tot stand te brengen in verband met de crisis waarin de oliesituatie Nederland heeft gestort. Aan dat machtigingsbeleid werd in tweeërlei opzicht gedokterd. In de eerste plaats werd de beslissingsbevoegdheid, die zij de regering verleende, minder uitsluitend in de handen gelegd van de minister van Sociale Zaken en moest deze genoegen nemen met een meer nevengeschikte positie naast zijn collega van Economische Zaken. In de tweede plaats werden de controlemogelijkheden van het Parlement op de uitvoering van de machtigingswet aanzienlijk vergroot. Het Parlement zag zeer wel in, dat het doel van de wet - het scheppen van mogelijkheden tot slagvaardig reageren op crisisomstandigheden - voorbij zou worden geschoten als die controle vooraf zou moeten plaatsvinden en de regering dus voor ieder gebruik van de haar verleende bevoegdheden eerst nog ééns de toestemming van het Parlement zou moeten vragen; het ging dus om controle achteraf, maar de Tweede Kamer nam daar toch genoegen mee. Zij kan voldoende efficiënt zijn.
Pogingen van de oppositie om met name de confessionele kabinetspartners achter zich te krijgen door het kabinet ervan te beschuldigen de machtigingswet te willen gebruiken om socialistische stokpaardjes te gaan berijden en stiekum allerlei socialistische desiderata - egalisatie van de inkomens o.a. - door te drukken, mislukten totaal. Het zag er veeleer naar uit, dat zij tot een averechts resultaat leidden in zoverre, dat de leiders der confessionele kabinetspartners het kabinetsbeleid ten dezen krachtig tegen met name de VVD in bescherming namen. Zij kónden moeilijk anders. Zowel de minister van Sociale Zaken als zijn collega van Economische Zaken immers behoren tot de confessionele partijen en een verdachtmaking als zou de wet, die hun alle macht verschaft, bedoeld zijn als een dekmantel voor verkapt socialistische maatregelen, zou in feite op het hoofd van de confessionelen neerkomen; meer dan op dat van Den Uyl. Wiegel bleek zich met zijn aanval op de machtigingswet lelijk te hebben misrekend en kreeg de kous op de kop. De machtigingswet werd aangenomen.
- De energie-crisis. - Ook de maand december stond in het teken van de autoloze zondagen. De voorgenomen distributie van benzine kon nog niet van de grond komen. Bon-kaarten werden wel uitgereikt maar de eigenlijke distributie zou pas in januari ingaan.
Intussen staat nog niet helemaal vast in hoeverre nu eigenlijk van een energiecrisis sprake is. De regering komt met sombere cijfers voor de dag maar ieder ogenblik lekken berichten door, dat het uiteindelijk wel meevalt, dat er nog enorme voorraden aanwezig zijn, dat er ondanks het Arabische embargo, dat onverminderd voor Nederland bleef gelden, toch nog gedurig schepen met Arabische olie in Rotterdam binnenlopen, dat de oliemaatschappijen op dit punt méér de dienst uitmaken dan de Arabische sheiks en zo meer. Niemand weet eigenlijk precies waar hij aan toe is met het gevolg, dat het gerucht welig tiert en tot hamsterwoede leidt. Een uiterst grillige hamsterwoede overigens. Ieder willekeurig bericht in de krant, dat er aan een of ander produkt enige tijdelijke schaarste dreigt of de huisvrouwen bestormen de winkels om dat éne produkt. Zo is er deze maand bijvoorbeeld een belachelijke schaarste aan plastic vuilniszakken ontstaan.
Het openbaar vervoer is zich intussen aan het voorbereiden op een sterk vermeerdere belangstelling zodra de benzine-distributie gaat werken. Voor de twintig liter per week, die voorlopig op de bonnen is toegezegd. komt niemand ver.
Serieuze plannen voor een distributie van elektriciteit zijn nog niet bekend gemaakt.
Tegen het eind van de maand begon het erop te lijken, dat deArabische landen ietwat beginnen terug te komen op hun aanvankelijke harde boycot. De Europese landen kregen al enige verlichting toegezegd; alleen Nederland en Amerika nog niet, maar de mogelijkheid van een dergelijke verlichting ook voor Nederland leek niet uitgesloten.
Blijft alleen de kwestie van de prijzen. De Arabische landen hebben duidelijk te kennen gegeven, dat zij voornemens blijven de olieprijzen drastisch te verhogen.
- De generaals. - Weer zijn er een paar generaals van het toneel verdwenen. Ditmaal generaal Meynderts en zijn rechterhand, generaal Clumpkens. Deze laatste nadat hij de secretaris-generaal van het departement van Defensie, Peynenburg, van corruptie had beschuldigd en naderhand deze beschuldiging weer had ingetrokken. Het is een en al ruzieling onder Vredeling.
- Het buitenlands beleid. - Het beleid