| |
| |
| |
Politiek overzicht de maand september
● Internationale samenwerking
Verenigde Naties
Onder voorzitterschap van Leopoldo Benites, afgevaardigde van Ecuador, werd de 28ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 18 september in New York geopend. Het belangrijkste evenement had plaats op de openingszitting. West- en Oost-Duitsland werden daar zonder hoofdelijke stemming tot de Verenigde Naties toegelaten. Even scheen dit nog wel voeten in de aarde te hebben. Israël met name verzette zich tegen het nemen van dit besluit zonder hoofdelijke stemming. Bonn had daar echter dringend om gevraagd uit vrees dat bij stemming Oost-Duitsland misschien een paar stemmen meer zou krijgen dan West-Duitsland. Israël kreeg zijn zin niet, maar kreeg wel de gelegenheid mee te delen dat het niet voor Oost-Duitsland zou hebben gestemd, omdat dit land in tegenstelling tot West-Duitsland nimmer zijn medeverantwoordelijkheid heeft erkend voor de slachting van de Joden in de tijd van het Nazisme.
Naast de beide Duitslanden werden ook de Bahama's opgenomen. Dit brengt het totaal der aangesloten landen op 135. Het laat zich aanzien, dat in deze vergadering harde woorden zullen vallen met name aan het adres van Portugal.
| |
De Veiligheidsconferentie
- Op 18 september begon in Genève de tweede fase van de Europese Veiligheidsconferentie. Reeds van den beginne af aan zag het ernaar uit, dat het in deze conferentie een moeizaam touwtrekken zou worden tussen de Westerse landen enerzijds en de landen van het Oostblok anderzijds.
De moeilijkheid schuilt vooral hierin, dat Rusland, gesecondeerd door zijn satellieten, de conferentie tot een snel einde wil brengen om met een succes voor de dag te kunnen komen - een succes in het bijzonder voor kameraad Brezjnev - maar dat succes met zo weinig mogelijk concessies wil kopen. De concessies waar Rusland zwaar aan tilt, liggen met name in het vlak van de vrije uitwisseling van mensen en idee en. De Oostbloklanden willen op dit gebied zo weinig mogelijk toegeven en doen verwoede pogingen om de onderhandelingen op dit punt te laten verzanden in vage, nietszeggende resoluties. terwijl de Westerse landen nu juist ten aanzien van deze vrije uitwisseling tot concrete afspraken willen komen, die voor geen dubbelzinnige uitleg vatbaar zijn. Met uitzondering van de subcommissie die zich met de uitwisseling van informatie bezighoudt, komen de vier subcommissies, die zich met het totale probleem bezighouden, nauwelijks een stap verder. De Russen remmen wat zij maar kunnen, omdat zij perse geen resolutie wensen die hen zou dwingen hun beleid van vrijheidsbeperking ten aanzien van Russische intellectuelen te herzien. Brezjnev heeft met evenzoveel woorden te verstaan gegeven, dat men in het Westen vooral niet moet denken dat Rusland in zijn streven naar ontspanning nu ook maar alles zal accepteren.
Voor de Russen gaat het vooral om de politieke en militaire ontspanning, maar op dit punt vrezen de Westerse landen weer, dat Rusland deze ontspanning alleen maar wil om straks een vrijere hand te krijgen in het opvoeren van spanningen elders in de wereld, met name tegenover China. Zij vrezen bovendien, dat Rusland ten dezen een geheim akkoord heeft gesloten met de Verenigde Staten van Amerika, krachtens hetwelk
| |
| |
de Veiligheidsconferentie zou moeten leiden tot een neutralisering van Europa, zodanig dat deze beide grootmachten de dienst in de wereldpolitiek voortaan alleen uitmaken.
Vertragend werkt tenslotte het besluit om ook de landen rond de Middellandse Zee die niet tot Europa behoren, de gelegenheid te geven hun inzichten aan de Conferentie te ontvouwen. Joegoslavië heeft daar vooral sterk aan gehecht omdat het van de Arabische Staten verwacht, dat zij zullen opkomen tegen de aanwezigheid van de Russische vloot in de Middellandse Zee en aldus voor Joegoslavië de kastanjes uit het vuur zullen halen. Joegoslavië wilde daar onder geen beding Israël bijhalen om de kracht van de Arabische argumenten niet te verzwakken, maar uiteindelijk heeft het toch toegegeven. In oktober en november komen deze landen nu aan de beurt.
| |
Europese Gemeenschap en de NAVO
De plannen om vanuit een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de Europese identiteit tot een éénvormig buitenlands beleid voor de landen der Europese Gemeenschap te geraken werden op een bijeenkomst der ministers van Buitenlandse Zaken in Kopenhagen besproken, doch die besprekingen raakten enigermate in de schaduw van de Nixon-Kissingervoorstellen tot herziening van de Noord Atlantische Verdrags Organisatie en de ministers voelden zich min of meer opgejaagd door het voornemen van de Amerikaanse President om reeds in oktober of november een bezoek aan verschillende landen in Europa te brengen teneinde deze voorstellen te bespreken. Inderhaast werd een voorlopige beginselverklaring opgesteld, die door de Verenigde Staten en de Negen van Europa zou worden ondertekend. Een beginselverklaring die voorlopig een omlijning geeft aan de eigen Europese identiteit. Veel meer dan een streven naar algemene ontspanning en naar een zo voordelig mogelijke uitwisseling van economische betrekkingen staat er niet in die verklaring, die intussen aan Kissinger werd overhandigd.
Tegen het einde van de maand bleek, dat er toch niet zoveel haast bij was. Ten eerste omdat de reis van Nixon werd uitgesteld en ten tweede omdat Kissinger en Nixon inmiddels nieuwe voorstellen aan het uitbroeden zijn, strekkende tot het betrekken van Japan bij de onderhandelingen over een nieuwe vorm van samenwerking.
| |
De niet-gebonden landen
Voor de vierde maal sinds 1961 zijn de landen van de ‘derde wereld’ bijeengekomen, ditmaal in Algiers. Toen zij voor de eerste maal bijeenkwamen in Belgrado noemden zij zich de ‘niet-gebonden landen’ en zo zijn zij zich blijven noemen. ondanks het feit dat de koude oorlog tussen Amerika en Rusland, waar zij destijds tussenin zaten, thans schijnt te gaan wijken voor détente. Die verandering van situatie doet de vraag rijzen of hun eenheid nog wel zo groot is als zij toen was. Het gaat nu niet meer zozeer om de ‘ongebondenheid’ dan wel om de kreet: ‘Arme landen der wereld, verenigd u’. De gastheren in Algiers vonden dat er met dat ‘verenigt u’ wat meer haast moest worden gemaakt. De ongeveer 75 landen die hier bijeen waren, moesten tot een slagvaardiger organisatie zien te komen met een permanent secretariaat. dat voor snelle uitwisseling en harmonisatie van optreden met name in organen als de Verenigde Naties zorg kon dragen. In de eindresolutie werd opgeroepen tot gemeenschappelijk verzet tegen Israel (wat dat met ‘niet-gebonden’ zijn te maken heeft mag de hemel weten), tot steun aan de Afrikaanse verzetsbewegingen en aan de bevrijding van landen in Latijns-Amerika die nog in koloniale afhankelijkheid verkeren; er werd zwaar aangeschopt tegen het imperialisme en aangedrongen op commerciële relaties die gunstig waren voor de ontwikkelingslanden.
| |
● Internationale conflicten
Laos
Medio september tekenden de Laotiaanse Regering van Prins Souvanna Phouma en de communistische Pathet Lao een definitief vredesakkoord, zulks ten vervolge op een akkoord betreffende een wapenstilstand, dat reeds in februari werd getekend. In de 28 artikelen van
| |
| |
deze overeenkomst staat als belangrijkste bepaling, dat uiterlijk op 10 oktober een nieuwe regering moet zijn gevormd. Prins Souvanna Phoema zal aan 't hoofd van deze nieuwe regering blijven staan; de Pathet Lao zal zijn vice-premier aanwijzen. Hij zal worden bijgestaan door een politiek raadgevend college in de samenstelling waarvan de Pathet Lao iets meer overwicht krijgt. De hoofdstad, Vientane, wordt geneutraliseerd. Dáár en in de residentie Loeang Prabang, zal een gemeenschappelijke politiemacht worden gestationeerd. Prins Souvanna Phouma heeft intussen de mogendheden die indertijd het akkoord van Genève ondertekenden, dringend verzocht zich van iedere verdere inmenging te onthouden. Buitenlandse troepen zullen moeten worden teruggetrokken en binnenslands wordt het vuren gestaakt. Of hiermee de strijdbijl na een periode van twintig jaren oorlog inderdaad zal worden begraven moet worden afgewacht, maar de situatie schijnt er wel gunstiger te liggen dan in Vietnam.
| |
Midden-Oosten
Wederom hebben Arabische terroristen enkele malen hun slag geslagen. Eerst in Parijs, waar de Iraakse ambassadeur werd ontvoerd, samen met drie andere diplomaten. Zij eisten dat Jordanië Abdoe Daoed, die wegens een aanslag op Koning Hoessein tot levenslang werd veroordeeld, zou vrijlaten. Deze terroristen bleken geen steun te krijgen van de Arabische wereld; zelfs de Palestijnse leider Arafat distantieerde zich van hen. Onverrichterzake moesten zij zich in Koeweit overgeven. Koeweit beweert dat zij daar zullen worden berecht.
Tegen het einde van de maand overvielen twee terroristen een trein waarmee Russische Joden, die toestemming hadden gekregen de Sovjet-Unie te verlaten, op transport waren naar Oostenrijk, waar zij in het opvangcentrum Schönau op vervoersmogelijkheid naar Israël zouden wachten. Drie hunner en een Oostenrijkse douanebeambte werden gegijzeld. De terroristen stelden de eis dat Schönau zou worden gesloten. Bondskanselier Kreitsky, zelf van Joodse origine, besloot toe te geven teneinde het leven der gijzelaars te sparen. Ter verdediging van zijn besluit voerde Kreitsky daarnaast nog aan, dat hij ten eerste reeds eerder van plan was Schönau te sluiten en ten tweede tot de ervaring was gekomen, dat onder de andere landen geen spoor van eenstemmigheid te bekennen valt over de strijd tegen het terrorisme. Hij hoefde niet alléén de spits af te bijten, vond hij. Toch riep zijn besluit overal ter wereld heftige reacties op. Hij zou de terroristen aan hun eerste werkelijke succes hebben geholpen en de hemel mag weten wat de gevolgen daarvan zullen zijn. Het valt nog niet te bezien of het opvangcentrum voor Russische Joden nu elders zal worden ondergebracht - in Roemenië of in Nederland - dan wel een luchtbrug rechtstreeks van Rusland uit naar Israël zal worden georganiseerd.
De Arabische oliestaten zijn zich aan het sterk maken voor de strijd tegen Israël. De Lybische leider Khadaffi heeft eensklaps alle olieraffinaderijen genationaliseerd en joeg de Amerikanen de schrik op het lijf met dreigementen, dat hij de oliekraan zou dichtdraaien als Amerika niet ophoudt met steun te verlenen aan Israël.
Tussen Israël en Syrië kwam het medio september weer tot een treffen in de lucht. Tegen het einde van de maand namen de spanningen zichtbaar toe.
| |
Guinee-Bissau
Na zeventien jaar strijd tegen het Portugese kolonialisme heeft de bevrijdingsbeweging in Portugees Guinea de onafhankelijkheid van een deel dezer kolonie, Guinee-Bissau, uitgeroepen. Een volksassemblee is reeds bijeen geweest. Zij benoemde een staatsraad van vijftien leden onder voorzitterschap van Luiz Cabral. Premier werd Cisco Mendez. Verschillende Afrikaanse Staten haastten zich Guinee-Bissau te erkennen; Portugal wil er niet van horen en heeft aangekondigd de strijd tegen de bevrijdingsbeweging te zullen voortzetten.
| |
De kabeljauw-oorlog
Een ogenblik dreigde de kabeljauwoorlog tussen Engeland en IJsland verscherpt te worden, toen IJsland aankondigde de diplomatieke betrekkingen met Engeland te zullen verbreken als de Britse oorlogsschepen nog langer in de 50-mijls-zone, die IJsland zich heeft aangemeten, bleven vertoeven. Engeland trok zijn schepen terug, doch met de mededeling dat zij zouden terugkeren wanneer IJsland opnieuw tot het aanvallen van Britse vissers zou overgaan.
| |
| |
| |
● Nationale politiek
- | Het Regeringsjubileum. Het zilveren regeringsjubileum van Koningin Juliana is ingezet met een piepklein huldebetoon van de strijdkrachten; méér mocht niet van de heren Den Uyl en Vredeling. De eerste was er niet eens bij. Alleen Vredeling, die zich niet eens de moeite had genomen een vouw in zijn broek te laten strijken. ‘Boe’ riep het publiek hem na. Maar het juichte in de dagen daarna voor de Koningin. In geen jaren is meer zó gebleken hoezeer zij zich een plaats heeft veroverd in het hart van het volk. Zelfs de beroepsdemonstranten lieten zich niet zien. Het werd een ‘hartverwarmend’ feest, zoals de Koningin zelf het in haar dankwoord uitdrukte. |
- | De Troonrede. De Troonrede, waarmee de Koningin op de derde dinsdag in september de zitting van de Staten-Generaal opende, ging niet meer in op de algemene beginselen die aan het beleid van het Kabinet Den Uyl ten grondslag liggen; zij bepaalde zich tot het aangeven van een groot aantal concrete maatregelen. In hoofdzaak: |
- | in het begrotingsbeleid werd een eerste aanzet gegeven voor het nivelleringsbeleid ten aanzien van de inkomens; |
- | de uitgaven voor welzijnsvoorzieningen werden in sterker mate dan het totaal der begroting verhoogd; |
- | vernieuwing en verbetering werd aangekondigd in het onderwijs; |
- | het woningbouwprogramma voor de komende jaren zou mede gericht worden op een evenwichtige ontwikkeling van de werkgelegenheid; |
- | voor nieuw-gekochte auto's wordt een statiegeld ingevoerd, zulks teneinde te voorkomen dat zij na afdanken als wrakken langs de weg blijven staan; |
- | de strijd tegen de werkloosheid en de inflatie zou met kracht worden aangepakt; tot dit laatste werd de gulden reeds opgewaardeerd; prijsverhogende belastingmaatregelen zoals een verhoging van de BTW mochten niet worden verwacht; |
- | in de belastingtarieven zou echter wel voorshands geen inflatiecorrectie worden aangebracht; de fiscale huurwaarde voor eigen woningen zou worden opgetrokken; |
- | omvang en vorm van de defensie zou in overleg met de NAVO-partners nader worden bekeken; |
- | financiële steun zou worden gegeven aan de bevrijdingsbewegingen in de ontwikkelingslanden; deze steun zou via internationale organen naar deze bewegingen worden toegeleid.
De begrotingsstukken, waaruit bleek, dat de rijksuitgaven met circa 7 miljard tot bovende 50 miljard komen te stijgen, bevestigden de gegevens, in de Troonrede verstrekt. |
- | Geen ‘God’ meer. Gedurende de hele twintigste eeuw was het gebruikelijk de Troonrede af te sluiten met een bede, dat ‘God U bij uw arbeid moge sterken’, dat ‘Uw arbeid onder Gods zegen moge strekken tot heil van ons volk’, dat ‘God U wijsheid moge schenken’, dat ‘Gods zegen op de arbeid van de Staten-Generaal moge rusten’, dat ‘God ons allen in onze arbeid wijsheid en kracht moge schenken’ - om maar enkele voorbeelden te noemen. Deze traditie is nu abrupt beëindigd. De Koningin mocht geen melding meer maken van God. Den Uyl stak er zijn bokspoot voor. Velen waren hierover verontwaardigd. Men verbaasde zich met name over het feit dat de confessionele ministers in het kabinet dit hadden geslikt. Minister van Agt verontschuldigde zich met het argument dat de Regering God met mag opdringen aan dat deel van het Nederlandse volk dat niet in hem gelooft. Eerlijk gezegd: een klets-argument. In de eerste plaats omdat het voorbijgaat aan het feit dat men door het weglaten van deze traditionele bede iets afneemt aan dat deel van het Nederlandse volk dat wél gelooft. En in de tweede plaats omdat het zeer wel mogelijk ware geweest om - gegeven de rijke variatie waarin deze bede in de loop der jaren in de verschillende Troonredes werd geformuleerd - een formule te vinden die aan het bezwaar van ‘opdringerigheid’ tegemoet kwam. Men kan hier nauwelijks anders spreken dan van een laffe en misselijke capitulatie. |
- | Politieke samenwerking. De wijze waarop de drie ‘progressieve’ partijen zich vóór de verkiezingen en tijdens de kabinetsformatie opstelden, riep de verwachting op, dat zij in de volgende zittingsperiode van de Staten-Generaal dichter naar elkaar toe zouden groeien en eventueel tot een sterk blok zouden worden samengesmeed. Bij alle drie echter blijkt het politieke eigenbelang sterker te spreken dan het verlangen naar éénwording. De leiding van de Partij van de Arbeid had al te kennen gegeven dat
|
| |
| |
| zij geen haast had met de vorming van één grote volkspartij; zij wilde voorlopig de weg daarheen alleen nog maar banen met een ‘federatie’. En waarom zou zij ook geen afwachtende houding aannemen? Het ledental van de partij groeide na het optreden van het kabinet Den Uyl aanmerkelijk en het zag ernaar uit, dat door die groei een belangrijke machtsverschuiving zou optreden binnen het ‘progressieve blok’. Eerst dus afwachten wat uit die machtsverschuiving te slepen zou zijn en dán pas praten over een fusie. Het partijcongres echter, dat in het midden van de maand bijeenkwam, wilde zelfs niet zo ver als een federatie gaan. Een desbetreffend voorstel werd afgestemd. Ietwat beteuterd hadden de heren van Mierlo (D.'66) en de Gaay Fortman (PPR) het nakijken. Verder in de maand werd het duidelijk, dat zij zich over een zelfstandige opstelling aan het beraden zijn.
Ook met de samenwerking tussen de drie confessionele partijen botert het niet. Een commissie onder leiding van Prof. Steenkamp is druk bezig geweest met een resolutie, die in oktober aan de drie partijen zou worden voorgelegd en waarin het besluit lag vervat dat deze partijen bij de volgende verkiezingen met één kandidatenlijst voor de dag zouden komen. Die conclusie bleek niet haalbaar. Meer dan een vage verklaring over het streven naar één christelijke partij met ‘het evangelie als richtsnoer voor het politieke handelen’ kwam er niet uit. Eerst eind volgend jaar zal bekeken worden of men een verdere stap kan zetten.
Lachende derde is de VVD, die stormachtig groeit - mede door het optreden van zijn leider, Wiegel, die het eensklaps opneemt voor de arbeiders en de lagere volksklassen en zich daarmee het verwijt van demagogie en huichelarij op de hals haalde. Tegen het einde van de maand maakte hij bekend, dat hij het kabinet Den Uyl met een ‘alternatieve begroting’ te lijf wil gaan. |
- | Revaluatie van de gulden. Volkomen bij verrassing maakte de Minister van Financiën, Duisenberg, medio september bekend, dat hij de Nederlandse gulden een opwaardering van 5% had doen ondergaan, zulks met het doel een frontale aanval tegen de inflatie te ondernemen. Deze revaluatie zou aanstonds een daling teweeg moeten brengen in de prijzen van die goederen die geheel of gedeeltelijk uit invoer werden betrokken. Een ogenblik zag het ernaar uit, dat het gunstig effect van deze maatregel grotendeels teniet zou worden gedaan door een revaluatie ook van de mark en van de Belgische frank, doch dat gevaar dreef snel over. Volgens de minister zouden tengevolge van deze revaluatie de prijzen in het volgend jaar met niet meer dan 6% hoeven te stijgen tegenover een stijging van 8% in de loop van dit jaar. De Minister van Economische Zaken, drs. Lubbers, meende vooral geen gras over een en ander te mogen laten groeien en probeerde meteen in de prijzen in te grijpen, daarbij van de gelegenheid gebruik makend om de ondernemers aan strengere bepalingen ten aanzien van het doorberekenen van kosten te binden. Erg veel succes had hij er niet mee. De doorgevoerde prijsverlagingen bleven over het algemeen ver beneden de 5%. De handel kwam zwaar in verzet omdat zij zich zag gedwongen voorraden die nog waren ingekocht onder de oude valutaverhoudingen, tegen de nieuwe te verkopen. De werkgevers kwamen in protest omdat niet tevens de lonen werden aangepakt. En intussen sloeg de Minister van Financien zijn slag. De paspoorten werden duurder, de kentekenbewijzen voor auto's en een hele reeks andere overheidstarieven gingen allemaal met één klap omhoog. Allemaal ter bestrijding van de inflatie! |
- | De loononderhandelingen. Voor de bestrijding van de inflatie is het nodig dat de werknemers hun looneisen matigen. Nu de onderhandelingen over de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten in zicht raken, raakt de aandacht gespannen op de houding die de vakbonden zullen aannemen. De Sociaal Economische Raad heeft geadviseerd na de rem op de prijzen ook een rem te zetten op de lonen, doch de Regering schijnt niet voornemens te zijn in de lonen in te grijpen. Zij wil blijkbaar afwachten hoever de betrokkenen zelf aan de onderhandelingstafel kunnen komen. Zij heeft wel oriënterende besprekingen gevoerd en daar hoopgevende mededelingen uit gedaan; de betrokkenen zelf echter slaken voorshands nogal wat strijdkreten.
De ‘middengroepen’ van hoger personeel zijn druk bezig zich een eigen plaats aan de onderhandelingstafel te veroveren en in de Sociaal Economische Raad te worden opgenomen. De regering, althans de Minister van Sociale Zaken, Boersma, schijnt er weinig voor te voelen het establishment van de vakbeweging te door- |
| |
| |
| breken.
Als de Sociaal Economische Raad zou worden uitgebreid tot 100 à 120 leden dan wordt het een Poolse Landdag, meent hij. Dat mag de Tweede Kamer met zijn 150 leden zich dan voor gezegd houden. |
| |
Chili
Van alle gebeurtenissen in het vlak der nationale politiek trokken die in Chili gedurende de maand september verreweg de meeste aandacht.
Reeds in het begin van de maand werd het duidelijk, dat President Allende steeds meer met de rug tegen de muur kwam te staan. Hij hield wel bij hoog en bij laag vol, dat hij zijn socialistisch program zou afwerken en dat er betere tijden in zicht waren omdat de koperproduktie in de loop van de maand augustus omhoog was gegaan. Maar het werd hoe langer hoe meer duidelijk, dat hij de zaken niet in de hand kon houden. Weliswaar demonstreerden in de eerste week van september nog een half miljoen van zijn aanhangers voor hem in de straten van Santiago, maar in diezelfde straten sloten de winkeliers nog diezelfde week hun winkels en de vrachtwagenchauffeurs bleven het transport van levensmiddelen saboteren. Allende schoof de schuld van de economische ellende, waarin Chili hoe langer hoe meer verstrikt raakte, weliswaar op de rug van een aantal monopolistische kapitalisten, maar 40.000 vrachtwagen-chauffeurs, die zelf eigenaars waren van hun eigen bedrijfje, mocht men bepaald niet tot deze categorie rekenen, evenmin als de boeren en de middenstanders die geen genoegen wensten te nemen met een devaluatie van 300%.
Reeds vóór september werd het duidelijk, dat het leger zich van de President begon af te wenden. Allende probeerde nog een tijd lang enkele generaals mee te laten regeren in zijn kabinet, maar de loyalen onder hen konden zich niet handhaven en de anderen keerden hem de rug toe.
Op 11 september kwam het tot een dramatische botsing. De generaals, naar hun eigen zeggen overtuigd dat Allende zelf een soort staatsgreep aan het voorbereiden was, overtuigd in ieder geval dat Chili economisch ten gronde zou worden gericht wanneer Allende nog tot het einde van zijn ambtstermijn in 1976 zou kunnen voortgaan met zijn ‘socialistisch’ politiek, voerden van hún kant een staatsgreep uit. Zij belegerden het presidentiële paleis. Wat er bij die belegering precies is gebeurd, kwam uit de verwarrende berichtenstroom niet nauwkeurig uit de doeken. Hebben de generaals Allende een kans gegeven om zonder bloedvergieten zijn ambt neer te leggen? Of zijn zij zonder plichtplegingen tot de aanval overgegaan? Zij beweren, dat zij hem tot viermaal toe de kans hebben gegeven af te treden met garantie voor zijn leven, maar de waarheid daarvan wordt betwist. Hebben zij in het vuur van deze aanval de President neergeschoten of heeft Allende, zoals aanvankelijk bekend werd gemaakt, liever de hand aan zichzelf geslagen dan te capituleren? Zeker is, dat hij de aanval niet heeft overleefd en dat zijn stoffelijk overschot, zonder dat zijn naastbestaanden hem zelfs maar mochten zien, het paleis werd uitgedragen en begraven. Zijn gewelddadige dood bracht over de hele wereld een schok van ontzetting.
De generaals namen het bewind van Allende over. Zij vormden een Junta met aan het hoofd generaal Augusto Pinochet en als leden de admiraal Toribio Medina en de generaals Gustavo Leigh Guzman van de luchtmacht en Cesar Mendoza van de militaire politie.
Al aanstonds bleek, dat deze Junta niet voornemens was met handschoenen te regeren. Duizenden Chilenen en buitenlanders waarvan bekend was dat zij in ook maar enigszins belangrijke mate steun hadden verleend aan het bewind van Allende, werden gegrepen en in de gevangenis geworpen of in afwachting van wat er met hen ging gebeuren, opgeborgen in het stadion van Santiago. Pogingen tot opstand ten gunste van het socialistisch bewind werden met geweld onderdrukt. Zowel bij deze onderdrukkingsacties als in de gevangenissen en het stadion vielen doden. Hoeveel is niet bekend. Vast schijnt wel te staan, dat het niet om enkele honderden doch veeleer om enkele duizenden ging. De generaals wilden klaarblijkelijk voor eens en voor al een eind maken aan alle ‘socialisme’. Alle ‘marxistische’ partijen die aan de regeringscoalitie van Allende hadden meegedaan, werden buiten de wet gesteld. Tegen het eind van de maand verklaarde de Junta, dat de rust was hersteld en dat alleen nog ‘enkele geesteszieken’ weerstand boden.
Leek het aanvankelijk nog dat de Junta de niet-marxistische partijen zou sparen.
| |
| |
tegen het einde van de maand bleek dit een illusie. De generaals waren klaarblijkelijk geprikkeld door de kritiek die de Christen-Democraten tegen hun optreden hadden geuit en verboden nu alle partijen. Zij verklaarden dat Chili door de politiek was verziekt en dat de enige mogelijkheid om daar een eind aan te maken bestond in het afkondigen van een nieuwe grondwet. Deze zou op ‘corporatieve’ leest worden geschoeid. Wat daaronder wordt verstaan, moet worden afgewacht.
Bij het zoeken naar schuldigen voor Allende's falen gingen de gedachten grif naar Amerika, waar de kopermaatschappijen Chili uit wraak voor de nationalisatie van de mijnen de das zouden hebben omgedaan. Ook zou Amerika van de voornemens der generaals tot het plegen van een staatsgreep op de hoogte zijn geweest, zulks al werd dit én door Washington én door de generaals ontkend. Het is echter merkwaardig, dat nergens enige medeverantwoordelijkheid aan de Sovjet-Unie werd toegeschreven. De Sovjet-Unie heeft Cuba met miljarden geholpen; uit niets is gebleken, dat zij de Chileense President financieel de ruggesteun heeft geboden die hem in staat zou hebben gesteld de economische chaos in zijn land te voorkomen.
| |
Verenigde Staten van Amerika
Nog steeds sudderde gedurende de maand september het Watergate schandaal voort. De Senaatscommissie heropende haar hearings, doch nieuwe gezichtspunten kwamen daar niet uit tevoorschijn. President Nixon probeerde vergeefs de aandacht van de affaire af te leiden. Hij bleef echter hardnekkig weigeren ook maar een duimbreed te wijken voor de rechters, die hem wilden verplichten de bandjes af te staan die het bewijs zouden kunnen leveren dat hij van niets wist. Hij bleef de vermoorde onschuld uithangen. Of, zoals een Belgisch blad het uitdrukte, zich opstellen als een ‘hoerenmadam, die plotseling ontdekt, dat haar meisjes onkuisheden begaan’.
Vice-President Agnew echter stal in de maand september grotendeels de show. Op allerlei manieren probeerde hij te verhinderen dat tegen hem een rechtsvervolging wegens corruptie uit de tijd van zijn gouverneurschap in de Staat Maryland zou worden ingesteld. Hij ging zo ver het Congres te verzoeken de impeachment-procedure tegen hem in werking te stellen, waar het Congres echter helemaal niets voor bleek te voelen. Geregeld doorbrak hij berichten als zou hij overwegen af te treden met aanvallen tegen zijn ‘belagers’. Hij confereerde enkele malen met President Nixon, die tenslotte bekend liet maken dat hij hem zelf de keus liet om al dan niet af te treden, maar dat hij er niet aan dacht degenen die in het Ministerie van Justitie met het onderzoek van de Agnew-affaire waren belast, daarbij ook maar een strobreed in de weg te leggen. Wat hij daarmee voor heeft, is niet duidelijk. Mogelijk hoopt hij, dat de affaire Agnew de Watergate-affaire gaat overschaduwen als hij maar lang genoeg aanhoudt. Mogelijk hoopt hij via Agnew een principeuitspraak over de niet-vervolgbaarheid van President en Vice-President in de jurisprudentie van het Opperste Gerechtshof vastgelegd te krijgen. Hij blijft een sfinx.
| |
Engeland
Staat de Britse politiek een grote verschuiving te wachten? De uitslagen van enkele tussentijdse verkiezingen schijnen daarop te wijzen. Bij deze verkiezingen immers heeft de Liberale partij bijzonder grote winsten geboekt. Deze partij, die al sinds Lloyd George nauwelijks meer meespeelde in de binnenlandse politiek en langzamerhand tot een onbeduidende minderheid in het Lagerhuis was geslonken, heeft er in korte tijd vier zetels bijgewonnen. Opiniepeilingen wijzen uit, dat de aanhang van de liberalen over het hele land zienderogen groeit; zodanig, dat zij bij de eerstkomende algemene verkiezingen wel eens op de wip tussen de conservatieven en Labour konden terecht komen. Enkelen voorspellen voor die komende verkiezingen zelfs een nek-aan-nek-race tussen de drie partijen.
| |
West-Duitsland
Bondskanselier Willy Brandt heeft het nog steeds niet gemakkelijk met zijn eigen partij, die hij uitdrukkelijk als een partij ‘van het linkermidden’ wens te zien. De jong-socialisten, de JUSOS, zijn het daar niet mee eens. Zij willen in afwijking van het officiële partijprogram aansturen op volledige socialisatie van alle produktiemiddelen; zij willen de Staat niet meer als ondernemingsorgaan erkennen; zij willen imperatieve manda- | |
| |
ten voor de afgevaardigden in de Bondsdag en zij willen de strategie voeren van het permanente conflict. Met parlementaire spelregels wilen zij niets meer te maken hebben. Met deze stellingname hebben zij de rechtervleugel van de partij danig tegen de haren in gestreken. De aldus ontstane conflictsituatie werd in de loop van september nog verscherpt toen de JUSOS zich achter een aantal wilde stakingen schaarden, die door de vakbeweging waren veroordeeld. Wilde Brandi de steun van zijn rechtervleugel niet verliezen, dan kon hij niet anders meer dan de JUSOS scherp terechtwijzen. - Nieuwe moeilijkheden dreigden toen tegen het einde van de maand zijn fractieleider, Herbert Wehner, van de gelegenheid dat de Bondskanselier zich in Amerika bevond, gebruik maakte om in Moskou de harde houding van Brandt in de kwestie Berlijn te critiseren
| |
Zweden
Op 15 september overleed Koning Gustaaf Adolf, negentig jaar oud. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon Carl Gustaaf - ongehuwd en voorlopig de laatste der Bernadottes.
Daags na het overlijden van de Koning werden in Zweden de parlementsverkiezingen gehouden. Bij de verkiezingen van 1970 verwierven de socialisten 163 van de 350 zetels. Zij gingen een bondgenootschap aan met de communisten, die 17 zetels hadden en deze coalitie beschikte dus over een meerderheid van 180 zetels in de Riksdag. De communisten kwamen niet in de Regering van Premier Palme, doch steunden hem om aldus de burgerlijke partijen buiten te sluiten. De uitslag van de nieuwe verkiezingen bleef geruime tijd onbeslist. Het werd een nek-aan-nek race tussen de linkse en de centrum-groeperingen, eindigend in ‘gelijk spel’; beiden kwamen met 175 zetels uit de bus. Palme besloot aan te blijven doch kan niet anders dan een uiterst zwakke regering vormen. Mogelijk weet hij de liberalen, die zware verliezen leden, los te weken uit het centrum-blok; mogelijk ook stuurt hij op nieuwe verkiezingen aan, die dan onder de vigeur van een nieuwe grondwet zullen worden gehouden. Deze nieuwe grondwet voorziet in een Riksdag van 349 leden. De situatie van twee precies gelijke groepen kan zich daarin dus niet meer voordoen.
| |
Noorwegen
Enkele dagen voor de Zweedse verkiezingen gingen ook de Noren naar de stembus voor de verkiezing van een nieuw Stortinget. Ook de Noorse kiezers lieten de socialistische partij in de steek. Deze partij viel van 74 zetels in het oude parlement van 150 leden terug tot 62 zetels in het nieuwe, dat door toewijzing van vijf nieuwe zetels aan het agglomeraat Oslo, 155 leden telt. Premier Trygve Bratelli heeft echter besloten aan te blijven met een minderheidskabinet, dat de steun krijgt van het Socialistisch Kiesverbond, waar zich o.a. de communisten bij hebben aangesloten en dat hem met zijn 16 zetels een meerderheid van zegge en schrijve één zetel oplevert. Bratelli heeft een beroep op de andere partijen gedaan hem te steunen. Sterk zal zijn regering niet kunnen zijn.
| |
Noord Ierland
Terwijl aan de ene kant werd bericht dat twee met elkaar overhoop liggende vleugels van de IRA tot verzoening waren gekomen en elkaar weer hadden gevonden in het uitbreiden van hun terreur tot de Britse steden, vertoonden zich aan de andere kant tekenen van toenadering tussen de socialistische arbeidspartij, die in hoofdzaak uit katholieken bestaat, enerzijds en de protestantse partij van Faulkner. Dit zou een eerste lenteteken zijn voor de plannen van William Whitelaw.
| |
Argentinië
De oude Perón en zijn jonge echtgenote hebben bij de verkiezingen van 23 september voor het ambt van President en Vice-President van Argentinië 65% van de stemmen op zich verenigd - hetgeen te verwachten was. Deze overwinning dankte Perón in hoofdzaak aan de steun van het platteland; in de hoofdstad Buenos Aires haalde hij nog niet de helft van de stemmen. Het is de grote vraag of Argentinië onder zijn bewind in staat zal zijn de economische moeilijkheden te overwinnen waar het land mee te kampen heeft. Perón behoort tot het slag dictators die zich van dergelijke binnenlandse moeilijkheden niets aantrekken en alleen maar de glorie zoeken van een rol op het wereldtoneel. Brallers die totaal geen kaas hebben gegeten van modern welvaartsbeleid. Die zich alleen maar belangrijk willen maken door overal roet
| |
| |
in het eten te gooien. Hoe lang het zal duren eer het Argentijnse volk de ogen opengaan, is een open vraag.
| |
Rusland
Steeds meer begint de onvrijheid van de Russische intellectuelen de aandacht te trekken van de Westerse wereld, die haar opinie daarover niet onder stoelen of banken steekt - en steeds meer begint Rusland tekenen van irritatie te vertonen over de kritiek die zich tegen de behandeling van deze intellectuelen richt.
| |
China
Het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij herkoos de 79-jarige Mao Tse Toeng als voorzitter. Lin Piao, die in 1969 officieel werd aangewezen als opvolger van de leider, doch die intussen als een verrader werd ontmaskerd en de dood vond op de vlucht naar Rusland, werd thans uit de partij gestoten als een ‘burgerlijke carrièremaker, een samenzweerder, een tweeslachtige contra-revolutionair, een renegaat en een verrader’. Met Lin Piao raakte ook Chen Po Ta, eenmaal de secretaris van Mao, in ongenade; hij werd als ‘een der meest vooraanstaande leden van de Lin Piao-kliek’ met alles pejoratieven die daarbij hoorden, eveneens uit de partij gestoten. Het Centraal Comité, dat ditmaal in het diepste geheim vergaderde, koos een nieuwe leiders-groep, geheel gedomineerd door militairen en leden van de oude garde met slechts hier en daar een nieuweling, wiens aanwezigheid kennelijk de verschillende afwijkende groeperingen in de partij tevreden moest stellen. Opvallend was de mindere invloed die aan de vrouw van Mao werd toegekend. Zij stond in de linkervleugel van de partij.
| |
België
De gewestvorming opnieuw actueel
1. | De staatshervorming is eind vorig jaar in een straatje zonder eind gesukkeld. Uitzichtloze discussies, een onoverzichtelijke wirwar van instellingen, verdeelde meningen tot binnen de regeringspartijen, een verdeelde oppositie laten niet toe nog enige stap verder te zetten.
Leburton volgt Gaston Eyskens op als premier en ziet in een tripartite de laatste redplank om met een forse 2/3 meerderheid achter de regering het parlement weer in beweging te krijgen. De staatshervorming tot een goed einde brengen wordt aldus de belangrijkste bestaansreden van deze niet populaire regering.
Het regeerakkoord vangt aan met een ontwerp bedoeld als basis voor de latere wetgeving over de gewestvorming. Een dubbele parlementaire commissie zal samengesteld worden uit alle partijen. Zij zal met een ruime bevoegdheid het regeringsontwerp bespreken en de zaak in haar geheel aan een onderzoek onderwerpen. De commissie krijgt zes maanden de tijd om tot conclusies te komen. Blijft zij in gebreke, dan wordt het voorstel van de regering als wetsontwerp neergelegd.
Nu is het zover. De commissie, na zes maanden hard werken (25 bijeenkomsten) verklaart het regeringsontwerp onuitvoerbaar en blijkt niet in staat een wisseloplossing aan te bevelen. Zij geeft het initiatief terug aan de regering. |
2. | Daar wij vermoeden dat slechts weinig mensen nog klaar zien wat er nu
|
| |
| |
| precies ter discussie ligt in de komende maanden, willen we nog even de stand van zaken schetsen begin 1973.
De grondwetsherziening die in 1968 werd gestart werd in december 1970 voltooid. Gezien de aard en de omslachtigheid waarmee een grondwetsherziening gepaard gaat, kan men zeggen dat een aantal grondlijnen nu definitief en onaantastbaar lijken. Zij zijn althans niet meer te wijzigen zonder dat een nieuwe constituante wordt gevormd.
Wij vermoeden: vier taalgebieden, de tweetalige hoofdstad Brussel binnen de 19 gemeenten, drie cultuurgemeenschappen, waarbij de Franse en de Vlaamse cultuurraden met decretaire bevoegdheid in taal- en cultuuraangelegenheden, drie gewesten, de alarmprocedure bij aantasting van de betrekkingen tussen de gemeenschappen; het principe van agglomeraties en federaties, de versteviging van de provincies.
Vertrekkend van deze nieuwe grondwetten moeten nu uitvoeringswetten volgen, die het geheel in een of andere richting kunnen preciseren. Zij kunnen het gezicht van de nieuwe staatshervorming nog wijzigen, doch niet zo grondig dat dit nog een consequente federalisering mogelijk maakt.
Ziedaar de aanloop tot eindeloze discussies over hoe het nu verder moet. |
3. | Gedurende de vijf jaren timmeren aan de weg naar het vernieuwde België evolueerde de staatsopvatting bij verschillende partijen grondig, vertrekkend van een decentralisatie naar de provincies toe (idee van 1968) over een regionalisatie zoals vastgelegd in de grondwet, naar een federalisering toe waar er raakpunten zijn met de Volksunie en de Waalse federalisten. In de drie regeringspartijen heerst er verdeeldheid in de opvattingen over de visie achter de staatshervorming. Het CVP-congres te Antwerpen (okt. 72) werd bijv. bijeen geroepen rond een tekst die reeds zover in de richting van federalisering ging, dat er een nieuwe grondwetsherziening in vóórondersteld werd. Onder druk van de peetvaders van de voorbije grondwetswijziging werd echter ingebonden. Ook in de socialistische partij en bij de liberalen vinden wij federaliserende tendenzen weer.
Eind december bleven cruciale vraagstukken ter tafel liggen:
- | welke omschrijving krijgen de drie gewesten? |
- | krijgt de Brusselse gewestraad evenveel bevoegdheid als de Vlaamse en de Franse? |
- | gaat men de weg op van een drieledig federalisme met Brussel als scheidsrechter? |
- | hoeveel bestuursniveau's wil men uiteindelijk overhouden? |
- | komen de cultuur- en gewestraden de twee parlementen vervoegen of zullen zij in de toekomst versmelten? |
- | hoever zal de autonomie reiken en over welke middelen zal ze beschikken? |
- | zullen dit autonome fiscale middelen zijn of dotaties? |
- | heeft de centrale macht zonder verhaal een vetorecht op gewestelijke beslissingen? |
|
| |
| |
|
- | zal de gewestvorming de bestaande partijen consolideren of wordt de macht democratisch gespreid? |
|
4. | In het regeerakkoord staat een voorstel voor de gewestvorming beschreven dat binnen de uitvoering van de nieuwe grondwet blijft. In hoofdlijnen ziet het er als volgt uit:
Er komen drie politieke en administratieve gewestraden met de bevoegdheden zoals reeds door de 28 vaag omschreven.
De Brusselse gewestraad zal uiteindelijk (in 1971) samenvallen met de Brusselse agglomeratieraad.
De raadsleden worden voorlopig verkozen door de provincieraadsleden, maar zullen later zelf uit deze (naar aantal gereduceerde) provincieraadsleden bestaan.
De uitvoerende colleges worden verkozen volgens het meerderheidsstelsel. Bij dubbele meerderheid gestemde wetten kunnen bevoegdheden delegeren, maar de gewestelijke reglementen blijven aanvullend aan de wetten, passen in een kaderwet of komen tot stand in gevolge een uitdrukkelijke delegatie.
Drie gewestelijke ministers houden ieder een oogje in het zeil in hun gewestraad en kunnen schorsingsprocedures in gang stellen die binnen de 30 dagen centraal moeten bekrachtigd worden. Dit kan wanneer er een wet, het Plan, of de belangen van een ander gewest in het gedrang mochten komen.
Jaarlijkse dotaties zullen de geldmiddelen bezorgen in verhouding met het bevolkingstal, de uitgestrektheid van het grondgebied en de gemiddelde fiscale ontvangsten, driemaal voor een derde gerekend. |
5. | De commissiewerkzaamheden begonnen midden maart, maar de VU stuurde haar kat. Reden: het is verloren tijd mee te werken aan een slechte staatshervorming met regeringspartijen die als puntje bij paaltje komt uiteindelijk toch een vetorecht hebben. De Waalse oppositie en de KP volgden de zittingen als waarnemers. De resultaten van de gemengde Parlementaire Commissie komen in het kort hierop neer: het regeerakkoord is onuitvoerbaar, alleen al om technische redenen. Wanneer men de verschillende moeilijkheden nauwkeurig bekijkt, dan is het duidelijk dat ze alle veroorzaakt worden door de dubbelzinnigheid van het uitgangspunt: de splitsing van kultuurraad en gewestraad, met de verschillende bevoegdheid op de respektievelijke terreinen. |
6. | Iedereen heeft nu wel door dat er met de jongste grondwetsherziening geen ernstige staatshervorming kan tot stand worden gebracht. De grondwet moet opnieuw gewijzigd worden. In feite moet alles, na de ervaring in deze vijf jaren opgedaan, overgedaan worden. Het is geen schande. Al doende leert men.
Nochtans is er weinig kans dat deze weg, de enige goede, zal gekozen worden. De regeringspartijen zien daar momenteel geen elektoraal belang in, en dus zullen wij, arme burgers zonder zeggingskracht, opgescheept zitten met slechte gloed-nieuwe strukturen. |
11.10.73
Rita Jolie-Mulier en Ward Bosmans
|
|