit contrast is verder gearticuleerd door een reeks frappante paradoxen: de ‘gewonde chirurg’, de ‘bloedende hand’ en ‘'t scherp meelij’. De vertaling van ‘healer’ door ‘heiland’ opent reeds de weg naar een christelijke interpretatie die in het oorspronkelijke echter zwakker werd gesuggereerd. De Nederlandse tekst volgt regel per regel trouw het model, maar heeft weinig poëtische kwaliteiten. Eens voorbij het stadium van het begrijpen zal de lezer zich dan ook alleen nog inlaten met het origineel. Lezen we nu even de vertaling van Michel van der Plas: Ziek lichaam, luister naar 't lancet
van de gewonde arts; voel zijn
bebloede hand te werk gaan met
het strenge meelij van de chirurgijn
die 't raadsel oplost van de koortslijst en de pijn.
In deze regels heeft de vertaler vooral het behoud van de formele stijlkenmerken nagestreefd; bijvoorbeeld het rijm en de alliteratie in de tweede regel. Maar het behoud van deze formele karakteristieken gebeurde ten nadele van de syntaxis. In de vertaling vindt men geen van de oorspronkelijke syntactische structuren terug. Dit leidde uiteraard tot een nieuwe betekenisvorming. Zo werd de oorspronkelijke tegenstelling gewoon op haar kop gezet. Het zieke lichaam staat in de vertaling centraal als de actieve pool (vgl. de imperatieven ‘luister’ en ‘voel’), terwijl de rol van de ‘healer’ als een afstandelijk gebeuren wordt beschreven. De vertaling van ‘healer’ door chirurgijn (met het oog op het rijm), sluit daarenboven een symbolische betekenisvorming af. Het verouderde woord wijst in de richting van een magisch gebeuren. Kortom wij hebben hier te maken met een ‘ander’ gedicht. De bespreking van beide vertalingen maakt duidelijk voor welke keuze de vertaler van poëzie zich gesteld ziet. Hij kan zich vooral laten leiden door de formele kenmerken van een tekst en die zo getrouw mogelijk imiteren. Daar deze formele kenmerken echter geworteld zijn in de syntactische structuur, leidt een dergelijke methode haast altijd tot een nieuwe betekenisvorming. De lezer vindt dan ook in deze vertaling zo goed als geen houvast voor het verstaan van de oorspronkelijke tekst. De andere mogelijkheid is dat de vertaler zo getrouw mogelijk de betekeniseenheden van een tekst probeert weer te geven. Hiervoor zal hij zich laten leiden door de syntactische structuur, en door de indeling in regels. Een dergelijke tekst bezit op zich weinig of geen poëtische kwaliteiten maar vraagt om een voortdurende aanvulling door het origineel. H. Servotte koos in zijn vertaling duidelijk voor deze laatste oplossing, daarom biedt hij ons ook de oorspronkelijke tekst in juxta. | |
[pagina 532]
| |
De begeleidende voetnoten bieden ons niet alleen een bron van informatie, maar verwijzen op hun beurt naar de Engelse versie. Wij hebben bewust een kleinere teksteenheid aan de lezer voorgesteld, want een gedicht als de Four Quartets vraagt om een close reading. De kleinere eenheden zijn als zovele kruispunten van waaruit de lezer het gedicht gaat verkennen. De analogie met de structuur van een muzikaal kwartet kan hem hier verder op weg helpen. In een kwartet worden verschillende themata door vier instrumenten (meestal snaarinstrumenten) telkens weer opgenomen en geïnterpreteerd binnen een vaste structuur. In de Four Quartets vinden we een vijfdelige geleding. In de specifieke poëtische vormgeving van elk van die delen herkent de lezer het eigen timbre van een bepaalde interpretatie. De steeds weerkerende themata zijn: het probleem van de tijd, de verhouding tussen tijd en eeuwigheid, de plaats van de mens in dit schema het probleem van de poëtische expressie. | |
Een houding in de tijdIn een afsluitend essay neemt de vertaler het gesprek met de lezer weer op. Dit gesprek gaat in de eerste plaats over de tekst: ‘In welke mate slaagt de tekst erin om de veelheid van betekenisssen tot eenheid te structureren?Ga naar voetnoot5 Op deze vraag kan echter geen bevredigend antwoord worden gegeven zonder dat de lezer zich nog eerst met zijn eigen leeservaring confronteert. Hij zal zich namelijk de vraag moeten stellen in hoever hijzelf heeft bijgedragen tot het proces van betekenisvorming, waartoe de tekst hem opriep. Deze betekenisvorming is echter geen louter literair gebeuren: de lees-ervaring impliceert een levens-ervaring, ‘een houding in de tijd’. Daarom rijst hier de vraag of in de tekst alle elementen van de menselijke ervaring werden betrokken. Servotte geeft hierop een negatief antwoord, hij meent dat de categorie van de menselijke ontmoeting in de Four Quartets ontbreekt. Mocht deze dimensie zonder meer afwezig zijn, dan zou men geneigd kunnen zijn de hele problematiek van dit gedicht te herleiden tot een literaire fictie. Door deze leemte echter zo radicaal aan te wijzen, ontdekt Servotte de centrale ervaring die in dit gedicht wordt verwoord. ‘Misschien wilde hij (Eliot) spreken over datgene wat niet in menselijke relaties kan worden gevonden, ook al wordt het doorheen deze ervaring bereikt... daarom verkoos hij de categorie van de ontmoeting te vervangen door de subtielere categorie van de afwezige aanwezigheid’.Ga naar voetnoot6 Vanuit dit nieuw verworven inzicht zal de lezer ongetwijfeld de behoefte voelen de tekst nogmaals te herlezen. Zo brengt de vertaler aan het einde | |
[pagina 533]
| |
van zijn boek de lezer waar Eliot hem wil ontmoeten: opnieuw bij het begin: We zullen niet ophouden met ontdekken
En het einde van alle ontdekking
Zal zijn aan te komen waar we vertrokken
En de plaats te kennen voor de eerste keer.
Wie met behulp van deze vertaling de Four Quartets mocht ontdekken, weet welke onschatbare dienst de vertaler hem bewees. H. Servotte maakte voor ons niet alleen een moeilijke tekst transparant, maar leerde ons vooral poëzie op een nieuwe wijze lezen en smaken. |
|