| |
| |
| |
Politiek overzicht de maand juni
● Internationale samenwerking
Het internationale zeerecht
Op 20 juni kwam in de hoofdstad van Venezuela. Carácas, een internationale conferentie bijeen, die zich tenminste ruim twee maanden zal bezig houden met een onderdeel van het internationale recht, tot de formulering waarvan de Nederlander Grotius reeds in de zeventiende eeuw de eerste stoot gaf: het recht van de ‘vrije’ zee.
Dit is een voor de toekomst van de wereld uitermate belangrijke conferentie. Het gebruik immers van de zee is in deze tijd een probleem geworden, véél en véél groter dan Grotius in zijn dagen zelfs maar kon vermoeden, hoewel ook hij reeds stelde, dat men terecht de vraag mocht stellen of de mensen op het vasteland de zee ‘bezitten’ dan wel de zee eigenlijk het vasteland ‘bezit’.
Incidenteel zijn de problemen van het zeerecht de laatste tijd enkele malen nogal scherp naar voren gekomen. Daarbij speelde vooral de kwestie van de territoriale wateren een belangrijke rol. Vooral dáár waar in het zogenaamde territoriale plateau olie of andere mineralen voorkomen op een diepte die met de moderne boortechniek bereikbaar is, alsmede dáár waar de zeevisserij van wezenlijke betekenis is voor het welzijn van een land. Venezuela zelf is een van de eerste landen die eigenmachtig zijn bezit over het territoriale plateau heeft afgekondigd, zozeer dat het daarmee de reeds volkenrechtelijk erkende rechten van de Nederlandse Antillen overlapte. IJsland heeft een klein zee-oorlogje geriskeerd om zijn eigen interpretatie van zijn visserijrechten kracht bij te zetten. Doch dit zijn slechts incidentele problemen van het zeerecht. Mogelijk hebben zij mede de stoot gegeven tot het bijeenroepen van de conferentie in Carácas, maar de problemen waar het in deze conferentie om gaat, reiken veel verder. De zee wordt momenteel voor vijf verschillende doeleinden gebruikt. In de eerste plaats voor het scheepsverkeer tussen landen en continenten; in de tweede plaats voor de voedselvoorziening door middel van de visserij; in de derde plaats voor de winning van allerlei mineralen uit de zeebodem; in de vierde plaats voor ontspanning en in de vijfde plaats voor het dumpen van allerlei soorten afval.
Al deze vormen van gebruik zijn in de laatste tijd enorm geïntensiveerd. Het goederentransport over zee groeit ieder jaar met 8%. Tussen 1950 en 1970 is de visvangst toegenomen van 20 miljoen ton tot 70 miljoen. De visserij is nauwelijks meer handwerk; vissersschepen, uitgerust als fabrieken, gaan de zee op en sporen door middel van radar of helicopters scholen vis op, die massaal worden gevangen en meteen gereed worden gemaakt voor consumptie. De gaswinning uit de zee komt in waarde die van de hele visvangst nabij. 15% van de hele oliewinning der wereld komt uit de zee en de verwachting is, dat dit aandeel van de zee tot 30 à 40% zal stijgen. De exploratie van de zeebodem heeft uitgewezen dat daar niet alleen losse blokken op liggen, ter grootte van ping-pongballen tot voetballen, die een enorme rijkdom aan mangaan, kobalt, nikkel en koper bevatten, maar dat dergelijke blokken door een of ander chemisch proces in de diepte van de zee voortdurend worden bij-gevormd en dus als het ware onuitputtelijk zijn. De recreatieoorden aan de kust groeien dicht en in alle ernst denkt men er thans over hotels midden in zee te gaan bouwen. Of drijvende hotels met allerlei soorten recreatiemogelijkheden. En tenslotte neemt het gebruik van de zee als stortplaats voor allerlei afval angstwekkend toe. Niet alleen rechtstreeks door de lozing van industriële afval en het uitdruppen van olie uit schepen en boortorens, maar ook indi- | |
| |
rect doordat de wolken van giftige gassen, die op het vasteland worden geproduceerd met name door het autoverkeer, op de zee neerslaan en daar door het water worden opgenomen. De zee vormt dus ten dele een begeerd bezit, waarop het van belang is rechten te kunnen doen gelden, maar anderzijds ook een bezit voor de mensheid in haar geheel inzoverre, dat de zee, die verreweg het grootste deel van het aardoppervlak beslaat, het biologisch evenwicht schept waardoor menselijk leven op aarde mogelijk is. Vervuiling van de zee
door allerlei afvalstoffen kan dit biologisch evenwicht verstoren met alle ernstige gevolgen van dien voor de menselijke samenleving. Het gebruik van de zee is dus niet alleen een kwestie van rechten maar ook van plichten en de conferentie van Caracas staat dus voor het grote probleem het evenwicht tussen deze twee te zoeken.
Hetgeen een hele kluif zal zijn voor de 5000 afgevaardigden van 151 landen, die hier bijeen zijn gekomen.
| |
De N.A.V.O.
Met een min of meer plechtige bijeenkomst in Brussel heeft de NAVO haar 25-jarig bestaan ‘gevierd’. Aan deze bijeenkomst nam de Amerikaanse President, Nixon, persoonlijk deel, maar het moet hem enigszins pijnlijk getroffen hebben - en zo was het ook bedoeld - dat hij het énige aanwezige staatshoofd was. Alle andere landen werden vertegenwoordigd door hun minister-presidenten, op Canada en IJsland na, die een speciale delegatie stuurden. Dit viel vooral op door de afwezigheid van de nieuwe Franse President, Giscard d'Estaing, die op dit punt klaarblijkelijk helemaal de lijn volgde van zijn voorganger Pompidou, die het vertikte om van de NAVO-bijeenkomsten een soort ontmoeting te maken tussen de grote leenheer, Amerika, en zijn Europese baronnen. Giscard speelde zijn spel alleen wat meer diplomatiek, door het bezoek van de Sjah van Perzië aan Parijs aan te grijpen als een excuus voor zijn afwezigheid.
Behalve de viering van het zilveren jubilé van de NAVO had de conferentie nog een tweeledig doel. In de eerste plaats zouden de aangesloten landen hier het nieuwe Atlantische Charter tekenen, dat in Ottawa werd opgesteld. Reeds verleden jaar opperde Kissinger het plan van een herziening van de overeenkomst en sedertdien is aan dit plan van alle kanten, door Engeland, Frankrijk en België, gedokterd. Uiteindelijk heeft het niet zoveel meer om het lijf. Het enige belangrijke aspect ervan is, dat Amerika zich nu duidelijker dan tevoren heeft opgesteld als een niet alleen militaire maar ook politieke bondgenoot van Europa, zij het dan niet, zoals de Fransen oorspronkelijk wilden, in het bijzonder van de Europese Gemeenschap. Het nieuwe Charter voorziet in politiek overleg tussen de aangesloten landen. Een heet hangijzer voor de Amerikanen, die zich de laatste tijd nogal geprikkeld voelden door een eigenmachtig optreden van de Europese Gemeenschap in de internationale politiek, met name in het overleg met de olieproducerende landen.
In de tweede plaats moest deze conferentie dienen om Nixon een zekere ruggesteun te geven bij het voeren van zijn besprekingen in Moskou. Hij moest en zou daar aankomen met een familiefoto van de NAVO in zijn zak, waarop hijzelf middenin zat als ‘leider’ van een Atlantische Gemeenschap. De verdragspartners hebben dit maar op de koop toe genomen, omdat zij bij deze ontmoeting tenminste iets van Nixons plannen voor de besprekingen in Moskou konden vernemen en mogelijk daarop enige invloed konden doen gelden.
| |
De atoom-club
Er is eensklaps weer beweging gekomen in de atoomclub. Niet alleen doordat India er ongevraagd toe is toegetreden, maar ook doordat verschillende landen weer nieuwe atoomproeven hebben ondernomen. China, Frankrijk en Engeland, alle drie op hun beurt. Hetgeen meebrengt, dat zij elkaar moeilijk meer verwijten kunnen maken.
| |
De Europese Gemeenschap
De lucht begint een beetje op te klaren rond de Europese Gemeenschap. De Engelsen, die de vorige maand reeds te kennen gaven dat er met hen te praten viel over de voortzetting van hun lidmaatschap, hebben nu ook ten aanzien van de landbouwpolitiek ietwat ingebonden. Mogelijk mede onder druk van de Britse industriëlen, die onverholen te kennen hebben gegeven dat zij in een nauwer toehalen van de banden met Europa de enige mogelijkheid zien om de economie van Engeland weer enig leven in te
| |
| |
blazen. De negen hebben weer moed gevat en zijn met nieuwe plannen voor een economische sanering van Europa voor de dag gekomen.
| |
Bilaterale samenwerking
- Amerika en het Midden-Oosten. President Nixon heeft een triomfale reis gemaakt langs alle landen van het Midden-Oosten teneinde deze landen de gelegenheid te bieden hem toe te juichen als de vredestichter achter Kissinger en hun tevens economische steun toe te zeggen, deels in de vorm van atoominstallaties voor vreedzame doeleinden. Plus uiteraard enige wapenleveranties. Of daar op de lange duur de vrede mee is gediend, blijft een open vraag.
- Amerika - Rusland. President Nixon heeft ook Moskou bezocht en is daar ook als een soort vredestichter toegejuicht. Of hij echter erg veel vorderingen heeft gemaakt in zijn besprekingen met Brezjnev over de beperking van de bewapening, valt te betwijfelen. Uit het slotcommuniqué viel alleen maar op te maken dat hij er niet veel mee is opgeschoten. Veel meer dan een betrekkelijk loos gebaar van ogenschijnlijke vriendschap had het niet te betekenen.
- Pakistan en Bangla Desj. President Bhoetto van Pakistan heeft een bezoek gebracht aan Bangla Desj en daar duidelijk afstand genomen van de gewelddaden die de troepen van Pakistan daar enkele jaren geleden pleegden, toen dit land zijn onafhankelijkheid uitriep. Hoe goed Bhoetto het ook bedoelde, hij kon er niet in slagen een klimaat van wederzijds vertrouwen tussen beide landen te scheppen. De oorzaak daarvan lag in de omstandigheid dat hijzelf niet meer wilde dan een dergelijk klimaat te scheppen terwijl Bangla Desj hoopte dat hij meteen tot zaken zou komen en een aantal hangende problemen zou oplossen. Zover echter kon hij niet komen. Zijn goodwill-reis werd algemeen als een mislukking beschouwd.
- Portugal en Rusland. Na een breuk van 56 jaren hebben Portugal en Rusland weer diplomatieke betrekkingen aangeknoopt. Men ziet daarin een teken, dat de Sovjet-Unie niet voornemens is via de communistische partij in Portugal de regering van generaal Spínola moeilijkheden in de weg te leggen.
| |
● Internationale conflicten
De Palestijnen
Langzaam maar zeker begint de oorlogstoestand tussen de Arabische landen enerzijds en Israël anderzijds geliquideerd te worden. De troepenscheiding tussen Israël en Syrië schijnt volgens plan te verlopen. In de loop van de maand juni hebben de troepen van de Verenigde Naties de stellingen ingenomen die hun in de overeenkomst tussen beide landen waren toegewezen.
Intussen echter geven de Palestijnen hun verzet niet op. Zij blijven gewelddaden van de gruwelijkste soort beschouwen als gewettigde middelen om ‘sympathie’ te wekken voor hun zaak. Israël van zijn kant blijft daar even keihard het oude joodse rechtsbeginsel ‘oog om oog, tand om tand’ tegenover stellen en met zijn bombardementsvliegtuigen de kampen bestoken waar de Palestijnen - vanwege de ‘gastvrijheid’ van de Arabische landen - in zijn ondergebracht. Veel meer dan kosteloze sympathieverklaringen krijgen de Palestijnen van hun Arabische vrienden niet. Zij blijven vluchtelingen, die, uit hun geboortegrond verdreven, geen nieuw vaderland aangeboden kregen van hun ‘vrienden’. Zij dreigen de dupe te worden van de vrede. Zij zijn vastbesloten zich dit niet te laten welgevallen. Tussen hen en Israel blijft het oorlog. Een oorlog die niet alleen ter plaatse wordt uitgevochten, maar overal ter wereld een sfeer van onveiligheid schept.
President Sadat van Egypte heeft reeds verklaard, dat steun aan de Palestijnen voor hem niet meer betekent dat Israel moet verdwijnen. De vrede met Israël ligt de Arabieren toch blijkbaar nader aan het hart dan het lot van hun Palestijnse broeders.
| |
| |
| |
● Nationale politiek
Nederland
- Defensie. De moeilijke positie van het kabinet Den Uyl heeft in de loop van de maand juni nog weer een extra accent gekregen door de voorstellen van minister Vredeling om het defensie-apparaat zodanig in te krimpen dat een bezuiniging van anderhalf miljard zou worden verkregen. Met dit bezuinigingsplan, dat onvermijdelijk een verzwakking van de Nederlandse verdediging ten gevolge zou hebben, stond hij al aanstonds op de tenen van de confessionele partijen die deel uitmaken van het regeringsteam. Maar nog veel sterker kreeg hij in de NAVO de wind van voren. Met lood in de schoenen toog Vredeling naar Noorwegen, waar in Bergen de defensieministers van de NAVO-landen bijeen kwamen om de situatie te bespreken. Daar werd hij duidelijk het zwarte schaap. Van alle kanten werden hem verwijten om de oren geslingerd. Als hij zijn plannen doorzette, zou Nederland voortaan in de kring van de NAVO als de onbetrouwbare bondgenoot bij uitstek te boek komen te staan; het zou niet alleen zijn eigen defensie verzwakken, maar ook die van Europa. Die kritiek kwam niet alleen uit wat men als een conservatieve hoek zou mogen bestempelen, maar het meest ongezouten van Vredelings eigen socialistische geestverwanten in het buitenland. Met name zijn Westduitse collega maakte hem heftige verwijten. De arme Vredeling voelde zich zozeer in het nauw gedreven, dat hij midden in de nacht zijn minister-president uit het bed belde om hem deelgenoot te maken van zijn sores - een vriendelijke omschrijving van telefonisch uithuilen. Den Uyl voelde zich ook allerminst gelukkig met deze gang van zaken, te meer omdat terugkrabbelen onvermijdelijk tot moeilijkheden met zijn eigen achterban zou leiden. Dat gold niet alleen voor het kleine achterbannetje van Bas de Gaay Fortman, die zich op het naieve standpunt stelt dat Nederland niets meer te vrezen heeft wanneer het zichzelf tot ‘open stad’ in de zin van het oorlogsrecht uitroept - alsof de Russen zich van dat
oorlogsrecht iets zullen aantrekken als het eenmaal hard tegen hard gaat! - maar ook voor de grote achterban van de Partij van de Arbeid, die in haar verkiezingsprogram een drastische bezuiniging op de defensieuitgaven eiste. Vredelings bezuinigingsplannen lagen helemaal in haar lijn en zij kondigde duidelijk aan zich tegen iedere verzwakking daarvan ten scherpste te zullen verzetten en van het kabinet Den Uyl te eisen, dat het niet voor de kritiek van de NAVO door de knieën zou gaan. Anders echter dan Bas de Gaay Fortman heeft noch Den Uyl noch zijn kabinet de NAVO afgezworen. Met de kritiek van de NAVO moest terdege rekening worden gehouden. Vanwege de door hem altijd gepredikte openheid en rechtlijnigheid in de politiek zocht Den Uyl het, zoals gewoonlijk, in compromissen. Vredeling mocht de NAVO toezeggen dat zijn bezuinigingsplannen voorlopig in de ijskast gingen en dat hij pas serieus aan de uitvoering ervan zou gaan denken wanneer de ontwapeningsgesprekken met het Oostblok gunstig zouden verlopen. Op dringend verzoek van Nederland stemde de NAVO ermee in, dat haar kritiek op het plan Vredeling voorlopig nog niet wordt gepubliceerd, omdat het Nederlandse Parlement nog geen kennis heeft kunnen nemen van de Defensienota, waarin Vredeling zijn plannen zal openbaren. Die Defensienota echter komt pas wanneer de Tweede Kamer met reces is. Allemaal vanwege de openheid weten de Nederlanders dus tot dusverre nog niets over wat de Regering van plan is met de defensie van hun land! Leve de openheid van mijnheer Den Uyl!
- Buitenlandse politiek. Je blijft lachen met de acrobatische toeren die de Nederlandse ‘staatslieden’ van het nieuwe garnituur uitvoeren op het slappe koord van de buitenlandse politiek. Bas de Gaay Fortman wil met alle geweld uit de NAVO, overtuigd dat de Russen in geval van oorlog prompt halt zullen maken voor de Nederlandse grens omdat Bas Nederland tot een ‘open stad’ heeft verklaard. O, sancta simplicitas! Vredeling was intussen ook op een idee gekomen. Op de bijeenkomst van de NAVO-ministers in Noorwegen lanceerde hij wat hij noemde zijn ‘omgekeerde Brezjnev-doctrine’. Wat hij daar precies onder verstond, was niemand helemaal duidelijk. De Brezjnev-doctrine houdt in, dat Rusland met geweld moet optreden wanneer een van zijn satellietstaten met democratische danspasjes buiten het gareel gaat lopen. Wat is dan de omgekeerde Brezjnev-doctrine? Uit het ver- | |
| |
band waarin ons aller Vredeling deze term gebruikte, zou men moeten opmaken, dat omgekeerd de grote broer in de NAVO, Amerika, met geweld zou mogen optreden wanneer een van de NAVO-partners het rechte pad van de democratie verlaat. Onze Vredeling meende namelijk Amerika te moeten aanmanen om in Griekenland ‘in te grijpen’ teneinde aldaar de democratie te herstellen. Met andere woorden, van Athene een soort Praag maken! En dat allemaal in naam van de democratie en de mensenrechten! Dat ging zelfs Van der Stoel te ver. Het ministerie van Buitenlandse Zaken distancieerde zich nadrukkelijk van deze gekkepraat en Vredeling zelf moest haastig verklaren dat hij slechts een privé-mening ten beste had gegeven en niet een standpunt van de Nederlandse Regering had weergegeven. - Alsof één zo'n blunder nog niet genoeg was voor één maand, gooide minister Pronk van Ontwikkelingshulp er nóg een tegenaan door te laten doorschemeren, dat hij zijn ontwikkelingshulp aan Indonesië wilde
gebruiken om druk uit te oefenen op de interne politieke situatie aldaar. Prompt liet Indonesië weten, dat hij zijn centen kon houden als hij daar politieke voorwaarden aan wilde verbinden en ook dit Pronkstuk van de Regering moest terug met een verklaring dat zijn opmerking alleen voor binnenlands gebruik bestemd was geweest. Met andere woorden, om zijn partijgenoten zand in de ogen te strooien. De heren in Den Haag maken Nederland wel langzamerhand de risee van het hele buitenland. - De Grondwet. Reeds jaren geleden heeft de Regering een commissie onder leiding van de heren Donner en Cals belast met het voorbereiden van een grondwetsherziening. Tot een regeringsvoorstel heeft dit nooit geleid. Mogelijk omdat de meningsverschillen over de wijze waarop de Grondwet moet worden veranderd, te zeer uiteen lopen om voor bepaalde voorstellen de tweederde meerderheid te halen die voor een grondwetsherziening noodzakelijk is. De Regering probeert nu langs een andere weg dan de gebruikelijke toch een grondwetsherziening voor te bereiden. Niet doormiddel van een afgerond voorstel, dat op de normale wijze van een wetsvoorstel door het Parlement in behandeling kan worden genomen, maar door middel van een discussienota, die niet meer bevat dan een aantal staatsrechtelijke beschouwingen, uitmondend in 22 discussiepunten. Het is de bedoeling dat de beide Kamers der Staten-Generaal zich nog voor het einde van het jaar over die discussiepunten uitspreken, zodat de Regering een peil kan trekken op de in het Parlement levende opinies en aldus aan de weet kan komen wat voor haar een haalbare kaart is. - De 22 discussiepunten draaien om enkele belangrijke vragen. De belangrijkste daarvan zijn de mogelijkheid tot invoering van een beperkt districtenstelsel, waarmee hetzelfde effect zou kunnen worden bereikt als met een - ongewenst geachte - verhoging van de kiesdrempel en dus de vorming van splinterpartijtjes kan worden bestreden; ten tweede de mogelijkheid om
bij de verkiezingen tevens de kabinetsformateur te kiezen; ten derde een herziening van de positie van de Eerste Kamer; ten vierde het vastleggen ook van de sociale grondrechten in de Grondwet alsmede grondwettelijke erkenning van het beginsel der openbaarheid; ten vijfde het openen van de mogelijkheid om naast gemeenten en provinciën ook gewesten in te stellen. Daarnaast wordt in enkele punten weergegeven waar de Regering meent dat het maar moet blijven zoals het is. Verkiezing van de minister-president bijvoorbeeld wijst zij af. - Een en ander bevindt zich nog in een te prematuur stadium om er veel van te zeggen; de behandeling van deze nota in het Parlement zal daartoe wellicht meer aanleiding geven.
- De partijverhoudingen. Nog steeds zit er roering in de onderlinge verhouding tussen de partijen. Het wordt hoe langer hoe meer duidelijk ten eerste, dat de twee confessionele partijen die zich voor deelname aan het kabinet Den Uyl hebben laten lijmen, zich niet bepaald happy voelen in deze combinatie. Ten tweede, dat zij in deze combinatie min of meer worden vastgehouden door twee figuren uit hun midden die in het kabinet zitten, die zij nog maar ten dele als echte geestverwanten beschouwen, te weten minister Boersma, die officieel lid is van de Anti-Revolutionaire Partij maar wiens sympathieën vrijwel geheel liggen aan de kant van de Partij van de Arbeid, en minister de Gaay Fortman, wiens sympathieën wel niet zo sterk als die van Boersma, maar toch vrij duidelijk in dezelfde richting neigen. Ten derde, dat de confessionele partijen momenteel weinig méér kunnen doen dan remmen. De heer Andriessen heeft dat onomwonden gezegd: het kabinet kan niets wat wij niet willen. Maar of er erg veel kans is dat het kabinet doet wat de confessio- | |
| |
nelen wel willen, zei hij er niet bij. Men kan daar zijn twijfels over hebben. Ten vierde moeten de twee confessionele partijen die aan het kabinet meedoen, het oog gericht houden op de wens die de kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen duidelijk te kennen hebben gegeven: straks, en liefst zo spoedig mogelijk, te geraken tot één confessioneel blok, het Christen Democratisch Appèl. Dit betekent dat zij tegenover de bestaande regeringscombinatie zoveel mogelijk de handen vrij moeten houden om zéker vóór de volgende verkiezingen hand aan hand te kunnen gaan met de Christelijk-Historische Unie, die thans in de oppositie zit. Zij zullen daarom alles op alles moeten zetten om geen verkiezingen te forceren voordat het Christen Democratisch Appèl een beklonken zaak is. Tenslotte komen er ook
nog moeilijkheden binnen het zogenaamde ‘progressieve blok’. De groep van Bas de Gaay Fortman heeft zich voor de volgende regeringsperiode al volkomen vastgelegd aan het standpunt dat Nederland uit de NAVO moet treden; iets waar Den Uyl niet van wil weten. AR-leider Aantjes heeft al gezegd dat zij dan maar uit de regering moeten treden, maar dát doen zij niet. Enfin: het blijft maar rommelen.
- Het sociaal-economisch beleid. Ook in de sector van het sociaal-economisch beleid blijft het roerig. Zowel aan de kant van de werkgevers als aan de kant van de vakbonden begint men verkennenderwijs stellingen in te nemen voor het jaar 1975. Men wil dan een krachtige loonsverhoging doorzetten. Daarover zal echter in de komende maanden nog zwaar moeten worden onderhandeld. - Een lelijke schrik is de Regering om het hart geslagen toen de statistiek in de loop van deze maand onthulde, dat niet minder dan 800.000 Nederlanders tussen 15 en 65 jaar leven van sociale uitkeringen en dat, als deze ontwikkeling doorgaat, er over vier jaar een miljoen steuntrekkers zullen zijn; dat is één op iedere vier werkende Nederlanders. De Nederlandse sociale verzekeringswetgeving mag dan model staan voor de hele wereld; langzamerhand wordt het een benauwend probleem: wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje?
| |
Verenigde Staten van Amerika
- Watergate. Nixon heeft zich een uiterst sluw politicus getoond door net in de maand juni, nu het vuur van een impeachment hem steeds nader aan de schenen wordt gelegd, zijn grote buitenlandse tournee te gaan maken. (Zie: internationale samenwerking). Die hele tournee leverde Amerika geen enkel voordeel van enige betekenis op; het was alleen maar voordelig voor de President, die door de spectaculaire ontvangsten, die hem overal werden bereid, de aandacht wist af te leiden van zijn binnenlandse moeilijkheden. Of hij daarmede de dreiging van een impeachment zal kunnen bezweren, is een open vraag. De publieke opinie in Amerika begon in de loop van de maand juni al even iets gunstiger op het aanblijven van de President te reageren; onder de Republikeinen vooral rezen meer twijfels. Maar de verkiezingen liggen nog ettelijke maanden weer nieuwe reisplannen bekend heeft in het verschiet en ofschoon Nixon al gemaakt, kan hij toch niet aan het reizen blijven. Vast staat in ieder geval, dat de juridische commissie uit het Congres, die de beschuldigingen tegen Nixon aan het formuleren is, eensklaps heeft besloten het tempo van haar werkzaamheden te verhogen. Zij laat zich door de advocaten van het Witte Huis niet meer nieuwe vertragingen afdwingen en heeft besloten nu vijf dagen in de week zitting te houden inplaats van drie teneinde een strikt tijdschema te kunnen aanhouden. Volgens dat tijdschema zou de commissie op 12 juli het verhoor van een beperkt aantal getuigen afsluiten. Op 15 juli zou zij in debat gaan over de verschillende artikelen van de beschuldiging en in de week van 22 juli zou zij de stemming daarover afwerken. Haar rechtskundig adviseur, John Doar, krijgt dan nog tien dagen tijd om het eindrapport samen te stellen, dat aan het Congres zal worden aangeboden. Intussen zijn de leiders in het Congres druk bezig om zoveel mogelijk hangende zaken af te doen om het Congres een blanco agenda te bezorgen, zodat het zich in augustus volledig op
de behandeling van het impeachment kan concentreren. Men verwacht dat de stemming over deze zaak tegen eind augustus zal kunnen plaatsvinden, zodat de Senaat nog in de loop van dit jaar het proces tegen Nixon zal kunnen openen. - Intussen komen steeds meer duistere figuren uit de Watergate affaire voor de rechter en uit de behandeling van hun zaken komen steeds weer nieuwe feiten naar voren. Plezieriger wordt het er voor Tricky Dick niet op.
- Kissinger. Een ogenblik dreigde het, dat minister Kissinger, tot dusverre zorg- | |
| |
vuldig buiten het Watergate schandaal gebleven, toch ook een paar spetters op zijn jas kreeg. Er werd namelijk onthuld dat hij actief had meegewerkt aan het afluisteren van enkele van zijn medewerkers en van een aantal journalisten. Op zichzelf viel hem dat niet zo zwaar aan te rekenen, omdat het gebeurde op een moment dat daar nog geen strenge wetten voor golden, maar wat hem wel werd aangerekend was, dat hij over de rol die hij bij dat afluisteren had gespeeld, onjuiste mededelingen onder ede had gedaan. Kissinger reageerde woedend op deze aantasting van zijn goede naam. Hij kon dat als minister van Buitenlandse Zaken niet op zich laten zitten, verklaarde hij en als daar niet gauw een eerherstel op volgde, zou hij zijn ministerschap neerleggen. Washington schrok daar danig van en ging meteen aan het werk om de zaak in de doofpot te krijgen.
- Criminaliteit. De toenemende criminaliteit in Amerika heeft weer een sensationele moord opgeleverd: de 70-jarige moeder van de reeds eerder vermoorde Ds. Martin Luther King werd in een kerk door een neger neergeschoten.
| |
Engeland
Premier Wilson staat voor een moeilijke beslissing. Labour heeft bij de laatste verkiezingen geen absolute meerderheid in het Lagerhuis kunnen behalen en zijn kabinet kan dus alleen regeren bij de gratie van de liberalen en eventueel de splinterpartijen. Dit is een wankele basis gebleken. Tot driemaal toe binnen 24 uren heeft Wilson in het Lagerhuis een gevoelige nederlaag geleden. Het wachten is nu op zijn besluit nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Wilson scheen dat ook wel te overwegen, mede omdat de opiniepeilingen hem een grote voorsprong van maar liefst 12% op de conservatieven voorspelden. Maar zoveel haast had hij er ook niet mee, dat hij die verkiezingen nog voor de zomer uitschreef. De publieke opinie kan snel omslaan en de inflatie neemt momenteel in Engeland een zodanige omvang aan, dat niet alleen de werkgevers maar ook de middenstanders en de huisvrouwen de schrik om het hart is geslagen. Waarschijnlijk echter zal Wilson het erop aanleggen de verkiezingen nog vóór oktober uit te schrijven, omdat dán de jaarlijkse congressen zowel van de conservatieven als van zijn eigen partij plaats vinden. Bij de conservatieven zou het vooruitzicht van verkiezingen de strijdlust te zeer aanwakkeren; bij Labour zou de linkervleugel met haar vérgaande eisen van nationalisering der grote industrieën wel eens de overhand kunnen krijgen en aldus roet in het eten kunnen gooien.
| |
Italië
Premier Rumor heeft medio juni het ontslag van zijn vijfde kabinet ingediend; dit kabinet heeft niet langer dan drie maanden het bewind over Italië gevoerd. Zijn aftreden was het gevolg van onenigheid tussen de christen-democratische en socialistische partners over een aantal harde maatregelen, die de minister van financiën noodzakelijk achtte om het land voor een volslagen bankroet te behoeden. Merkwaardig is daarbij, dat de socialisten het met name opnamen voor de middenstand, die door de voorgestelde kredietbeperkingen ernstig zou worden getroffen. De minister van financiën echter, geruggesteund door de President van de Italiaanse staatsbank, toonde zich onwrikbaar. - Behalve dat Italië economisch gesproken op het punt van een totaal faillissement staat, kampt het ook nog met een herleving van het fascisme, dat zich angstwekkend brutaal begint te manifesteren. - President Leone moet een nieuwe formateur aanwijzen en deze zal het verre van gemakkelijk krijgen; als er nú niet een sterke regering komt, zijn de rampen niet te overzien.
| |
Portugal
Het ziet er niet naar uit dat de staatsgreep van generaal Spinola Portugal economisch erg goed heeft gedaan. Iedereen acht nu de tijd gekomen om lang gekoesterde eisen kracht te gaan bijzetten en aan het einde dreigt de chaos. Generaal Spinola ziet zich dan ook gedwongen te remmen en dat meent hij alleen te kunnen door steeds meer macht aan zich persoonlijk te trekken. Waarnemers voorspellen dat het niet lang meer zal duren eer Portugal voor de keus wordt gesteld van een economische ineenstorting óf een gematigde dictatuur. - De eerste tekenen daarvan vertoonden zich reeds in een decreet tot beperking van de persvrijheid in dier voege, dat aanzetten tot staking wordt verboden. - Het ziet ernaar uit dat de regering Spinola wel vorderingen maakt in zijn onderhandelingen met de vrijheidsbewegingen in de Portugese koloniën. Spinola maakt ernst met het aanbieden van het
| |
| |
zelfbeschikkingsrecht, waarin, naar hij verzekerde, het recht op staatkundige onafhankelijkheid besloten ligt.
| |
West-Duitsland
Het einde van de maand betekende voor de derde President van Duitsland, Gustav Heinemann, tevens het einde van zijn ambtsperiode. De oud-minister van Buitenlandse Zaken, Walter Scheel, volgt hem op. Heinemann is 73 jaar oud; Scheel 54.
In de deelstaat Neder-Saksen hebben de verkiezingen belangrijke winst voor de liberalen opgeleverd, terwijl de verwachte teruggang van de socialisten is meegevallen. De nieuwe kanselier, Schmidt, mag niet ontevreden zijn.
| |
Oostenrijk
Bij de presidentsverkiezingen in Oostenrijk heeft de kandidaat van de socialisten, Rudolf Kirchschlaeger, de overwinning behaald, zij het ook met een krappe meerderheid - 51,7% van de stemmen.
| |
Luxemburg
De verkiezingen in Luxemburg hebben tot een ingrijpende verandering in de Regering geleid. Groothertog Jan heeft de vorming van een kabinet opgedragen aan Gaston Thorn, die een regering heeft gevormd waarin voor het eerst sedert meer dan een halve eeuw de Christen Democraten geen deel hebben. Een coalitie van liberalen en socialisten maakt nu de dienst uit. De nieuwe regering bestaat uit jonge figuren, die als energiek bekend staan.
| |
Argentinië
President Peron is overleden; zijn weduwe, Isabel, heeft het presidentschap van hem overgenomen. Dit gebeurde op het laatset nippertje van de maand juni; of de politici en de militairen van Argentinië het zo zullen laten en of het peronisme, waarin de legende van Evita Peron nog altijd sterk leeft, rondom deze Isabel zal stand houden, zal in de komende maanden moeten blijken.
| |
België
De wet op de gewestvorming
1. België heeft nu drie gewestraden
Het staat vast: voor het eind van deze week hebben kamer en senaat de wet in voorbereiding op de gewestvorming goedgekeurd. Niet met twee-derde meerderheid als uitvoering van Art. 107 quater maar met een grote helft van de stemmen als een ordinaire wet, een bleke afdruk van het oorspronkelijk plan. Het gaat nu slechts om een pseudo gewestvorming, een wilde scheut op de boom van het federalisme die reeds tientallen jaren groeit in de Belgische tuin. De wortels liggen reeds ver terug in het verleden. Het Vlaams federalisme met zijn zucht naar autonomie, het recentere Waals federalisme. Ze kenden een trage groei met plotse opflakkeringen en taaie weerstand van de kant van 't unitaire België. De grondwetswijziging van de regering Eyskens leek de inzet van 'n definitieve ombouw naar een geregionaliseerd land. Door de machinaties van de unitaristische machten, de eeuwige compromisvorming, werden de kool en de geit gespaard. Het werd een grondwetsherziening die de zaken zo ingewikkeld maakte, met tal van nieuwe organen en nieuwe procedures, dat reeds tal van stemmen opkwamen voor een nieuwe grondwetsherziening, nog vóór men de uitvoering van de herstructurering van het land had aangepakt. Deze eerste fase werd op dreef geholpen door de drie traditionele establishmentpartijen, CVP, BSP en liberalen, met de taalpartijen in de oppositie. Het was lang niet duidelijk wie het huiswerk af zou maken. In de grondwet was de vereiste waar- | |
| |
borg ingeschreven: twee-derde meerderheid in het parlement met daarbij de helft in iedere taalgroep zouden hun akkoord betuigen.
Doch de geschiedenis van de laatste legislatuur met de driepartijenregering mondde uit in het overhoop gooien van de kaarten. Na het afschudden van de zich radicaliserende socialisten, en het opnemen van één vleugel van de communautairen in de regering, werd het beeld totaal gewijzigd zowel in de regering als in de oppositie. Premier Tindemans beschikt niet over tweederde steun in het Parlement, wel over een meerderheid in beide taalgroepen.
En toch zien wij plots een versnelling optreden, wordt er een wet op de gewestvorming neergelegd, niet als uitvoering van Art. 107 quater, maar als voorbereiding van de latere serieuze gewestvorming, en wordt deze wet overhaast, als ware het stiekum, gestemd. Dit spijts de kritiek van de Raad van State, waarop het ontwerp nog meer afzwakte, en tegen alle kritische commentaar van politicologen en journalisten in. De laatste dagen voor het parlementair verlof - o mooie Belgische traditie! - worden drie gewestraden in het leven geroepen, met facultatieve raadgevende bevoegdheid in gewestelijke aangelegenheden en krijgt de regering een drieledige structuur voor het behartigen van de gewestelijke belangen van Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
2. Een voorbereiding tot een status quo?
Deze voorbereidende wet lijkt een sisser in het vuurwerk.
Inzake gewestvorming lijkt het resultaat nefast, vanuit het oogpunt van de verwachte spreiding van de macht is er geen enkel resultaat. Er komen geen rechtstreeks verkozen leden in de gewestraden, de Vlaamse respectievelijk de Waalse senatoren zullen de job er bij nemen. Voor Brussel zullen de in Brussel gedomicilieerde senatoren en 'n deel van de leden van de reeds bestaande agglomeratieraad van de partij zijn. Dit wordt een broeinest van moeilijkheden! De huidige bevoegdheid is zelfs niet eens verplicht adviserend.
De uitvoering wordt toevertrouwd aan drie ministercomité's binnen de nationale regering, op voet van gelijkheid voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
Dit alles lijkt in de verste verte niet te leiden naar federalisme, maar zelfs het regionalisme ligt niet in het verschiet! Gezien het totaal ontbrekende autonome beschikkingsrecht, kan men hooguit gewagen van een voorbereidende decentralisatie, maar zelfs dit gaat niet op, aangezien het geheel even centraal en meer ingewikkeld wordt.
Daarom zijn wij van oordeel dat het hier om een gevaarlijke sisser gaat en wel op drie vlakken. Op het terrein van de verhouding tussen het centrum van de macht en de periferie, van de taalverhouding en van de sociaal-economische verhouding werd er achteruitgang geboekt.
Van een werkelijke spreiding van de macht is er geen sprake. Het ziet er naar uit dat, met medewerking van het Rassemblement Wallon, de centristen het voor elkaar kregen de ganse gewestvorming te ondermijnen door alle macht centraal te houden, in handen van nationaal verkozen parlementsleden en van de nationale regering. Dergelijke gewestraden zijn blindgangers. Een werkelijk gewestelijk beleid blijft onmogelijk, afwijkende of aan het unitair beleid tegen- | |
| |
gestelde belangen kunnen niet aan bod komen in een dergelijke context.
Wij zijn bovendien de weg ingeslagen van een regionalisme met drie, waar zoals de zaken nu werden geregeld, de francophone Brusselaars scheidsrechter zijn over Vlaanderen en Wallonië.
Tenslotte worden er embryonair op dit ogenblik organen gecreëerd die, zo zij uitgroeien tot een echte gewestvorming, in de toekomst ooit zullen beslissen over sociaal-economische vraagstukken als economische expansie, tewerkstelling, huisvesting, ruimtelijke ordening, industrieel beleid en energiebeleid. Het stramien waarbinnen een verdere ontwikkeling tot stand zal komen in het Koninkrijk van de Verworven Rechten, wordt nu in zeven haasten vastgelegd zonder medewerking van de socialisten, noch van de vakbonden. Het A.B.V.V. steunt de oppositie van de BSP met een tegenvoorstel dat geen enkele kans maakt, het ACV houdt zich op de vlakte: het wenst zich niet te mengen in politieke aangelegenheden!
Dit alles geeft ons sterk de indruk dat er belangengroepen zijn in het land die onder impuls van recente gebeurtenissen als het onvermijdelijk zich opdringend overheidsinitiatief, de inflatiespiraal, de radicalisering in de BSP, de breuk in het vakbondsfront, de gelegenheid gegrepen hebben om de huidige sociaal-economische machtsverhoudingen in België in te planten in de gewesten-in-wording. Wat in feite betekent dat men van deze verwarde situatie met een conservatieve regering en een naieve Perin gebruik heeft gemaakt om van voor haar geboorte de democratische gewestvorming ongedaan te maken.
3. Wie heeft er dan wel belang bij deze wet?
Niet de bevolking. Zij interesseert zich nog maar weinig aan het gebeuren, begrijpt er meestal niets meer van en zal uiteindelijk maar weer betalen voor het overeind houden van nieuwe organen die haar weinig dichter bij het beleid kunnen brengen.
De regeringspartijen? Allicht vlast Perin, zoals men beweert, op succes omwille van zijn vlug bekomen resultaat. Ten koste van het tot stand gekomen Vlaams front dat weer ter ziele ging. Wij kunnen niet begrijpen waarom de partijen belang hadden bij deze haast. Tenzij het toch waar is dat zij in de herfst verkiezingen uitschrijven en hopen op een ruimere meerderheid op kosten van de BSP en de Volksunie die nu in de oppositie zijn. Kan het waar zijn dat beroepspoiltici met deze speculatie in het achterhoofd in staat zijn een onding in het leven te roepen en dit voor troef te verkopen aan de kiezer?
Het is wel onbegrijpelijk waarom deze wet anders zo snel wordt gestemd. Het RW dat strijdt voor federalisme neemt vrede met een slecht regionalisme. De CVP die kop liep voor regionalisme legt het af tegen de traditioneel unitaire BSP met een radicaler tegenvoorstel. De PVV zal er wel niets tegen hebben want de wet verandert niets aan de machtsstructuren. Het FDF laat oogluikend gebeuren door bij de stemming zich te onthouden, want het heeft er in feite alle baat bij. Het Vlaamse front is verbroken en de VU die tijdig de biezen pakte verloor toch wat van zijn geloofwaardigheid.
De gehele constellatie van het gebeuren lijkt erg ongerijmd. Het valt dan ook
| |
| |
niet te verwonderen dat haast alle commentaren van journalisten, politicologen en deskundigen, die bij bosjes verschenen tijdens de laatste weken, negatief uitvallen en het raden hebben naar wat dan wel de drijfveer is van dit haastig geklungel.
Het lijkt er werkelijk op dat dit een putsch is van de unitaire en behoudsgezinde krachten in het land. Een greep naar de macht van de kant van het centrum, de unitaristen, de grootmachten achter de schermen, die hun koekoeksei hebben gelegd in het nest waarop Vlamingen en Walen zitten te broeden. Zal dit koekoeksjong er voor zorgen dat er nooit een levensvatbare Waalse noch een levensvatbare Vlaamse federale staat het leven zal zien?
| |
‘Politiek Alternatief’: een nieuwe partij
Op 29 juni organiseerde ‘Politiek Alternatief’ zijn eerste algemene vergadering. Er werd beslist dat vanaf dat ogenblik zou gewerkt worden in de richting van een partij.
De groep ziet zichzelf als een voortzetting van de contestatieperiode: men opteert voor een grondige vernieuwing van de maatschappij die men wil herbouwen naar een socialistisch model. Een grondgedachte van de nieuwe beweging is echter dat men de contestatiefase wil overschrijden door een antwoord te zoeken op de vraag welke voor een reeks zeer concrete politieke problemen het alternatief is.
Politiek Alternatief wil niet alleen anders zijn in zijn doelstelling, maar ook in de manier waarop het werkt. De ideeën ‘zelfbestuur’ en ‘eigen creativiteit’ staan centraal. Het is de bedoeling, o.m. op het terrein van de woongemeenschap, mensen zelf politiek te doen bedrijven. De traditionele partijen, zegt men in P.A., weten eigenlijk niet wat met hun leden aangevangen. In P.A. bestaat het lidmaatschap uit een arbeidsinvestering. De doelstelling en de werking van de partij moeten van onderuit opgebouwd worden.
P.A. richt zich tot aldegenen die zich willen losmaken uit de traditionele zuilen. Het wil zich mengen in het machtsevenwicht tussen de katholieke en vrijzinnige groep. In deze strategie wordt een onderscheid gemaakt naargelang de korte en de lange termijn.
Op korte termijn wil P.A. aan de machtspositie vreten van de beide mastodonten door ‘uit elkaar te trekken wat niet bij elkaar hoort’. Bedoeld wordt dat vooral CVP en VU een opstelling kennen die mensen met tegengestelde maatschappijvisies in één partij tracht te binden op basis van een christelijk of een Vlaams grondmotief. In die eerste fase wil P.A. dus de politieke situatie vertroebelen door aan de progressieven die vroeger niet anders konden dan voor CVP, VU of BSP te stemmen, een andere mogelijkheid te bieden.
Op langere termijn hoopt P.A. opgenomen te worden in een groter geheel, waarbij verwezen wordt naar Collards idee van de ‘frontvorming van de progressieven’. Wat P.A. nu wil doen, is een segment vormen van wat later een grote nieuwe linkse coalitie moet worden.
16 juli 1974
Rita Jolie-Mulier en Ward Bosmans
|
|