| |
| |
| |
Politiek overzicht
de maand november
● Internationale samenwerking
De Wereldvoedselconferentie
De Wereldvoedselconferentie van de Verenigde Naties, waartoe de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Kissinger, verleden jaar het initiatief nam, kwam in het begin van deze maand in Rome bijeen. Een duizendtal afgevaardigden uit alle landen der wereld nam eraan deel. Het begon allemaal erg hoopgevend. Minister Kissinger zelf sprak op de openingsdag duidelijke taal. Hij legde de plenaire vergadering een plan voor, gericht op uitbreiding van de voedselproduktie zowel in de voedselexporterende als in de ontwikkelingslanden, op verbetering zowel van de distributie als van de kwaliteit van het te produceren voedsel en tenslotte op het treffen van noodmaatregelen in situaties die daarom vroegen. Hij deed daarbij een bijzonder beroep op de olielanden, die van de rijkdommen, hun toevloeiend uit de gestegen olieprijzen, best wat kunnen missen om hun broeders in de Derde Wereld te vrijwaren van de honger.
Het bleek echter al spoedig dat er van dit hele mooie plan weinig of niets terecht zou komen. Er werd enorm veel gesproken. Vrijwel elk der duizend afgevaardigden scheen zich verplicht te achten tenminste eenmaal het woord te voeren maar verreweg de meesten, vooral uit de ontwikkelingslanden, putten zich daarbij uit in politieke beschouwingen, die met het probleem waar het om ging, weinig of niets te maken hadden. Constructieve voorstellen kwamen er nauwelijks meer uit. Het werd op het laatst zo stom-vervelend, dat commissievergaderingen, waar speciale onderdelen van het probleem ter bespreking moesten komen en waar men dus veronderstled werd ter zake te komen, moesten worden afgelast wegens gebrek aan belangstelling. Soms waren er op een cocktailparty meer afgevaardigden aanwezig dan op een terzelfdertijd plaats vindende algemene vergadering. Ettelijke afgevaardigden verlieten dan ook teleurgesteld voortijdig de conferentie.
Van den beginne af aan was het duidelijk dat zich op deze conferentie de tegenstelling tussen de westerse wereld en de ontwikkelingslanden zou toespitsen en dat met name in de ontwikkelingslanden ieder constructief bedoeld voorstel van de ‘andere wereld’ met argwaan zou worden bekeken. Het enige belangrijke besluit dat de conferentie kon nemen, was de vorming van een soort voedselfonds, waaruit landen in voedselnood kunnen worden geholpen. De landen van de Europese Gemeenschap zegden daarvoor een miljoen ton graan toe, maar Amerika weigerde een soortgelijke toezegging bij monde van President Ford, die van een verhoging der graan-schenkingen aan de noodlijdende wereld een verhoging van de voedselprijzen in de Verenigde Staten vreesde en daarmee een verscherping van de inflatie. De Arabische oliesheiks bepaalden zich tot een paar onbetekenende bijdragen; voor de rest bleven zij breeduit op hun geldbuidels zitten.
Na veel geharrewar over en weer tot op de laatste dag toe, kwam er tenslotte toch nog een besluit uit: de vorming van een Wereldvoedselraad, die onder auspiciën van de Verenigde Naties het voedselprobleem in de gaten zal houden en een gecoördineerd beleid zal trachten uit te stippelen naar gelang de omstandigheden.
Het komt in feite allemaal hierop neer, dat deze, met veel tam-tam aangekondigde conferentie op een grandioze mislukking is uitgelopen.
| |
De Europese Gemeenschap
Het Verenigd Europa lijkt steeds meer een Verdeeld Europa te worden, dat zijn
| |
| |
draai in de wereldsituatie niet weet te vinden.
Dat Europa nog steeds niet weet waar het met zijn interne organisatie heen wil, blijkt uit de reacties op het initiatief van President Giscard d'Estaing om te komen tot een regelmatig overleg op hoogste niveau over de politieke samenwerking. Daarbij kwam Giscard in een voor Frankrijk ongekende mate tegemoet aan de verlangens van andere Europese landen - met name ook Nederland - om ook aan het Europese parlement een duidelijker plaats te geven in het geheel. Op het institutionele vlak komt hij dus duidelijk tegemoet aan de verlangens van zijn bondgenoten. Maar nu eensklaps is het alsof de bondgenoten hem niet meer vertrouwen en eigenlijk niet zoveel waarde meer hechten aan een institutionele versterking van de EEG. Zij vinden het veel belangrijker over economische problemen te praten, die op het ogenblik in aller aandacht staan. Problemen als de inflatie, de werkloosheid en de energiecrisis. Daarbij zien zij over het hoofd, dat Giscard daar óók over wil praten op zijn, voor begin december belegde topontmoeting. Het is net alsof de leus ‘ieder voor zichzelf’ nu niet meer hoofdzakelijk door Frankrijk maar juist door de anderen wordt beleden.
Ook ten aanzien van het optreden van de Gemeenschap in de wereld is het maar pover gesteld. Het plan van minister Kissinger om een economisch overlegorgaan te scheppen tussen de Europese landen, Amerika, Japan en Canada is al eerder tegengewerkt en nu opnieuw door onze bloedeigen staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Brinkhorst, op grond van overwegingen die emotioneel misschien begrijpelijk zijn, maar die geen hout snijden. Kissinger zou Europa hebben geminimaliseerd als wereldmacht. Dat is juist voorzover het de politiek betreft. Europa is politiek gesproken ook geen wereldmacht meer. Maar Kissinger heeft Europa als economische wereldmacht volledig erkend en voorgesteld dat het samen met de andere, door hem genoemde mogendheden een economische wereldverantwoordelijkheid op zich zou nemen. Het is eenvoudig belachelijk wat onze staatssecretaris daartegen in heeft gebracht; het toont alleen maar hoe weinig verbeeldingskracht - of hoe weinig goede wil - in het Europees beleid nog aanwezig is.
Intussen begint ook het overleg tussen Europa en de Arabische wereld te spelen en daarbij rijst de grote moeilijkheid, dat de Arabieren erop aandringen in dit overleg ook weer de door hen nu eenmaal erkende organisatie van Yasser Arafat te betrekken. Wat nu Europa? Gaan we tenslotte allemaal achter Frankrijk aan tegen Israël?
| |
● Internationale conflicten
Het Midden Oosten
Israël heeft het zwaar te verduren gehad deze maand.
Op internationaal terrein kreeg het twee gevoelige klappen te incasseren. De eerste, toen de Algemene Vergadering der Verenigde Naties besloot Yasser Arafat te erkennen als leider van de Palestijnen en uit te nodigen de vergadering toe te spreken. Als een triomfator kwam hij binnen en zijn woorden dropen van haat tegen Israël. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat hij een der lidstaten van de Verenigde Naties naar het leven stond. Niettemin kreeg hij een ovationele hulde. De Israëlische afgevaardigde schilderde hem achteraf wel af als het hoofd van een misdadigersbende, veeleer dan als een potentieel staatshoofd, maar het hielp allemaal niet veel. De tweede klap kwam toen de Verenigde Naties besloten Israël uit de Unesco te zetten. Het internationaal klimaat is voor Israël duidelijk aan het verslechteren.
Daarbij kwam het groeiend wantrouwen tegen Syrië, dat, naar de overtuiging van Israël, niet van zins was het bestand in de Golansector te bestendigen. Zowel Kissinger als de secretaris-generaal der Verenigde Naties, Waldheim, probeerden echter al het mogelijke om Syrië tot een verlenging van het bestand te bewe- | |
| |
gen. Waldheim bereikte inderdaad, mede waarschijnlijk onder diplomatieke druk van Rusland, dat de Syriërs met een verlenging van een half jaar akkoord gingen.
Geruststellend is de situatie voor Israël echter nog allesbehalve. Van Libanon uit ageren nog voortdurend Palestijnse commando's en Israël laat hun acties niet onbeantwoord. De spanning blijft groeien.
| |
● Nationale politiek
Nederland
- Den Uyl's ‘one man show’. Premier den Uyl blijft maar zijn uiterste best doen om van het optreden van zijn kabinet zoveel mogelijk een ‘one-man-show’ te maken. Bij de algemene beschouwingen over de Rijksbegroting in de Eerste Kamer is dat nu eindelijk eens duidelijk gezegd. Alleen: men mag hem daar geen verwijt van maken. De wijze waarop een Minister President zijn taak moet vervullen, staat nu eenmaal nergens in ons staatsrecht omschreven. Iedere premier mag daar zijn eigen opvatting over hebben en in feite heeft ook iedere premier het op zijn eigen manier gedaan. Wij hebben - ook ná de Tweede Wereldoorlog - premiers gekend die zich zo weinig mogelijk met het werk van hun ministers bemoeiden; anderen, die met strikte inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid van elk hunner collega's, voorzichtig coördineerden; wij hebben er ook wel eens een gehad die een sterk persoonlijk stempel op het kabinetsbeleid trachtte te drukken. Maar een ‘one-man-show’ als die van Den Uyl, dat is iets nieuws. Maar nogmaals: daar mag men hem geen verwijt van maken; hij heeft het volste recht om zijn eigen opvatting te hebben over zijn taak. De enigen die daartegen zouden kunnen opkomen, zijn zijn eigen ministers, maar zolang zij dat niet doen, kan hij zijn gang gaan.
Iets anders dan een verwijt echter is een waarschuwing.
Waar leidt op de duur zo'n one-man-show toe? Dat het beleid van Den Uyl erop is gericht een persoonlijke populariteit te verwerven, is duidelijk genoeg en ook dát is zijn goed recht. Gevaarlijk wordt dit echter wanneer hij die persoonlijke populariteit een staatsrechtelijke basis wil geven door de grondwettelijke invoering van een ‘gekozen formateur’. Daartoe heeft inderdaad de Grondwetscommissie een voorstel gedaan. Uit de behandeling van dit voorstel in de kamercommissie die de behandeling van dit voorstel moet voorbereiden, is wel gebleken, dat het geen schijn van kans maakt om door de Tweede Kamer te worden aanvaard, en terecht. Het vormen van een kabinet is in Nederland nog altijd een moeilijke zaak. De perioden waarin het land moet worden geregeerd door een demissionair kabinet, dat, zittend op een schopstoel, niets belangrijks ter hand kan nemen, worden maar steeds langer. Herhaaldelijk is al gebleken, dat lang niet altijd de meest populaire man ook de meest bekwame formateur is. Mensen die compromissen en akkoorden tot stand kunnen brengen, zijn lang niet altijd degenen die het meest tot de verbeelding van het kiezersvolk spreken. Herhaaldelijk hebben wat men in Amerika ‘dark horses’ noemt een kabinetsformatie uit het slop moeten trekken. En herhaaldelijk ook met succes. Heeft de politiek een populaire figuur te bieden en krijgt deze figuur ook in de Kamer voldoende achtergrond, dan ligt het voor de hand dat de Koningin hem aanwijst, maar om de Koningin aan hem vast te pinnen is gevaarlijk. Het resultaat daarvan is vrijwel zeker, dat de politieke partners die hij nodig heeft om een kabinet te kunnen vormen, de versenen tegen de prikkels gaan gooien, want niet alleen de Koningin zit voor het blok; hij ook. Hij moet slagen, wil de populariteit waar hij zijn verkiezing aan te danken heeft, niet een deuk krijgen. In wat voor situatie wij dan terecht komen, daar mag iedereen naar raden, maar het is
allerminst denkbeeldig dat de democratie daar een
| |
| |
lelijke deuk van oploopt. Om nog te zwijgen van het koningschap.
Streven naar persoonlijke populariteit is bovendien in de politiek een levensgevaarlijke zaak. Faalt het beleid van een ‘one-man-show’, dan komen de gevolgen daarvan ook op het hoofd van die ‘one man’ neer. En dat falen hoeft niet eens zijn oorzaak te vinden in de onbekwaamheid van die éne man. Hij kan in omstandigheden terecht komen waarin hij zich gedwongen ziet impopulaire maatregelen te nemen. Den Uyl zit daar middenin. De angstwekkend toenemende inflatie, de eveneens angstwekkend toenemende werkloosheid, de sombere vooruitzichten van het bedrijfsleven dwingen hem tot maatregelen die twijfels oproepen. De boeren en de middenstanders hebben hem in vorige maanden al duidelijk hun ontstemming doen blijken; deze maand waren het de vrachtauto-chauffeurs en de postambtenaren. Den Uyl heeft daar wel een tour de force tegenaan gegooid door een plan om 3½ miljard gulden extra te besteden aan allerlei voorzieningen, waaronder een altijd gretig toegejuichte belastingverlaging, maar zoiets is nu precies waar een alerte oppositie op zit te wachten. Dat is al duidelijk gebleken in de Kamer, waar niet alleen bij de oppositie maar ook bij de regeringspartijen overbieden troef werd. Waarom niet een miljard meer? Waarom te weinig voor de middenstand? Waarom niet meer vrijheid voor het bedrijfsleven? Waarom kregen de burgers niet die cheque van honderd gulden, die minister Duisenberg van plan was aan alle belastingbetalers te zenden? Iedereen speculeert nu op de ontevreden groepen in de bevolking. Zelfs in Den Uyl's eigen Partij van de Arbeid gaan ontevreden stemmen op. Om maar te zwijgen van zijn bondgenoten, met name de PPR, die zich hoe langer hoe kritischer opstelt om tenminste ook wat oppositiewinst in te wacht te kunnen slepen. En van de vakbonden, die met misnoegen zien dat de noodmaatregelen geen rekening houden met hun streven naar egalisering van de inkomens. Als Den Uyl meent prinsheerlijk te zitten op de gasbel, dan
proberen de anderen dat ook en het kan Den Uyl wel eens pijnlijk worden duidelijk te maken, dat het draagvermogen van die gasbel niet onuitputtelijk is.
Een ‘one-man-show’ is aardig om naar te kijken, maar helaas ligt ook in de politiek het ‘Hosannah’ niet zo ver van het ‘Kruisig hem!’ af.
- Justitie. Wat volgens de futurologen en de milieu-specialisten voor de wereld in haar geheel geldt, geldt ook in de binnenlandse politiek. Geïsoleerde problemen komen er zelden meer voor. Het zijn net Sinterklaaspakjes geworden: als het eerste vers is gelezen en het eerste papier er af gehaald komt er wéér een vers en weer een papier en dan een derde en een vierde. 't Houdt niet op. - Minister van Agt heeft dat deze maand moeten weten. Eerst kreeg hij het abortus-probleem. Abortus is bij de wet verboden, maar dat verbod wordt al geruime tijd openlijk en massaal overtreden. Van Agt wilde zich daar wel bij neerleggen, te meer omdat er al enige tijd een nieuwe wet op de abortus in de lucht hangt. Hij wilde echter wel een grens trekken; tenslotte was het toch zijn taak als minister van Justitie om de wet toe te passen. Hij trok die grens bij een onderbreking van de zwangerschap na 12 weken. Deels omdat men voordien kon twijfelen aan de vraag of de ongeboren vrucht een levend wezen was, deels omdat ingrijpen nadien een zwaardere operatie vergde, waarbij, zoals hij in de Kamer zei, het hoofdje van het ongeboren kind moet worden gekraakt. Hij gaf dus opdracht de Bloemenhove-kliniek in Heemstede, die zich speciaal op deze vorm van abortus toelegde, te sluiten en een proefproces tegen de daar werkzame artsen aan te spannen. Daarmee belandde hij regelrecht in een uiterst gevoelig politiek probleem. Bij de totstandkoming van het kabinet was de afspraak gemaakt dat een wetsontwerp, door hemzelf samen met zijn ambtgenoot Stuyt in het vorige kabinet reeds ingediend, zou worden ingetrokken en dat een initiatiefontwerp van twee kamerleden uit de Partij van de Arbeid zou blijven rusten tot de drie confessionele fracties samen eveneens een initiatiefontwerp zouden hebben opgesteld en ingediend. Die twee ontwerpen zouden dan tegelijk in behandeling kunnen komen. Het optreden van Van Agt tegen de Bloemenhove--kliniek leek nu deze afspraak te
doorkruisen. Zo tenminste werd het gesteld door die kamerleden die de abortus volkomen vrij wilden laten. De minister van Justitie mocht de wet niet toepassen omdat het nog niet zeker was hoe de wet er over enige tijd zal uitzien. Van Agt hield voet bij stuk en kreeg de steun van de confessionele partijen, die een dreigende houding tegenover het kabinet aannamen. IJlings moest Den Uyl er weer aan te pas ko- | |
| |
men om een compromis te vinden. Van Agt legde zich er bij neer dat de sluiting van de kliniek niet zou geschieden door de officier van justitie, doch op bevel van de onafhankelijke rechter. Ingrepen in ziekenhuizen zouden echter niet meer onder zijn controle vallen en niet meer onder die van de (katholieke) staatssecretaris voor Volksgezondheid, doch onder die van de (socialistische) minister, mevrouw Vorrink. Helemaal bevredigend was dit compromis voor de meeste kamerleden niet. Maar op de toezegging dat de confessionele partijen haast zouden maken met hun initiatiefvoorstel, zodat de discussies over een nieuwe wetgeving nog begin van het volgend jaar konden aanvangen, legden zij er zich mokkend bij neer om vooral het kabinet niet ten val te brengen. Daarmee was de rust echter niet weergekeerd. De rechter weigerde de sluiting van de betreffende kliniek te gelasten. Gezichtsverlies voor Van Agt. Gegniffel onder zijn tegenstanders. Behalve bij één, Anneke Goudsmit van D'66, die de minister met een scherpe motie om de oren had willen slaan, maar de steun van haar eigen fractie niet kreeg omdat deze er ook geen behoefte aan voelde het kabinet in moeilijkheden te brengen. Anneke Goudsmit trok haar consequenties en legde het kamerlidmaatschap neer. Het wachten is nu op het tweede initiatiefvoorstel.
Opnieuw raakte minister Van Agt in de knoop toen een viertal Palestijnse terroristen - kille moordenaars zoals achteraf bleek - vanuit een gekaapt vliegtuig in Tunis de vrijlating eisten van twee hunner kameraden, die in Nederland gevangen werden gehouden en een straf moesten uitzitten. Een daarvan had bovendien nog deelgenomen aan het gijzelingsdrama in de Scheveningse gevangenis. Wederom stond Van Agt voor de vraag of hij als minister van Justitie het recht zijn loop moest laten dan wel moest wijken voor politieke overwegingen, ditmaal van internationale aard. Den Uyl hielp weer fiks mee om hem over die drempel heen te helpen o.a. door over de vrijlating van die twee individuen al openlijk te praten voordat nog bekend was of die vier terroristen daar wel aan hadden gedacht. Zij werden vrij gelaten.
En tenslotte kreeg hij nog een appeltje te schillen met de Eerste Kamer, omdat hij in een opwelling van menslievendheid had bevorderd dat een Benedictijner broeder als een soort tweedehands-zielzorger toegang tot de gevangenissen kreeg en daarvan misbruik maakte door een paar zwaar gestrafte jongens de revolvers in handen te spelen waarmee zij de gijzeling van een kerkkoor in de Scheveningse gevangenis konden uitvoeren. Deze vrome monnik zit nu zelf in de gevangenis.
Geen leuke maand voor Van Agt.
- Zeeland in angst. Ik worstel en kom weer boven, staat in het wapen van Zeeland, maar hoe sneller het gevaar van weer te moeten worstelen tegen het water kan worden voorkomen, des te liever in het deze provincie. De grote watersnoodramp van bijna een kart eeuw geleden ligt vele Zeeuwen nog vers in het geheugen. Zij hebben de Delta-werken van harte toegejuicht en wachten met spanning op het sluitstuk daarvan: de afsluiting van de Oosterschelde. Tegen dat sluikstuk echter zijn de milieubeschermers in verzet gekomen. De ontworpen dam liet geen spoortje water meer door en daarmee zou een stuk natuur worden bedreigd. Een kolfje voor de Rijkswaterstaat, die best nog een paar jaar wilde gaan studeren op een ander soort dam, die wèl nog wat water doorliet, maar die ook een paar miljard duurder zou uitkomen. Het kabinet voelde daar wel voor. Zeeland niet. Als er binnen die paar jaren wéér zo'n stormvloed komt opzetten, kost dat mensenlevens en dat zijn de oesters niet waard. Het kabinet hield echter voet bij stuk en kreeg daarbij de steun van de Kamer. Voor het eerst hebben overwegingen van milieu-bescherming een belangrijke regeringsbeslissing bepaald.
Het water heeft Zeeland overigens toch al lelijk te pakken. Het hemelwater. Er is zoveel regen gevallen, dat de velden met de bieten, de aardappelen en de uien volkomen doorweekt zijn zodat de oogstmachines niet kunnen worden gebruikt. Alleen met mankracht kon er nog iets van de oogst worden gered. De mankracht van militairen, vrijwilligers, studenten en zo. Alleen de werklozen lieten zich niet zien. De schade aan de oogst heeft geleidelijk de omvang aangenomen van een ramp.
- De conjunctuur. Sombere voorspellingen overschaduwden deze maand heel in het bijzonder de politiek. Het kabinet heeft daar, zoals reeds gezegd, een 3½ miljard plan tegenaan gegooid, maar het zakenleven reageert er nog niet bijster gunstig op. Philips en Sphinx moeten beperken. Ettelijke bedrijven moesten weer sluiten. De KLM werd door Ame- | |
| |
rika onder zware druk gezet om zijn Noord-Atlantische routes sterk te beperken. Zij stribbelt wel tegen, maar de uitslag daarvan is nog onzeker. Het aantal werklozen neemt nog steeds toe en ondanks het miljardenplan van de regering verwacht de minister van Sociale Zaken een stijging inplaats van een daling. De vakcentrales houden zich opvallend koest. Tot een centraal akkoord voor 1975 was het eind van de maand nog niet gekomen, maar het klimaat bleek toch milder dan wij in vorige jaren wel eens hebben meegemaakt. Geen paniek! maande minister Boersma - en laten we het daar voorshands maar op houden.
| |
Verenigde Staten van Amerika
- Verkiezingen. De congresverkiezingen in Amerika hebben zowel de optimistische verwachtingen van de Democraten als de pessimistische van de Republikeinen overtroffen. De Democraten wonnen 44 zetels in het Congres en bereikten aldus een twee derde meerderheid van 292 zetels tegen 143 voor de Republikeinen. In de Senaat kwamen zij op 61 van de honderd zetels en van de Gouverneurs in de verschillende staten verloren de Republikeinen er ook nog zes. Zij hielden er nog maar 12 van de 50 meer over.
Het is echter de vraag of men deze overwinning van de Democraten ook een democratische overwinning mag noemen. He absenteïsme, dat in Amerika altijd al vrij groot is doordat het kiesstelsel het ettelijke miljoenen burgers, die van de ene staat naar de andere zijn verhuisd, praktisch onmogelijk maakt hun stemrecht uit te oefenen, is ditmaal groter geweest dan ooit: 72%. In feite hebben dus 28% van de kiezers deze stembusuitslag teweeg gebracht. Is dat nog wel democratie? Het is in ieder geval een teken van gebrek aan belangstelling. De Amerikaanse kiezers zijn de politiek beu.
Hoofdschuldige daaraan is natuurlijk ex-president Nixon, die met zijn misdadige Watergate-streken de politiek danig in discrediet heeft gebracht. Merkwaardigerwijs echter heeft ook zijn opvolger Ford zijn steentje aan deze onverwachte uitslag bijgedragen. Na zijn eerste blunder - het generaal pardon aan zijn voorganger - heeft hij zich in de verkiezingsstrijd geworpen en daar zijn tweede blunder begaan. Inplaats van nu eens eindelijk het verlossende woord te spreken over de economische en sociale noden van zijn land heeft hij in zijn verkiezingsredevoeringen helemaal weer op z'n ouderwets het vuur geopend op de Democraten met dezelfde holle frasen waar ook zijn voorganger in uitblonk. Met zijn eerste blunder wekte hij teleurstelling; met zijn tweede duidelijk wrevel. Dezelfde Amerikanen die hem aanvankelijk, in de roes der bevrijding uit het Watergate-trauma, toejuichten als een solide vent, vertonen nu de neiging hem toch maar op één hoop te werpen met alle andere politici. Althans bij de Republikeinen. Ford zit nu in het kamp der verliezers.
Tegelijk met de Congresverkiezingen hebben ook de verkiezingen plaatsgevonden voor de wetgevende vergaderingen in de verschillende afzonderlijke staten en daar is óók iets merkwaardigs uit gekomen. In de zuidelijke staten blijken namelijk de negers belangrijke vooruitgang te hebben geboekt. In het Congres van Alabama bijvoorbeeld hadden de negers tot dusverre zegge en schrijve twee vertegenwoordigers; in de Senaat van Alabama hadden zij er niet een. Thans hebben zij in het Congres 13 zetels veroverd en 3 in de Senaat.
| |
Engeland
De Ierse terroristen hebben deze maand in Engeland hard toegeslagen. Twee bomaanslagen in Birmingham eisten twintig mensenlevens en honderden gewonden. Later in de maand kwam Londen aan de beurt met een paar aanslagen, die weliswaar minder slachtoffers eisten, maar toch minstens even gevaarlijk waren. In allerijl heeft de Britse regering maatregelen genomen om de grens met Ierland zo hermetisch mogelijk af te sluiten voor gevaarlijke individuen. Engeland dreigde terecht te komen in een golf van haat tegen alles wat Ier is.
De Britse minister van Financiën - Labour! - heeft ter bestrijding van de economische achteruitgang maatregelen afgekondigd die steunen op de overtuiging dat alleen een slagvaardig en zelfstandig bedrijfsleven in staat is Engeland er bovenop te helpen. Het in Nederlandse socialistische kringen nog altijd als een soort vloek beschouwde woord ‘winst’ is door de Britse socialisten nu eensklaps tot een zegening verheven. Er moet weer winst worden gemaakt, waaruit het bedrijfsleven nieuwe investeringen kan bekostigen, die de werkgelegenheid uitbreiden.
| |
| |
| |
Italië
Aldo Moro heeft na bijna een maand zwoegen een nieuw kabinet gevormd, het 37ste sedert de Tweede Wereldoorlog. Het bestaat uit Christen-Democraten en Republikeinen. De Socialisten en Sociaal-Democraten, die in het vorige kabinet zaten, zijn uit de boot gevallen. Het ziet er niet naar uit, dat dit kabinet een lang leven is beschoren. In strijd met de Grondwet heeft niet Moro zelf doch de secretaris van de Christen Democratische partij, die een tegenstander is van Moro, de ministers uitgezocht en het kabinet volgestopt met tegenstanders van Moro. Of de Socialisten en Sociaal-Democraten, voor wie de keus van de ministers een zware tegenvaller vormde, het nu nog zullen steunen, moet maar worden afgewacht.
De parlementsverkiezingen in Griekenland hebben premier Karamanlis een schitterende persoonlijke overwinning bezorgd. Zijn voor de gelegenheid haastig in elkaar geflanste partij Nieuwe Democratie kreeg met 55% van de stemmen een absolute meerderheid in het parlement. Pas op verre afstand werd hij gevolgd door de partij van zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken, Mavros. De tweede populaire figuur van Griekenland, de linkse componist Theodorakis, wist voor zijn partij nog geen 10% te verwerven en de socialisten onder Andreas Papandreou brachten het niet verder dan 13%. Griekenland zal dus voorlopig worden geregeerd door een rechtsgezinde regering, die met haar absolute meerderheid in de kamer kan doen wat zij wil.
Karamanlis is er echter de man niet naar om daar misbruik van te maken. Het feit, dat hij zijn persoonlijke mening over een terugkeer van de Koning niet heeft willen opdringen doch aan een referendum wil onderwerpen, wijst daar wel op. Die wijze houding heeft hem ook de steun van de Republikeinen gegeven.
| |
Frankrijk
Nagenoeg heel de maand werd Frankrijk geteisterd door een stakingsgolf, die zich van de postambtenaren uitbreidde naar het spoorwegpersoneel en van daar steeds verder tot zij zo goed als algemeen werd. De achtergrond van deze stakingen ligt slechts ten dele in de arbeidsvoorwaarden; zij lag veeleer in het ongenoegen van de vakvonden over het gebrek aan daadkracht van Giscard d'Estaing's regering tegen de inflatie. Giscard heeft veel beloofd maar doet niets, menen de vakbonden.
| |
Japan
Premier Tanaka, van afkomst een eenvoudige jongen, die op 15-jarige leeftijd naar Tokio kwam, daar de avondschool doorliep en vervolgens in de bouwnijverheid terecht kwam, waar hij zich met ongelooflijk hard werken naar boven drong en schatrijk werd, is het middelpunt geworden van een schandaalcampagne. Hij zou zich met vele miljoenen staatsgeld hebben verrijkt, mede door allerlei machinaties met corrupte bedrijven en met zogenaamde bedrijven, die helemaal niet bestonden en toch staatsopdrachten kregen. Ook met zijn belastingen scheen er veel niet te kloppen. Lange tijd kon hij schandalen de kop indrukken, omdat hij met zijn geld ook in de pers zat. Maar hij kon de oude aristocratie van zijn land niet meekrijgen; zij bleef hem als een indringer beschouwen en toen eenmaal de vlam in de pan sloeg, voerde zij het hoogste woord. Tanaka is tenslotte afgetreden.
| |
Ethiopië
Het broeit nog steeds in Ethiopië. De leider van de militaire junta, die het land regeerde na het afzetten van de Keizer, is nu ook afgezet. De lagere militairen, die de opstand in handen hebben, hebben nu ook een aantal hogere officieren ter dood laten brengen zonder vorm van proces. Onder dezen bevond zich een kleinzoon van keizer Haile Selassie. Over het lot van de keizer zelf is niets betrouwbaars bekend geworden.
|
|